EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32021Q0618(01)

Besluit van het Voorzieningsagentschap van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie tot vaststelling van het reglement van het Agentschap waarbij de wijze wordt bepaald waarop vraag en aanbod voor ertsen, grondstoffen en bijzondere splijtstoffen tegen elkaar worden afgewogen en tot intrekking van het reglement van het Voorzieningsagentschap van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie van 5 mei 1960, zoals gewijzigd bij de verordening van 15 juli 1975

C/2021/2893

PB L 218 van 18.6.2021, p. 56–57 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2021/618/oj

18.6.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 218/56


Besluit van het Voorzieningsagentschap van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie tot vaststelling van het reglement van het Agentschap waarbij de wijze wordt bepaald waarop vraag en aanbod voor ertsen, grondstoffen en bijzondere splijtstoffen tegen elkaar worden afgewogen en tot intrekking van het reglement van het Voorzieningsagentschap van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie van 5 mei 1960, zoals gewijzigd bij de verordening van 15 juli 1975

HET VOORZIENINGSAGENTSCHAP,

Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en met name artikel 2, punt d), de artikelen 52 en 55 en artikel 60, zesde alinea,

Gezien de statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom, vastgesteld bij Besluit 2008/114/EG, Euratom van de Raad van 12 februari 2008 (1) en met name artikel 13, lid 3, punt a),

Gezien Verordening (Euratom) nr. 66/2006 van de Commissie van 16 januari 2006 houdende vrijstelling van de toepassing van de in het hoofdstuk betreffende de voorziening vastgestelde bepalingen voor de overdracht van kleine hoeveelheden ertsen, grondstoffen en bijzondere splijtstoffen (2),

Gezien het advies dat het Raadgevend Comité van het Agentschap, dat naar behoren is geraadpleegd en bijeengeroepen, op 13 mei 2016 over het voorgestelde nieuwe reglement heeft uitgebracht,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 2 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (hierna “het Verdrag” genoemd), ziet de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie erop toe dat alle gebruikers in de Gemeenschap een regelmatige en billijke ertsen- en splijtstofvoorziening ontvangen door middel van een gemeenschappelijk voorzieningsbeleid volgens het beginsel van gelijke toegang tot hulpbronnen.

(2)

In het belang van het gemeenschappelijk voorzieningsbeleid is bij hoofdstuk 6 van het Verdrag een Voorzieningsagentschap (“het Agentschap” of het “Voorzieningsagentschap van Euratom”) opgericht.

(3)

De continuïteit van de energievoorziening, het belangrijkste doel van het Agentschap, is een hoofddoelstelling van het energiebeleid van de Unie, zoals bepaald in artikel 194 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Dit is opnieuw bevestigd in de mededeling van de Commissie over de Europese strategie voor energiezekerheid (3) die in 2014 is aangenomen en door de Raad is goedgekeurd.

(4)

Overeenkomstig artikel 60, zesde alinea, van het Verdrag bepaalt een reglement van het agentschap, dat de goedkeuring van de Commissie behoeft, de wijze waarop vraag en aanbod tegen elkaar worden afgewogen.

(5)

Het geldende reglement van het Agentschap werd in 1960 vastgesteld (4) en werd in 1975 gedeeltelijk gewijzigd (5).

(6)

Sinds de jaren ’70 hebben de ontwikkeling van nieuwe technologieën en producten voor de splijtstofcyclus, alsook de opkomst van nieuwe marktspelers (met name tussenpersonen) en nieuwe handelspraktijken, aanzienlijke gevolgen gehad voor de rol van het Agentschap op het gebied van nucleaire voorzieningszekerheid. Tegelijkertijd is het aantal marktspelers aanzienlijk toegenomen.

(7)

De in 2008 vastgestelde statuten van het Agentschap versterkten zijn rol bij het toezicht op de markt en de verstrekking van toepasselijke expertise, informatie en advies aan de Gemeenschap, waardoor het Agentschap meer behoefte heeft aan volledige en actuele kennis van de markt voor nucleair materiaal en nucleaire diensten, met inbegrip van de ontwikkelingen op de wereldmarkt.

(8)

Als gevolg van bovenstaande ontwikkelingen staat het reglement van 1960/1975 het Voorzieningsagentschap van Euratom niet langer toe te reageren op ontwikkelingen op de nucleaire markt, wat het vermogen van het Agentschap om zijn taak uit te voeren in gevaar kan brengen.

(9)

Het reglement moet worden aangepast om de rechtszekerheid voor de sector, de lidstaten en de Europese Commissie te vergroten en het Agentschap in staat te stellen passende gegevens te verzamelen voor zijn waarnemingspost voor de markt.

(10)

Krachtens artikel 55 van het Verdrag heeft het Agentschap het recht om alle informatie te ontvangen die het nodig heeft voor de uitoefening van zijn optierecht en zijn uitsluitend recht om leveringscontracten te sluiten.

(11)

Bij de uitvoering van zijn taken handelt het Agentschap overeenkomstig de beginselen van non-discriminatie en gelijke toegang tot voorzieningsbronnen.

(12)

De procedures voor het afwegen van vraag en aanbod moeten zodanig worden vastgesteld dat aan de behoeften in verschillende voorzieningssituaties kan worden voldaan.

(13)

Het is wenselijk rechtstreekse contracten tussen gebruikers, producenten en tussenpersonen te handhaven, mits de regelmatige levering van kernmateriaal aan gebruikers in de Gemeenschap gewaarborgd is.

(14)

Gezien het bovenstaande heeft het Agentschap, in samenwerking met de belanghebbenden, het initiatief genomen om zijn reglement bij te werken. Het Raadgevend Comité van het Agentschap, dat op 13 mei 2016 naar behoren is bijeengeroepen en geraadpleegd, heeft een gunstig advies uitgebracht over het nieuwe reglement.

(15)

Overeenkomstig de statuten van het Agentschap moet het reglement van het Agentschap worden vastgesteld bij besluit van de directeur-generaal van het Agentschap, en moet het door de Commissie worden goedgekeurd.

(16)

Duidelijkheidshalve moet het huidige reglement van het Agentschap bij de inwerkingtreding van het nieuwe reglement worden ingetrokken.

(17)

Het is derhalve passend het reglement in de bijlage bij dit besluit vast te stellen en bij de inwerkingtreding ervan het thans geldende reglement van het Agentschap in te trekken,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het reglement van het Voorzieningsagentschap van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, zoals opgenomen in de bijlage bij dit Besluit, waarbij de wijze wordt bepaald waarop vraag en aanbod voor ertsen, grondstoffen en bijzondere splijtstoffen tegen elkaar worden afgewogen, wordt hierbij vastgesteld.

Artikel 2

Het thans geldende reglement van het Voorzieningsagentschap van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, waarbij de wijze wordt bepaald waarop vraag en aanbod voor ertsen, grondstoffen en bijzondere splijtstoffen tegen elkaar worden afgewogen (6), zal worden ingetrokken bij de inwerkingtreding van het nieuwe reglement.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2021, onder voorbehoud van goedkeuring door de Europese Commissie. Het wordt samen met het goedkeuringsbesluit van de Commissie bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Luxemburg, 15 januari 2021.

Voor het Voorzieningsagentschap van Euratom,

De directeur-generaal

Agnieszka Ewa KAŹMIERCZAK


(1)  PB L 41 van 15.2.2008, blz. 15.

(2)  PB L 11 van 17.1.2006, blz. 6.

(3)  COM(2014) 330 final.

(4)  Besluit van de EGA-Commissie tot vaststelling van de datum waarop het Voorzieningsagentschap van Euratom zijn taken opneemt en tot goedkeuring van het reglement van het Agentschap van 5 mei 1960 tot vaststelling van de wijze waarop de vraag moet worden afgewogen tegen het aanbod van ertsen, grondstoffen en bijzondere splijtstoffen (PB 32 van 11.5.1960, blz. 776. — Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I, Hoofdstuk 1959-1962, blz. 45).

(5)  PB L 193 van 25.7.1975, blz. 37.

(6)  PB 32 van 11.5.1960, blz. 777, zoals gewijzigd (PB L 193 van 25.7.1975, blz. 37) en gerectificeerd (Geconsolideerde tekst van rectificaties gepubliceerd in de speciale editie 1952-72, blz. 3 (511/60)).


Top