Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32020B1935

    Besluit (EU) 2020/1935 van het Europees Parlement van 13 mei 2020 over de afsluiting van de rekeningen van het achtste, negende, tiende en elfde Europees Ontwikkelingsfonds voor het begrotingsjaar 2018

    PB L 417 van 11.12.2020, p. 292–293 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2020/1935/oj

    11.12.2020   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 417/292


    BESLUIT (EU) 2020/1935 VAN HET EUROPEES PARLEMENT

    van 13 mei 2020

    over de afsluiting van de rekeningen van het achtste, negende, tiende en elfde Europees Ontwikkelingsfonds voor het begrotingsjaar 2018

    HET EUROPEES PARLEMENT,

    gezien de balansen en resultatenrekeningen van het achtste, negende, tiende en elfde Europees Ontwikkelingsfonds voor het begrotingsjaar 2018 (COM(2019) 317 — C9-0060/2019),

    gezien de financiële informatie over de Europese Ontwikkelingsfondsen (COM(2019) 258),

    gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over de activiteiten van het achtste, negende, tiende en elfde Europees Ontwikkelingsfonds voor het begrotingsjaar 2018, tezamen met de antwoorden van de Commissie (1),

    gezien de verklaring van de Rekenkamer (2) voor het begrotingsjaar 2018 waarin de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen worden bevestigd, overeenkomstig artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    gezien de aanbevelingen van de Raad van 18 februari 2020 inzake de aan de Commissie te verlenen kwijting voor de uitvoering van de verrichtingen van het Europees Ontwikkelingsfonds voor het begrotingsjaar 2018 (05324/2020 — C9-0029/2020, 05325/2020 — C9-0030/2020, 05327/2020 — C9-0031/2020, 05328/2020 — C9-0032/2020),

    gezien de verslagen van de Commissie betreffende de follow-up van de kwijting voor het begrotingsjaar 2017 (COM(2019) 334),

    gezien de partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend te Cotonou (Benin) op 23 juni 2000 (3) en gewijzigd te Ouagadougou (Burkina Faso) op 22 juni 2010 (4),

    gezien Besluit 2013/755/EU van de Raad van 25 november 2013 betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Gemeenschap (“LGO-besluit”) (5),

    gezien artikel 33 van het intern akkoord van 20 december 1995 tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering en het beheer van de steun van de Gemeenschap in het kader van het tweede financieel protocol van de vierde ACS-EG-overeenkomst (6),

    gezien artikel 32 van het intern akkoord van 18 september 2000 tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering en het beheer van de steun van de Gemeenschap in het kader van het financieel protocol bij de partnerschapsovereenkomst tussen de staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, ondertekend te Cotonou (Benin) op 23 juni 2000, en de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van het vierde deel van het EG-Verdrag van toepassing zijn (7),

    gezien artikel 11 van het intern akkoord van 17 juli 2006 tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Gemeenschap binnen het meerjarig financieel kader voor 2008-2013 voor de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst en de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van deel vier van het EG-Verdrag van toepassing zijn (8),

    gezien artikel 11 van het intern akkoord van 24 juni 2013 en 26 juni 2013 tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Europese Unie binnen het meerjarig financieel kader voor 2014-2020 voor de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst en de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van deel vier van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn (9),

    gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    gezien artikel 74 van het Financieel Reglement van 16 juni 1998 van toepassing op de samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering in het kader van de vierde ACS-EG-overeenkomst (10),

    gezien artikel 119 van het Financieel Reglement van 27 maart 2003 van toepassing op het negende Europees Ontwikkelingsfonds (11),

    gezien artikel 50 van Verordening (EG) nr. 215/2008 van de Raad van 18 februari 2008 inzake het Financieel Reglement van toepassing op het tiende Europees Ontwikkelingsfonds (12),

    gezien artikel 48 van Verordening (EU) 2015/323 van de Raad van 2 maart 2015 inzake het Financieel Reglement van toepassing op het elfde Europees Ontwikkelingsfonds (13),

    gezien artikel 99 en artikel 100, derde streepje, van en bijlage V van zijn Reglement,

    gezien het advies van de Commissie ontwikkelingssamenwerking,

    gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A9-0057/2020),

    1.   

    hecht zijn goedkeuring aan de afsluiting van de rekeningen van het achtste, negende, tiende en elfde Europees Ontwikkelingsfonds voor het begrotingsjaar 2018;

    2.   

    verzoekt zijn voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de Rekenkamer en de Europese Investeringsbank, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (L-serie).

    De voorzitter

    David Maria SASSOLI

    De secretaris-generaal

    Klaus WELLE


    (1)  PB C 340 van 8.10.2019, blz. 269.

    (2)  PB C 340 van 8.10.2019, blz. 278.

    (3)  PB L 317 van 15.12.2000, blz. 3.

    (4)  PB L 287 van 4.11.2010, blz. 3.

    (5)  PB L 344 van 19.12.2013, blz. 1.

    (6)  PB L 156 van 29.5.1998, blz. 108.

    (7)  PB L 317 van 15.12.2000, blz. 355.

    (8)  PB L 247 van 9.9.2006, blz. 32.

    (9)  PB L 210 van 6.8.2013, blz. 1.

    (10)  PB L 191 van 7.7.1998, blz. 53.

    (11)  PB L 83 van 1.4.2003, blz. 1.

    (12)  PB L 78 van 19.3.2008, blz. 1.

    (13)  PB L 58 van 3.3.2015, blz. 17.


    Top