EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32018H0177

Aanbeveling (EU) 2018/177 van de Commissie van 2 februari 2018 over de elementen die moeten worden opgenomen in de technische, juridische en financiële regelingen tussen de lidstaten voor de toepassing van het solidariteitsmechanisme overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EU) 2017/1938 van het Europees Parlement en de Raad betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gasleveringszekerheid

C/2018/0551

PB L 32 van 6.2.2018, p. 52–64 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

ELI: http://data.europa.eu/eli/reco/2018/177/oj

6.2.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 32/52


AANBEVELING (EU) 2018/177 VAN DE COMMISSIE

van 2 februari 2018

over de elementen die moeten worden opgenomen in de technische, juridische en financiële regelingen tussen de lidstaten voor de toepassing van het solidariteitsmechanisme overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EU) 2017/1938 van het Europees Parlement en de Raad betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gasleveringszekerheid

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien artikel 13, lid 12, van Verordening (EU) 2017/1938 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2017 betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gasleveringszekerheid en houdende intrekking van Verordening (EU) nr. 994/2010 (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In artikel 194, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) is bepaald dat het energiebeleid van de EU gericht moet zijn op de continuïteit van de energievoorziening in de Unie, in een geest van solidariteit tussen de lidstaten.

(2)

De verordening betreffende de gasleveringszekerheid strekt ertoe de solidariteit en het vertrouwen tussen de lidstaten te vergroten en de werking van de interne gasmarkt zo lang mogelijk in stand te houden, zelfs bij een aanvoertekort.

(3)

Bij deze verordening wordt voor het eerst een solidariteitsmechanisme tussen de lidstaten ingesteld om de gevolgen van een ernstige noodsituatie binnen de Unie te beperken en de gastoevoer naar door solidariteit beschermde afnemers te waarborgen.

(4)

Bij de vaststelling van de maatregelen die nodig zijn om het solidariteitsmechanisme toe te passen, moeten de lidstaten overeenstemming bereiken over een aantal technische, juridische en financiële aspecten in hun bilaterale regelingen en deze toelichten in hun noodplannen.

(5)

Om de lidstaten te helpen bij de toepassing, en na raadpleging van de Groep coördinatie gas, heeft de Commissie deze niet-bindende richtsnoeren opgesteld over de belangrijkste elementen die moeten worden opgenomen in deze regelingen,

HEEFT DE VOLGENDE AANBEVELING VASTGESTELD:

1.

De lidstaten nemen de juridisch niet-bindende richtsnoeren in de bijlage bij deze aanbeveling in acht. Aan de hand van deze richtsnoeren kunnen de lidstaten technische, juridische en financiële regelingen vaststellen om te voldoen aan de in artikel 13 van Verordening (EU) 2017/1938 vastgestelde solidariteitsverplichtingen en deze toelichten in de noodplannen die moeten worden opgesteld overeenkomstig die verordening.

2.

Deze aanbeveling wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 2 februari 2018.

Voor de Commissie

Miguel ARIAS CAÑETE

Lid van de Commissie


(1)  PB L 280 van 28.10.2017, blz. 1.


BIJLAGE

I.   INLEIDING

Met Verordening (EU) 2017/1938 (hierna „de verordening” genoemd) wordt het concept van solidariteit in de praktijk omgezet en wordt een solidariteitsmechanisme tussen de lidstaten ingesteld dat in werking treedt wanneer wordt voldaan aan de in de relevante bepalingen vastgestelde voorwaarden. Het solidariteitsmechanisme is een laatste redmiddel; het zorgt er namelijk voor dat gas ononderbroken kan stromen naar de meest kwetsbare verbruikers in een geest van solidariteit. Hierbij gaat het om huishoudelijke afnemers en bepaalde essentiële diensten die worden aangemerkt als „door solidariteit beschermde afnemers” in de zin van artikel 2, lid 6, van de verordening.

1.   Het solidariteitsmechanisme

Indien een lidstaat om solidariteit verzoekt, zijn de andere rechtstreeks verbonden lidstaten er in het kader van het solidariteitsmechanisme toe gehouden de levering aan door solidariteit beschermde afnemers in de verzoekende lidstaat voorrang te geven boven binnenlandse afnemers die niet door solidariteit beschermd zijn. Dit hoeft alleen indien de markt niet in staat is de benodigde gasvolumes te leveren (1). De hulp die een lidstaat kan bieden, is onderworpen aan de volgende beperkingen:

de beschikbare interconnectiecapaciteit;

de hoeveelheid gas die nodig is om te leveren aan de binnenlandse, door solidariteit beschermde afnemers indien de gaslevering aan hen wordt bedreigd;

de veiligheid van het binnenlandse gasnetwerk, en

voor bepaalde landen, de levering aan cruciale gasgestookte energiecentrales om de zekerheid van de elektriciteitsvoorziening veilig te stellen.

Als een laatste redmiddel kan het solidariteitsmechanisme alleen in werking worden gesteld door een verzoekende lidstaat indien de markt in de verzoekende lidstaat en in alle potentiële verstrekkende lidstaten niet in staat is de benodigde gasvolumes aan te bieden, met inbegrip van de volumes die op vrijwillige basis worden aangeboden door niet-beschermde afnemers, om te voldoen aan de vraag van de door solidariteit beschermde afnemers. Daarnaast moeten alle maatregelen in het noodplan van de verzoekende lidstaat zijn uitgeput, met inbegrip van de gedwongen beperkingen tot op het niveau van de door solidariteit beschermde afnemers. Ondanks deze strikte voorwaarden om het solidariteitsmechanisme in werking te stellen, biedt het de zekerheid en veiligheid van een ononderbroken gaslevering aan huishoudens en essentiële sociale diensten.

In dergelijke omstandigheden is het waarschijnlijk dat er ook al niet-marktgebaseerde maatregelen of beperkingen van kracht zijn dan wel ophanden zijn in de potentiële verstrekkende lidstaten. Anders zouden er nog bepaalde gasvolumes worden aangeboden en kon er nog gas stromen naar waar dat nodig is op basis van prijssignalen (gesteld dat deze er zijn), en zou het niet nodig zijn om het solidariteitsmechanisme in werking te stellen. Het solidariteitsmechanisme zorgt er in wezen voor dat het resterende gas tijdelijk wordt herverdeeld van niet door solidariteit beschermde afnemers in de ene lidstaat naar door solidariteit beschermde afnemers in de andere, binnen dezelfde geïntegreerde Europese gasmarkt. Er kan alleen solidariteit worden verstrekt indien het gasnetwerk nog in staat is om gas te herverdelen en te vervoeren op een veilige manier (2).

De verschillende elementen van een bilaterale regeling met betrekking tot de juridische, technische en financiële aspecten van solidariteit zijn reeds deels vastgesteld in artikel 13 van de verordening. Daarnaast moeten de lidstaten in hun bilaterale regelingen overeenstemming bereiken over alle nodige elementen en details om zekerheid en veiligheid te bieden aan alle actoren die betrokken zijn bij de toepassing van het solidariteitsmechanisme. Deze regelingen moeten nader worden toegelicht in de respectieve noodplannen, waarin met name het compensatiemechanisme of ten minste een samenvatting ervan moet zijn opgenomen.

De compensatie zoals omschreven in artikel 13 van de verordening is breed opgevat. Deze heeft onder meer betrekking op betalingen voor gas en bijkomende kosten (bijvoorbeeld vervoerskosten) voor leveringen aan door solidariteit beschermde afnemers in de om solidariteit verzoekende lidstaat, en op betalingen aan afnemers in de solidariteit verstrekkende lidstaat ter compensatie van de beperkingen die aan hen zijn opgelegd. Voor de toepassing van deze richtsnoeren wordt compensatie in deze ruimere zin „compensatie voor solidariteit” genoemd. Compensatie voor schade die wordt geleden als gevolg van de opgelegde beperkingen, wordt „compensatie voor de opgelegde beperkingen” genoemd.

Er moet worden voldaan aan verschillende voorwaarden om de goede werking van het solidariteitsmechanisme te waarborgen.

Ten eerste moet zo lang mogelijk gebruik worden gemaakt van marktgebaseerde maatregelen. De lidstaten moeten alles in het werk stellen om een mechanisme in te stellen of een platform op te richten dat vrijwillige vraagrespons mogelijk maakt. Dit is in het belang van zowel de potentiële verstrekkende als de verzoekende lidstaten, aangezien niet-marktgebaseerde maatregelen — zoals gedwongen brandstofomschakeling of beperkingen voor afnemers — in een eerder stadium moeten worden getroffen. Dit is ook in overeenstemming met het algemene beginsel van de verordening dat het zo veel mogelijk aan de markt moet worden overgelaten om moeilijkheden met betrekking tot de gaslevering op te lossen.

Ten tweede moeten de groothandelsprijzen ongehinderd kunnen evolueren, zelfs tijdens een noodsituatie. Door de prijzen te blokkeren of te plafonneren zou de behoefte aan extra gas niet tot uiting komen in de prijssignalen en zou gas niet stromen naar waar het nodig is.

Ten derde moet de grensoverschrijdende toegang tot infrastructuur te allen tijde worden gehandhaafd op technisch vlak en uit het oogpunt van de veiligheid overeenkomstig Verordening (EG) nr. 715/2009 van het Europees Parlement en de Raad (3), zelfs in een noodsituatie. Afhankelijk van de technische beperkingen in elke lidstaat moeten de regelingen ervoor zorgen dat marktdeelnemers volledige grensoverschrijdende toegang hebben tot interconnectoren, LNG-terminals, ondergrondse gasopslaginstallaties, hubs en aanbiedingen aan de vraagzijde, in voorkomend geval. Hierdoor zullen de lidstaten met voorzieningsmoeilijkheden langer zonder solidariteit kunnen.

Ten vierde worden de lidstaten aangemoedigd om samen te werken in elk stadium van een noodsituatie. Dankzij een doeltreffende samenwerking in de vroege stadia kan de inwerkingstelling van het solidariteitsmechanisme worden uitgesteld. Daarnaast wordt hiermee vermeden dat er potentieel uiteenlopende gasprijzen ontstaan (bijvoorbeeld ten gevolge van de waarde van de verloren belasting voor groepen afnemers waaraan beperkingen zijn opgelegd) op de onderling verbonden markten waardoor (het verstrekken van) solidariteit wordt ontmoedigd.

2.   Rechtsgrondslag

In artikel 13, lid 12, van de verordening is bepaald dat de Commissie uiterlijk op 1 december 2017 juridisch niet-bindende richtsnoeren voor de essentiële elementen van de technische, juridische en financiële regelingen moet opstellen, na raadpleging van de Groep coördinatie gas. Deze richtsnoeren moeten met name betrekking hebben op de praktische toepassing van de in artikel 13, leden 8 en 10, van de verordening beschreven elementen.

3.   Toepassingsgebied van de richtsnoeren

In artikel 13 van de verordening zijn verschillende elementen en aspecten van het solidariteitsmechanisme vastgesteld die moeten worden overeengekomen en opgenomen in de bilaterale regelingen. Om nuttige richtsnoeren te bieden over deze en eventuele bijkomende elementen die mogelijk worden opgenomen in dergelijke regelingen, moet eerst een duidelijker beeld worden geschetst van de situatie waarin het solidariteitsmechanisme mogelijk in werking treedt, en van de inspanningen en basisprincipes waarmee een dergelijke situatie van meet af aan kan worden voorkomen. De onderhavige niet-bindende richtsnoeren voorzien niet en kunnen niet voorzien in een limitatieve en prescriptieve lijst die van toepassing is op alle lidstaten, aangezien deze de vrijheid moeten hebben om zelf de voor hen meest geschikte oplossingen te kiezen in het licht van hun capaciteiten, bestaande kaders, situatie en prioriteiten. In plaats daarvan bevatten de richtsnoeren aanbevelingen over het gebruik van een reeks noodzakelijke en facultatieve elementen, een beschrijving van de mogelijke manieren om bepaalde solidariteitsmaatregelen uit te voeren, en voorbeelden en beste praktijken.

De voorgestelde aanpak houdt in dat de lidstaten zo veel mogelijk gebruikmaken van de bestaande nationale kaders en procedures, of deze indien nodig aanpassen met het oog op solidariteit. Hierbij kan het bijvoorbeeld gaan over het gebruik van bestaande platformen voor maatregelen aan de vraagzijde of bestaande mechanismen voor de compensatie van afnemers.

II.   JURIDISCHE, TECHNISCHE EN FINANCIËLE REGELINGEN

1.   Juridische regelingen

De juridische regelingen hebben tot doel rechtszekerheid te bieden aan alle actoren die betrokken zijn bij het leveren of ontvangen van gas in situaties waarin het solidariteitsmechanisme wordt toegepast. De lidstaten die betrokken zijn bij de toepassing van het solidariteitsmechanisme, wordt aangeraden om duidelijke, transparante en doeltreffende juridische regelingen vast te stellen zodat de belanghebbenden weten welke regels en procedures van toepassing zijn op grensoverschrijdende solidariteit.

In artikel 13, lid 10, van de verordening is bepaald dat er regelingen moeten worden getroffen tussen de lidstaten die met elkaar verbonden zijn. Momenteel zijn er lidstaten die niet fysiek zijn verbonden met een andere lidstaat (4), is er een groep van lidstaten die onderling met elkaar zijn verbonden maar niet met andere lidstaten (5), en zijn er verschillende lidstaten die een gemeenschappelijke grens of een exclusieve economische zone hebben, maar niet rechtstreeks met elkaar zijn verbonden (6). De infrastructuurprojecten voor interconnecties die momenteel worden uitgevoerd, kunnen hierin verandering brengen. Indien de interconnecties operationeel worden na 1 december 2018, moeten de juridische, financiële en technische regelingen uit hoofde van artikel 13, lid 10, van de verordening zo spoedig mogelijk worden getroffen door de lidstaten in kwestie.

1.1.   Betrokken lidstaten en identificatie van een derde land (artikel 13, lid 2)

De lidstaten die betrokken zijn bij het solidariteitsmechanisme zijn:

de lidstaat die om solidariteit heeft verzocht, en

alle lidstaten die rechtstreeks zijn verbonden met de verzoekende lidstaat.

Alle rechtstreeks verbonden lidstaten moeten vooraf bilaterale regelingen treffen over de toepassing van het solidariteitsmechanisme, tenzij de verordening voorziet in een vrijstelling van deze verplichting. Indien meer dan één lidstaat solidariteit kan verstrekken, moet de verzoekende lidstaat al deze lidstaten raadplegen en deze verzoeken om aanbiedingen in te dienen voor de gasvolumes die moeten worden geleverd aan de door solidariteit beschermde afnemers. Met een dergelijke aanbieding wordt de overeenkomst over de gasprijs die is opgenomen in de voorafgaande bilaterale regeling, in de praktijk omgezet. In deze overeenkomst kan een marktprijs of een overeengekomen methode voor de berekening van de gasprijs worden opgenomen. Zodra de om solidariteit verzoekende lidstaat een of meer aanbiedingen heeft geselecteerd, geeft deze aan welke lidsta(a)t(en) daadwerkelijk betrokken is (zijn) bij de verstrekking van solidariteit.

De verplichting van de andere lidstaten die solidariteit zouden kunnen verstrekken, maar waarvan de aanbiedingen niet zijn geselecteerd, wordt tijdelijk opgeschort. De lidstaat die om aanbiedingen heeft verzocht, kan zich te allen tijde tot deze lidstaten wenden om solidariteit te verzoeken indien de crisissituatie verder verslechtert. Het verzoek moet echter opnieuw worden ingediend, omdat de omstandigheden na verloop van tijd waarschijnlijk zullen veranderen (zo kan de gasprijs veranderen of het volume van het potentieel beschikbare gas dalen). De lidstaat die een dergelijk verzoek ontvangt, wordt aangeraden om zijn aanbieding te actualiseren, rekening houdend met de eventuele ontwikkelingen van de situatie (gasvolumes in ondergrondse opslag, stromen, temperatuur, verbruik enz.). Daarom moeten de lidstaten waarvan de verplichting tijdelijk is opgeschort, op de hoogte worden gehouden van de situatie in de verzoekende lidstaat. De Commissie zal de situatie in de solidariteit ontvangende lidstaat op de voet volgen.

In specifieke situaties worden de lidstaten die met elkaar zijn verbonden via een derde land, ook als rechtstreeks verbonden beschouwd. In dit geval zijn het recht om solidariteit te verzoeken en de verplichting om solidariteit te verstrekken afhankelijk van de bestaande overeenkomsten tussen de lidstaten en de overeenkomst met het betrokken derde land. In de overeenkomst tussen de lidstaten moet worden bepaald dat het derde land zich ertoe verbindt de over zijn grondgebied vervoerde gasvolumes door te voeren wanneer solidariteit wordt verstrekt. Zonder deze verbintenis is solidariteit niet altijd gewaarborgd.

1.2.   Verzoek om solidariteit

Crisissituaties vergen een snelle reactie. Daarom moet het verzoek om solidariteit beknopt en gestandaardiseerd zijn en alleen de minimale noodzakelijke informatie bevatten. Idealiter komen de lidstaten die een bilaterale regeling treffen een model overeen en voegen zij dit als een bijlage bij de overeenkomst. Om een verzoek om solidariteit doeltreffend te beantwoorden, lijkt ten minste de volgende informatie vereist:

de naam van de verzoekende lidstaat, met inbegrip van de bevoegde entiteit en de contactperso(o)n(en);

de naam van de transmissiesysteembeheerder (TSB) of de beheerder van het marktgebied (in voorkomend geval) en de bevoegde contactperso(o)n(en);

het gasvolume waar om is verzocht (uitgedrukt in een gezamenlijk overeengekomen meeteenheid);

informatie over de gasdruk;

het (de) leveringspunt(en) waaraan de om solidariteit verzoekende lidstaat de voorkeur geeft;

een verzoek om (een) aanbieding(en), met inbegrip van de prijs (zie punt 3.1.), het volume, de leveringspunten en het tijdstip van de levering;

een verzoek om het tijdstip van de eerste mogelijke levering en de verwachte duur van de levering van de voorraden aan te geven (met vermelding van de verwachte tijdsperiode waarin de aangezochte lidstaat solidariteit zal verstrekken), en

een verwijzing naar de verbintenis van de verzoekende lidstaat om compensatie te betalen voor de solidariteit.

De hoeveelheden en voorwaarden die in het kader van het solidariteitsmechanisme worden aangeboden, zouden gemakkelijker kunnen worden vergeleken en begrepen aan de hand van een model voor de antwoorden van de aangezochte lidstaten. Het model zou vooraf kunnen worden ingevuld met de informatie die beschikbaar is wanneer de lidstaten een bilaterale regeling sluiten en bij de respectieve noodplannen kunnen worden gevoegd.

1.3.   Begin en einde van de toepassing van het solidariteitsmechanisme

Het verzoek om solidariteit is met onmiddellijke ingang geldig en schept de verplichting om solidariteit te verstrekken. De controles die de Commissie overeenkomstig artikel 11, lid 8, van de verordening uitvoert om na te gaan of de afkondiging van een noodsituatie door de om solidariteit verzoekende lidstaat gerechtvaardigd is en of de genomen maatregelen zo nauw mogelijk aansluiten bij de in het noodplan vermelde acties, hebben hierop geen invloed. De Commissie heeft vijf dagen de tijd om deze controleprocedure uit te voeren. Het is onwaarschijnlijk dat een lidstaat minder dan vijf dagen na de afkondiging van een noodsituatie om solidariteit zal verzoeken, aangezien het doorgaans enige tijd in beslag neemt voordat de problemen in verband met de gaslevering zo ernstig worden dat een dergelijk verzoek gerechtvaardigd is. Indien dit toch het geval is, zal de Commissie nog niet klaar zijn met de controle of de afkondiging van een noodsituatie gerechtvaardigd is. Een dergelijke lopende controle mag echter geen afbreuk doen aan de geldigheid van het verzoek om solidariteit.

Het risico dat er misbruik wordt gemaakt van het solidariteitsmechanisme aan de hand van een ongerechtvaardigd verzoek om solidariteit, is zeer klein, gezien de verstrekkende gevolgen en de strikte voorwaarden waaraan moet worden voldaan voordat het solidariteitsmechanisme in werking treedt, namelijk:

alle in het noodplan vastgestelde noodmaatregelen zijn uitgevoerd, en

er zijn beperkingen opgelegd aan de niet door solidariteit beschermde afnemers in de om solidariteit verzoekende lidstaat.

Indien op basis van de controles van de Commissie wordt geconcludeerd dat een verzoek om solidariteit ongerechtvaardigd was, wordt de lidstaat die het ongerechtvaardigde verzoek heeft ingediend en hulp heeft gekregen van rechtstreeks verbonden naburige lidstaten, ertoe gehouden het ontvangen gas en de bijkomende kosten voor de lidstaten die hulp hebben geboden, te betalen.

De verplichting om solidariteit te verstrekken, is niet langer van toepassing indien:

de Commissie op basis van een controleprocedure concludeert dat de afkondiging van een noodsituatie niet meer gerechtvaardigd is;

de lidstaat die om solidariteit heeft verzocht, de solidariteit verstrekkende lidstaten meedeelt opnieuw in staat te zijn gas te leveren aan de binnenlandse door solidariteit beschermde afnemers, en

de solidariteit verstrekkende lidstaat niet meer in staat is te leveren aan de binnenlandse door solidariteit beschermde afnemers.

Het is ook mogelijk dat een lidstaat die te kampen heeft met een acute gascrisis en aanvankelijk om solidariteit heeft verzocht, toch besluit afstand te doen van zijn recht om dergelijke solidariteit te verzoeken, bijvoorbeeld omdat het te duur is.

1.4.   Taken en verantwoordelijkheden

De eindverantwoordelijkheid voor het beheer van het solidariteitsmechanisme ligt bij de lidstaten. Dit heeft met name betrekking op het besluit om solidariteit te verzoeken en het algemene toezicht op de manier waarop de entiteiten die belast zijn met specifieke taken, het mechanisme toepassen. De verordening houdt geen verplichting in om nieuwe specifieke entiteiten op te richten. De lidstaten wordt aangeraden om bij voorkeur bevoegdheden toe te wijzen aan bestaande entiteiten, of aan nieuwe entiteiten in bijzondere omstandigheden, rekening houdend met hun organisatiestructuur en ervaring met crisisbeheer en noodrespons. De lidstaten kunnen, waar mogelijk, gebruikmaken van bestaande mechanismen om de kosten te verlagen en met name om vaste kosten te vermijden. In dit verband moet de efficiënte en doeltreffende verstrekking van solidariteit het leidende beginsel zijn.

De bevoegde autoriteiten uit hoofde van de verordening zijn belast met de uitvoering van het kader, waarbij de taken en bevoegdheden duidelijk worden toegewezen aan de respectieve actoren, zoals de TSB's, de nationale regulerende instantie en de gasbedrijven. De bevoegde autoriteiten zijn ook het meest geschikt om de bilaterale regelingen op te stellen in samenwerking met de bevoegde autoriteiten in de rechtstreeks verbonden lidstaten. Deze kunnen later de rechtsgrondslag voor de solidariteit vormen, met inbegrip van de betaling van compensatie en financiële schikkingen nadat de solidariteit is verstrekt. De lidstaten of de bevoegde autoriteiten zijn ook het meest geschikt om de verzoeken om solidariteit, de aanbiedingen voor gasvolumes en de kennisgevingen over de stopzetting van de toepassing van het solidariteitsmechanisme te versturen en te ontvangen. De financiële aansprakelijkheid voor de compensatie moet uiteindelijk ook bij de lidstaat liggen.

Onder voorbehoud van de technische en juridische beperkingen in elke lidstaat zijn de nationale regulerende instanties het meest geschikt om de leiding te nemen over, of ten minste deel te nemen aan, het proces voor het berekenen van de compensatiekosten aan de hand van een methode die zij vooraf hebben ontwikkeld en hebben opgenomen in het noodplan. Het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators kan worden betrokken bij dit proces. Bij voorkeur zijn de TSB's belast met de kostenefficiënte levering van de benodigde gasvolumes.

De TSB's (of een balancerende entiteit) zijn het meest geschikt om de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor de coördinatie van alle technische aspecten en de uitvoering van alle nodige operationele maatregelen wanneer het solidariteitsmechanisme wordt toegepast. De respectieve entiteit in de solidariteit verstrekkende lidstaat kan ook worden belast met het ontvangen van betalingsvorderingen voor gas en de bijkomende kosten, en met de controle en doorzending ervan naar de bevoegde entiteit in de solidariteit ontvangende lidstaat. In dit kader zou een éénloketsysteem nuttig zijn. De lidstaten wordt aangeraden om de entiteit die belast is met de verzameling en doorzending van compensatievorderingen voor de opgelegde beperkingen, in onderling overleg aan te duiden.

Door te voorzien in de aanstelling van een bemiddelaar in de bilaterale regelingen kunnen beide partijen ervan worden verzekerd dat de compensatiekosten zullen worden betaald en berekend. De bemiddelaar zou eventuele meningsverschillen over het bedrag van de verschuldigde compensatie helpen beslechten.

1.5.   Rechtsvorm van de bilaterale regelingen

Er zijn geen specifieke voorschriften voor de rechtsvorm van de bilaterale regelingen. Het staat de lidstaten vrij elke rechtsvorm te kiezen die onderlinge rechten en plichten schept indien het solidariteitsmechanisme wordt toegepast. Artikel 13 van de verordening voorziet in het recht te verzoeken om solidariteit en in de verplichting om solidariteit te verstrekken. In de bilaterale regelingen wordt omschreven hoe deze in het Unierecht vastgestelde rechten en plichten moeten worden uitgeoefend. De regelingen zijn operationeel en niet politiek van aard. Met het oog op de uitvoering kan het op het eerste gezicht volstaan voor de relevante autoriteiten om een bindende administratieve regeling te sluiten. Hierbij kan het gaan om bestaande bepalingen van bilaterale verdragen, contractuele regelingen tussen TSB's of specifieke licentievoorwaarden voor gasentiteiten, op voorwaarde dat er toezicht wordt gehouden door de relevante bevoegde autoriteiten in dit verband. Daarentegen zou een niet-bindend rechtsinstrument, zoals een memorandum van overeenstemming, niet volstaan, aangezien dit geen juridische verplichtingen schept voor de partijen. Regelingen in de vorm van een memorandum zouden bijgevolg niet voldoen aan de vereisten van artikel 13 om een juridisch bindend solidariteitsmechanisme in te stellen, wat als een ontoereikende uitvoering van artikel 13, lid 10, kan worden beschouwd.

2.   Technische regelingen

De technische regelingen strekken ertoe een beschrijving te geven van alle technische voorzieningen en voorwaarden die nodig zijn voor de praktische toepassing van het solidariteitsmechanisme. Hiertoe moet op voorhand verplicht informatie worden uitgewisseld over de technische capaciteit en beperkingen van de desbetreffende gasinfrastructuur en de theoretische maximale gasvolumes voor solidariteit, waarbij met zekerheid moet worden vastgesteld dat er geen onnodige technische beperkingen zijn die de solidariteit zouden belemmeren. In geval van technische of andere beperkingen worden de lidstaten aangemoedigd om wederzijds aanvaardbare oplossingen te vinden en overeen te komen. Deze zullen worden toegepast op de interconnectiepunten indien het solidariteitsmechanisme in werking treedt.

Afhankelijk van de technische beperkingen in elke lidstaat is het mogelijk dat de TSB's (of een balancerende entiteit) het meest geschikt zijn om de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor de coördinatie van alle technische aspecten en de uitvoering van alle nodige operationele maatregelen wanneer het solidariteitsmechanisme wordt toegepast, op basis van hun kennis van de gassystemen en de bestaande grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden (7). Deze bestaande samenwerkingsstructuren, overeenkomsten en ervaringen moeten in aanmerking worden genomen of zelfs de basis vormen voor situaties waarin het solidariteitsmechanisme wordt toegepast. In elk geval moet een duidelijk overkoepelend kader worden aangeduid (indien dit al bestaat) of worden opgezet, met inbegrip van de technische voorwaarden, met het oog op rechtszekerheid bij de nodige samenwerking.

De technische gegevens in de plannen kunnen, waar nodig, worden geactualiseerd.

2.1.   Technische oplossingen en coördinatie (artikel 13, lid 10, onder c))

Er kunnen technische oplossingen en regelingen worden uitgewerkt voor de verschillende onderdelen van de infrastructuur in een lidstaat. Dit zal een duidelijk beeld scheppen van de beschikbare bijstand en de betrokken technische beperkingen, en zal een betere raming van de kosten voor de uitvoering van elke maatregel mogelijk maken (in voorkomend geval). Aangezien potentiële crisissituaties erg verschillend kunnen zijn, is het belangrijk dat de TSB's (of een balancerende entiteit) over een brede waaier aan opties en instrumenten kunnen beschikken. Er kan een indicatieve en niet-limitatieve lijst van technische oplossingen worden opgenomen in de technische regelingen, zodat beide partijen weten welke stappen mogelijk worden ondernomen vóór en tijdens een noodsituatie voor de toepassing van het solidariteitsmechanisme. Hydraulische simulaties van de solidariteitsmaatregelen kunnen nuttig zijn voor de voorbereiding op dergelijke situaties.

Er is coördinatie nodig tussen de relevante TSB's of beheerders van het marktgebied, de distributiesysteembeheerders (DSB's), de nationale noodhulpcoördinatoren en de bevoegde autoriteiten en entiteiten die betrokken zijn bij de levering van gas aan de door solidariteit beschermde afnemers. Het gas dat beschikbaar geworden is als gevolg van een vermindering van de vraag in een lidstaat, kan hierdoor ter beschikking worden gesteld en worden geleverd aan een rechtstreeks verbonden lidstaat die om solidariteit verzoekt. De TSB's, DSB's, nationale noodhulpcoördinatoren en andere entiteiten die betrokken zijn bij de levering van gas aan de door solidariteit beschermde afnemers, moeten vroeg genoeg worden betrokken bij de besprekingen over de bepalingen inzake solidariteit en eventueel worden belast met de gezamenlijke uitvoering van de solidariteitsregelingen.

De TSB's moeten ook gerechtigd zijn ongebruikte transmissiecapaciteit te benutten, ongeacht of deze werd toegewezen of niet. In elk geval moet compensatie worden betaald voor de transmissiekosten volgens overeengekomen principes.

De toegang tot hubs en andere platformen moet zo lang mogelijk worden gehandhaafd, zelfs in een noodsituatie (artikel 13, lid 4, van de verordening), om te vermijden dat het solidariteitsmechanisme in werking moet worden gesteld. Bijgevolg moet worden gezorgd voor permanente toegang tot LNG-terminals en opslag- en interconnectiecapaciteit, met inbegrip van bidirectionele capaciteit, om efficiënte grensoverschrijdende stromen mogelijk te maken (artikel 13, lid 10, onder c)). Deze aspecten moeten expliciet worden behandeld in de regelingen.

2.2.   Gasvolumes of de methode voor het bepalen ervan (artikel 13, lid 10, onder d), van de verordening)

De lidstaten moeten de naburige lidstaten (d.w.z. de potentiële verstrekkers van solidariteit) in kennis stellen van de theoretische maximale gasvolumes waarom ze kunnen verzoeken en de bovengrens van de interconnectorcapaciteit, met het oog op transparantie en als uitgangpunt voor de besprekingen over de regelingen. Niettemin zullen de exacte volumes van het benodigde, gevraagde en beschikbare gas pas bekend worden wanneer het solidariteitsmechanisme in werking treedt. Voor de berekening van deze theoretische maximale gasvolumes moeten ten minste de volgende elementen in aanmerking worden genomen:

de betrokken door solidariteit beschermde afnemers;

de betrokken cruciale gasgestookte energiecentrales (in voorkomend geval) en de daarmee samenhangende gasvolumes, en

de binnenlandse gasproductie in de producerende lidstaten.

De scenario's voor de leveringsnorm die zijn aangepast aan de door solidariteit beschermde afnemers, kunnen een goed uitgangspunt vormen voor deze berekening.

Alle lidstaten moeten hun door solidariteit beschermde afnemers in de zin van artikel 2, lid 6, van de verordening en hun jaarlijks gasverbruik (gemiddeld en maximaal) in kaart brengen.

De cruciale gasgestookte energiecentrales en de daarmee samenhangende jaarlijkse gasvolumes (artikel 13, lid 1, tweede alinea, van de verordening) kunnen belangrijke gevolgen hebben voor de gasvolumes die beschikbaar zijn om te verstrekken in het kader van het solidariteitsmechanisme. In de solidariteit verstrekkende lidstaat vormen deze gasvolumes een beperking voor de hoeveelheid gas die mogelijk beschikbaar is om te verstrekken in het kader van het solidariteitsmechanisme. In sommige ontvangende lidstaten krijgen cruciale gasgestookte energiecentrales prioriteit boven door solidariteit beschermde afnemers, maar de gasvolumes die nodig zijn voor de exploitatie ervan, hebben geen impact op de mogelijk vereiste volumes.

In de regelingen moet een gedetailleerde lijst worden opgenomen van de gasgestookte energiecentrales die als cruciaal worden aangemerkt voor het elektriciteitssysteem (artikel 11, lid 7, van de verordening), waaraan zelfs tijdens de toepassing van het solidariteitsmechanisme aardgas moet worden geleverd. Deze lijst moet worden opgesteld op basis van verzoeken en beoordelingen van de TSB's voor gas en elektriciteit. De lijst van energiecentrales moet naar behoren worden gemotiveerd en aantonen dat de afschakeling van deze centrales op korte termijn een bedreiging vormt voor de veiligheid van het energiesysteem. Daarnaast kunnen de lidstaten overeenkomen hoe vaak de lijst moet worden gecontroleerd en geactualiseerd.

Afhankelijk van de specifieke crisissituatie worden alleen de gasvolumes die nodig zijn voor de energiecentrales die in de regelingen als cruciaal worden aangemerkt wanneer om solidariteit wordt verzocht, als noodzakelijk beschouwd. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om centrales in een bepaalde regio. In het kader van de communicatie tussen de relevante entiteiten (TSB, bevoegde autoriteit) in de lidstaten moet informatie over de situatie ad hoc worden uitgewisseld vóór en tijdens de toepassing van het solidariteitsmechanisme.

De gasproducerende lidstaten moeten hun jaarlijkse productie meedelen.

De bovengenoemde volumes kunnen worden bepaald aan het begin van elk gasjaar of met verschillende tussenpozen, op basis van de meest recente beschikbare gegevens, actualiseringen van de plannen of op ad-hocbasis.

2.3.   Operationele veiligheid van netwerken (artikel 13, lid 7, van de verordening)

De regelingen kunnen een beschrijving omvatten van de technische mogelijkheden en beperkingen van de afzonderlijke gasnetwerken die in stand moeten worden gehouden voor de veilige en betrouwbare werking van het gassysteem. Dit is belangrijke informatie voor zowel de verstrekkende als de ontvangende lidstaten. De beschrijving moet ten minste de volgende elementen omvatten:

de maximale interconnectie-exportcapaciteit en de omstandigheden waarin de TSB tot de maximale exportcapaciteit zal leveren. Tot deze omstandigheden behoren bijvoorbeeld de systeemdruk, de leidingbuffer, de beschikbaarheid van gas op bepaalde entrypunten en het niveau van gasopslag met een overeenkomstig niveau van onttrekkingscapaciteit. Idealiter worden deze gegevens verstrekt voor afzonderlijke interconnectiepunten;

de maximale binnenlandse productie en de beperkingen, in voorkomend geval. In geval van binnenlandse productie kan deze worden opgevoerd gedurende bepaalde perioden. De relevante opties en beperkingen kunnen worden beschreven;

in voorkomend geval, de capaciteit die beschikbaar is via een derde land en de technische elementen van de overeenkomst in dit verband (artikel 13, lid 2, van de verordening).

3.   Financiële regelingen

De financiële regelingen moeten ervoor zorgen dat een passende prijs wordt betaald voor het gas dat wordt geleverd in het kader van het solidariteitsmechanisme. Deze regelingen kunnen betrekking hebben op de berekening van de kosten, de compensatie voor solidariteit (met inbegrip van de compensatie voor de opgelegde beperkingen) en de betalingsprocedures die de relevante entiteiten moeten bepalen en vaststellen.

De mechanismen die voorzien in compensatie voor de opgelegde beperkingen, moeten prikkels bieden voor op marktlogica gebaseerde oplossingen, zoals veilingen en vraagrespons (artikel 13, lid 4, van de verordening). Hierbij kan het gaan om verwijzingen naar mechanismen die zijn gekoppeld aan nationale noodsituaties en die de solidariteit indirect vergemakkelijken door ervoor te zorgen dat de markt in de solidariteit verstrekkende lidstaat zo lang mogelijk functioneert. De financiële regelingen mogen geen perverse prikkels creëren, zoals gas achterhouden of speculeren op een hogere prijs in een later stadium van de noodsituatie, die zelf kunnen leiden tot de inwerkingtreding van het solidariteitsmechanisme. De compensatie voor solidariteit is bedoeld om de werkelijk gemaakte kosten te dekken en mag geen bron van inkomsten worden voor de verstrekkende entiteit. De solidariteit ontvangende lidstaat betaalt de verstrekkende lidstaat meteen een billijke prijs voor het ontvangen gas. Vervolgens bepaalt de verstrekkende lidstaat op welke manier deze middelen worden beheerd en hoe deze overeenstemmen met de bestaande regelingen inzake balanceringsneutraliteit.

De compensatie voor afnemers waaraan beperkingen worden opgelegd in een noodsituatie — ongeacht of deze voortvloeit uit de verplichting om grensoverschrijdende solidariteit te verstrekken dan wel uit een nationale noodsituatie — moet gelijk zijn aan het in het nationale recht vastgestelde bedrag.

Gezien het bovenstaande kunnen de lidstaten het bestaande nationale mechanisme (voor compensatie in verband met beperkingen) behouden voor zuiver nationale noodsituaties (d.w.z. indien niet om solidariteit is verzocht). Hierdoor staat het de lidstaten vrij te beslissen of zij compensatie willen betalen aan de ondernemingen waaraan beperkingen zijn opgelegd, of niet. Indien een nationale noodsituatie zodanig evolueert dat om grensoverschrijdende solidariteit wordt verzocht, kan worden gekozen voor de optie om de compensatie voor solidariteit die de verzoekende lidstaat betaalt aan de hulp biedende lidstaat, te verdelen over alle groepen afnemers waaraan beperkingen zijn opgelegd, ongeacht of deze beperkingen vóór dan wel na de inwerkingtreding van het solidariteitsmechanisme zijn opgelegd. Bij deze optie wordt een regeling gevolgd die is ontwikkeld in de solidariteit verstrekkende lidstaat, maar bij voorkeur is gebaseerd op een benadering van het type „waarde van de verloren belasting”. De lidstaten kunnen er ook voor kiezen om de voor de solidariteit ontvangen compensatie in een centraal beheerd „solidariteitsfonds” te storten. Op deze manier blijven de bestaande nationale mechanismen die voorzien in compensatie voor beperkingen, een bevoegdheid van de lidstaten, en tegelijkertijd zullen de verschillende benaderingen in de lidstaten er niet toe leiden dat groepen afnemers waaraan beperkingen zijn opgelegd in een land, verschillend worden behandeld wanneer grensoverschrijdende solidariteit wordt verstrekt en de compensatie voor solidariteit verplicht is.

De belangrijkste elementen van de compensatie voor solidariteit zijn de gasprijs en de bijkomende kosten die de hulp biedende lidstaat maakt om ervoor te zorgen dat het gas over de grens wordt vervoerd, op basis van de werkelijk gemaakte kosten die kunnen worden uitbetaald overeenkomstig het nationale rechtskader in de hulp biedende lidstaat.

In de regelingen kunnen verschillende benaderingen worden gevolgd en overeengekomen om de gasprijs te bepalen, afhankelijk van het ontwikkelingsniveau van de markt in de lidstaat, de beschikbare maatregelen of het stadium van de noodsituatie. Het is echter van belang dat de regelingen duidelijkheid bieden over de overeengekomen benadering en de omstandigheden waarin ze van toepassing zijn, en dat melding wordt gemaakt van alle bekende parameters die gebruikt zullen worden (bijvoorbeeld de premie, indien wordt gekozen voor de meest recente bekende verkoop vermeerderd met een premie).

3.1.   Gasprijs

In de financiële regelingen moet worden verwezen naar de prijs van het geleverde gas en/of de methode voor het bepalen ervan, rekening houdend met het effect op de werking van de markt (artikel 13, lid 10, onder b)). Deze laatstgenoemde voorwaarde heeft tot doel een prijs of methode te waarborgen die de markt niet verstoort en die geen perverse prikkels creëert. De gasprijs die de basis vormt voor de compensatie voor solidariteit, wordt bepaald (door de markt of op andere manieren) in de solidariteit verstrekkende lidstaat.

a)   Marktprijs

Als leidend principe mag de gasprijs niet lager liggen dan de marktprijs, aangezien dat tot perverse prikkels zou leiden. Indien de prijs niet wordt geblokkeerd en de vraag naar en het aanbod van gas dynamisch kan volgen, kan deze zelfs tijdens een noodsituatie een signaal geven. In ontwikkelde markten zouden de maximumstromen via interconnectoren het prijssignaal volgen naar lidstaten in een noodsituatie. In dergelijke omstandigheden wordt ervan uitgegaan dat het solidariteitsmechanisme niet in werking is gesteld.

In minder ontwikkelde markten, waar de prijzen mogelijk niet dynamisch evolueren tijdens een noodsituatie, kan het nodig zijn om de gasprijs vast te stellen aan de hand van andere maatregelen, maar deze kunnen nog altijd marktgebaseerd zijn. De maximale referentieprijs voor gas dat wordt verstrekt in het kader van het solidariteitsmechanisme, kan overeenkomen met de prijs van de laatste transactie/verkoop in de EU op een beursplatform of een virtueel handelspunt, na een regelgevingscontrole om na te gaan hoe robuust de prijs is. De lidstaten kunnen tevens overeenkomen de gasprijs aan een specifieke hub te koppelen.

In de lidstaten die over strategische opslag beschikken, beslist de lidstaat of de bevoegde autoriteit op welk moment tijdens de noodsituatie het is toegestaan om gas uit de strategische opslag vrij te geven. De prijs die de ontvangende lidstaat moet betalen, is gelijk aan de „marktprijs” op het moment van de vrijgave van de voorraad (of net daarvoor) (8).

b)   Administratieve prijsstelling/beperkingen

Indien er geen marktprijs is, kunnen andere benaderingen nodig zijn om de gasprijs vast te stellen, zoals de meest recente bekende marktprijs of de gemiddelde marktprijs op het dichtstbijzijnde toegankelijke beursplatform, virtueel handelspunt of een overeengekomen hub. Het gemiddelde kan een redelijk tijdsbestek vóór de levering (bijvoorbeeld vijf tot zeven dagen) en een periode van dezelfde duur na de levering bestrijken, met of zonder een premie. Daarnaast kan de prijs van de meest recente bekende gasverkoop of maatregel met of zonder premie ook als aanwijzing dienen. Er kan een premie worden overwogen om de — eventuele — kloof te overbruggen tussen de meest recente bekende prijs en de waarde van de verloren belasting van de afnemers waaraan beperkingen zijn opgelegd (9). De prijs kan ook worden afgeleid van een alternatieve brandstof waarnaar de solidariteit verstrekkende lidstaat moet overschakelen om de nodige aardgasvolumes vrij te maken.

De berekening van de waarde van de verloren belasting kan worden gebruikt om de prijs van de beperkte gasvolumes te bepalen, aangezien we ervan kunnen uitgaan dat de industriële afnemers hun eigen waarde kennen. De waarde geeft de voordelen weer die de specifieke groep van afnemers is misgelopen als gevolg van de opgelegde beperkingen. Bij deze benadering moet de waarde bekend zijn of vooraf worden meegedeeld aan de bevoegde autoriteit of nationale regulerende instantie. Dit zal doorgaans ook tot uiting komen in het bevel om beperkingen op te leggen in de nationale noodplannen. Bovendien kunnen de aanbiedingen van verschillende lidstaten eenvoudig worden vergeleken aan de hand van deze benadering (zie artikel 13, lid 4, van de verordening).

Tot slot is het ook nuttig om een methode voor prijsstelling door de nationale regulerende instantie of de bevoegde autoriteit, of het gebruik van een vervangende waarde zoals de prijs van koopopties, in overweging te nemen.

c)   Bereidheid te betalen

Het is redelijk om te bepalen welk maximumbedrag elke lidstaat bereid is te betalen voor gas in een situatie waarin het solidariteitsmechanisme wordt toegepast. De maximumwaarde zal waarschijnlijk gelijk zijn aan de waarde van de verloren belasting van de door solidariteit beschermde afnemers in een lidstaat. Indien de gasprijs hoger ligt dan deze waarde, is het niet in het belang van de lidstaat om in het kader van het solidariteitsmechanisme gas te vragen. Deze informatie hoeft echter niet noodzakelijk deel uit te maken van de regelingen of te worden opgenomen in de plannen.

3.2.   Andere kostencategorieën

De financiële regelingen moeten betrekking hebben op alle andere kostencategorieën, met inbegrip van de relevante en redelijke kosten van de vooraf vastgestelde maatregelen (artikel 13, lid 8, onder b), van de verordening), die onder de regeling voor billijke en spoedige compensatie moeten vallen (artikel 13, lid 10, onder e)). De bijkomende kosten moeten tot een minimum worden beperkt en er moet nauwlettend op worden toegezien dat dubbeltelling wordt vermeden, aangezien veel elementen van de bijkomende kosten reeds verrekend kunnen zijn in de gasprijs. Er kan worden aangenomen dat de meeste bijkomende kosten reeds verrekend zijn in de gasprijs, met uitzondering van vervoerskosten.

a)   Vervoerskosten en daarmee samenhangende kosten

De compensatie moet betrekking hebben op de vervoerskosten en de daarmee samenhangende kosten, zoals de vervoerskosten voor LNG, vergoedingen voor hervergassing enz. De lidstaten kunnen overeenkomen dat de nodige capaciteiten in voorkomend geval worden gereserveerd voor de volumes die worden verstrekt in het kader van het solidariteitsmechanisme, zodat de kosten in verband met vervoer worden betaald volgens de standaardprocedures van de TSB's.

b)   Kosten van de vrijgave van strategische opslag of opslagverplichtingen

In geval van strategische opslag kunnen de kosten van de vrijgave van strategische opslag worden meegerekend voor het desbetreffende gasvolume, aangezien deze vooraf zijn vastgesteld — tenzij deze kosten reeds zijn verrekend in de gasprijs.

Indien er een marktprijs is op het moment dat de bijkomende volumes uit strategische opslag worden vrijgegeven, zijn de bijkomende kosten in verband met een dergelijke maatregel — met inbegrip van de kosten voor de voorafgaande vaststelling ervan — in principe reeds verrekend in de marktprijs. Anders zou de maatregel niet zijn uitgevoerd op dat moment, aangezien er nog goedkopere oplossingen voorhanden zijn.

De kosten van dergelijke niet-marktgebaseerde maatregelen met betrekking tot de leveringszekerheid worden doorgaans gecollectiviseerd en worden doorgerekend aan de eindgebruiker. Een overeengekomen evenredige bijdrage aan de kosten — in overeenstemming met de hoeveelheden die worden vrijgegeven in het kader van het solidariteitsmechanisme — kan worden toegevoegd aan de bijkomende kosten die moeten worden betaald door de ontvangende lidstaat.

De opslagverplichtingen vereisen echter alleen dat bepaalde gasvolumes in opslag worden aangehouden aan het begin van het winterseizoen. Nadien wordt het opgeslagen gas gebruikt om te reageren op de marktvraag en -prijzen. Bijgevolg mogen geen bijkomende kosten worden verbonden aan de vrijgave ervan boven op de gasprijs en de vervoerskosten. In elk geval moet rekening worden gehouden met de specifieke manieren waarop de lidstaten de strategische opslag en de opslagverplichtingen beheren.

c)   Kosten van de verlaging van een verhoogde leveringsnorm

De verlaging van een verhoogde leveringsnorm tot normale niveaus is een verplichting uit hoofde van de verordening wanneer een noodsituatie ontstaat in een naburige lidstaat en grensoverschrijdende gevolgen waarschijnlijk zijn. Er is geen verband tussen de verlaging van een verhoogde leveringsnorm en een verzoek om solidariteit; de kosten van dergelijke maatregelen kunnen namelijk niet worden gedekt door compensatie.

d)   Schade geleden door de ondernemingen waaraan beperkingen zijn opgelegd (compensatie voor de opgelegde beperkingen)

Andere kosten kunnen ook betrekking hebben op de kosten die voortvloeien uit de verplichting om compensatie te betalen aan de hulp biedende lidstaat, ook voor de schade die is geleden door de ondernemingen waaraan beperkingen zijn opgelegd. Dergelijke kosten kunnen worden opgenomen in de compensatiekosten indien het nationale rechtskader voorziet in de verplichting om een schadevergoeding te betalen aan de ondernemingen waaraan beperkingen zijn opgelegd, met inbegrip van compensatie voor de economische schade, boven op de gasprijs. De relevante berekeningsmethode moet worden opgenomen in de regelingen. Er kan worden overeengekomen dat het bedrag van de daadwerkelijk verschuldigde compensatie wordt verhaald op de entiteiten die gebruikmaken van het in het kader van het solidariteitsmechanisme geleverde gas in de solidariteit ontvangende lidstaat.

De kosten van de schade die is geleden door de ondernemingen waaraan beperkingen zijn opgelegd, kunnen echter alleen worden gedekt door compensatie indien ze niet zijn verrekend in de gasprijs die moet worden betaald door de om solidariteit verzoekende lidstaat. Deze lidstaat zou niet tweemaal compensatie moeten betalen voor dezelfde kosten.

e)   Kosten van de gerechtelijke procedures in de solidariteit verstrekkende lidstaat

Andere kosten kunnen ook betrekking hebben op de terugbetaling van de eventuele kosten die voortvloeien uit gerechtelijke procedures, arbitrageprocedures en schikkingen, naast de eventuele kosten in verband met dergelijke procedures waarbij de solidariteit verstrekkende lidstaat betrokken is, ten overstaan van entiteiten die bij het verstrekken van de solidariteit betrokken zijn (artikel 13, lid 8, onder c), van de verordening). Een dergelijke compensatie mag echter alleen worden betaald wanneer het bewijs voor de gemaakte kosten wordt geleverd.

In geval van een geschil tussen een solidariteit verstrekkende lidstaat en een entiteit over (ontoereikende) compensatie door de solidariteit ontvangende lidstaat, moeten er waarborgen worden ingebouwd om de laatstgenoemde lidstaat te beschermen tegen onderling afgestemd gedrag van de solidariteit verstrekkende lidstaat en de entiteit. Onder bepaalde omstandigheden kunnen de betrokken entiteit en de lidstaat waar deze is gevestigd, elkaar voor de rechter dagen voor een hogere gasprijs of meer compensatie voor de entiteit, en met elkaar samenspannen ten nadele van de om solidariteit verzoekende lidstaat, die niet eens betrokken is bij de gerechtelijke procedures. Dergelijke omstandigheden moeten worden vermeden.

De bovengenoemde situatie is niet hetzelfde als een situatie waarin een onderneming in de solidariteit verstrekkende lidstaat een gerechtelijke procedure inleidt tegen een entiteit in de solidariteit ontvangende lidstaat over de gasprijs of de compensatie voor de opgelegde beperkingen. In een dergelijk geval moet de onderneming of entiteit die de zaak verliest de betrokken kosten betalen.

3.3.   Indicatie van de berekening van de billijke compensatie (artikel 13, lid 10, onder f))

De volgende methoden kunnen in overweging worden genomen om de billijke compensatie te berekenen:

de eenvoudige som van alle in het bovenstaande punt beschreven elementen;

de tijdswaarde van geld: de betaling moet onverwijld worden verricht. De lidstaten kunnen evenwel een rentevoet overeenkomen die van toepassing is op de compensatie zodra een realistische termijn na de verstrekking van de solidariteit is verstreken, en zodra het exacte bedrag van de compensatie is berekend en overeengekomen, en

een overeenkomst tussen de lidstaten met verschillende munteenheden over de munteenheid waarin de compensatie moet worden berekend en betaald, met inbegrip van de toepasselijke wisselkoers.

3.4.   Berekening van de compensatie voor alle relevante en redelijke kosten en de verbintenis om de compensatie te betalen (artikel 13, lid 3)

Het exacte bedrag dat moet worden betaald aan de lidstaat die solidariteit heeft verstrekt en aan de entiteiten in die lidstaat, kan realistisch gezien waarschijnlijk pas enige tijd na de levering van het in het kader van het solidariteitsmechanisme gevraagde gas worden berekend. In hun bilaterale regeling kunnen de lidstaten de berekeningswijze voor de gasprijs en de bijkomende kosten en een realistische betalingstermijn overeenkomen.

De informatie over de daadwerkelijk geleverde gasvolumes en alle andere gegevens die relevant zijn voor de berekening van de compensatie, moeten worden verstuurd naar de bevoegde contactperso(o)n(en) in de lidstaten die betrokken zijn bij de toepassing van het solidariteitsmechanisme, zodat beide partijen een definitieve berekening van de compensatie kunnen uitvoeren. De informatie kan worden opgevraagd bij de TSB, de DSB, de beheerder van de opslaginstallatie, een leverancier of een beheerder van het marktgebied, afhankelijk van de toegepaste maatregel. De berekening van de compensatie kan worden gedelegeerd aan een andere, vooraf aangewezen entiteit.

3.5.   Betalingsregelingen (artikel 13, lid 8, laatste alinea, van de verordening)

Als leidend principe moeten de bestaande procedures voor binnenlandse betalingen en compensatie (of transacties die balancerend van aard zijn) in een lidstaat en de bestaande taken en verantwoordelijkheden in dit verband worden gehandhaafd en ook zo veel mogelijk worden toegepast op de compensatiebetalingen voor solidariteit tussen de lidstaten. De regelingen tussen de lidstaten moeten worden toegespitst op de manier waarop deze bestaande nationale kaders aan elkaar kunnen worden gekoppeld of waarop een verbindingspunt daartussen tot stand kan worden gebracht. Door de aard van solidariteit kan het nodig zijn de lidstaat of de bevoegde autoriteit aan te duiden als het verbindingspunt met de uiteindelijke financiële eindaansprakelijkheid.

3.6.   Taken en verantwoordelijkheden: wie betaalt wie, of wie regelt de betalingen

Wanneer vrijwillige maatregelen aan de vraagzijde nog mogelijk zijn in de hulp biedende lidstaat, moet de toegang tot het relevante platform en de relevante interconnectiecapaciteit worden gehandhaafd. Een koper over de grens moet de mogelijkheid hebben om betalingen voor gas te verrichten op dezelfde manier als een lokale koper: ofwel rechtstreeks aan het gasbedrijf ofwel, indien het gas wordt aangekocht door een balancerende entiteit via een balanceringsplatform, aan de hand van de betalingsprocedures die gelden voor dat platform (10).

Wanneer beperkingen worden opgelegd, kan gebruik worden gemaakt, met de nodige aanpassingen, van elk bestaand rechtskader, betalingsproces of elke autoriteit die belast is met het beheer van de betalingen in de solidariteit verstrekkende lidstaat voor compensatiebetalingen van een buurland.

De solidariteit komt uiteindelijk de huishoudelijke verbruiker ten goede. Het gas dat nodig is om aan hen te leveren, wordt gekanaliseerd door de leverancier, waarbij de grensoverschrijdende stromen worden beheerd door de TSB en uiteindelijk worden geleverd door de DSB's. Indien beperkingen worden opgelegd, moet de gasleverancier van de niet-beschermde afnemers waaraan beperkingen zijn opgelegd, worden verzekerd van de continuïteit van de betalingen, rekening houdend met de volumes die worden verstrekt in het kader van het solidariteitsmechanisme. Deze moeten worden verricht volgens de compensatieregeling in de lidstaat. De potentiële taken en verantwoordelijkheden kunnen worden verdeeld zoals beschreven in punt 1.4.

3.7.   Beschrijving en stappen van het betalingsproces

Afhankelijk van de bestaande kaders en de manier waarop het verbindingspunt tussen deze kaders is overeengekomen tussen de lidstaten, moeten de overeengekomen procedures worden opgenomen in de regelingen.

Als wordt uitgegaan van betrokkenheid van lidstaat tot lidstaat wat betreft de financiële aspecten — en met name het toezicht op, de controle van en de doorzending van vorderingen nadat het gas is geleverd in het kader van het solidariteitsmechanisme — berekent de bevoegde entiteit in de solidariteit verstrekkende lidstaat het bedrag van de compensatie op basis van het geleverde gasvolume, de overeengekomen kostenelementen en de overeengekomen berekeningsmethode, en dient hij zijn verzoek om betaling in bij de bevoegde entiteit in de verzoekende lidstaat. De lidstaat die gas heeft ontvangen in het kader van het solidariteitsmechanisme, bevestigt het daadwerkelijk geleverde volume, controleert de berekening en betaalt binnen de overeengekomen termijn indien die lidstaat geen bezwaren heeft. De financiële processen in de lidstaten — zoals de verdeling van compensatie of de vordering van compensatie voor solidariteit — zijn onderworpen aan de nationale regelgeving (d.w.z. ze kunnen rechtstreeks worden toegepast op de entiteit die een aanbieding indient/waaraan beperkingen worden opgelegd, of ze kunnen worden gecollectiviseerd).

De termijnen voor de berekening van de compensatie voor solidariteit, de controle en de betaling moeten worden opgenomen in de regelingen. Hetzelfde geldt voor de toepasselijke mogelijkheden op het gebied van recht en arbitrage in geval van een geschil dat voortvloeit uit de toepassing van het solidariteitsmechanisme.

III.   CONCLUSIE

Dankzij de verordening betreffende de gasleveringszekerheid is de politieke wil om solidariteit tot stand te brengen tussen de lidstaten voor de eerste keer in de geschiedenis van het energiebeleid van de EU een tastbare realiteit geworden. Bovendien zorgt de verordening ervoor dat solidariteit wordt verheven van een op nationaal niveau toegepast concept tot een EU-breed vangnet voor de meest kwetsbare verbruikers. De verordening voorziet in verreikende rechten en plichten waarmee de zekerheid en veiligheid van een ononderbroken gaslevering wordt geboden aan huishoudens en essentiële sociale diensten. De richtsnoeren in dit document bieden een brede waaier aan opties voor de toepassing van het solidariteitsmechanisme, en tegelijkertijd staat het de lidstaten nog steeds vrij de voor hen meest geschikte oplossingen te kiezen.


(1)  Zie artikel 2, lid 6, en artikel 13 van de verordening.

(2)  Daarom moeten de maatregelen in het noodplan ervoor zorgen dat het gastransmissiesysteem in de om solidariteit verzoekende lidstaat op technisch vlak in staat is om de instroom op te vangen (er is bijvoorbeeld een toereikende leidingbuffer) wanneer een solidariteitsmaatregel in werking wordt gesteld in een acute noodsituatie.

(3)  Verordening (EG) nr. 715/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1775/2005 (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 36).

(4)  Cyprus, Finland en Malta.

(5)  Estland, Letland en Litouwen.

(6)  Polen-Litouwen, Finland-Estland, Finland-Zweden, Malta-Italië, Cyprus-Griekenland en Hongarije-Slovenië. Polen-Tsjechië, Polen-Slowakije en Frankrijk-Italië.

(7)  De TSB's werken reeds samen op het gebied van de toegang tot flexibel gas in naburige lidstaten. Sommige van hen hebben operationele balanceringsovereenkomsten gesloten met naburige TSB's. Deze overeenkomsten voorzien in samenwerking die voldoet aan de behoefte aan residuele balancering, waarbij tegelijkertijd korte storingen in de voorziening worden beheerd en beter toezicht wordt gehouden op de inkomende/uitgaande stromen.

(8)  Zo bedraagt de prijs van de strategische opslag van Italië 63 EUR/MWh, en de strategische opslag van Hongarije is gekoppeld aan de prijs voor de TTF enkele dagen voor de vrijgave, vermeerderd met een premie.

(9)  In sommige gevallen dekt de premie de „verzekeringswaarde” van het vrijgemaakte gas. Volgens de sector ligt deze tussen 0,5 EUR en 1 EUR/MWh.

(10)  Bijvoorbeeld het balanceringsproduct op korte termijn van NetConnect Germany, waarmee het gas wordt betaald via een speciaal daarvoor bedoelde rekening die wordt beheerd door de beheerder van het marktgebied.


Top