EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32017D0190

Besluit (EU) 2017/190 van de Commissie van 1 februari 2017 waarbij aan Frankrijk toestemming wordt verleend om op grond van artikel 14, lid 6, van Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad af te wijken van bepaalde gemeenschappelijke regels voor de veiligheid van de luchtvaart inzake de installatie van onderdelen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2017) 458)

C/2017/0458

PB L 29 van 3.2.2017, p. 61–62 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2017/190/oj

3.2.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 29/61


BESLUIT (EU) 2017/190 VAN DE COMMISSIE

van 1 februari 2017

waarbij aan Frankrijk toestemming wordt verleend om op grond van artikel 14, lid 6, van Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad af te wijken van bepaalde gemeenschappelijke regels voor de veiligheid van de luchtvaart inzake de installatie van onderdelen

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2017) 458)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, houdende intrekking van Richtlijn 91/670/EEG, Verordening (EG) nr. 1592/2002 en Richtlijn 2004/36/EG (1), en met name artikel 14, lid 7,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Frankrijk heeft gemeld voornemens te zijn een afwijking toe te staan van de gemeenschappelijke regels inzake luchtvaartveiligheid tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 216/2008 die zijn vastgesteld in Verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie (2). Overeenkomstig artikel 14, lid 7, van Verordening (EG) nr. 216/2008 hebben de diensten van de Commissie, op basis van een aanbeveling van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (hierna „EASA” genoemd) van 24 september 2015 (3), onderzocht of de voorgestelde afwijking noodzakelijk is en welk beschermingsniveau ze biedt.

(2)

De voorgestelde afwijking die op 24 juli 2015 door Frankrijk is aangemeld, heeft betrekking op punt M.A.501 van bijlage I (Deel-M) van Verordening (EU) nr. 1321/2014, waarin bepaald is dat geen enkel onderdeel in een luchtvaartuig mag worden gemonteerd tenzij het op gepaste wijze is vrijgegeven voor gebruik via een EASA-formulier 1 of een gelijkwaardig document.

(3)

De voorgestelde afwijking heeft betrekking op de installatie van R755B2M-motoren in YMF5C-luchtvaartuigen die in Frankrijk zijn geregistreerd. Die luchtvaartuigen worden gebouwd door WACO Classic Aircraft Corporation, gevestigd in de Verenigde Staten van Amerika, dat houder is van het door de EASA goedgekeurd typecertificaat EASA.IM.A.055 en het FAA-productiecertificaat nr. 328CE waarbij de productie van het desbetreffende type luchtvaartuig wordt goedgekeurd. De R755B2M-motoren worden gebouwd door AIR REPAIR, eveneens gevestigd in de Verenigde Staten van Amerika, dat houder is van het door de EASA goedgekeurd typecertificaat EASA.E.092. AIR REPAIR levert motoren voor installatie aan WACO Classic Aircraft Corporation. AIR REPAIR heeft echter geen productiegoedkeuring of een FAA 145-goedkeuring (Repair Station) en mag dus geen motoren met een certificaat van vrijgave voor gebruik leveren aan andere klanten. Uit de informatie die het EASA heeft ontvangen, blijkt dat AIR REPAIR geen productiegoedkeuring of een EASA Deel 145-goedkeuring wenst te krijgen.

(4)

Aangezien de nieuwe motoren die door AIR REPAIR worden geproduceerd, niet aan klanten mogen worden geleverd met een EASA-formulier 1 of een gelijkwaardig document, hebben de Franse autoriteiten verklaard dat de afwijking van de eis van punt M.A.501 noodzakelijk is om te garanderen dat een eigenaar van een YMF5C-luchtvaartuig, die voornemens is een nieuwe motor P/N (Model) R755B2M, serienummer 17819, te kopen, die motor in Frankrijk in dat luchtvaartuig mag laten installeren.

(5)

De Franse autoriteiten hebben uitgelegd dat een gelijkwaardig beschermingsniveau kan worden bereikt met andere middelen, namelijk het vereiste dat de producent van het luchtvaartuig verklaart dat de te installeren motoren vergelijkbaar zijn met de motoren die hij op zijn productielijn zou installeren en het vereiste dat die motoren door gekwalificeerd personeel worden geïnstalleerd overeenkomstig het toepasselijke onderhoudshandboek van het luchtvaartuig, dat de nodige informatie bevat voor de verwijdering en installatie van die motoren.

(6)

Op basis van de aanbeveling die EASA op 24 september 2015 heeft uitgevaardigd, is de Commissie van oordeel dat die andere middelen een beschermingsniveau bieden dat gelijkwaardig is aan het niveau dat door de toepassing van punt M.A.501 van bijlage I (Deel-M) bij Verordening (EU) nr. 1321/2014 kan worden bereikt. Derhalve moet Frankrijk toestemming krijgen om de voorgestelde afwijking toe te kennen.

(7)

Overeenkomstig artikel 14, lid 7, van Verordening (EG) nr. 216/2008 moet een besluit van de Commissie waarbij een lidstaat toestemming krijgt om een afwijking te verlenen, ter kennis worden gebracht van alle lidstaten die ook het recht hebben om die afwijking toe te passen. Dit besluit moet dan ook aan alle lidstaten worden gericht. De afwijking en de daaraan verbonden voorwaarden moeten zodanig worden opgesteld dat die maatregel ook kan worden toegepast door andere lidstaten wanneer die zich in dezelfde situatie bevinden, zonder dat de Commissie een aanvullend besluit moet nemen. De lidstaten dienen, overeenkomstig artikel 15, lid 1, van Verordening (EG) nr. 216/2008, informatie uit te wisselen over de afwijkingen die zij toepassen, aangezien de toepassing van de afwijkingen gevolgen kan hebben buiten de lidstaten die ze hebben toegestaan.

(8)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Frankrijk mag afwijkingen toestaan van punt M.A.501 van bijlage I (Deel-M) bij Verordening (EU) nr. 1321/2014 aan eigenaars van door WACO Classic Aircraft Corporation geproduceerde YMF5C-luchtvaartuigen die voornemens zijn R755B2M-motoren te kopen en in hun luchtvaartuigen te laten installeren, op voorwaarde dat de fabrikant van het luchtvaartuig heeft verklaard dat die motoren vergelijkbaar zijn met de motoren die op de productielijn zouden worden geïnstalleerd, en op voorwaarde dat die motoren worden geïnstalleerd door gekwalificeerd personeel overeenkomstig het toepasselijke onderhoudshandboek van het luchtvaartuig dat de nodige informatie bevat voor de verwijdering en installatie van die motoren.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 1 februari 2017.

Voor de Commissie

Violeta BULC

Lid van de Commissie


(1)  PB L 79 van 19.3.2008, blz. 1.

(2)  Verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie van 26 november 2014 betreffende de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen en luchtvaartproducten, -onderdelen en -uitrustingsstukken, en betreffende de goedkeuring van bij voornoemde taken betrokken organisaties en personen (PB L 362 van 17.12.2014, blz. 1).

(3)  Zaak EASA 2015/87 — Aanbeveling nr. FR/18/2015 — Brief EASA 2015(D)54366


Top