EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014D0675

2014/675/EU: Besluit van de Raad van 25 september 2014 over het door de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt inzake een wijziging van bijlage II bij de EER-overeenkomst

PB L 283 van 27.9.2014, p. 47–55 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2014/675/oj

27.9.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 283/47


BESLUIT VAN DE RAAD

van 25 september 2014

over het door de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt inzake een wijziging van bijlage II bij de EER-overeenkomst

(2014/675/EU)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2, artikel 114, lid 1, en artikel 168, lid 4, onder b), in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad van 28 november 1994 houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (1), en met name artikel 1, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (2) (hierna „de EER-overeenkomst” genoemd) is op 1 januari 1994 in werking getreden.

(2)

Overeenkomstig artikel 98 van de EER-overeenkomst kan bijlage II bij de EER-overeenkomst bij besluit van het Gemengd Comité van de EER worden gewijzigd.

(3)

Bijlage II bij de EER-overeenkomst bevat specifieke bepalingen en regelingen betreffende technische voorschriften, normen, keuring en certificatie.

(4)

Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad (3) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(5)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (4) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(6)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 541/2011 van de Commissie (5) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(7)

Verordening (EU) nr. 544/2011 van de Commissie (6) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(8)

Verordening (EU) nr. 545/2011 van de Commissie (7) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(9)

Verordening (EU) nr. 546/2011 van de Commissie (8) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(10)

Verordening (EU) nr. 547/2011 van de Commissie (9) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(11)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 844/2012 van de Commissie (10) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(12)

Verordening (EU) nr. 283/2013 van de Commissie (11) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(13)

Verordening (EU) nr. 284/2013 van de Commissie (12) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(14)

De in de EER-overeenkomst opgenomen Richtlijnen 79/117/EEG (13) en 91/414/EEG (14) van de Raad worden bij Verordening (EG) nr. 1107/2009 ingetrokken en moeten derhalve uit de EER-overeenkomst worden geschrapt.

(15)

De in de EER-overeenkomst opgenomen Verordening (EU) nr. 544/2011 wordt bij Verordening (EU) nr. 283/2013 ingetrokken en moet derhalve uit de EER-overeenkomst worden geschrapt.

(16)

De in de EER-overeenkomst opgenomen Verordening (EU) nr. 545/2011 wordt bij Verordening (EU) nr. 284/2013 ingetrokken en moet derhalve uit de EER-overeenkomst worden geschrapt.

(17)

Bijlage II bij de EER-overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(18)

Het door de Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt moet derhalve worden gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het door de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt met betrekking tot de voorgestelde wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst wordt gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 25 september 2014.

Voor de Raad

De voorzitter

F. GUIDI


(1)  PB L 305 van 30.11.1994, blz. 6.

(2)  PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3.

(3)  Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie van 25 mei 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft (PB L 153 van 11.6.2011, blz. 1).

(5)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 541/2011 van de Commissie van 1 juni 2011 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft (PB L 153 van 11.6.2011, blz. 187).

(6)  Verordening (EU) nr. 544/2011 van de Commissie van 10 juni 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de gegevensvereisten voor gewasbeschermingsmiddelen betreft (PB L 155 van 11.6.2011, blz. 1).

(7)  Verordening (EU) nr. 545/2011 van de Commissie van 10 juni 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de gegevensvereisten voor gewasbeschermingsmiddelen betreft (PB L 155 van 11.6.2011, blz. 67).

(8)  Verordening (EU) nr. 546/2011 van de Commissie van 10 juni 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat uniforme beginselen voor de evaluatie en de toelating van gewasbeschermingsmiddelen betreft (PB L 155 van 11.6.2011, blz. 127).

(9)  Verordening (EU) nr. 547/2011 van de Commissie van 8 juni 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de etiketteringsvoorschriften voor gewasbeschermingsmiddelen (PB L 155 van 11.6.2011, blz. 176).

(10)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 844/2012 van de Commissie van 18 september 2012 tot vaststelling van de nodige bepalingen voor de uitvoering van de verlengingsprocedure voor werkzame stoffen, als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PB L 252 van 19.9.2012, blz. 26).

(11)  Verordening (EU) nr. 283/2013 van de Commissie van 1 maart 2013 tot vaststelling van de gegevensvereisten voor werkzame stoffen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PB L 93 van 3.4.2013, blz. 1).

(12)  Verordening (EU) nr. 284/2013 van de Commissie van 1 maart 2013 tot vaststelling van de gegevensvereisten voor gewasbeschermingsmiddelen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PB L 93 van 3.4.2013, blz. 85).

(13)  Richtlijn 79/117/EEG van de Raad van 21 december 1978 houdende verbod van het op de markt brengen en het gebruik van bestrijdingsmiddelen bevattende bepaalde actieve stoffen (PB L 33 van 8.2.1979, blz. 36).

(14)  Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1).


ONTWERP

BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITE VAN DE EER Nr. …/2014

van …

tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITE VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna „de EER-overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG (1) van de Raad moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie van 25 mei 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft (2), gerectificeerd in PB L 26 van 28.1.2012, blz. 38, moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(3)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 541/2011 van de Commissie van 1 juni 2011 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft (3) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(4)

Verordening (EU) nr. 544/2011 van de Commissie van 10 juni 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de gegevensvereisten voor werkzame stoffen betreft (4) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(5)

Verordening (EU) nr. 545/2011 van de Commissie van 10 juni 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de gegevensvereisten voor gewasbeschermingsmiddelen betreft (5) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(6)

Verordening (EU) nr. 546/2011 van de Commissie van 10 juni 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat uniforme beginselen voor de evaluatie en de toelating van gewasbeschermingsmiddelen betreft (6) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(7)

Verordening (EU) nr. 547/2011 van de Commissie van 8 juni 2011 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de etiketteringsvoorschriften voor gewasbeschermingsmiddelen (7) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(8)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 844/2012 van de Commissie van 18 september 2012 tot vaststelling van de nodige bepalingen voor de uitvoering van de verlengingsprocedure voor werkzame stoffen, als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (8) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(9)

Verordening (EU) nr. 283/2013 van de Commissie van 1 maart 2013 tot vaststelling van de gegevensvereisten voor werkzame stoffen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (9) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(10)

Verordening (EU) nr. 284/2013 van de Commissie van 1 maart 2013 tot vaststelling van de gegevensvereisten voor gewasbeschermingsmiddelen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (10) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(11)

De in de EER-overeenkomst opgenomen Richtlijnen 79/117/EEG (11) en 91/414/EEG (12) van de Raad worden bij Verordening (EG) nr. 1107/2009 ingetrokken en moeten derhalve uit de EER-overeenkomst worden geschrapt.

(12)

De in de EER-overeenkomst opgenomen Verordening (EU) nr. 544/2011 wordt bij Verordening (EU) nr. 283/2013 ingetrokken en moet derhalve uit de EER-overeenkomst worden geschrapt.

(13)

De in de EER-overeenkomst opgenomen Verordening (EU) nr. 545/2011 wordt bij Verordening (EU) nr. 284/2013 ingetrokken en moet derhalve uit de EER-overeenkomst worden geschrapt.

(14)

Bijlage II bij de EER-overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Hoofdstuk XV van bijlage II bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

Na punt 12zzo (Besluit 2013/204/EU van de Commissie) wordt het volgende ingevoegd:

„13.

32009 R 1107: Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1).

De bepalingen van de verordening worden voor de toepassing van deze overeenkomst als volgt aangepast:

a)

De EVA-staten mogen de toegang tot hun markten beperken voor gewasbeschermingsmiddelen die overeenkomstig Richtlijn 91/414/EEG van de Raad of de overgangsmaatregelen van artikel 80 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 goedgekeurde werkzame stoffen bevatten.

b)

De EVA-staten, met uitzondering van Liechtenstein, kunnen „lidstaat-rapporteur” en „co-rapporteur” zijn.

c)

In artikel 18 wordt het volgende toegevoegd:

„De toebedeling van de beoordeling van werkzame stoffen aan een EVA-staat overeenkomstig artikel 18, lid f), geschiedt met toestemming van deze lidstaat.”

d)

In artikel 37, lid 4, en artikel 42, lid 2, wordt het volgende toegevoegd:

„Voor de EVA-staten gaat de termijn van 120 dagen ten vroegste in op de datum waarop de akte van goedkeuring betreffende de werkzame stoffen in het gewasbeschermingsmiddel wordt opgenomen in de EER-overeenkomst.”

e)

In artikel 47, lid 3, wordt het volgende toegevoegd:

„Voor de EVA-staten gaat de termijn van 120 dagen ten vroegste in op de datum waarop de akte van goedkeuring betreffende de werkzame stoffen in het gewasbeschermingsmiddel met een laag risico wordt opgenomen in de EER-overeenkomst.”

f)

In artikel 48 wordt het volgende toegevoegd:

„De EVA-staten mogen de toegang tot hun markten beperken voor gewasbeschermingsmiddelen die genetisch gemodificeerde organismen bevatten wanneer maatregelen tot het beperken of verbieden ervan zijn genomen overeenkomstig artikel 23 van Richtlijn 2001/18/EG, zoals aangepast bij deze overeenkomst.”

g)

Artikel 49 is niet van toepassing op Liechtenstein.

h)

Artikel 80, lid 6, wordt vervangen door:

„Gewasbeschermingsmiddelen die zijn goedgekeurd volgens de nationale bepalingen die van toepassing zijn op het moment van goedkeuring, mogen verder op de markt worden gebracht totdat een risicobeoordeling voor het gewasbeschermingsmiddel heeft plaatsgevonden overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1107/2009.”

i)

In „Zone A — Noord” van bijlage I wordt het volgende toegevoegd:

„IJsland, Noorwegen”

j)

In „Zone B — Centraal” van bijlage I wordt het volgende toegevoegd:

„Liechtenstein”

13a.

32011 R 0540: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie van 25 mei 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft (PB L 153 van 11.6.2011, blz. 187, gerectificeerd in PB L 26 van 28.1.2012, blz. 38), gewijzigd bij:

32011 R 0541: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 541/2011 van de Commissie van 1 juni 2011 (PB L 153 van 11.6.2011, blz. 187).

De bepalingen van de richtlijn worden voor de toepassing van deze overeenkomst als volgt aangepast:

De EVA-staten mogen de toegang tot hun markten beperken voor gewasbeschermingsmiddelen die overeenkomstig Richtlijn 91/414/EEG van de Raad of de overgangsmaatregelen van artikel 80 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 goedgekeurde werkzame stoffen bevatten.

13b.

32011 R 0544: Verordening (EU) nr. 544/2011 van de Commissie van 10 juni 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de gegevensvereisten voor werkzame stoffen betreft (PB L 155 van 11.6.2011, blz. 1).

13c.

32011 R 0545: Verordening (EU) nr. 545/2011 van de Commissie van 10 juni 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de gegevensvereisten voor gewasbeschermingsmiddelen betreft (PB L 155 van 11.6.2011, blz. 67).

13d.

32011 R 0546: Verordening (EU) nr. 546/2011 van de Commissie van 10 juni 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat uniforme beginselen voor de evaluatie en de toelating van gewasbeschermingsmiddelen betreft (PB L 155 van 11.6.2011, blz. 127).

13e.

32011 R 0547: Verordening (EU) nr. 547/2011 van de Commissie van 8 juni 2011 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de etiketteringsvoorschriften voor gewasbeschermingsmiddelen (PB L 155 van 11.6.2011, blz. 176).

De bepalingen van de richtlijn worden voor de toepassing van deze overeenkomst als volgt aangepast:

a)

In punt 1.1. van bijlage II wordt in de lijst onder de titel „RSh 1” het volgende toegevoegd:

„IS: Eitrað í snertingu við augu.

NO: Giftig ved øyekontakt.”

b)

In punt 1.1. van bijlage II wordt in de lijst onder de titel „RSh 2” het volgende toegevoegd:

„IS: Getur valdið ljósnæmingu.

NO: Kan gi overfølsomhet for sollys/UV-stråling.”

c)

In punt 1.1. van bijlage II wordt in de lijst onder de titel „RSh 3” het volgende toegevoegd:

„IS: Efnið brennir húð og augu í snertingu við gufu og veldur kali í snertingu við vökva.

NO: Kontakt med damp virker etsende på hud og øyne, og kontakt med væske gir frostskade.”

d)

In de lijst van punt 1 van bijlage III wordt het volgende toegevoegd:

„IS: Mengið ekki vatn með efninu eða íláti þess. (Hreinsið ekki búnað nálægt yfirborðsvatni/Koma skal í veg fyrir að mengun verði með afrennsli frá bæjarhlöðum og vegum.)

NO: Unngå forurensning av vannmiljøet med productet eller emballasjen. (Ikke rengjør spredeutstyr nær overflatevann/unngå forurensning via avrenning fra gårdsplasser og veier).”

e)

Onder de titel „Specifieke maatregelen” in punt 2.1 van bijlage III wordt in de lijst onder de titel „SPo 1” het volgende toegevoegd:

„IS: Ef efnið kemst í snertingu við húð skal fyrst hreinsa það af með þurrum klút og skola síðan húðina með miklu vatni.

NO: Etter kontakt med huden, fjern først productet med en tørr klut, og vask deretter med mye vann.”

f)

Onder de titel „Specifieke maatregelen” in punt 2.1 van bijlage III wordt in de lijst onder de titel „SPo 2” het volgende toegevoegd:

„IS: Þvoið allan hlífðarfatnað að lokinni notkun.

NO: Vask alt personlig verneutstyr etter bruk.”

g)

Onder de titel „Specifieke maatregelen” in punt 2.1 van bijlage III wordt in de lijst onder de titel „SPo 3” het volgende toegevoegd:

„IS: Forðist innöndun reyks eftir að kveikt hefur verið í efninu og yfirgefið þegar í stað svæðið sem er til meðhöndlunar.

NO: Pust ikke inn røyken etter at productet har antent, og forlat det behandlede området øyeblikkelig.”

h)

Onder de titel „Specifieke maatregelen” in punt 2.1 van bijlage III wordt in de lijst onder de titel „SPo 4” het volgende toegevoegd:

„IS: Opna skal ílátið utanhús og við þurr skilyrði.

NO: Beholderen skal åpnes utendørs og under tørre forhold.”

i)

Onder de titel „Specifieke maatregelen” in punt 2.1 van bijlage III wordt in de lijst onder de titel „SPo 5” het volgende toegevoegd:

„IS: Loftræsta skal úðuð svæði/gróðurhús (vandlega/eða í tilgreindan tíma/þar til úðinn hefur þornað) áður en farið er þangað inn aftur.

NO: De behandlede områder/veksthus ventileres (grundig/eller angivelse av tid/inntil productet har tørket) før man oppholder seg der igjen.”

j)

In punt 2.2 van bijlage III wordt in de lijst onder de titel „SPe 1” het volgende toegevoegd:

„IS: Til að vernda grunnvatn/jarðvegslífverur skal ekki nota þetta eða annað efni sem inniheldur (tilgreinið virkt efni eða flokk virkra efna eftir því sem við á) lengur eða oftar en (tilgreinið hversu lengi eða oft má nota efnið).

NO: For å beskytte (grunnvannet/jordlevende organismer) må dette productet eller andre producter som inneholder (angi navnet på virksomt stoff eller gruppe av virksomme stoffer) kun brukes/ikke brukes mer enn (angi tidsperiode eller antall behandlinger).”

k)

In punt 2.2 van bijlage III wordt in de lijst onder de titel „SPe 2” het volgende toegevoegd:

„IS: Til að vernda grunnvatn/vatnalífverur skal ekki nota þetta efni (á tilgreinda jarðvegsgerð eða við tilgreindar aðstæður).

NO: For å beskytte (grunnvannet/vannlevende organismer) må dette productet ikke brukes (på beskrevet jordtype eller under beskrevne forhold).”

l)

In punt 2.2 van bijlage III wordt in de lijst onder de titel „SPe 3” het volgende toegevoegd:

„IS: Til að vernda vatnalífverur/plöntur utan markhóps/liðdýr utan markhóps/skordýr má ekki nota efnið nær óræktuðu landi/yfirborðsvatni en (tilgreind breidd svæðis sem er óheimilt að úða).

NO: For å beskytte (vannlevende organismer/viltlevende planter/insekter/leddyr) må dette productet ikke brukes nærmere enn (angi avstand) fra (overflatevann/kantvegetasjon).”

m)

In punt 2.2 van bijlage III wordt in de lijst onder de titel „SPe 4” het volgende toegevoegd:

„IS: Til að vernda vatnalífverur/plöntur utan markhóps má ekki nota efnið á malbikað, steinsteypt, hellulagðt eða malarborið yfirborð eða vegi (járnbrautarspor) eða önnur svæði þar sem hætt er við afrennsli út í umhverfið.

NO: For å beskytte (vannlevende organismer/viltlevende planter) må dette productet ikke brukes på harde overflater som asfalterte, betong- brostein- eller gruslagte områder og veier/jernbane, eller på andre områder med stor risiko for avrenning.”

n)

In punt 2.2 van bijlage III wordt in de lijst onder de titel „SPe 5” het volgende toegevoegd:

„IS: Til að vernda fugla/villt spendýr verður að gæta þess vandlega að efnið sé algerlega hulið jarðvegi; gætið þess sérstaklega að efnið sé hulið í endum raða.

NO: For å beskytte (fugler/ville pattedyr) skal productet innblandes i jorden. Sørg også for at productet er helt innblandet i enden av radene.”

o)

In punt 2.2 van bijlage III wordt in de lijst onder de titel „SPe 6” het volgende toegevoegd:

„IS: Hreinsið upp allt efni, sem hefur farið til spillis, til að vernda fugla/villt spendýr.

NO: For å beskytte (fugler/ville pattedyr) skal alt søl fjernes.”

p)

In punt 2.2 van bijlage III wordt in de lijst onder de titel „SPe 7” het volgende toegevoegd:

„IS: Óheimilt er að nota efnið á varptíma fugla.

NO: Må ikke brukes i fuglenes hekketid.”

q)

In punt 2.2 van bijlage III wordt in de lijst onder de titel „SPe 8” het volgende toegevoegd:

„IS: Hættulegt frævandi skordýrum/Til að vernda býflugur og önnur frævandi skordýr er óheimilt að nota efnið á blómstrandi nytjaplöntur/Óheimilt er að nota efnið þar sem býflugur eru í fæðuleit/Fjarlægið býkúpur meðan meðhöndlun með efninu fer fram eða hyljið þær á meðan og í (tilgreinið tíma) að lokinni meðhöndlun/Óheimilt er að nota efnið ef blómstrandi illgresi er til staðar/Eyða skal illgresi áður en það blómgast/Óheimilt er að nota efnið fyrir (tilgreinið tíma).

NO: Farlig for bier./For å beskytte bier og andre pollinerende insekter må dette product ikke brukes mens kulturen blomstrer./Må ikke brukes der biene søker næring./Dekk til eller flytt bikuber i behandlingsperioden og i (nevn antall timer/dager) etter behandlingen./Må ikke brukes i nærheten av blomstrende ugress./Fjern ugresset før det blomstrer./Må ikke brukes før (tidspunkt).”

r)

In de lijst van punt 2.3 van bijlage III wordt het volgende toegevoegd:

„IS: Til að koma í veg fyrir þolmyndun skal ekki nota þetta eða annað varnarefni sem inniheldur (tilgreinið virkt efni eða flokk virkra efna eftir því sem við á) oftar eða lengur en (tilgreinið hversu oft eða lengi má nota efnið).

NO: For å unngå utvikling av resistens må dette product eller andre producter som inneholder (angi virksomt stoff eller gruppe av virksomme stoffer) kun brukes/ikke brukes mer enn (i tidsperioden eller antall ganger).”

s)

In punt 2.4 van bijlage III wordt in de lijst onder de titel „SPr 1” het volgende toegevoegd:

„IS: Beitu skal komið fyrir þannig að ekki sé hætta á að önnur dýr komist í hana. Festa skal beituna tryggilega þannig að nagdýr geti ekki dregið hana í burtu.

NO: Produktet skal plasseres på en slik måte at risikoen for at andre dyr kan innta productet minimeres. Pass på at product i blokkform ikke kan flyttes vekk av de gnagere som skal bekjempes.”

t)

In punt 2.4 van bijlage III wordt in de lijst onder de titel „SPr 2” het volgende toegevoegd:

„IS: Auðkennið svæðið, sem meðhöndla á, meðan á meðhöndlun stendur. Varað skal við hættunni á að verða fyrir eitrun (beinni eða óbeinni) af völdum storkuvarans og tilgreina skal móteitrið við honum.

NO: Det behandlede området skal merkes i behandlingsperioden. Faren for forgiftning (primær eller sekundær) ved inntak av antikoaguleringsmidler, samt motgift, skal angis på oppslag.”

u)

In punt 2.4 van bijlage III wordt in de lijst onder de titel „SPr 3” het volgende toegevoegd:

„IS: Hræ nagdýra skulu fjarlægð daglega af meðhöndlaða svæðinu meðan meðhöndlun stendur yfir. Ekki má setja hræin í opin sorpílát.

NO: Døde gnagere skal fjernes fra behandlingsområdet hver dag. Døde gnagere må ikke plasseres i åpne avfallsbeholdere.”

13f.

32012 R 0844: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 844/2012 van de Commissie van 18 september 2012 tot vaststelling van de nodige bepalingen voor de uitvoering van de verlengingsprocedure voor werkzame stoffen, als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PB L 252 van 19.9.2012, blz. 26).”

.

2)

De tekst van punt 13b (Verordening (EU) nr. 544/2011 van de Commissie) wordt vervangen door:

32013 R 0283: Verordening (EU) nr. 283/2013 van de Commissie van 1 maart 2013 tot vaststelling van de gegevensvereisten voor werkzame stoffen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PB L 93 van 3.4.2013, blz. 1).”

.

3)

De tekst van punt 13c (Verordening (EU) nr. 545/2011) wordt vervangen door:

32013 R 0284: Verordening (EU) nr. 284/2013 van de Commissie van 1 maart 2013 tot vaststelling van de gegevensvereisten voor gewasbeschermingsmiddelen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PB L 93 van 3.4.2013, blz. 85).”

.

Artikel 2

In hoofdstuk XV van bijlage II bij de EER-overeenkomst wordt de tekst van punt 6 (Richtlijn 79/117/EEG van de Raad) en punt 12a (Richtlijn 91/414/EEG van de Raad) geschrapt.

Artikel 3

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EG) nr. 1107/2009, Verordening (EU) nr. 540/2011, gewijzigd bij PB L 26 van 28.1.2012, blz. 38, de Verordeningen (EU) nr. 541/2011, (EU) nr. 544/2011, (EU) nr. 545/2011, (EU) nr. 546/2011, (EU) nr. 547/2011, (EU) nr. 844/2012, (EU) nr. 283/2013 en (EU) nr. 284/2013 zijn authentiek.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op […], op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*).

Voor Liechtenstein treedt dit besluit van het Gemengd Comité in werking op dezelfde dag of op de dag van inwerkingtreding van de Overeenkomst tussen Liechtenstein en Oostenrijk inzake de samenwerking op het gebied van toelatingsprocedures voor gewasbeschermingsmiddelen en hulpstoffen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009, als dat later is.

Artikel 5

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel,

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

De secretarissen

van het Gemengd Comité van de EER


(1)  PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.

(2)  PB L 153 van 11.6.2011, blz. 1.

(3)  PB L 153 van 11.6.2011, blz. 187.

(4)  PB L 155 van 11.6.2011, blz. 1.

(5)  PB L 155 van 11.6.2011, blz. 67.

(6)  PB L 155 van 11.6.2011, blz. 127.

(7)  PB L 155 van 11.6.2011, blz. 176.

(8)  PB L 252 van 19.9.2012, blz. 26.

(9)  PB L 93 van 3.4.2013, blz. 1.

(10)  PB L 93 van 3.4.2013, blz. 85.

(11)  PB L 33 van 8.2.1979, p. 36.

(12)  PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.

(*)  [Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.] [Grondwettelijke vereisten aangegeven.]


Top