Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32013R1026

    Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1026/2013 van de Raad van 22 oktober 2013 tot beëindiging van het gedeeltelijke tussentijdse nieuwe onderzoek betreffende de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde soorten ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen an oorsprong uit de Volksrepubliek China, zoals uitgebreid tot de invoer verzonden uit Maleisië, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Maleisië

    PB L 283 van 25.10.2013, p. 7–8 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2013/1026/oj

    25.10.2013   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 283/7


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1026/2013 VAN DE RAAD

    van 22 oktober 2013

    tot beëindiging van het gedeeltelijke tussentijdse nieuwe onderzoek betreffende de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde soorten ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen an oorsprong uit de Volksrepubliek China, zoals uitgebreid tot de invoer verzonden uit Maleisië, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Maleisië

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) (de „basisverordening”), en met name artikel 11, lid 3, en artikel 13, lid 4,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie, ingediend na raadpleging van het Raadgevend Comité,

    Overwegende hetgeen volgt:

    1.   DE PROCEDURE

    1.1.   Thans geldende maatregelen

    (1)

    De Raad heeft bij Verordening (EG) nr. 91/2009 (2), zoals gewijzigd bij zijn Uitvoeringsverordening (EU) nr. 924/2012 (3), een definitief antidumpingrecht ingesteld op bepaalde soorten ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen, momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 7318 12 90, ex 7318 14 91, ex 7318 14 99, ex 7318 15 59, ex 7318 15 69, ex 7318 15 81, ex 7318 15 89, ex 7318 15 90, ex 7318 21 00 en ex 7318 22 00, van oorsprong uit de Volksrepubliek China („geldende maatregelen”).

    (2)

    De Raad heeft bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 723/2011 (4) de geldende maatregelen tot bepaalde soorten uit Maleisië verzonden ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Maleisië (de „geldende maatregelen zoals uitgebreid”).

    1.2.   Verzoek om een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek

    (3)

    Malaysian Precision Manufacturing SDN BHD (de „indiener van het verzoek”), een producent-exporteur uit Maleisië, had op grond van artikel 11, lid 3, en artikel 13, lid 4, van de basisverordening een verzoek om een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek ingediend.

    (4)

    De indiener had het verzoek enkel ingediend met het oog op een vrijstelling van de geldende maatregelen zoals uitgebreid.

    (5)

    In het verzoek, verklaarde hij daadwerkelijk bepaalde soorten ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen te produceren en in staat te zijn de hele hoeveelheid bepaalde soorten ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen te produceren die hij naar de Unie heeft verzonden sinds het begin van het tijdvak van het onderzoek naar de ontwijking van de maatregelen dat tot de instelling van de geldende maatregelen zoals uitgebreid heeft geleid.

    (6)

    Hij verstrekte voorlopig bewijsmateriaal waaruit blijkt dat hij reeds lange tijd voordat de geldende maatregelen werden ingesteld, als producent van bepaalde soorten ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen in Maleisië was gevestigd. Hoewel hij banden heeft met enkele producenten van bepaalde soorten ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen in de Volksrepubliek China, zijn voorts de betrekkingen met de verbonden ondernemingen in de Volksrepubliek China reeds vóór de instelling van de geldende maatregelen tot stand gekomen en zijn deze betrekkingen niet gebruikt om de geldende maatregelen zoals uitgebreid te ontwijken.

    1.3.   Opening van een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek

    (7)

    Op 14 mei 2013, nadat zij, na raadpleging van het Raadgevend Comité, tot de conclusie was gekomen dat het verzoek voldoende voorlopig bewijsmateriaal bevatte om de opening van een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek te rechtvaardigen, heeft de Commissie met een bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie  (5) („bericht van opening”) een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek geopend op grond van artikel 11, lid 3, en artikel 13, lid 4, van de basisverordening. Dat gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek onderzocht enkel of de indiener van het verzoek kon worden vrijgesteld van de geldende maatregelen zoals uitgebreid.

    1.4.   Belanghebbende partijen

    (8)

    De Commissie heeft de indiener van het verzoek, de vertegenwoordigers van Maleisië en de Volksrepubliek China en de vereniging van producenten in de Unie officieel van de opening van het gedeeltelijke tussentijdse nieuwe onderzoek in kennis gesteld. De belanghebbenden werden in de gelegenheid gesteld om binnen de in het bericht van opening genoemde termijn hun standpunt schriftelijk kenbaar te maken en te verzoeken te worden gehoord. Alleen de indiener van het verzoek heeft zich gemeld. Er waren geen verzoeken om te worden gehoord.

    (9)

    Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig achtte, heeft de Commissie de indiener van het verzoek een vragenlijst toegezonden, die deze echter niet binnen de daartoe vastgestelde termijn heeft beantwoord.

    2.   INTREKKING VAN HET VERZOEK EN BEËINDIGING VAN DE PROCEDURE

    (10)

    De indiener van het verzoek heeft op 18 juni 2013 zijn verzoek om een gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek van de geldende maatregelen zoals uitgebreid ingetrokken. Hij verklaarde dat hij niet in staat was om de Commissie de gegevens met betrekking tot zijn verbonden ondernemingen te verstrekken waarom zij in de vragenlijst had verzocht. Voorts beklaagde hij zich erover dat de termijn voor het beantwoorden van de vragenlijst te kort was. Hij heeft echter geen gemotiveerd verzoek om verlenging van de termijn voor het beantwoorden van de vragenlijst ingediend.

    (11)

    Na intrekking van het verzoek werd onderzocht of er redenen waren het nieuwe onderzoek ambtshalve voort te zetten. De Commissie zag geen dwingende redenen om te concluderen dat beëindiging van het onderzoek niet in het belang van de Unie zou zijn. Daarom dient het nieuwe onderzoek te worden beëindigd.

    (12)

    De belanghebbenden werden in kennis gesteld van het voornemen van de Commissie om het nieuwe onderzoek te beëindigen en kregen gelegenheid hierover opmerkingen te maken. Er zijn geen opmerkingen ontvangen.

    (13)

    Daarom wordt geconcludeerd dat het gedeeltelijke tussentijdse nieuwe onderzoek betreffende de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde soorten ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen van oorsprong uit de Volksrepubliek China, zoals uitgebreid tot de invoer van bepaalde soorten uit Maleisië verzonden ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Maleisië, dient te worden beëindigd zonder dat de geldende antidumpingmaatregelen zoals uitgebreid worden gewijzigd,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Het op grond van artikel 11, lid 3, en artikel 13, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 geopende gedeeltelijke tussentijdse nieuwe onderzoek betreffende de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde soorten ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen van oorsprong uit de Volksrepubliek China, zoals uitgebreid tot de invoer van bepaalde soorten uit Maleisië verzonden ijzeren of stalen bevestigingsmiddelen, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Maleisië, wordt beëindigd zonder dat de geldende antidumpingmaatregelen zoals uitgebreid worden gewijzigd.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Luxemburg, 22 oktober 2013.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    L. LINKEVIČIUS


    (1)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51.

    (2)  PB L 29 van 31.1.2009, blz. 1.

    (3)  PB L 275 van 10.10.2012, blz. 1.

    (4)  PB L 194 van 26.7.2011, blz. 6.

    (5)  PB C 134 van 14.5.2013, blz. 34.


    Top