This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32013D1220(01)
Commission Decision of 12 December 2013 establishing the European Research Council
Besluit van de Commissie van 12 december 2013 tot oprichting van de Europese Onderzoeksraad
Besluit van de Commissie van 12 december 2013 tot oprichting van de Europese Onderzoeksraad
PB C 373 van 20.12.2013, p. 23–26
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 11/05/2021; opgeheven door 32021D0617(03)
20.12.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 373/23 |
BESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 12 december 2013
tot oprichting van de Europese Onderzoeksraad
2013/C 373/09
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 betreffende het specifieke programma tot uitvoering van „Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) (1), en met name artikel 6, leden 1 en 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Om continuïteit met de uit hoofde van Beschikking 2006/972/EG van de Raad (2) uitgevoerde acties en activiteiten te verzekeren, moet de Europese Onderzoeksraad (European Research Council of „ERC”) die moet worden opgericht uit hoofde van Besluit 2013/743/EU de bij Besluit 2007/134/EG van de Commissie (3) opgerichte ERC vervangen en opvolgen. |
(2) |
Artikel 6, lid 2, van Besluit 2013/743/EU schrijft voor dat de ERC wordt samengesteld uit een onafhankelijke Wetenschappelijke Raad en een specifieke uitvoeringsstructuur. De specifieke uitvoeringsstructuur dient te worden opgericht als een externe structuur in de vorm van een uitvoerend agentschap, in te stellen bij een afzonderlijk besluit in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad (4). |
(3) |
De Wetenschappelijke Raad moet zijn samengesteld uit wetenschappers, ingenieurs en geleerden met een uitstekende reputatie. De leden moeten onafhankelijk zijn van externe belangen en bij de aanstelling moet worden gezorgd dat de continuïteit van de werkzaamheden van de Wetenschappelijke Raad wordt gewaarborgd. |
(4) |
Om te zorgen voor de tijdige uitvoering van het specifiek programma, heeft de bij Besluit 2007/134/EG opgerichte Wetenschappelijke Raad van de ERC reeds voorlopige standpunten vastgesteld in afwachting van de overeenkomstig artikel 7 van Besluit 2013/743/EU goed te keuren maatregelen. Die voorlopige standpunten moeten door de bij dit besluit opgerichte Wetenschappelijke Raad worden aanvaard of afgewezen. |
(5) |
De nodige bepalingen voor het functioneren van de Wetenschappelijke Raad moeten worden vastgesteld. |
(6) |
Er moeten bepalingen worden vastgesteld om te zorgen voor een vlotte samenwerking tussen de Wetenschappelijke Raad en de specifieke uitvoeringsstructuur van de ERC. |
(7) |
De Wetenschappelijke Raad moet toegang krijgen tot de voor zijn werkzaamheden noodzakelijke documenten en gegevens in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (5). |
(8) |
Besluit 2013/743/EU voorziet in een vergoeding aan de leden van de Wetenschappelijke Raad voor de taken die zij verrichten; daartoe dienen regels te worden vastgesteld. |
(9) |
Besluit 2007/134/EG moet worden ingetrokken, |
BESLUIT:
Artikel 1
Oprichting van de Europese Onderzoeksraad
De Europese Onderzoeksraad (European Research Council of „ERC”) wordt hierbij opgericht voor de termijn vanaf 1 januari 2014 tot en met 31 december 2020. Hij vervangt de bij Besluit 2007/134/EG van de Commissie opgerichte Europese Onderzoeksraad en is er de opvolger van.
Artikel 2
Leden van de Wetenschappelijke Raad
1. De Wetenschappelijke Raad bestaat uit de voorzitter van de ERC en 21 andere leden. De 21 in de lijst in bijlage 1 vermelde personen worden hierbij benoemd voor de daarin vastgestelde ambtstermijn.
2. De leden voeren hun taken uit onafhankelijk van enige externe invloed. Zij informeren de Commissie te gelegener tijd over alle belangenconflicten die hun objectiviteit in gevaar kunnen brengen.
3. Leden worden benoemd voor een termijn van ten hoogste vier jaar, die eenmaal kan worden verlengd. Een lid kan voor een kortere periode dan de maximumtermijn worden aangesteld om een gespreide ledenwisseling mogelijk te maken. De leden blijven in functie totdat zij worden vervangen of hun termijn afloopt.
4. In naar behoren gemotiveerde gevallen kan de Commissie, om de integriteit of continuïteit van de Wetenschappelijke Raad te verzekeren, de termijn van een lid op eigen initiatief beëindigen.
Artikel 3
Werking van de Wetenschappelijke Raad
1. De Wetenschappelijke Raad stelt zijn reglement van orde vast, alsmede een gedragscode betreffende vertrouwelijkheid, belangenconflicten en verwerking van persoonsgegevens, in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001.
2. De Wetenschappelijke Raad houdt plenaire vergaderingen zo vaak als zijn werkzaamheden dit vereisen. Een beknopt verslag van de plenaire vergaderingen wordt gepubliceerd op de ERC-website.
3. De voorzitter van de Wetenschappelijke Raad kan beslissen om overeenkomstig het reglement van orde van de Wetenschappelijke Raad besloten vergaderingen te houden.
4. De Wetenschappelijke Raad mag uit zijn leden permanente comités, werkgroepen en andere structuren oprichten die specifieke taken van de Wetenschappelijke Raad behandelen.
5. De bij dit besluit opgerichte Wetenschappelijke Raad beslist meteen na de oprichting ervan om de voorlopige standpunten van de bij Besluit 2007/134/EG opgerichte Wetenschappelijke Raad over de overeenkomstig artikel 7 van Besluit 2013/743/EU goed te keuren maatregelen te aanvaarden dan wel af te wijzen.
Artikel 4
Samenwerking binnen de Europese Onderzoeksraad
De Wetenschappelijke Raad en de specifieke uitvoeringsstructuur zorgen voor samenhang tussen de strategische en de operationele aspecten van alle activiteiten van de ERC. De ERC-voorzitter, de vicevoorzitters van de Wetenschappelijke Raad en de directeur van de specifieke uitvoeringsstructuur houden regelmatige coördinatievergaderingen om te zorgen voor een doeltreffende samenwerking.
Artikel 5
Toegang tot documenten en gegevens
1. De Commissie en de specifieke uitvoeringsstructuur verstrekken de Wetenschappelijke Raad in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 de documenten, gegevens en bijstand die hij nodig heeft om zijn werkzaamheden autonoom en onafhankelijk te kunnen verrichten.
2. De leden van de Wetenschappelijke Raad gebruiken de overeenkomstig lid 1 aan hen verstrekte documenten en gegevens uitsluitend voor doeleinden en taken waarvoor zij zijn verleend en zij zijn gebonden aan een verplichting tot vertrouwelijkheid.
3. Er worden door de Wetenschappelijke Raad passende organisatorische en technische maatregelen vastgesteld om te zorgen voor de beveiliging en vertrouwelijkheid van de documenten en gegevens teneinde niet gemachtigde openbaarmaking of toegang, toevallige of onwettige vernietiging en verlies of beschadiging van gegevens en documenten te voorkomen.
4. De leden van de Wetenschappelijke Raad besteden behoorlijke zorg aan de legitimiteit, adequaatheid, relevantie, accuraatheid, noodzakelijkheid en de beperking in de tijd van het verzamelen, het verwerken en het opslaan van persoonsgegevens.
5. Als geen toegang tot documenten en gegevens of toegang tot persoonsgegevens kan worden verleend omwille van redenen die verband houden met de bescherming van persoonsgegevens, vertrouwelijkheid, beveiliging of openbaar belang, verstrekken de Commissie en de specifieke uitvoeringsstructuur de Wetenschappelijke Raad een schriftelijke uiteenzetting van die redenen alsook alle informatie over het onderwerp in kwestie die zij in het kader van de voorschriften mogelijk achten.
Artikel 6
Vergoeding van de andere leden van de Wetenschappelijke Raad dan de ERC-voorzitter
De regels inzake het honorarium voor de taken die worden verricht door andere leden van de Wetenschappelijke Raad dan de ERC-voorzitter en de vergoeding van hun reis- en verblijfkosten zijn opgenomen in bijlage II.
Artikel 7
Intrekking
Besluit 2007/134/EG wordt ingetrokken. Verwijzingen naar het ingetrokken besluit worden gelezen als verwijzingen naar dit besluit.
Artikel 8
Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2014.
Gedaan te Brussel, 12 december 2013.
Voor de Commissie
Máire GEOGHEGAN-QUINN
Lid van de Commissie
(1) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965.
(2) Beschikking 2006/972/EG van de Raad van 19 december 2006 betreffende het specifieke programma Ideeën tot uitvoering van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013) (PB L 400 van 30.12.2006, blz. 243).
(3) Besluit 2007/134/EG van de Commissie van 2 februari 2007 tot oprichting van de Europese Onderzoeksraad (PB L 57 van 24.2.2007, blz. 14).
(4) Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad van 19 december 2002, tot vaststelling van het statuut van de uitvoerende agentschappen waaraan bepaalde taken voor het beheer van communautaire programma's worden gedelegeerd (PB L 11 van 16.1.2003, blz. 1).
(5) Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).
BIJLAGE I
Leden van de Wetenschappelijke Raad
Naam en instelling |
Einde van de ambtstermijn |
Klaus BOCK, Deense Nationale Onderzoekstichting |
31 december 2016 |
Nicholas CANNY, Nationale Universiteit van Ierland, Galway |
31 december 2014 |
Sierd A.P.L. CLOETINGH, Universiteit Utrecht |
31 december 2015 |
Tomasz DIETL, Poolse Academie van Wetenschappen |
31 december 2014 |
Daniel DOLEV, Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem |
31 december 2014 |
Athene DONALD, Universiteit van Cambridge |
31 december 2016 |
Barbara ENSOLI, Istituto Superiore di Sanità, Rome |
31 december 2016 |
Pavel EXNER, Tsjechische Academie van Wetenschappen |
31 december 2014 |
Nuria Sebastian GALLES, Universiteit van Pompeu Fabra, Barcelona |
31 december 2016 |
Reinhard GENZEL, Max Planck Instituut voor Extraterrestrische fysica |
31 december 2016 |
Carl-Henrik HELDIN, Ludwig Instituut voor Kankeronderzoek, Uppsala |
31 december 2014 |
Timothy HUNT, Cancer Research UK, South Mimms |
31 december 2014 |
Matthias KLEINER, Technische Universiteit van Dortmund |
31 december 2016 |
Éva KONDOROSI, Hongaarse Academie van Wetenschappen |
31 december 2016 |
Mart SAARMA, Universiteit van Helsinki |
31 december 2014 |
Nils Christian STENSETH, Universiteit van Oslo |
31 december 2017 |
Martin STOKHOF, Vrije Universiteit van Amsterdam |
31 december 2017 |
Anna TRAMONTANO, Universiteit „La Sapienza”, Rome |
31 december 2014 |
Isabelle VERNOS, Centre Regulació Genómica, Barcelona |
31 december 2014 |
Reinhilde VEUGELERS, Katholieke Universiteit Leuven |
31 december 2016 |
Michel WIEVIORKA, Centrum voor Sociologische Analyse en Interventie, Parijs |
31 december 2017 |
BIJLAGE II
Regels inzake de vergoeding van de andere leden van de Wetenschappelijke Raad dan de voorzitter, als bedoeld in artikel 6
1. |
Het honorarium voor de andere leden van de Wetenschappelijke Raad dan de ERC-voorzitter, alsook hun reis- en verblijfkosten die verband houden met de uitvoering van hun taken, worden betaald door de specifieke uitvoeringsstructuur op basis van een contract dat de voorwaarden in de punten 2 tot en met 5 bevat. |
2. |
Het honorarium van de vicevoorzitters van de Wetenschappelijke Raad bedraagt 3 500 EUR voor volledige aanwezigheid op een plenaire vergadering en 1 750 EUR voor gedeeltelijke aanwezigheid. |
3. |
Het honorarium van de andere in punt 1 bedoelde leden bedraagt 2 000 EUR voor volledige aanwezigheid op een plenaire vergadering en 1 000 EUR voor gedeeltelijke aanwezigheid. |
4. |
De toestemming voor de betaling wordt gegeven door de directeur van de specifieke uitvoeringsstructuur of diens plaatsvervanger op basis van een presentielijst die gevalideerd wordt door de ERC-voorzitter en de directeur van de specifieke uitvoeringsstructuur of hun plaatsvervangers. De presentielijst vermeldt van elk lid of het de hele vergadering heeft bijgewoond („volledige aanwezigheid”) of slechts een gedeelte ervan („gedeeltelijke aanwezigheid”). |
5. |
Voor andere vergaderingen dan plenaire vergaderingen vergoedt de specifieke uitvoeringsstructuur in voorkomend geval de reis- en verblijfkosten van de leden van de Wetenschappelijke Raad die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van hun activiteiten, in overeenstemming met hun contract en met de regels van de Commissie betreffende de vergoeding van externe deskundigen (1). |
6. |
De honoraria en reis- en verblijfskosten worden betaald uit het bij Besluit 2013/743/EU ingestelde specifiek programma. |
(1) Besluit C(2007) 5858 van de Commissie.