EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32013D0754

2013/754/EU: Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 11 december 2013 betreffende maatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van Guignardia citricarpa Kiely (alle voor Citrus pathogene stammen) te voorkomen, wat Zuid-Afrika betreft (Kennisgeving geschied onder nummer C(2013) 8781)

PB L 334 van 13.12.2013, p. 44–45 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 23/07/2014; opgeheven door 32014D0422

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2013/754/oj

13.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 334/44


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 11 december 2013

betreffende maatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van Guignardia citricarpa Kiely (alle voor Citrus pathogene stammen) te voorkomen, wat Zuid-Afrika betreft

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2013) 8781)

(2013/754/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (1), en met name artikel 16, lid 3, derde zin,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Guignardia citricarpa Kiely (alle voor Citrus pathogene stammen), hierna „het nader omschreven organisme” genoemd, is als schadelijk organisme opgenomen in deel A, rubriek I, onder c), nummer 11, van bijlage II bij Richtlijn 2000/29/EG. Het komt voor zover bekend niet in de Unie voor. Het wordt voornamelijk aangetroffen op planten van Citrus L. en is bijzonder schadelijk voor die planten.

(2)

Overeenkomstig artikel 5, lid 1, van Richtlijn 2000/29/EG in samenhang met deel A, rubriek I, punt 16.4, van bijlage IV bij die richtlijn moeten de lidstaten het binnenbrengen op hun grondgebied van vruchten van Citrus L. en hybriden daarvan, hierna „de nader omschreven vruchten” genoemd, van oorsprong uit derde landen, verbieden tenzij is voldaan aan de in dat punt vermelde bijzondere eisen.

(3)

Hoewel de Commissie tegenover Zuid-Afrika al haar bezorgdheid had geuit over de fytosanitaire status van de nader omschreven vruchten en Zuid-Afrika had verzekerd dat de nodige maatregelen zouden worden genomen, zijn tussen juli en november 2013 bij invoerinspecties van de nader omschreven vruchten van oorsprong uit Zuid-Afrika 36 meldingen gedaan van onderschepping van zendingen van die vruchten die door het nader omschreven organisme waren aangetast.

(4)

Gezien die onderscheppingen wordt geconcludeerd dat de huidige fytosanitaire garanties van Zuid-Afrika onvoldoende zijn om te voorkomen dat het nader omschreven organisme de Unie wordt binnengebracht.

(5)

Die onderscheppingen hadden geen betrekking op gebieden die door Zuid-Afrika waren erkend als zijnde vrij van het nader omschreven organisme. Hoewel nog een beoordeling van de fytosanitaire status van die gebieden nodig is met het oog op erkenning ervan als zijnde vrij van het nader omschreven organisme door wijziging van Beschikking 2006/473/EG van de Commissie (2), moet het binnenbrengen van de nader omschreven vruchten uit die gebieden toegestaan blijven. Uit de overige gebieden van Zuid-Afrika mogen de nader omschreven vruchten niet worden binnengebracht in verband met het daaraan verbonden fytosanitaire risico.

(6)

Daarom mag het binnenbrengen in de Unie van de nader omschreven vruchten, van oorsprong uit andere gebieden van Zuid-Afrika dan de gebieden die bij Beschikking 2006/473/EG van de Commissie als zijnde vrij van het nader omschreven organisme zijn erkend, alleen worden toegestaan uit gebieden die door Zuid-Afrika als zijnde vrij van dat organisme zijn erkend. Het officiële fytosanitaire certificaat waarvan die nader omschreven vruchten vergezeld gaan, moet als oorsprong een van die gebieden vermelden.

(7)

De in dit besluit vervatte maatregelen dienen alleen van toepassing te zijn op de nader omschreven vruchten die gedurende het teeltseizoen 2012/2013 zijn geproduceerd.

(8)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Plantenziektekundig Comité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Ten aanzien van vruchten van Citrus L., van oorsprong uit Zuid-Afrika en geproduceerd in het teeltseizoen 2012/2013, is deel A, rubriek I, punt 16.4, onder c) en d), van bijlage IV bij Richtlijn 2000/29/EG alleen van toepassing op vruchten van oorsprong uit de volgende gebieden:

a)

provincie Noord-Kaap: de administratieve districten Barkly West, Gordonia, Hay, Herbert, Hopetown, Kenhardt, Kimberley, Namakwaland en Prieska;

b)

provincie Vrystaat: de administratieve districten Boshof, Fauresmith, Jacobsdal, Koffiefontein en Philippolis, en

c)

provincie Noordwes: de administratieve districten Christiana en Taung.

Op het in artikel 13, lid 1, ii), van Richtlijn 2000/29/EG bedoelde officiële fytosanitaire certificaat waarvan die vruchten vergezeld gaan, wordt het gebied van oorsprong vermeld in de rubriek „Aanvullende verklaring”.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 11 december 2013.

Voor de Commissie

Tonio BORG

Lid van de Commissie


(1)  PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1.

(2)  PB L 187 van 8.7.2006, blz. 35.


Top