Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32010D0049

    Beschikking van de Commissie van 30 november 2009 tot vaststelling van de eerste regio’s waar de werkzaamheden van het Visuminformatiesysteem (VIS) beginnen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 8542)

    PB L 23 van 27.1.2010, p. 62–64 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2010/49(1)/oj

    27.1.2010   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 23/62


    BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

    van 30 november 2009

    tot vaststelling van de eerste regio’s waar de werkzaamheden van het Visuminformatiesysteem (VIS) beginnen

    (Kennisgeving geschied onder nummer C(2009) 8542)

    (Slechts de teksten in de Bulgaarse, de Duitse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische, en de Zweedse taal zijn authentiek)

    (2010/49/EG)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van gegevens op het gebied van visa voor kort verblijf (VIS-verordening) (1), en met name op artikel 48, lid 4,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    In artikel 48 van Verordening (EG) nr. 767/2008 wordt bepaald dat de werkzaamheden van het VIS gefaseerd worden geïmplementeerd. Derhalve dient te worden bepaald in welke regio’s in de eerste fasen van de gefaseerde implementatie wordt begonnen met het verzamelen en overdragen aan het VIS van de in het VIS te verwerken gegevens, met inbegrip van foto’s en vingerafdrukken, met betrekking tot alle visumaanvragen in de desbetreffende regio’s.

    (2)

    In artikel 48, lid 4, van Verordening (EG) nr. 767/2008 wordt bepaald dat deze regio’s worden vastgesteld aan de hand van de volgende criteria: het risico van illegale immigratie, bedreigingen voor de binnenlandse veiligheid van de lidstaten en de haalbaarheid van het verzamelen van biometrische gegevens op alle locaties in deze regio’s.

    (3)

    De Commissie heeft een beoordeling uitgevoerd voor de verschillende regio’s die in 2005 door de deskundigen van de lidstaten voor de gefaseerde invoering van het VIS zijn vastgesteld, waarbij met name voor het eerste criterium gelet is op punten als het gemiddelde percentage geweigerde visa en geweigerde toegang voor elk van de betrokken regio’s, en voor het derde criterium het feit dat in bepaalde regio’s de aanwezigheid van consulaire posten of vertegenwoordigingen dient te worden versterkt om het VIS in die regio’s doeltreffend te kunnen invoeren.

    (4)

    Uit die beoordeling is gebleken dat met het verzamelen en overdragen van visumgegevens aan het VIS voor alle visumaanvragen dient te worden begonnen met de regio Noord-Afrika.

    (5)

    De tweede regio waar met het verzamelen en overdragen van visumgegevens aan het VIS voor alle visumaanvragen dient te worden begonnen, is het Midden-Oosten, met uitzondering van het bezette Palestijnse gebied, aangezien zich daar ernstige technische problemen zouden kunnen voordoen met de uitrusting van de betrokken consulaire posten of bureaus. In een later stadium zou moeten worden besloten met de werkzaamheden van het VIS in dat gebied te beginnen.

    (6)

    De derde regio waar met het verzamelen en overdragen van visumgegevens aan het VIS voor alle visumaanvragen dient te worden begonnen, is de Golfregio.

    (7)

    Om te vermijden dat een lacune ontstaat bij de bestrijding van illegale immigratie en de bescherming van de interne veiligheid dienen de Schengengrensdoorlaatposten voor de invoering van het VIS te worden aangewezen als afzonderlijke regio met het oog op de afhandeling van aan de buitengrenzen ingediende visumaanvragen. De lidstaten dienen ernaar te streven op de grensdoorlaatposten aan de buitengrenzen zo snel mogelijk te beginnen met het verzamelen en overdragen van gegevens aan het VIS, teneinde te voorkomen dat de invoering van het VIS in de betrokken regio’s wordt omzeild door onderdanen van de derde landen in die regio’s die hun visumaanvraag aan de buitengrenzen indienen.

    (8)

    De aanvangsdatum van de werkzaamheden in elk van de regio’s wordt door de Commissie bepaald overeenkomstig artikel 48, leden 1 en 3, van Verordening (EG) nr. 767/2008.

    (9)

    Voor de vaststelling van de overige regio’s dienen in een later stadium besluiten te worden genomen op basis van een aanvullende, geactualiseerde beoordeling van die regio’s aan de hand van de relevante criteria en de ervaring met de tenuitvoerlegging in de regio’s die onder de onderhavige beschikking vallen.

    (10)

    Overeenkomstig artikel 2 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is gehecht, heeft Denemarken niet deelgenomen aan de aanneming van Verordening (EG) nr. 767/2008 en is deze derhalve niet bindend voor, noch van toepassing in deze lidstaat. Aangezien Verordening (EG) nr. 767/2008 voortbouwt op het Schengenacquis uit hoofde van de bepalingen van titel IV van het derde deel van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, heeft Denemarken echter overeenkomstig artikel 5 van genoemd protocol bij brief van 13 oktober 2008 kennis gegeven van de omzetting van dit acquis in zijn nationale wetgeving. Denemarken is daarom krachtens internationaal recht verplicht deze beschikking uit te voeren.

    (11)

    Deze beschikking houdt een ontwikkeling in van bepalingen van het Schengenacquis waaraan het Verenigd Koninkrijk niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2000/365/EG van 29 mei 2000 betreffende het verzoek van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis (2). Deze beschikking is derhalve niet bindend voor, noch van toepassing in het Verenigd Koninkrijk. Deze beschikking dient daarom niet gericht te zijn tot het Verenigd Koninkrijk.

    (12)

    Deze beschikking houdt een ontwikkeling in van bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis (3). Deze beschikking is derhalve niet bindend voor, noch van toepassing in Ierland. Deze beschikking dient daarom niet gericht te zijn tot Ierland.

    (13)

    Wat IJsland en Noorwegen betreft, houdt deze beschikking een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis, in de zin van de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (4), die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt B, van Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van die overeenkomst (5).

    (14)

    Wat Zwitserland betreft, houdt deze beschikking een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis, in de zin van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (6), die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt B, van Besluit 1999/437/EG, gelezen in samenhang met artikel 3 van de Besluiten 2008/146/EG (7) en 2008/149/JBZ (8) van de Raad.

    (15)

    Wat Liechtenstein betreft, houdt deze beschikking een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis, in de zin van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt B, van Besluit 1999/437/EG, gelezen in samenhang met artikel 3 van de Besluiten 2008/261/EG (9) en 2008/262/EG (10) van de Raad.

    (16)

    Wat Cyprus betreft, is deze beschikking een rechtsbesluit dat voortbouwt op het Schengenacquis of op een andere wijze daaraan is gerelateerd, zoals bedoeld in artikel 3, lid 2, van de Toetredingsakte van 2003.

    (17)

    Wat Bulgarije en Roemenië betreft, is deze beschikking een rechtsbesluit dat voortbouwt op het Schengenacquis of op een andere wijze daaraan is gerelateerd, zoals bedoeld in artikel 4, lid 2, van de Toetredingsakte van 2005.

    (18)

    De maatregelen waarin deze beschikking voorziet, zijn in overeenstemming met het advies van het comité dat is ingesteld bij artikel 51, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (11),

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

    Artikel 1

    De regio’s waar overeenkomstig artikel 48, lid 1, onder c), en lid 3, van Verordening (EG) nr. 767/2008 wordt begonnen met het verzamelen en overdragen van gegevens aan het Visuminformatiesysteem (VIS), zijn de volgende:

    Eerste regio:

    Algerije,

    Egypte,

    Libië,

    Mauritanië,

    Marokko,

    Tunesië.

    Tweede regio:

    Israël,

    Jordanië,

    Libanon,

    Syrië.

    Derde regio:

    Afghanistan,

    Bahrein,

    Iran,

    Irak,

    Koeweit,

    Oman,

    Qatar,

    Saudi-Arabië,

    Verenigde Arabische Emiraten,

    Jemen.

    Artikel 2

    Grensdoorlaatposten aan de buitengrenzen, zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (12), vormen een afzonderlijke regio. Ten aanzien van visumaanvragen die aan de buitengrenzen worden ingediend, wordt overeenkomstig artikel 48, lid 3, van Verordening (EG) nr. 767/2008 begonnen met het verzamelen en overdragen van gegevens aan het Visuminformatiesysteem (VIS).

    Artikel 3

    Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk België, de Republiek Bulgarije, de Tsjechische Republiek, de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Estland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, Roemenië, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden.

    Gedaan te Brussel, 30 november 2009.

    Voor de Commissie

    Jacques BARROT

    Vicevoorzitter


    (1)  PB L 218 van 13.8.2008, blz. 60.

    (2)  PB L 131 van 1.6.2000, blz. 43.

    (3)  PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20.

    (4)  PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36.

    (5)  PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31.

    (6)  PB L 53 van 27.2.2008, blz. 52.

    (7)  PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1.

    (8)  PB L 53 van 27.2.2008, blz. 50.

    (9)  PB L 83 van 26.3.2008, blz. 3.

    (10)  PB L 83 van 26.3.2008, blz. 5.

    (11)  PB L 381 van 28.12.2006, blz. 4.

    (12)  PB L 105 van 13.4.2006, blz. 1.


    Top