Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32009D0934

    Besluit 2009/934/JBZ van de Raad van 30 november 2009 tot vaststelling van de uitvoeringsregels voor de betrekkingen van Europol met partners, inclusief de uitwisseling van persoonsgegevens en gerubriceerde informatie

    PB L 325 van 11.12.2009, p. 6–11 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/04/2017; afgeschaft en vervangen door 32016R0794

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2009/934/oj

    11.12.2009   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 325/6


    BESLUIT 2009/934/JBZ VAN DE RAAD

    van 30 november 2009

    tot vaststelling van de uitvoeringsregels voor de betrekkingen van Europol met partners, inclusief de uitwisseling van persoonsgegevens en gerubriceerde informatie

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op Besluit 2009/371/JBZ van de Raad van 6 april 2009 tot oprichting van de Europese politiedienst (Europol) (1) (het „Europol-besluit”), en met name de artikelen 26, lid 1, onder b), en 59, lid 1, onder c),

    Gezien de door de raad van bestuur voorgelegde ontwerpregels, waarover het gemeenschappelijk controleorgaan advies heeft uitgebracht,

    Gezien het advies van het Europees Parlement,

    Overwegende dat de Raad, overeenkomstig het Europol-besluit, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen en na raadpleging van het Europees Parlement, de uitvoeringsregels voor de betrekkingen van Europol met partners, inclusief de uitwisseling van persoonsgegevens en gerubriceerde informatie (hierna: „de regels” genoemd), dient vast te stellen,

    BESLUIT:

    TITEL I

    ALGEMENE BEPALINGEN

    Artikel 1

    Definities

    In het kader van deze regels wordt verstaan onder:

    a)   „derde staten” als bedoeld in artikel 23, lid 1, onder a), van het Europol-besluit: staten die geen lid van de Europese Unie zijn;

    b)   „organisaties” als bedoeld in artikel 23, lid 1, onder b), van het Europol-besluit: organisaties zoals internationale organisaties en de daaronder ressorterende publiekrechtelijke organen, of andere publiekrechtelijke organisaties die zijn opgericht bij of op grond van een overeenkomst tussen twee of meer staten;

    c)   „derde partijen”: de bovengenoemde derde staten en organisaties;

    d)   „EU-organen”: instellingen, organen, bureaus en agentschappen die zijn opgericht bij of op grond van het Verdrag betreffende de Europese Unie en de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen, in de zin van artikel 22, lid 1, van het Europol-besluit;

    e)   „persoonsgegevens”: iedere informatie betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon; als identificeerbare persoon wordt beschouwd een persoon die direct of indirect kan worden geïdentificeerd, in het bijzonder aan de hand van een identificatienummer of van een of meer elementen die kenmerkend zijn voor zijn fysieke, fysiologische, psychische, economische, culturele of sociale identiteit;

    f)   „gerubriceerde informatie”: alle gegevens of materiaal, in enigerlei vorm ook, waarvan openbaarmaking zonder machtiging de wezenlijke belangen van Europol, van een of meer lidstaten of van de samenwerkingspartners van Europol in meerdere of mindere mate kan schaden, en waarop passende beveiligingsmaatregelen moeten worden toegepast;

    g)   „strategische overeenkomst”: een overeenkomst op grond waarvan gegevens, met uitzondering van persoonsgegevens, kunnen worden uitgewisseld;

    h)   „operationele overeenkomst”: een overeenkomst op grond waarvan gegevens, met inbegrip van persoonsgegevens, kunnen worden uitgewisseld;

    i)   „samenwerkingsovereenkomst”: een strategische of operationele overeenkomst;

    j)   „werkregeling”: een regeling tussen Europol en een EU-orgaan inzake hun samenwerking, op grond waarvan gegevens, met inbegrip van persoonsgegevens, kunnen worden uitgewisseld;

    k)   „verwerking van persoonsgegevens” of „verwerking”: elke bewerking of elk geheel van bewerkingen met betrekking tot persoonsgegevens, al dan niet uitgevoerd met behulp van geautomatiseerde procedés, zoals het verzamelen, vastleggen, ordenen, bewaren, bijwerken, wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, onthullen door middel van doorzending, verspreiden of op een andere wijze beschikbaar stellen, samenbrengen, met elkaar in verband brengen, afschermen, wissen of vernietigen van gegevens;

    l)   „bevoegde autoriteiten”: alle in de lidstaten of in derde staten bestaande overheidsinstanties die krachtens het nationale recht bevoegd zijn op het gebied van het voorkomen en bestrijden van strafbare feiten.

    Artikel 2

    Toepassingsgebied

    Deze regels gelden voor de betrekkingen van Europol met EU-organen en derde partijen, met inbegrip van de uitwisseling van persoonsgegevens en gerubriceerde informatie, en stellen de procedures vast die van toepassing zijn op de onderhandelingen over en de sluiting van samenwerkingsovereenkomsten en werkregelingen.

    TITEL II

    SLUITING VAN SAMENWERKINGSOVEREENKOMSTEN EN VAN WERKREGELINGEN

    Artikel 3

    Totstandbrenging van betrekkingen met EU-organen

    Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van het Europol-besluit kan Europol samenwerkingsverbanden aangaan en onderhouden met EU-organen, indien dit voor de vervulling van zijn taken van belang is.

    Europol wint het advies van de raad van bestuur in indien hij voornemens is onderhandelingen over een samenwerkingsovereenkomst of werkregeling aan te knopen met een EU-orgaan dat niet uitdrukkelijk in artikel 22, lid 1, onder a) tot en met f), vernoemd is.

    Artikel 4

    Procedure voor de sluiting van samenwerkingsovereenkomsten of werkregelingen met EU-organen

    1.   Overeenkomstig artikel 22, lid 2, van het Europol-besluit sluit Europol samenwerkingsovereenkomsten of werkregelingen met EU-organen met het oog op het tot stand brengen van samenwerkingsverbanden. Deze overeenkomsten of werkregelingen kunnen betrekking hebben op de uitwisseling van operationele, strategische of technische informatie, waaronder persoonsgegevens en gerubriceerde informatie.

    2.   Het toezenden van gerubriceerde informatie is enkel toegestaan indien er tussen Europol en het EU-orgaan overeenstemming over de geheimhouding bestaat. Het Beveiligingscomité wordt in kennis gesteld van een dergelijke overeenstemming, die vervolgens wordt geformaliseerd in de samenwerkingsovereenkomst of werkregeling.

    3.   Een dergelijke samenwerkingsovereenkomst of werkregeling kan enkel na goedkeuring door de raad van bestuur worden gesloten.

    4.   Indien de samenwerkingsovereenkomst of werkregeling betrekking heeft op de uitwisseling van persoonsgegevens, wint de raad van bestuur het advies van het gemeenschappelijk controleorgaan in voordat hij zijn goedkeuring als bedoeld in lid 3 verleent.

    Artikel 5

    Totstandbrenging van betrekkingen met derde partijen

    1.   Overeenkomstig artikel 23, lid 1, van het Europol-besluit kan Europol samenwerkingsverbanden met derde partijen aangaan en onderhouden, indien dit voor de vervulling van zijn taken nodig is.

    2.   Overeenkomstig artikel 23, lid 2, van het Europol-besluit sluit Europol overeenkomsten met de derde partijen die zijn opgenomen in de lijst van derde staten en organisaties als bedoeld in artikel 26, lid 1, onder a), van het Europol-besluit. Deze overeenkomsten kunnen betrekking hebben op de uitwisseling van operationele, strategische of technische informatie, waaronder persoonsgegevens en gerubriceerde informatie, op voorwaarde dat in het geval van een derde staat de informatie wordt verzonden via een in de overeenkomst aangewezen contactpunt.

    3.   Europol kan de procedure voor de sluiting van een overeenkomst met een derde partij inleiden zodra de derde partij in de in lid 2 bedoelde lijst is opgenomen.

    4.   Indien de sluiting van een operationele overeenkomst met een derde partij wordt voorgenomen, dient Europol te beoordelen of die derde partij een passend niveau van gegevensbescherming waarborgt. Deze beoordeling wordt aan de raad van bestuur toegezonden, die eerst het advies van het gemeenschappelijk controleorgaan heeft ingewonnen. Bij deze beoordeling wordt rekening gehouden met het regelgevingskader en de bestuursrechtelijke praktijk van de betrokken derde partij op het gebied van gegevensbescherming, met inbegrip van elke bestaande onafhankelijke autoriteit die verantwoordelijk is voor het toezicht op aangelegenheden betreffende gegevensbescherming.

    Artikel 6

    Procedure voor de sluiting van samenwerkingsovereenkomsten met derde partijen

    1.   De raad van bestuur besluit op basis van de in artikel 5, lid 4, bedoelde beoordeling en met inachtneming van het advies van het gemeenschappelijk controleorgaan of de directeur al dan niet onderhandelingen met de derde partij over de sluiting van een operationele overeenkomst opent. Na een voorafgaande positieve beslissing van de raad van bestuur opent de directeur onderhandelingen met de derde partij over de sluiting van een dergelijke overeenkomst. In geval van een negatieve beslissing kan de raad van bestuur de sluiting van een strategische overeenkomst met de betrokken derde partij in overweging nemen.

    2.   Het toezenden van gerubriceerde informatie door Europol is enkel toegestaan indien er tussen Europol en de derde partij overeenstemming over de geheimhouding bestaat. Het Beveiligingscomité wordt in kennis gesteld van een dergelijke overeenstemming, die vervolgens wordt geformaliseerd in de samenwerkingsovereenkomst.

    3.   Nadat de onderhandelingen over een overeenkomst zijn afgerond, dient de directeur de ontwerpovereenkomst bij de raad van bestuur in. Indien het de sluiting van een operationele overeenkomst betreft, wint de raad van bestuur het advies van het gemeenschappelijk controleorgaan in. De raad van bestuur keurt de ontwerpovereenkomst goed alvorens deze ter goedkeuring aan de Raad voor te leggen.

    In geval van goedkeuring van een operationele overeenkomst worden deze ontwerpovereenkomst en het advies van het gemeenschappelijk controleorgaan voorgelegd aan de Raad.

    4.   Overeenkomstig artikel 23, lid 2, van het Europol-besluit sluit Europol dergelijke overeenkomsten pas na goedkeuring door de Raad, die daartoe eerst de raad van bestuur heeft geraadpleegd en, voor zover het de uitwisseling van persoonsgegevens betreft, via de raad van bestuur het advies van het gemeenschappelijk controleorgaan heeft ingewonnen.

    Artikel 7

    Informering van de raad van bestuur

    De directeur informeert de raad van bestuur regelmatig over de stand van de onderhandelingen met EU-organen en derde partijen.

    TITEL III

    UITWISSELING VAN INFORMATIE

    HOOFDSTUK I

    Ontvangst van informatie

    Artikel 8

    Ontvangst van informatie voorafgaand aan de inwerkingtreding van een overeenkomst

    Voorafgaand aan de inwerkingtreding van een overeenkomst of werkregeling met een EU-orgaan of derde partij kan Europol, overeenkomstig artikel 22, lid 3, en artikel 23, lid 3, van het Europol-besluit, rechtstreeks informatie, waaronder persoonsgegevens en gerubriceerde informatie, ontvangen en gebruiken voor zover zulks voor de wettige uitvoering van zijn in artikel 5 van het Europol-besluit bedoelde taken noodzakelijk is.

    HOOFDSTUK II

    Toezenden van informatie

    Artikel 9

    Voorwaarden voor de toezending van informatie aan EU-organen en derde partijen

    Europol kan alleen informatie aan een EU-orgaan of een derde partij toezenden onder de volgende voorwaarden:

    1.

    Onverminderd de artikelen 11 tot en met 14 kan informatie alleen worden toegezonden nadat overeenkomstig de bepalingen van titel II een overeenkomst of werkregeling met het EU-orgaan of de derde partij is gesloten.

    2.

    Indien de betrokken gegevens door een lidstaat aan Europol zijn toegezonden, kan Europol deze uitsluitend met toestemming van die lidstaat aan EU-organen of derde partijen toezenden. De betrokken lidstaat kan daartoe voorafgaande — algemene of aan specifieke voorwaarden gebonden — toestemming geven. Deze toestemming kan te allen tijde worden ingetrokken.

    3.

    Indien de gegevens niet door een lidstaat zijn toegezonden, vergewist Europol zich ervan dat door de toezending:

    a)

    de behoorlijke vervulling van de onder de bevoegdheid van een lidstaat vallende taken niet in gevaar komt;

    b)

    de openbare orde of veiligheid van een lidstaat niet in gevaar komt of het algemeen welzijn niet anderszins wordt geschaad.

    4.

    De toezending van persoonsgegevens aan derde partijen is alleen toegestaan indien:

    a)

    dit in individuele gevallen nodig is voor het voorkomen of bestrijden van strafbare feiten die onder de bevoegdheid van Europol vallen, en

    b)

    Europol met de betrokken derde partij een operationele overeenkomst heeft gesloten volgens welke de toezending van dergelijke gegevens is toegestaan op grond van een beoordeling die bevestigt dat de derde partij overeenkomstig artikel 5, lid 4, een passend niveau van gegevensbescherming waarborgt.

    5.

    Het toezenden van gerubriceerde informatie door Europol is alleen toegestaan:

    a)

    indien er tussen Europol en het EU-orgaan of de derde partij overeenstemming bestaat over de geheimhouding overeenkomstig artikel 4, lid 2, en artikel 6, lid 2, en

    b)

    in geval van toezending van gegevens aan derde partijen, indien dit in individuele gevallen nodig is voor het voorkomen of bestrijden van strafbare feiten die onder de bevoegdheid van Europol vallen.

    Artikel 10

    Verantwoordelijkheid voor de toezending van gegevens

    De verantwoordelijkheid voor de rechtmatigheid van de toezending van gegevens berust bij Europol. Europol registreert alle gevallen van toezending van gegevens op grond van deze regels, alsmede de redenen daarvoor. Er worden alleen gegevens toegezonden indien de ontvangende partij toezegt dat de gegevens alleen worden gebruikt voor het doel waarvoor zij zijn toegezonden.

    Artikel 11

    Toezending van informatie aan EU-organen voorafgaand aan de inwerkingtreding van een samenwerkingsovereenkomst of werkregeling

    1.   Voorafgaand aan de inwerkingtreding van een operationele overeenkomst of werkregeling met een EU-orgaan kan Europol, overeenkomstig artikel 22, lid 3, van het Europol-besluit en onder de voorwaarden van artikel 9, punten 2 en 3, van deze regels, rechtstreeks informatie, waaronder persoonsgegevens, aan dit EU-orgaan toezenden voor zover zulks voor de rechtmatige uitvoering van de taken van de ontvangende partij noodzakelijk is.

    2.   Het toezenden van gerubriceerde informatie door Europol is enkel toegestaan indien er tussen Europol en het EU-orgaan overeenstemming bestaat over de geheimhouding in de zin van artikel 4, lid 2.

    Artikel 12

    Toezending van informatie aan derde partijen voorafgaand aan de inwerkingtreding van een overeenkomst

    Voorafgaand aan de inwerkingtreding van een overeenkomst met een derde partij kan Europol, overeenkomstig artikel 23, lid 4, van het Europol-besluit en onder de voorwaarden van artikel 9, punten 2 en 3, van deze regels, rechtstreeks informatie, met uitzondering van persoonsgegevens en gerubriceerde informatie, aan die derde partij toezenden voor zover zulks voor de rechtmatige uitvoering van de taken van de ontvangende partij noodzakelijk is.

    Artikel 13

    Toezending van informatie aan derde partijen die niet in de lijst van de Raad zijn opgenomen

    Overeenkomstig artikel 23, lid 5, van het Europol-besluit en onder de voorwaarden van artikel 9, punten 2 en 3, kan Europol rechtstreeks informatie, met uitzondering van persoonsgegevens en gerubriceerde gegevens, toezenden aan derde partijen die niet in de in artikel 26, lid 1, onder a), van het Europol-besluit bedoelde lijst zijn opgenomen, voor zover zulks in individuele gevallen absoluut noodzakelijk is voor het voorkomen of bestrijden van strafbare feiten die onder de bevoegdheid van Europol vallen.

    HOOFDSTUK III

    Toezending van informatie in uitzonderlijke gevallen

    Artikel 14

    Toezending van persoonsgegevens en gerubriceerde informatie in uitzonderlijke gevallen

    1.   Overeenkomstig artikel 23, leden 8 en 9, van het Europol-besluit en onder de voorwaarden van artikel 9, punten 2 en 3, van deze regels, kan Europol persoonsgegevens en gerubriceerde informatie in zijn bezit toezenden aan derde partijen, indien de directeur van oordeel is dat zulks absoluut noodzakelijk is om de wezenlijke belangen van de betrokken lidstaten te beschermen, voor zover dit binnen de doelen van Europol valt of gebeurt om onmiddellijk gevaar in verband met criminaliteit of terrorisme af te wenden.

    2.   In geval van toezending van gerubriceerde informatie stelt de directeur de raad van bestuur en het Beveiligingscomité zo spoedig mogelijk in kennis van zijn besluit.

    3.   In geval van toezending van persoonsgegevens weegt de directeur in alle gevallen het gegevensbeschermingsniveau van de betrokken derde partij af tegen deze belangen. Daarbij houdt de directeur rekening met alle betrokken elementen, zoals het gevaar dat kan ontstaan indien Europol de betrokken persoonsgegevens niet zou toezenden. De directeur brengt de raad van bestuur en het gemeenschappelijk controleorgaan zo spoedig mogelijk op de hoogte van zijn besluit en van de gronden voor zijn oordeel dat het door de betrokken derde partij geboden niveau van de gegevensbescherming voldoende is.

    4.   Voordat op grond van lid 1 persoonsgegevens worden toegezonden, gaat de directeur van Europol na of het gegevensbeschermingsniveau bij de betrokken derde partijen voldoende is, waarbij rekening wordt gehouden met alle omstandigheden die een rol spelen bij de toezending van persoonsgegevens, in het bijzonder:

    a)

    de aard van de gegevens;

    b)

    het doel waarvoor de gegevens worden verstrekt;

    c)

    de duur van de beoogde verwerking;

    d)

    de algemene of specifieke gegevensbeschermingsvoorschriften die van toepassing zijn op de derde partijen;

    e)

    de vraag of de derde partijen hebben ingestemd met specifieke door Europol gestelde voorwaarden voor de gegevens.

    HOOFDSTUK IV

    Bijzondere voorwaarden voor de toezending van persoonsgegevens

    Artikel 15

    Doelen waarvoor persoonsgegevens worden toegezonden

    1.   De gevraagde persoonsgegevens worden niet toegezonden indien doel en reden voor het verzoek niet worden aangegeven.

    2.   De toezending van persoonsgegevens waaruit de raciale of etnische afkomst, de politieke opvattingen, de godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging, of het lidmaatschap van een vakvereniging blijkt, alsook de toezending van gegevens die de gezondheid of het seksuele gedrag van een persoon betreffen, is niet toegestaan tenzij dit absoluut noodzakelijk is.

    Artikel 16

    Verbetering en verwijdering van persoonsgegevens

    1.   Bij de toezending van persoonsgegevens aan een EU-orgaan of derde partij zorgt Europol ervoor dat het EU-orgaan of de derde partij die de gegevens ontvangt zich ertoe verbindt dat de persoonsgegevens worden verbeterd of verwijderd indien blijkt dat zij onjuist, onnauwkeurig of niet bijgewerkt zijn of dat zij niet toegezonden hadden mogen worden. Wanneer Europol vaststelt dat persoonsgegevens onjuist, onnauwkeurig of niet bijgewerkt zijn of dat zij niet toegezonden hadden mogen worden, wordt het ontvangende EU-orgaan of de ontvangende derde staat daarvan onmiddellijk op de hoogte gesteld en verzocht Europol mee te delen dat de gegevens verbeterd of verwijderd zullen worden. De directeur stelt de raad van bestuur en het gemeenschappelijk controleorgaan in kennis van de activiteiten van Europol op dit gebied.

    2.   In elke overeenkomst wordt de verplichting vastgelegd om de gegevens volgens de in lid 1 bedoelde procedure te verbeteren of te verwijderen.

    3.   Bij de toezending van persoonsgegevens zorgt Europol ervoor dat de ontvanger zich ertoe verbindt dat de persoonsgegevens worden verwijderd als ze niet langer nodig zijn voor het doel waarvoor ze werden verstrekt.

    HOOFDSTUK V

    Doorgifte van gegevens aan EU-organen en derde partijen

    Artikel 17

    Bevoegde autoriteiten en doorgifte

    1.   De toezending van persoonsgegevens aan een derde staat door Europol en de doorgifte ervan binnen die staat worden beperkt tot bevoegde autoriteiten, die uitdrukkelijk worden vermeld in elke overeenkomst.

    2.   Tijdens de onderhandelingen over overeenkomsten stelt Europol alles in het werk om er waar mogelijk voor te zorgen dat een derde staat één bevoegde autoriteit aanwijst als nationaal contactpunt tussen Europol en de andere bevoegde autoriteiten van die derde staat.

    3.   Bij het toezenden van persoonsgegevens ziet Europol erop toe dat het EU-orgaan of de derde partij die de gegevens ontvangt zich ertoe verbindt dat de doorgifte ervan beperkt blijft tot de bevoegde autoriteiten en plaatsvindt onder dezelfde voorwaarden als die welke van toepassing zijn op de eerste toezending.

    4.   Indien het voor een derde staat niet mogelijk is één bevoegde autoriteit aan te wijzen om als nationaal contactpunt op te treden, kan in de overeenkomsten bij wijze van uitzondering worden voorzien in directe toezending van gegevens door Europol aan één of meer afzonderlijke bevoegde autoriteiten in de betrokken derde staat.

    Artikel 18

    Voorwaarden voor doorgifte

    1.   Europol zendt alleen persoonsgegevens aan een bevoegde autoriteit van een derde staat of aan een organisatie of EU-orgaan toe indien die autoriteit, die organisatie of dat orgaan toezegt dat deze gegevens niet zullen worden doorgeven aan andere EU-organen of derde partijen, behalve onder de in lid 2 vermelde voorwaarden.

    2.   Doorgifte van persoonsgegevens door een bevoegde autoriteit van een derde staat, een organisatie of een EU-orgaan waarmee Europol een operationele overeenkomst heeft gesloten kan alleen:

    a)

    met voorafgaande toestemming van Europol, indien het EU-orgaan of de derde partij dat c.q. die de persoonsgegevens ontvangt, een operationele overeenkomst met Europol heeft gesloten, of

    b)

    bij wijze van uitzondering, na machtiging door de directeur, die daarbij rekening houdt met het gegevensbeschermingsniveau van het EU-orgaan of de derde partij, indien hij doorgifte van de persoonsgegevens door het EU-orgaan of de derde partij als absoluut noodzakelijk beschouwt:

    i)

    om de wezenlijke belangen van de betrokken lidstaten te beschermen, voor zover dit binnen de doelstellingen van Europol valt, of

    ii)

    om onmiddellijk gevaar in verband met criminaliteit of terrorisme af te wenden.

    3.   Geen doorgifte van door een lidstaat aan Europol meegedeelde gegevens is toegelaten zonder de voorafgaande toestemming van de betrokken lidstaat. De directeur stelt de betrokken lidstaat in kennis van de redenen voor doorgifte via een EU-orgaan of derde partij in plaats van rechtstreekse toezending van dergelijke gegevens.

    HOOFDSTUK VI

    Bijzondere voorwaarden voor de ontvangst door Europol van van derde partijen afkomstige informatie

    Artikel 19

    Beoordeling van de bron en de informatie

    1.   Om de betrouwbaarheid van de door Europol ontvangen informatie alsmede de bron ervan te kunnen bepalen, verzoekt Europol het EU-orgaan of de derde partij om de informatie en de bron zoveel mogelijk te beoordelen overeenkomstig de criteria van artikel 12 van Besluit 2009/936/JBZ van de Raad van 30 november 2009 tot vaststelling van de uitvoeringsregels voor analysebestanden van Europol (2).

    2.   Indien deze beoordeling niet wordt verstrekt, tracht Europol de betrouwbaarheid van de bron of de informatie zoveel mogelijk te beoordelen op basis van informatie waarover hij reeds beschikt overeenkomstig de criteria van artikel 12 van de voorschriften voor analysebestanden van Europol.

    3.   Europol en een EU-orgaan of derde staat kunnen in een overeenkomst tot een algemene overeenstemming komen over de beoordeling van bepaalde soorten informatie en bepaalde bronnen overeenkomstig de criteria van artikel 12 van de voorschriften voor analysebestanden van Europol.

    Artikel 20

    Correctie en verwijdering van door Europol ontvangen informatie

    1.   In een overeenkomst wordt bepaald dat het EU-orgaan of de derde partij Europol informeert over de verbetering of verwijdering van aan Europol verstrekte informatie.

    2.   Wanneer een EU-orgaan of derde partij Europol ter kennis brengt dat aan Europol toegezonden informatie is verbeterd of verwijderd, verbetert of verwijdert Europol de informatie dienovereenkomstig. Europol verwijdert geen informatie indien Europol die informatie nog verder moet verwerken voor het analysebestand of, ingeval de informatie is opgeslagen in een ander Europol-gegevensbestand, indien Europol nog verdere belangstelling heeft voor de informatie omdat hij over uitgebreider inlichtingen beschikt dan het toezendende EU-orgaan of de toezendende derde partij. Europol brengt het betrokken EU-orgaan of de betrokken derde partij ter kennis dat die informatie opgeslagen blijft.

    3.   Indien Europol reden heeft om aan te nemen dat de verstrekte informatie onnauwkeurig is of niet is bijgewerkt, brengt hij het EU-orgaan of de derde partij die de informatie heeft verstrekt daarvan op de hoogte en verzoekt hij het EU-orgaan of de derde partij om Europol daaromtrent een standpunt mee te delen. Indien Europol informatie overeenkomstig artikel 31, lid 1, van het Europol-besluit verbetert of verwijdert, brengt hij het verstrekkende EU-orgaan of de verstrekkende derde partij van de verbetering of de verwijdering op de hoogte.

    4.   Onverminderd artikel 31 van het Europol-besluit wordt informatie die door een derde staat kennelijk is verkregen met flagrante schending van de rechten van de mens, niet verwerkt.

    5.   In een overeenkomst wordt bepaald dat het EU-orgaan of de derde partij Europol zoveel mogelijk informeert wanneer dat EU-orgaan of die derde partij reden heeft om aan te nemen dat de verstrekte informatie onnauwkeurig is of niet is bijgewerkt.

    TITEL IV

    SLOTBEPALINGEN

    Artikel 21

    Inwerkingtreding

    Deze regels treden in werking op 1 januari 2010.

    Gedaan te Brussel, 30 november 2009.

    Voor de Raad

    De voorzitster

    B. ASK


    (1)  PB L 121 van 15.5.2009, blz. 37.

    (2)  Zie bladzijde 14 van dit Publicatieblad.


    Top