Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32008D0489

    2008/489/EG: Beschikking van de Commissie van 27 juni 2008 betreffende tijdelijke beschermende maatregelen tegen de verspreiding van Bursaphelenchus xylophilus (Steiner et Buhrer) Nickle et al. (het dennenaaltje) in Portugal (Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 3312)

    PB L 168 van 28.6.2008, p. 38–40 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 18/08/2008; opgeheven door 32008D0684

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2008/489/oj

    28.6.2008   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 168/38


    BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

    van 27 juni 2008

    betreffende tijdelijke beschermende maatregelen tegen de verspreiding van Bursaphelenchus xylophilus (Steiner et Buhrer) Nickle et al. (het dennenaaltje) in Portugal

    (Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 3312)

    (2008/489/EG)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (1), en met name op artikel 16, lid 5,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Overeenkomstig Beschikking 2006/133/EG van de Commissie van 13 februari 2006 tot tijdelijke verplichting van de lidstaten om ten aanzien van andere gebieden in Portugal dan die waarvan bekend is dat Bursaphelenchus xylophilus (Steiner en Buhrer) Nickle et al. (het dennenaaltje) er niet voorkomt, aanvullende maatregelen te nemen teneinde de verspreiding ervan tegen te gaan (2), voert Portugal een uitroeiingsprogramma uit om de verspreiding van het dennenaaltje tegen te gaan.

    (2)

    Portugal heeft een ministerieel besluit vastgesteld (Portaria nr. 358/2008 van 12 mei 2008) waarbij het vervoer van vatbaar hout en vatbare planten uit het vasteland van Portugal verboden wordt tenzij het hout een warmtebehandeling heeft ondergaan en de planten naar behoren zijn gecontroleerd.

    (3)

    Portugal heeft bij de Commissie overeenkomstig artikel 4, tweede alinea, van Beschikking 2006/133/EG een voorstel voor een onderzoekprogramma voor het hele Portugese grondgebied ingediend. Dat voorstel is op 26 en 27 mei 2008 in het Permanent Plantenziektekundig Comité besproken. Op grond van de conclusies van het comité heeft de Commissie het onderzoekprogramma echter niet goedgekeurd, omdat het toezicht onvoldoende intensief is.

    (4)

    Portugal heeft de Commissie op 5 juni 2008 in kennis gesteld van nieuwe uitbraken van het dennenaaltje als gevolg van een buitengewoon onderzoek door de Portugese autoriteiten in aanvulling op het jaarlijkse onderzoek, in het gedeelte van Portugal waarvan tot nu toe bekend was dat het dennenaaltje er niet voorkwam.

    (5)

    Blijkens een inspectiebezoek van het Voedsel- en Veterinair Bureau van 2 tot en met 6 juni 2008 kan op grond van de beschikbare gegevens niet worden bevestigd dat er in Portugal gebieden zijn die vrij van het dennenaaltje zijn. Bovendien zijn de communautaire en nationale maatregelen niet volledig uitgevoerd.

    (6)

    Daarom worden de tot nog toe genomen maatregelen onvoldoende geacht en kan niet langer worden uitgesloten dat er een onmiddellijk risico bestaat dat het dennenaaltje zich als gevolg van het vervoer van vatbaar hout, vatbare schors en vatbare planten vanuit Portugal verspreidt. Bovendien moeten de overige lidstaten nu zo spoedig mogelijk toestemming krijgen om het vervoer van vatbaar hout, vatbare schors en vatbare planten, van oorsprong uit heel Portugal, naar hun grondgebied te controleren.

    (7)

    Naar aanleiding van de recente toename van het aantal uitbraken van het dennenaaltje in Portugal moeten zo spoedig mogelijk maatregelen worden genomen om het grondgebied van de overige lidstaten van het dennenaaltje te vrijwaren en de handelsbelangen van de Gemeenschap ten aanzien van derde landen te beschermen. Het vervoer van vatbaar hout, vatbare schors en vatbare planten vanuit Portugal naar de overige lidstaten en naar derde landen moet worden verboden, tenzij dat materiaal adequaat is behandeld of, als het om planten gaat, gecontroleerd. Daarom moeten de voorschriften voor het vervoer van vatbaar hout, vatbare schors en vatbare planten vanuit afgebakende gebieden naar andere gebieden in Portugal of naar andere lidstaten, worden uitgebreid tot al het vervoer vanuit Portugal naar andere lidstaten en derde landen. De traceerbaarheid moet worden gewaarborgd door elke eenheid van een zending te voorzien van een plantenpaspoort of een merkteken. De lidstaten moeten alle vatbaar hout, vatbare schors en vatbare planten uit Portugal die hun grondgebied binnenkomen, kunnen controleren.

    (8)

    In afwachting van de vergadering van het Permanent Plantenziektekundig Comité moeten tijdelijke beschermende maatregelen worden genomen om de verspreiding van het dennenaaltje vanuit Portugal naar andere lidstaten en naar derde landen tegen te gaan.

    (9)

    De in deze beschikking vervatte maatregelen zullen door het Permanent Plantenziektekundig Comité worden bezien,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

    Artikel 1

    1.   Portugal zorgt ervoor dat wordt voldaan aan de voorwaarden van de bijlage met betrekking tot vatbaar hout, vatbare schors en vatbare planten die vanuit zijn grondgebied naar andere lidstaten of naar derde landen worden vervoerd.

    2.   Andere lidstaten van bestemming dan Portugal mogen zendingen vatbaar hout, vatbare schors en vatbare planten die afkomstig zijn uit Portugal en hun grondgebied binnenkomen, testen op de aanwezigheid van Bursaphelenchus xylophilus (Steiner et Buhrer) Nickle et al. (het dennenaaltje).

    3.   Deze beschikking laat Beschikking 2006/133/EG onverlet.

    Artikel 2

    Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, 27 juni 2008.

    Voor de Commissie

    Androulla VASSILIOU

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 169 van 10.7.2000, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2007/41/EG van de Commissie (PB L 169 van 29.6.2007, blz. 51).

    (2)  PB L 52 van 23.2.2006, blz. 34. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2008/378/EG (PB L 130 van 20.5.2008, blz. 22).


    BIJLAGE

    In geval van vervoer vanuit Portugal naar andere lidstaten en naar derde landen geldt het volgende:

    a)

    vatbare planten moeten vergezeld gaan van een plantenpaspoort dat overeenkomstig Richtlijn 92/105/EEG van de Commissie (1) is opgesteld en afgegeven, nadat:

    zij officieel zijn gecontroleerd op en vrij zijn bevonden van sporen of symptomen van het dennenaaltje, en

    er sinds het begin van de laatste volledige vegetatiecyclus geen symptomen van het dennenaaltje zijn waargenomen op de plaats van productie en in de onmiddellijke nabijheid daarvan;

    b)

    vatbaar hout en vatbare schors, behalve hout in de vorm van:

    plakjes, spanen, kleine stukjes, resten of afval, geheel of gedeeltelijk verkregen uit deze Coniferae,

    pakkisten, kratten of trommels,

    laadborden, laadkisten of andere laadplateaus,

    stuwmateriaal, tussenschotten en dwarsbalken,

    maar met inbegrip van hout dat niet meer zijn natuurlijke ronde oppervlak heeft, moet vergezeld gaan van het onder a) bedoelde plantenpaspoort, nadat dat hout of die schors een adequate warmtebehandeling (kerntemperatuur van ten minste 56 °C gedurende 30 minuten) heeft ondergaan om ervoor te zorgen dat dat hout of die schors vrij is van levende dennenaaltjes;

    c)

    vatbaar hout in de vorm van plakjes, spanen, kleine stukjes, resten of afval, geheel of gedeeltelijk verkregen uit deze Coniferae, moet vergezeld gaan van het onder a) bedoelde plantenpaspoort, nadat het op adequate wijze is gefumigeerd om ervoor te zorgen dat het vrij is van levende dennenaaltjes;

    d)

    vatbaar hout in de vorm van stuwmateriaal, tussenschotten en dwarsbalken, met inbegrip van hout dat niet meer zijn natuurlijke ronde oppervlak heeft, en in de vorm van pakkisten, kratten, trommels of vergelijkbare verpakkingen, laadborden, laadkisten of andere laadplateaus, en opzetranden voor laadborden, al dan niet daadwerkelijk gebruikt voor het vervoer van allerhande voorwerpen, moet onderworpen worden aan een van de goedgekeurde maatregelen zoals aangegeven in bijlage I bij de Internationale Norm nr. 15 van de FAO voor fytosanitaire maatregelen inzake „Guidelines for regulating wood packaging material in international trade”. Het moet een merkteken dragen waaruit blijkt dat de behandeling heeft plaatsgevonden, alsmede waar en door wie die behandeling is uitgevoerd, of het moet vergezeld gaan van het onder a) bedoelde plantenpaspoort waarin wordt verklaard dat de maatregelen zijn uitgevoerd.

    Portugal zorgt ervoor dat elke vervoerde eenheid vatbaar hout, vatbare schors en vatbare planten wordt voorzien van het onder a) bedoelde plantenpaspoort of het merkteken overeenkomstig de Internationale Norm nr. 15 van de FAO voor fytosanitaire maatregelen.


    (1)  PB L 4 van 8.1.1993, blz. 22.


    Top