Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32007D0467

2007/467/EG: Besluit van de Commissie van 28 juni 2007 tot oprichting van de Deskundigengroep inzake radiofrequentie-identificatie

PB L 176 van 6.7.2007, p. 25–30 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/03/2009

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2007/467/oj

6.7.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 176/25


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 28 juni 2007

tot oprichting van de Deskundigengroep inzake radiofrequentie-identificatie

(2007/467/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Artikel 153 van het Verdrag heeft aan de Europese Gemeenschap de taak opgedragen om een hoog niveau van bescherming van de consumenten te waarborgen door de bevordering van hun recht op voorlichting en hun recht van vereniging om hun belangen te behartigen. Artikel 163 bepaalt dat de Gemeenschap de industrie moet aanmoedigen om competitiever te worden op internationaal niveau en de ondernemingen moet aanmoedigen om ten volle de mogelijkheden van de interne markt te benutten, in het bijzonder door de vaststelling van gemeenschappelijke normen. Artikel 157 bepaalt dat de Gemeenschap en de lidstaten een gunstig klimaat voor het ontplooien van initiatieven en een betere benutting van het industrieel potentieel van het beleid moeten bevorderen.

(2)

In de Mededeling van de Commissie „Radiofrequentie-identificatie (RFID) in Europa: maatregelen met het oog op een beleidskader” (1) (hierna „de mededeling”) is de oprichting aangekondigd van de deskundigengroep inzake radiofrequentie-identificatie (hierna „RFID”) hetgeen een dialoog tussen de stakeholders mogelijk moet maken om met kennis van zaken advies te kunnen verlenen over de maatregelen die moeten worden genomen in verband met de in de mededeling geopperde preoccupaties.

(3)

Bijgevolg moet een groep van deskundigen op het gebied van RFID worden opgericht en moeten de taken en de structuur daarvan worden vastgesteld.

(4)

De groep moet een dialoog helpen ontwikkelen tussen consumentenorganisaties, marktactoren en nationale en Europese autoriteiten, inclusief gegevensbeschermingsautoriteiten.

(5)

Persoonsgegevens over de leden van de groep moeten worden verwerkt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (2).

(6)

Er moet een periode worden vastgesteld gedurende welke dit besluit van toepassing zal zijn. De Commissie zal te gepasten tijde de wenselijkheid van een verlenging onderzoeken,

BESLUIT:

Artikel 1

De Deskundigengroep inzake radiofrequentie-identificatie

Met ingang van 1.7.2007 wordt de groep van deskundigen, de „Deskundigengroep inzake radiofrequentie-identificatie”, hierna „de groep” genoemd, opgericht.

Artikel 2

Taak

De groep heeft tot taak:

a)

het verlenen van advies aan de Commissie over de inhoud van een aanbeveling waarin de beginselen worden vastgesteld die overheden en andere stakeholders moeten toepassen met betrekking tot RFID-gebruik en over de inhoud van andere initiatieven van de Commissie betreffende dit gebied;

b)

het ontwikkelen van richtsnoeren over de wijze waarop RFID-toepassingen moeten functioneren rekening houdend met de zienswijzen van stakeholders en kwesties betreffende langetermijngebruikers alsmede economische en maatschappelijke aspecten van RFID-technologieën;

c)

het ondersteunen van de Commissie in haar inspanningen voor het bevorderen van bewustmakingscampagnes op het niveau van de lidstaten en burgers over de kansen en uitdagingen van RFID;

d)

het verstrekken van objectieve informatie en vergemakkelijken van de uitwisseling van ervaring en goede praktijken met betrekking tot de kansen en uitdagingen van RFID-technologie, inclusief toepassingen voor Europa's economie en maatschappij; het verstrekken van objectieve informatie over de Gemeenschap en nationale regelgevingskaders ten aanzien van gegevensbescherming en privacy, en over andere beleidspreoccupaties.

Artikel 3

Raadpleging

De Commissie kan de groep raadplegen over elke kwestie betreffende het volgen in Europa van een veilige, beveiligde, privacyvriendelijke en effectieve benadering van RFDI.

Artikel 4

Samenstelling — Benoeming

1.   De groep bestaat uit ten hoogste 35 leden.

2.   De directeur-generaal van DG Informatiemaatschappij en media of zijn/haar vertegenwoordiger benoemt de leden en waarnemers van de groep uit specialisten op de in de artikelen 2 en 3, lid 1, bedoelde gebieden op voordracht van organisaties die verzocht zijn deskundigen aan te bevelen. Onder dezelfde voorwaarden als die welke zijn vastgesteld voor de gewone leden van de groep wordt een gelijk aantal plaatsvervangende leden benoemd. Een plaatsvervangend lid neemt van rechtswege de plaats van het gewone lid in wanneer dit afwezig of verhinderd is.

3.   De leden worden benoemd met het oog op een evenwichtige vertegenwoordiging van de diverse stakeholders en omvatten met name vertegenwoordigers uit de volgende gebieden:

a)

Civiele samenleving

i)

de gemeenschappen van eindgebruikers die te maken hebben met RFID-systemen (burgers, consumenten, patiënten, werknemers);

ii)

privacyorganisaties.

b)

Belanghebbenden:

i)

gebruikers uit verschillende toepassingssectoren (bijvoorbeeld de logistieke, automobiel-, ruimtevaart-, gezondheids-, kleinhandels-, farmaceutische sector);

ii)

partijen die actief betrokken zijn bij het opzetten van RFID-systemen (zoals producenten van RFID-chips, ontwerpers en fabrikanten van gebruiksklare identificatielabels en lezers, software- en systeemintegratoren, aanbieders van diensten, en aanbieders van privacy- en beveiligingsoplossingen);

iii)

normalisatie-instanties.

4.   De volgende overheden worden uitgenodigd om als waarnemer aan de beraadslagingen van de groep deel te nemen:

a)

Vertegenwoordigers van de lidstaten die tijdens de ambtstermijn van de deskundigengroep het voorzitterschap van de EU bekleden;

b)

Vertegenwoordigers van gegevensbeschermingsautoriteiten.

5.   De volgende deskundigen worden uitgenodigd om als waarnemer aan de beraadslagingen van de groep deel te nemen:

a)

Academische onderzoekers en practici;

b)

Technologiedeskundigen, met name met betrekking tot de volgende generatie van genetwerkte RFID's („internet van dingen”);

c)

Rechtskundigen die advies verlenen over de bestaande wetgeving.

6.   De leden van de groep worden benoemd voor een hernieuwbare ambtstermijn van twee jaar. Zij blijven in functie tot zij worden vervangen of tot hun ambtstermijn afloopt.

7.   Leden die geen effectieve bijdrage meer aan de beraadslagingen van de groep kunnen leveren, die ontslag nemen of die niet aan de voorwaarden van de leden drie tot vijf van dit artikel of artikel 287 van het Verdrag voldoen, kunnen voor de resterende periode van hun ambtstermijn worden vervangen.

8.   De namen van de in lid 2 van dit artikel bedoelde organisaties worden bekendgemaakt op de internetsite van DG Informatiemaatschappij en media. Gegevens over de leden worden verzameld, verwerkt en bekendgemaakt overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 45/2001.

Artikel 5

Werkwijze

1.   De groep wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Commissie.

2.   In overeenstemming met de Commissie kunnen subgroepen worden opgericht om specifieke kwesties te behandelen op basis van het door de groep opgestelde mandaat. Deze groepen worden ontbonden zodra hun mandaat is vervuld.

3.   Indien dit nuttig en/of nodig is, kan de vertegenwoordiger van de Commissie deskundigen of waarnemers met specifieke deskundigheid inzake een geagendeerd onderwerp vragen om aan de beraadslagingen van de groep of subgroepen deel te nemen.

4.   De bij het deelnemen aan de beraadslagingen van een groep of subgroep verkregen informatie mag niet openbaar worden gemaakt wanneer deze volgens de Commissie op vertrouwelijke kwesties betrekking heeft.

5.   De groep en zijn subgroepen vergaderen normaal in de lokalen van de Commissie overeenkomstig de door haar bepaalde procedures en tijdschema. De diensten van de Commissie verzorgen het secretariaat. Andere betrokken ambtenaren van de Commissie mogen de vergaderingen van de groep en de subgroepen bijwonen.

6.   De groep stelt zijn reglement van orde vast op basis van het door de Commissie aangenomen standaardreglement van orde.

7.   De Commissie mag alle samenvattingen, conclusies, deelconclusies of werkdocumenten van de groep publiceren in de oorspronkelijke taal van het document in kwestie.

Artikel 6

Kosten van vergaderingen

De reis- en, voor zover van toepassing, verblijfskosten die door de leden, deskundigen en waarnemers in verband met de activiteiten van de groep worden gemaakt, worden door de Commissie terugbetaald overeenkomstig de Commissieregels voor de vergoeding van externe deskundigen.

De leden worden niet betaald voor de diensten die zij verlenen.

Vergaderkosten worden terugbetaald binnen de grenzen van het jaarbudget dat door de verantwoordelijke Commissiediensten aan de groep is toegewezen.

Artikel 7

Toepasselijkheid

Dit besluit is van toepassing tot 31 maart 2009.

Gedaan te Brussel, 28 juni 2007.

Voor de Commissie

Viviane REDING

Lid van de Commissie


(1)  COM(2007) 96 definitief.

(2)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.


BIJLAGE

REGLEMENT VAN ORDE VAN DE GROEP VAN DESKUNDIGEN INZAKE RADIOFREQUENTIE-IDENTIFICATIE (RFID)

DE DESKUNDIGENGROEP inzake radiofrequentie-identificatie (RFID),

Gelet op het besluit van de Commissie tot oprichting van een Deskundigengroep inzake radiofrequentie-identificatie (RFID), met name artikel 1,

Gezien het door de Commissie gepubliceerde standaardreglement van orde,

HEEFT HET VOLGENDE REGLEMENT VAN ORDE VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijeenroeping

1.   Vergaderingen van de groep worden door de voorzitter bijeengeroepen hetzij op diens eigen initiatief, hetzij op verzoek van een gewone meerderheid van leden na instemming van de Commissie.

2.   Voor aangelegenheden die ook tot de verantwoordelijkheid van andere groepen behoren, kunnen gemeenschappelijke vergaderingen met die groepen worden bijeengeroepen.

Artikel 2

Agenda

1.   Het secretariaat stelt de agenda op onder verantwoordelijkheid van de voorzitter en zendt deze aan de leden van de groep.

2.   De agenda wordt aan het begin van de vergadering door de groep aangenomen.

Artikel 3

Zenden van documenten aan groepsleden

1.   Het secretariaat zendt uiterlijk dertig kalenderdagen voor de datum van de vergadering de uitnodiging voor de vergadering en de ontwerp-agenda aan de groepsleden.

2.   Het secretariaat zendt uiterlijk veertien kalenderdagen voor de datum van de vergadering ontwerpen waarover de groep wordt geraadpleegd en alle andere werkdocumenten aan de groepsleden.

3.   In dringende of uitzonderlijke gevallen kunnen de uiterste termijnen voor het zenden van de documentatie als bedoeld in de leden 1 en 2 tot vijf kalenderdagen voor de datum van de vergadering worden verkort.

Artikel 4

Adviezen van de groep

1.   Voor zover mogelijk neemt de groep zijn adviezen of verslagen aan bij consensus.

2.   Wanneer geen consensus kan worden bereikt, worden conflicterende standpunten en desbetreffende achtergronden gerapporteerd zodat verschillende standpunten duidelijk worden begrepen.

Artikel 5

Subgroepen

1.   Met instemming van de Commissie kan de groep subgroepen oprichten om specifieke kwesties te behandelen op basis van een door de groep opgesteld mandaat; deze subgroepen worden ontbonden zodra zij dit mandaat hebben vervuld.

2.   De subgroepen rapporteren aan de groep.

Artikel 6

Toelating van derden

1.   De Commissievertegenwoordiger kan voor zover passend en/of nodig deskundigen of waarnemers met een speciale expertise over een kwestie die op de ontwerp-agenda staat, uitnodigen om deel te nemen aan de werkzaamheden van de groep of subgroepen.

2.   Deskundigen of waarnemers zijn niet aanwezig wanneer de groep een advies of verslag aanneemt.

Artikel 7

Schriftelijke procedure

1.   Indien nodig kan de groep zijn advies over een specifieke kwestie via een schriftelijke procedure verlenen. Daartoe zendt het secretariaat aan de groepsleden de ontwerpen waarover de groep wordt geraadpleegd en alle andere werkdocumenten.

2.   Indien echter een eenvoudige meerderheid van de groepsleden vraagt dat de kwestie tijdens een vergadering van de groep wordt behandeld, wordt de schriftelijke procedure zonder resultaat beëindigd en roept de voorzitter zo snel mogelijk een vergadering van de groep bijeen.

Artikel 8

Secretariaat

De Commissie verleent secretariële ondersteuning aan de groep en alle krachtens bovenstaand artikel 5, lid 1, opgerichte subgroepen.

Artikel 9

Beknopt verslag van de vergaderingen

Door het secretariaat wordt onder verantwoordelijkheid van de voorzitter een beknopt verslag opgesteld van de bespreking van elk punt op de agenda en de door de groep verleende adviezen. In het beknopt verslag wordt geen melding gemaakt van de individuele standpunten van de leden tijdens de beraadslagingen van de groep. Het beknopt verslag wordt door de groep aangenomen.

Artikel 10

Presentielijst

Tijdens elke vergadering stelt het secretariaat, onder verantwoordelijkheid van de voorzitter, een presentielijst op onder specificering, voor zover passend, van de overheden, organisaties of organen waartoe de deelnemers behoren.

Artikel 11

Preventie van belangenconflicten

1.   Aan het begin van elke vergadering informeert elk lid van wie deelname aan de beraadslagingen van de groep een belangenconflict over een specifiek agendapunt zou veroorzaken de voorzitter.

2.   In geval van een dergelijk belangenconflict onthoudt het lid zich van bespreking van de betrokken agendapunten en van stemming over deze punten.

Artikel 12

Correspondentie

1.   Correspondentie betreffende de groep wordt aan de Commissie gericht, ter attentie van de voorzitter.

2.   Correspondentie voor groepsleden wordt gezonden aan het [e-mail]adres dat zij met dat doel verstrekken.

Artikel 13

Transparantie

1.   Wat de toegang van het publiek tot de documenten van de groep betreft gelden dezelfde beginselen en voorwaarden als die welke zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (1) van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie. De Commissie beslist over de verzoeken om toegang tot die documenten.

2.   De beraadslagingen van de groep zijn vertrouwelijk.

3.   In overeenstemming met de Commissie kan de groep, bij een gewone meerderheid van zijn leden, besluiten om zijn beraadslagingen open te stellen voor het publiek.

Artikel 14

Bescherming van persoonsgegevens

Elke verwerking van persoonsgegevens in het kader van dit reglement van orde gebeurt in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (2) van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens.


(1)  PB L 145 van 31.5.2002, blz. 43.

(2)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.


Top