This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32006D0770
2006/770/EC: Commission Decision of 9 November 2006 amending the Annex to Regulation (EC) No 1228/2003 on conditions for access to the network for cross-border exchanges in electricity (Text with EEA relevance)
2006/770/EG: Besluit van de Commissie van 9 november 2006 tot wijziging van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1228/2003 betreffende de voorwaarden voor toegang tot het net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit (Voor de EER relevante tekst)
2006/770/EG: Besluit van de Commissie van 9 november 2006 tot wijziging van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1228/2003 betreffende de voorwaarden voor toegang tot het net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit (Voor de EER relevante tekst)
PB L 312 van 11.11.2006, p. 59–65
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(BG, RO)
PB L 322M van 2.12.2008, p. 284–290
(MT)
No longer in force, Date of end of validity: 02/03/2011
11.11.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 312/59 |
BESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 9 november 2006
tot wijziging van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1228/2003 betreffende de voorwaarden voor toegang tot het net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit
(Voor de EER relevante tekst)
(2006/770/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1228/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende de voorwaarden voor toegang tot het net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit (1), en met name op artikel 8, lid 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In Verordening (EG) nr. 1228/2003 zijn richtsnoeren voor het beheer en de toewijzing van beschikbare overdrachtcapaciteit van interconnecties tussen nationale systemen vastgesteld. |
(2) |
Deze richtsnoeren voor grensoverschrijdende interconnectiecapaciteit voor elektriciteit moeten doeltreffende congestiebeheermethoden bevatten om de toegang tot transmissiesystemen te garanderen met het oog op grensoverschrijdende transacties. |
(3) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het comité waarnaar wordt verwezen in artikel 13, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1228/2003, |
BESLUIT:
Artikel 1
De bijlage bij Verordening (EG) nr. 1228/2003 wordt vervangen door de bijlage bij dit besluit.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 9 november 2006.
Voor de Commissie
Andris PIEBALGS
Lid van de Commissie
(1) PB L 176 van 15.7.2003, blz. 1.
BIJLAGE
Richtsnoeren voor congestiebeheer en toewijzing van beschikbare overdrachtcapaciteit van interconnecties tussen nationale systemen
1. Algemene bepalingen
1.1. |
Transmissiesysteembeheerders moeten alle commerciële transacties trachten te aanvaarden, inclusief transacties die grensoverschrijdende handel omvatten. |
1.2. |
Wanneer er geen congestie is, wordt de toegang tot de interconnectie niet beperkt. Waar dit gewoonlijk het geval is, is er geen behoefte aan een permanente algemene toewijzingsprocedure voor toegang tot een grensoverschrijdende transmissiedienst. |
1.3. |
Wanneer de geplande commerciële transacties niet verenigbaar zijn met de veilige exploitatie van het netwerk, moeten de transmissiesysteembeheerders de congestie verlichten overeenkomstig de voorschriften voor veilige exploitatie van het netwerk en tegelijkertijd de daarmee gepaard gaande kosten op een economisch doeltreffend niveau trachten te houden. Redispatching of compensatiehandel moeten worden overwogen wanneer minder dure maatregelen niet kunnen worden toegepast. |
1.4. |
In geval van structurele congestie passen de transmissiesysteembeheerders onmiddellijk de vooraf vastgestelde en overeengekomen regels en afspraken voor congestiebeheer toe. De congestiebeheermethoden moeten ervoor zorgen dat de fysieke elektriciteitsstromen die gepaard gaan met alle toegewezen transmissiecapaciteit voldoen aan de veiligheidsnormen van het netwerk. |
1.5. |
De congestiebeheermethoden moeten doeltreffende economische signalen geven aan de marktdeelnemers en transmissiesysteembeheerders, de mededinging bevorderen en geschikt zijn om regionaal en gemeenschapsbreed te worden toegepast. |
1.6. |
Bij congestiebeheer mag geen onderscheid worden gemaakt op basis van de transactie. Een specifiek verzoek voor een transmissiedienst wordt enkel afgewezen wanneer aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
|
1.7. |
Bij het definiëren van passende netwerkgebieden waarop en waartussen congestiebeheer van toepassing is, moeten de transmissiesysteembeheerders zich laten leiden door de beginselen van rendabiliteit en minimalisering van de negatieve gevolgen voor de interne elektriciteitsmarkt. Concreet mogen transmissiesysteembeheerders de interconnectiecapaciteit niet beperken om congestie binnen hun eigen controlegebied op te lossen, behalve om de hierboven vermelde redenen en redenen van operationele veiligheid (1). Indien een dergelijke situatie zich voordoet, moeten de transmissiesysteembeheerders ze beschrijven en alle gebruikers hiervan op transparante wijze in kennis stellen. Een dergelijke situatie wordt alleen getolereerd zolang geen oplossing op lange termijn is gevonden. De methoden en projecten waarmee zo'n oplossing kan worden bereikt worden door de transmissiesysteembeheerders beschreven en op transparante wijze aan de gebruikers gepresenteerd. |
1.8. |
Wanneer het netwerk in het controlegebied in evenwicht wordt gebracht via operationele maatregelen in het netwerk en via redispatching, moet de transmissiesysteembeheerder rekening houden met het effect van deze maatregelen op naburige controlegebieden. |
1.9. |
Uiterlijk op 1 januari 2008 moeten op gecoördineerde wijze en onder veilige exploitatieomstandigheden mechanismen voor het intra-dagelijks beheer van congestie van de interconnectiecapaciteit worden opgesteld teneinde zoveel mogelijk handelsopportuniteiten te scheppen en een grensoverschrijdend evenwicht tot stand te brengen. |
1.10. |
De nationale regelgevende instanties zullen regelmatig de methoden voor congestiebeheer evalueren, waarbij zij met name aandacht zullen besteden aan de naleving van de beginselen en regels die in de verordening en de richtsnoeren zijn vastgelegd en aan de voorwaarden die de regelgevende instanties zelf hebben vastgesteld op basis van die beginselen en regels. In het kader van een dergelijke evaluatie moeten alle marktspelers worden geraadpleegd en moeten gerichte studies worden uitgevoerd. |
2. Methoden voor congestiebeheer
2.1. |
Methoden voor congestiebeheer moeten op de markt gebaseerd zijn zodat een efficiënte grensoverschrijdende handel wordt gefaciliteerd. Daarom zal capaciteit alleen worden toegewezen door expliciete (capaciteit) of impliciete (capaciteit en energie) veilingen. Beide methoden mogen worden gebruikt voor een en dezelfde interconnectie. Met betrekking tot intra-day handel is continuhandel mogelijk. |
2.2. |
Afhankelijk van de concurrentievoorwaarden moeten de mechanismen voor congestiebeheer zowel lange- als kortetermijntoewijzing van transmissiecapaciteit mogelijk maken. |
2.3. |
Bij elke procedure voor capaciteitstoewijzing wordt een voorgeschreven gedeelte van de beschikbare interconnectiecapaciteit toegewezen, alsook de resterende capaciteit die niet eerder is toegewezen en alle capaciteit die is vrijgegeven door de begunstigden van eerdere toewijzingen. |
2.4. |
Transmissiesysteembeheerders maken de door hen op de markt aangeboden transmissiecapaciteit zo zeker mogelijk, rekening houdend met de rechten en plichten van de betrokken transmissiesysteembeheerders en de marktdeelnemers, teneinde daadwerkelijke en doeltreffende mededinging te vergemakkelijken. Een redelijk deel van deze capaciteit mag als minder zeker op de markt worden gebracht, maar de marktdeelnemers worden te allen tijde op de hoogte gebracht van de precieze voorwaarden voor het transport via grensoverschrijdende lijnen. |
2.5. |
De toegangsrechten voor toewijzingen op lange en middellange termijn moeten vaste transmissiecapaciteitsrechten zijn. Voor deze toegangsrechten gelden de beginselen „use-it-or-lose-it” of „use-it-or-sell-it” op het ogenblik van de nominering. |
2.6. |
De transmissiesysteembeheerders stellen een passende structuur vast voor de toewijzing van capaciteit tussen verschillende tijdsbestekken. Hierin kan een optie zijn opgenomen om een minimumpercentage aan interconnectiecapaciteit te reserveren voor dagelijkse of „intra-day”-toewijzing. Deze toewijzingsstructuur moet worden beoordeeld door de respectievelijke regelgevende instanties. Bij het opstellen van hun voorstellen houden de transmissiesysteembeheerders rekening met:
|
2.7. |
Bij de toewijzing van capaciteit mag geen onderscheid worden gemaakt tussen marktdeelnemers die gebruik maken van hun recht om bilaterale leveringscontracten te sluiten en zij die een bod te doen op een energiebeurs. De capaciteit wordt toegewezen aan het hoogste bod, ongeacht of het een impliciet of expliciet bod binnen een gegeven tijdsbestek is. |
2.8. |
In gebieden waar de financiële termijnmarkten voor elektriciteit goed ontwikkeld zijn en hun doeltreffendheid hebben bewezen, mag alle interconnectiecapaciteit via impliciete veilingen worden toegewezen. |
2.9. |
Het is niet toegestaan reserveringsprijzen vast te stellen in het kader van methoden voor capaciteitstoewijzing; bij artikel 7 van de verordening wordt hierop een uitzondering gemaakt voor nieuwe interconnectoren. |
2.10. |
In beginsel mogen alle potentiële marktdeelnemers zonder beperking deelnemen aan het toewijzingsproces. Om te vermijden dat problemen in verband met het mogelijk gebruik van een dominante positie door marktdeelnemers ontstaan of verergeren, mogen de bevoegde regelgevings- en/of mededingingsinstanties om redenen van marktdominantie algemene of ten aanzien van een bedrijf geldende beperkingen opleggen. |
2.11. |
Voor elk tijdsbestek vindt er door de marktdeelnemers vaste nominatie plaats van hun capaciteitsgebruik bij de transmissiesysteembeheerders binnen een vastgestelde uiterste termijn. Deze uiterste termijn wordt zodanig vastgesteld dat de transmissiesysteembeheerders in staat zijn ongebruikte capaciteit opnieuw toe te wijzen voor gebruik in het volgende relevante tijdsbestek, zelfs binnen een en dezelfde dag. |
2.12. |
Capaciteit mag vrij worden verhandeld op secundaire basis voorzover de transmissiesysteembeheerder lang genoeg van tevoren hiervan in kennis wordt gesteld. Wanneer een transmissiesysteembeheerder een secundaire transactie weigert, moet hij dit op duidelijke en transparante wijze meedelen en uitleggen aan alle marktdeelnemers, en moet hij de regelgevende instantie daarvan in kennis stellen. |
2.13. |
De financiële gevolgen van het niet naleven van verplichtingen in verband met de toewijzing van capaciteit komen ten laste van degenen die daarvoor verantwoordelijk zijn. Wanneer marktdeelnemers geen gebruik maken van de capaciteit waartoe ze zich verbonden hebben of, in het geval van expliciet geveilde capaciteit, deze niet verhandelen op secundaire basis of tijdig teruggeven, verliezen ze de rechten op die capaciteit en zijn ze een op de kosten gebaseerde vergoeding verschuldigd. Deze op de kosten gebaseerde vergoedingen voor het niet gebruiken van capaciteit dienen gerechtvaardigd en proportioneel te zijn. Wanneer een transmissiesysteembeheerder zijn verplichting niet nakomt, dient hij de marktdeelnemer te vergoeden voor het verlies van de capaciteitsrechten. Met andere verliezen die het gevolg zijn van het verlies van capaciteitsrechten wordt geen rekening gehouden. De belangrijkste concepten en methoden voor het vaststellen van de aansprakelijkheid voor het niet naleven van de verplichtingen worden van tevoren uiteengezet voor wat de financiële gevolgen betreft, en dienen te worden beoordeeld door de relevante nationale regelgevende instantie(s). |
3. Coördinatie
3.1. |
De betrokken transmissiesysteembeheerders coördineren en implementeren de toewijzing van interconnectiecapaciteit aan de hand van gemeenschappelijke toewijzingsprocedures. Wanneer verwacht wordt dat de handel tussen twee landen (transmissiesysteembeheerders) een aanzienlijke invloed zal hebben op de fysieke stroom van elektriciteit in een derde land (transmissiesysteembeheerder), coördineren de betrokken transmissiesysteembeheerders hun congestiebeheermethodes via een gemeenschappelijke congestiebeheerprocedure. De nationale regelgevende instanties en de transmissiesysteembeheerders zien erop toe dat geen congestiebeheerprocedure unilateraal wordt opgezet die aanzienlijke gevolgen heeft voor de fysieke elektriciteitsstromen in andere netwerken. |
3.2. |
Uiterlijk op 1 januari 2007 moet tussen landen in de volgende gebieden een gemeenschappelijke congestiebeheermethode en -procedure voor toewijzing van capaciteit aan de markt worden opgezet, en dit minstens voor de jaar-, maand- en „day-ahead”-toewijzing:
In geval van een interconnectie waarbij tot meerdere gebieden behorende landen betrokken zijn mag een andere congestiebeheermethode worden gebruikt ter verzekering van verenigbaarheid met de methoden die worden toegepast in de andere gebieden waartoe genoemde landen behoren. In dat geval stellen de betreffende transmissiesysteembeheerders de methode voor die ter beoordeling aan de betreffende regelgevende instanties zal worden voorgelegd. |
3.3. |
De in punt 2.8. bedoelde gebieden mogen alle interconnectiecapaciteit via „day-ahead”-toewijzing toewijzen. |
3.4. |
In de zeven bovenvermelde gebieden worden verenigbare congestiebeheerprocedures vastgesteld om een volledig geïntegreerde interne Europese elektriciteitsmarkt tot stand te brengen. De marktpartijen mogen niet worden geconfronteerd met onverenigbare regionale systemen. |
3.5. |
Ter bevordering van eerlijke en doeltreffende mededinging en grensoverschrijdende handel, dient de in punt 2 beschreven coördinatie tussen de transmissiesysteembeheerders binnen de gebieden alle stappen te bestrijken, gaande van capaciteitsberekening en optimalisering van toewijzing tot veilige exploitatie van het netwerk, en worden de verantwoordelijkheden duidelijk verdeeld. Deze coördinatie heeft met name betrekking op:
|
3.6. |
De coördinatie omvat ook de uitwisseling van informatie tussen transmissiesysteembeheerders. De kenmerken, het tijdstip en de frequentie van de informatie-uitwisseling moet verenigbaar zijn met de activiteiten van punt 3.5 en met de werking van de elektriciteitsmarkten. Deze informatie-uitwisseling stelt de transmissiesysteembeheerders met name in staat de algemene situatie van het netwerk zo goed mogelijk te voorspellen, zodat ze de stromen in hun netwerk en de beschikbare interconnectiecapaciteiten kunnen beoordelen. Een transmissiesysteembeheerder die informatie verzamelt in naam van andere transmissiesysteembeheerders moet de resultaten van deze gegevensverzameling teruggeven aan de deelnemende transmissiesysteembeheerder. |
4. Tijdschema voor marktoperaties
4.1. |
De toewijzing van de beschikbare transmissiecapaciteit dient voldoende lang van tevoren plaats te vinden. Vóór elke toewijzing maken de betrokken transmissiesysteembeheerders samen de toe te wijzen capaciteit bekend, indien nodig rekening houdend met de capaciteit die vrijkomt uit zekere transmissierechten en, voorzover relevant, de daarmee gepaard gaande vereffende nomineringen; ook het tijdsbestek waarbinnen beperkte of geen capaciteit beschikbaar zal zijn (bijvoorbeeld wegens onderhoud) wordt bekendgemaakt. |
4.2. |
De nominering van transmissierechten dient, met volle aandacht voor de netwerkveiligheid, lang genoeg van tevoren plaats te vinden, en wel vóór de „day-ahead”-sessies van alle relevante georganiseerde markten en vóór de bekendmaking van de capaciteit die zal worden toegewezen op basis van het „day-ahead”- of het „intra-day”-toewijzingsmechanisme. Om doeltreffend gebruik te maken van de interconnectie worden nomineringen van transmissierechten in de omgekeerde richting vereffend. |
4.3. |
Opeenvolgende „intra-day”-toewijzingen van beschikbare transmissiecapaciteit voor dag D vinden plaats op de dagen D-1 en D, na bekendmaking van de geraamde of werkelijke „day-ahead”-productieschema's. |
4.4. |
Bij het voorbereiden van de „day-ahead”-netwerkexploitatie wisselen de transmissiesysteembeheerders informatie uit met naburige transmissiesysteembeheerders, zoals de topologie van de gridvoorspelling, de beschikbaarheid en voorspelde productie van opwekkingseenheden, en „load-flows”, teneinde het gebruik van het algemene netwerk te optimaliseren via operationele maatregelen die beantwoorden aan de regels voor veilige exploitatie van het netwerk. |
5. Transparantie
5.1. |
Transmissiesysteembeheerders publiceren alle relevante gegevens met betrekking tot de beschikbaarheid van het netwerk, de netwerktoegang en het netwerkgebruik, inclusief een verslag waarin wordt nagegaan waar en waarom er sprake is van congestie, welke methoden worden toegepast om de congestie te beheren en welke plannen er bestaan voor congestiebeheer in de toekomst. |
5.2. |
Transmissiesysteembeheerders publiceren een algemene beschrijving van de congestiebeheermethoden die in diverse omstandigheden worden toegepast om zoveel mogelijk capaciteit ter beschikking te stellen van de markt, alsook een algemeen systeem voor de berekening van de interconnectiecapaciteit voor de verschillende tijdsbestekken, gebaseerd op de werkelijke elektrische en fysieke toestand van het netwerk. Een dergelijk systeem moet door de regelgevende instanties van de betrokken lidstaat worden beoordeeld. |
5.3. |
De toegepaste procedures voor congestiebeheer en capaciteitstoewijzing, de tijdstippen en procedures voor het aanvragen van capaciteit, een beschrijving van de aangeboden producten en de rechten en plichten van transmissiesysteembeheerders en van de partijen die de capaciteit verkrijgen, inclusief de aansprakelijkheid bij niet naleving van deze plichten, moeten nauwkeurig door de transmissiesysteembeheerders worden beschreven en op transparante wijze aan alle potentiële netwerkgebruikers worden meegedeeld. |
5.4. |
De operationele normen en de normen voor de veiligheid van de planning vormen een integrerend onderdeel van de informatie die de transmissiesysteembeheerders moeten publiceren in een openbaar document. Ook dit document wordt ter beoordeling aan de nationale regelgevende instanties voorgelegd. |
5.5. |
De transmissiesysteembeheerders dienen alle relevante gegevens betreffende grensoverschrijdende handel te publiceren op basis van de best mogelijke voorspelling. De betrokken marktdeelnemers verschaffen de transmissiesysteembeheerders de nodige informatie, zodat die aan hun verplichting kunnen voldoen. De wijze waarop deze informatie wordt gepubliceerd moet ter beoordeling aan de regelgevende instanties worden voorgelegd. De transmissiesysteembeheerders moeten minstens de volgende gegevens publiceren:
|
5.6. |
De markt moet tijdig over alle relevante informatie beschikken om over alle transacties te kunnen onderhandelen (industriële klanten moeten bijvoorbeeld tijdig kunnen onderhandelen over jaarcontracten en biedingen moeten tijdig naar georganiseerde markten worden gestuurd). |
5.7. |
De transmissiesysteembeheerder moet de relevante informatie over de voorspelde vraag en opwekking publiceren volgens de in de punten 5.5 en 5.6 vermelde tijdschema's. De transmissiesysteembeheerder moet ook de relevante informatie publiceren die nodig is voor de grensoverschrijdende vereffeningsmarkt. |
5.8. |
Wanneer de voorspellingen zijn gepubliceerd, moeten ook de ex-post gerealiseerde waarden voor de informatie over de voorspelling worden gepubliceerd in de tijdsperiode die volgt op die waarop de voorspelling betrekking heeft of ten laatste op de volgende dag (D+1). |
5.9. |
Alle door de transmissiesysteembeheerders gepubliceerde informatie moet gratis ter beschikking worden gesteld in een gemakkelijk toegankelijk formaat. Het moet ook mogelijk zijn om via adequate en genormaliseerde middelen voor informatie-uitwisseling, die in nauwe samenwerking met de marktpartijen worden vastgesteld, toegang te krijgen tot alle gegevens. De gegevens omvatten informatie over voorbije tijdsperiodes, en minstens over de voorbije twee jaar, zodat nieuwe marktdeelnemers ook toegang hebben tot dergelijke gegevens. |
5.10. |
Transmissiesysteembeheerders wisselen regelmatig een reeks voldoende accurate gegevens over het netwerk en de „load-flow” uit teneinde elke transmissiesysteembeheerder in staat te stellen in zijn gebied „load-flow” berekeningen uit te voeren. Op verzoek wordt dezelfde reeks gegevens ook ter beschikking van de regelgevende instanties en van de Europese Commissie gesteld. De regelgevende instanties en de Europese Commissie behandelen deze gegevens vertrouwelijk en zien erop toe dat alle consultants die op basis van deze gegevens analytisch werk voor hen uitvoeren, ze eveneens vertrouwelijk behandelen. |
6. Het gebruik van inkomsten uit congestie
6.1. |
Aan een vooraf gespecificeerd tijdsbestek gekoppelde congestiebeheerprocedures leveren alleen inkomsten op wanneer er voor dat tijdsbestek congestie ontstaat, behalve in het geval van nieuwe interconnectoren, die een vrijstelling krachtens artikel 7 van de verordening genieten. De procedure voor de verdeling van deze inkomsten wordt ter beoordeling aan de regelgevende instanties voorgelegd; deze procedure mag het toewijzingsproces niet beïnvloeden ten gunste van een partij die capaciteit of energie aanvraagt en mag stimulansen voor de beperking van congestie niet ontmoedigen. |
6.2. |
De nationale regelgevende instanties moeten transparantie aan de dag leggen met betrekking tot het gebruik van de inkomsten uit de toewijzing van interconnectiecapaciteit. |
6.3. |
De inkomsten uit congestie worden onder de betrokken transmissiesysteembeheerders verdeeld overeenkomstig criteria die zijn overeengekomen tussen de betrokken transmissiesysteembeheerders en beoordeeld door de respectievelijke regelgevende instanties. |
6.4. |
De transmissiesysteembeheerders stellen van tevoren duidelijk vast hoe ze eventueel verkregen inkomsten uit congestie zullen gebruiken en brengen verslag uit over het werkelijke gebruik van deze inkomsten. De regelgevende instanties gaan na of dit gebruik in overeenstemming is met de verordening en de richtsnoeren en of alle congestie-inkomsten uit de toewijzing van interconnectiecapaciteit aan een of meer van de drie in artikel 6, lid 6, van de verordening beschreven doelstellingen werden besteed. |
6.5. |
Uiterlijk op 31 juli van elk jaar publiceren de regelgevende instanties een verslag waarin wordt uiteengezet hoeveel inkomsten tot en met 30 juni van dat jaar zijn gemaakt, hoe die inkomsten zijn gebruikt, of dat gebruik in overeenstemming is met de verordening en de richtsnoeren en of alle inkomsten uit congestie aan een of meer van de drie bovenvermelde doelstellingen zijn besteed. |
6.6. |
Wanneer inkomsten uit congestie worden aangewend voor investeringen voor het behoud of de uitbreiding van interconnectiecapaciteit, moeten ze bij voorkeur worden gebruikt voor specifieke vooraf vastgestelde projecten die bijdragen tot de verlichting van de bestaande congestie en die binnen een redelijke termijn ten uitvoer kunnen worden gelegd, met name met betrekking tot de vergunningsprocedure. |
(1) Met „operationele veiligheid” wordt bedoeld: „het transmissiesysteem wordt binnen de overeengekomen veiligheidsgrenzen gehouden”.