Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32005R1010

    Verordening (EG) nr. 1010/2005 van de Commissie van 30 juni 2005 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 628/2005 tot instelling van een voorlopig antidumpingrecht op de invoer van gekweekte zalm uit Noorwegen

    PB L 170 van 1.7.2005, p. 32–34 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
    PB L 327M van 5.12.2008, p. 399–403 (MT)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (BG, RO)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 22/01/2006

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2005/1010/oj

    1.7.2005   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 170/32


    VERORDENING (EG) Nr. 1010/2005 VAN DE COMMISSIE

    van 30 juni 2005

    tot wijziging van Verordening (EG) nr. 628/2005 tot instelling van een voorlopig antidumpingrecht op de invoer van gekweekte zalm uit Noorwegen

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) („de basisverordening”), en met name op artikel 7,

    Na overleg met het Raadgevend Comité,

    Overwegende hetgeen volgt:

    1.   GELDENDE MAATREGELEN

    (1)

    Na de opening (2) van een antidumpingonderzoek op 23 oktober 2004 heeft de Commissie op 23 april 2005 bij Verordening (EG) nr. 628/2005 (3) voorlopige antidumpingrechten ingesteld op de invoer van gekweekte zalm uit Noorwegen (hierna „de verordening tot instelling van het voorlopige recht” genoemd).

    (2)

    De voorlopige antidumpingrechten in de vorm van ad valorem-rechten die variëren van 6,8 % tot 24,5 % van de waarde van de ingevoerde producten worden sedert 27 april 2005 toegepast.

    2.   VORM VAN DE VOORLOPIGE ANTIDUMPINGMAATREGELEN

    (3)

    Antidumpingmaatregelen kunnen verschillende vormen aannemen. Zo is bijvoorbeeld het eigenlijke bedrag van een ad valorem-recht afhankelijk van de invoerprijs terwijl een minimuminvoerprijs uiteraard vast is. Het doel van beide vormen van maatregelen is een einde te maken aan de schadelijke gevolgen van dumping. Bij de keuze van de vorm van de maatregelen beschikt de Commissie over een ruime discretionaire bevoegdheid. In eerdere onderzoeken met betrekking tot gekweekte zalm werd de voorkeur gegeven aan een recht in de vorm van een minimuminvoerprijs die toereikend was om een einde te maken aan de gevolgen van de schadelijke dumping.

    (4)

    Bij de instelling van de voorlopige maatregelen in onderhavig geval oordeelde de Commissie evenwel dat een minimuminvoerprijs misschien moeilijk kon worden opgelegd en meer risico op ontduiking van de maatregelen inhield dan andere vormen van maatregelen. Derhalve kregen de voorlopige maatregelen in het kader van dit onderzoek oorspronkelijk de vorm van ad valorem-rechten.

    (5)

    Na de goedkeuring van de voorlopige maatregelen heeft zich op de markt van de Gemeenschap voor gekweekte zalm een belangrijke, ongekende, en onvoorspelbare prijsstijging voorgedaan. De situatie wordt verergerd door het feit dat zalm grotendeels wordt verkocht als een vers product met een beperkte houdbaarheid. De excessieve prijsschommelingen op de markt kunnen dus niet worden opgevangen door toereikende hoeveelheden van het product op te slaan.

    (6)

    Door de specifieke omstandigheden van dit geval gelden de oorspronkelijke overwegingen om geen minimuminvoerprijs vast te stellen niet langer. In tegenstelling tot het verleden is het risico dat een minimuminvoerprijs zou worden ontdoken momenteel immers zeer gering. De schommelingen die nu op de markt worden waargenomen wijzen er evenwel ook op dat deze spectaculaire ontwikkeling niet voldoende duurzaam is om de bevindingen op het gebied van dumping en schade met betrekking tot het onderzoektijdvak op de helling te zetten.

    (7)

    Het wordt derhalve raadzaam geacht om de vorm van de maatregelen te wijzigen en een minimuminvoerprijs toe te passen. Zoals hierboven werd gesteld heeft een minimuminvoerprijs hetzelfde doel als een ad valorem-recht namelijk een einde maken aan de gevolgen van de schadelijke dumping.

    (8)

    Wanneer wordt ingevoerd tegen een cif-prijs grens Gemeenschap die gelijk is aan of meer bedraagt dan de vastgestelde minimuminvoerprijs hoeft geen recht te worden betaald. Indien wordt ingevoerd tegen een lagere prijs moet het verschil tussen de werkelijke prijs en de vastgestelde minimuminvoerprijs worden betaald.

    (9)

    In verband met de minimuminvoerprijs die een eind moet maken aan de gevolgen van de schadelijke dumping wordt erop gewezen dat onderhavige wijziging van de verordening geen wijziging behelst van de bevindingen en de methoden waarvan in de verordening tot instelling van het voorlopige recht gebruik werd gemaakt en die met name werden uiteengezet in de overwegingen 132 tot 134 van bedoelde verordening.

    (10)

    Aangezien invoer uit Noorwegen tegen prijzen die hoger zijn dan of gelijk zijn aan de minimuminvoerprijs een eind zal maken aan de gevolgen van de schadelijke dumping is het passend om de minimuminvoerprijs bij invoer uit Noorwegen toe te passen.

    (11)

    Gekweekte zalm wordt doorgaans in verschillende aanbiedingsvormen verkocht (ontdaan van ingewanden, met kop; ontdaan van ingewanden, zonder kop; hele visfilets; andere filets of stukken van filets). Bij de wijziging van de vorm van de geldende maatregelen moet derhalve een niet-schadelijke minimuminvoerprijs voor elk van deze aanbiedingsvormen worden vastgesteld waarin de extra kosten die ontstaan bij de bereiding van elk van deze aanbiedingsvormen tot uiting komen. In dit opzicht zijn de verschillende minimuminvoerprijzen gebaseerd op de bevindingen van eerdere antidumpingonderzoeken in verband met het betrokken product alsmede op de bevindingen van onderhavig antidumpingonderzoek. Deze prijzen werden dus in hoofdzaak vastgesteld door toepassing van de gewichtsomrekeningscoëfficiënten die in Verordening (EG) nr. 772/1999 van de Raad (4) zijn opgenomen en ook in onderhavig onderzoek werden gebruikt.

    (12)

    De exporteurs/producenten moeten er zich van bewust zijn dat indien wordt vastgesteld dat de maatregelen niet doeltreffend zijn, en met name indien de minimuminvoerprijs wordt gemanipuleerd, geabsorbeerd of ontdoken, de Commissie na overleg met het Raadgevend Comité desgevallend nogmaals wijzigingen in Verordening (EG) nr. 628/2005 kan aanbrengen om de doeltreffendheid van de maatregelen te waarborgen.

    3.   DUUR VAN DE MAATREGELEN

    (13)

    De voorlopige antidumpingmaatregelen waren oorspronkelijk ingesteld voor een periode van zes maanden. Exporteurs/producenten die een aanzienlijk percentage van de bedrijfstak uitmaken, hebben om een verlenging van de geldigheidsduur van de voorlopige maatregelen met een periode van maximaal drie maanden verzocht.

    (14)

    Overeenkomstig artikel 7, lid 7, van de basisverordening wordt derhalve besloten de geldigheidsduur van de voorlopige maatregelen te verlengen tot en met 22 januari 2006.

    4.   SLOTBEPALINGEN

    (15)

    Rekening houdend met de beginselen van behoorlijk bestuur en met het feit dat termijnen voor reacties reeds waren vastgesteld in de verordening tot instelling van het voorlopige recht moet een termijn worden vastgesteld waarbinnen de belanghebbenden die zich binnen de in het bericht van inleiding vastgestelde termijn bekendmaakten hun standpunten schriftelijk kunnen meedelen en kunnen verzoeken te worden gehoord. Bovendien wordt erop gewezen dat de bevindingen met betrekking tot de instelling van rechten in het kader van onderhavige verordening voorlopig zijn en met het oog op de vaststelling van definitieve rechten eventueel moeten worden herzien,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Artikel 1 van Verordening (EG) nr. 628/2005 wordt vervangen door de volgende tekst:

    „1.   Er wordt een voorlopig antidumpingrecht ingesteld op gekweekte (andere dan wilde) zalm, al dan niet gefileerd, vers, gekoeld of bevroren, ingedeeld onder de GN-codes ex03021200, ex03031100, ex03031900, ex03032200, ex03041013 en ex03042013 (hierna „gekweekte zalm” genoemd) uit Noorwegen.

    2.   Het voorlopige antidumpingrecht geldt niet voor wilde zalm. Wilde zalm in de zin van deze verordening is zalm waarvan ten genoegen van de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de aangifte voor het vrije verkeer wordt aanvaard, met behulp van alle door de belanghebbenden over te leggen passende documenten wordt aangetoond dat deze in zee (voor Atlantische of Pacifische zalm) of in rivieren (voor Donau-zalm) is gevangen.

    3.   Het voorlopige antidumpingrecht is gelijk aan het verschil tussen de in lid 4 vastgestelde minimuminvoerprijs en de prijs franco grens Gemeenschap, vóór inklaring, indien laatstgenoemde lager is dan eerstgenoemde. Er wordt geen recht geïnd indien de nettoprijs, franco grens Gemeenschap gelijk is aan of hoger is dan de in lid 4 vastgestelde corresponderende minimuminvoerprijs.

    4.   Als minimuminvoerprijzen in de zin van lid 3 gelden per kilogram nettogewicht van het product:

    Aanbiedingsvorm van de gekweekte zalm

    Minimuminvoerprijs EUR/kg nettogewicht van het product

    Taric-code

    Hele vis vers, gekoeld of bevroren

    2,81

    0302120012030212003303021200930303110093030319009303032200120303220083

    Ontdaan van ingewanden, met kop, vers, gekoeld of bevroren

    3,12

    0302120013030212003403021200940303110094030319009403032200130303220084

    Andere (inclusief ontdaan van ingewanden, zonder kop), vers, gekoeld of bevroren

    3,51

    030212001503021200360302120096030311001803031100960303190018030319009603032200150303220086

    Hele visfilets en in stukken gesneden filets van meer dan 300 g per filet, vers, gekoeld of bevroren

    4,99

    0304101312030410139303042013120304201393

    Andere hele visfilets en in stukken gesneden filets van niet meer dan 300 g per filet, vers, gekoeld of bevroren

    6,00

    0304101315030410139603042013150304201396

    5.   Bij het in het vrije verkeer brengen in de Gemeenschap van het product waarnaar in lid 1 wordt verwezen moet een zekerheid worden gesteld die gelijk is aan het bedrag van het voorlopige recht.

    6.   Wanneer de goederen vóór ze in het vrije verkeer worden gebracht, werden beschadigd, waardoor de werkelijk betaalde of te betalen prijs voor de vaststelling van de douanewaarde overeenkomstig artikel 145 van Verordening (EG) nr. 2454/93 (5) van de Commissie verhoudingsgewijs werd verlaagd, wordt het bedrag van het overeenkomstig lid 4 berekende antidumpingrecht eveneens verlaagd met een percentage dat met de verlaging van de betaalde of te betalen prijs overeenstemt.

    7.   Tenzij anders vermeld, zijn de geldende bepalingen inzake douanerechten op dit recht van toepassing.

    Artikel 2

    Onverminderd het bepaalde in artikel 20 van Verordening (EG) nr. 384/96 kunnen belanghebbenden binnen 10 dagen na de datum van inwerkingtreding van deze verordening verzoeken om bekendmaking van de essentiële gegevens en overwegingen op basis waarvan deze verordening werd goedgekeurd, hun standpunten schriftelijk bekendmaken en verzoeken door de Commissie te worden gehoord.

    Artikel 3

    De tweede zin van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 628/2005 wordt vervangen door de volgende tekst:

    „Artikel 1 van deze verordening is van toepassing tot 22 januari 2006.”

    Artikel 4

    Deze verordening treedt in werking drie dagen na haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 30 juni 2005.

    Voor de Commissie

    Peter MANDELSON

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 461/2004 (PB L 77 van 13.3.2004, blz. 12).

    (2)  PB C 261 van 23.10.2004, blz. 8.

    (3)  PB L 104 van 23.4.2005, blz. 5.

    (4)  PB L 101 van 16.4.1999, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 321/2003 (PB L 47 van 21.2.2003, blz. 3).

    (5)  PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1.”


    Top