This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32004R0275
Commission Regulation (EC) No 275/2004 of 17 February 2004 initiating an investigation concerning the possible circumvention of anti-dumping measures imposed by Council Regulation (EC) No 1796/1999 on imports of steel ropes and cables originating in the People's Republic of China, by imports of steel ropes and cables consigned from Morocco, whether declared as originating in Morocco or not and making such imports subject to registration
Verordening (EG) nr. 275/2004 van de Commissie van 17 februari 2004 tot opening van een onderzoek naar de mogelijke ontduiking van de antidumpingmaatregelen die werden ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1796/1999 van de Raad ten aanzien van stalen kabels uit de Volksrepubliek China door verzending van deze kabels vanuit Marokko, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Marokko, en tot registratie van deze invoer
Verordening (EG) nr. 275/2004 van de Commissie van 17 februari 2004 tot opening van een onderzoek naar de mogelijke ontduiking van de antidumpingmaatregelen die werden ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1796/1999 van de Raad ten aanzien van stalen kabels uit de Volksrepubliek China door verzending van deze kabels vanuit Marokko, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Marokko, en tot registratie van deze invoer
PB L 47 van 18.2.2004, p. 13–15
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL)
No longer in force, Date of end of validity: 18/08/2004
Verordening (EG) nr. 275/2004 van de Commissie van 17 februari 2004 tot opening van een onderzoek naar de mogelijke ontduiking van de antidumpingmaatregelen die werden ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1796/1999 van de Raad ten aanzien van stalen kabels uit de Volksrepubliek China door verzending van deze kabels vanuit Marokko, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Marokko, en tot registratie van deze invoer
Publicatieblad Nr. L 047 van 18/02/2004 blz. 0013 - 0015
Verordening (EG) nr. 275/2004 van de Commissie van 17 februari 2004 tot opening van een onderzoek naar de mogelijke ontduiking van de antidumpingmaatregelen die werden ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1796/1999 van de Raad ten aanzien van stalen kabels uit de Volksrepubliek China door verzending van deze kabels vanuit Marokko, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Marokko, en tot registratie van deze invoer DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1972/2002(2), (hierna "de basisverordening" genoemd), en met name op artikel 13, lid 1, en artikel 14, leden 3 en 5, Na overleg met het Raadgevend Comité, Overwegende hetgeen volgt: A. VERZOEK (1) Op grond van artikel 13, lid 3, van de basisverordening werd bij de Commissie het verzoek ingediend een onderzoek in te stellen naar de mogelijke ontduiking van de antidumpingmaatregelen ten aanzien van stalen kabels uit de Volksrepubliek China. (2) Het verzoek werd op 5 januari 2004 ingediend door EWRIS Liaison Committee of EU Wire Rope Industries, namens 19 producenten in de Gemeenschap. B. PRODUCT (3) De antidumpingmaatregelen die zouden worden ontdoken hebben betrekking op stalen kabels, die doorgaans worden ingedeeld onder de GN-codes ex 7312 10 82, ex 7312 10 84, ex 7312 10 86, ex 7312 10 88 en ex 7312 10 99 ("het betrokken product"), van oorsprong uit de Volksrepubliek China. De GN-codes worden slechts ter informatie vermeld. (4) Het onderzoek heeft betrekking op stalen kabels die vanuit Marokko in de Gemeenschap worden ingevoerd en die doorgaans onder dezelfde codes worden aangegeven. C. THANS GELDENDE MAATREGELEN (5) De thans geldende maatregelen die mogelijk worden ontdoken zijn antidumpingmaatregelen die zijn ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1796/1999 van de Raad(3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1674/2003(4). D. MOTIVERING VAN HET VERZOEK (6) Het verzoek bevat voldoende bewijsmateriaal dat de thans geldende antidumpingmaatregelen ten aanzien van stalen kabels uit de Volksrepubliek China worden ontdoken door deze kabels, na overlading, vanuit Marokko in de Gemeenschap in te voeren. (7) Het bewijsmateriaal is als volgt: Er hebben zich belangrijke wijzigingen voorgedaan in het patroon van de invoer uit de Volksrepubliek China en uit Marokko na de instelling van antidumpingrechten op het betrokken product, waarvoor, behoudens de aanwezigheid van deze rechten, geen voldoende reden of verklaring is. Deze wijziging in het handelsverkeer lijkt te zijn veroorzaakt door het feit dat stalen kabels uit de Volksrepubliek China in Marokko worden overgeladen en via Marokko in de Gemeenschap worden ingevoerd. Bovendien bevat het verzoek voldoende bewijsmateriaal dat, gezien de hoeveelheden waarin en de prijzen waartegen stalen kabels uit Marokko momenteel worden ingevoerd, de herstellende werking van de antidumpingmaatregelen teniet wordt gedaan. De invoer van stalen kabels uit Marokko lijkt de invoer uit de Volksrepubliek China te hebben vervangen. Bovendien is er voldoende bewijsmateriaal dat deze gestegen invoer tegen prijzen plaatsvindt die veel lager zijn dan de niet-schadeveroorzakende prijs die werd vastgesteld bij het onderzoek dat tot de thans geldende maatregelen heeft geleid. Ten slotte bevat het verzoek voldoende bewijsmateriaal dat de stalen kabels uit Marokko tegen dumpingprijzen wordt ingevoerd omdat zij lager zijn dan de normale waarde die eerder voor het betrokken product werd vastgesteld. E. PROCEDURE (8) Gezien het bovenstaande is de Commissie tot de conclusie gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een onderzoek te openen overeenkomstig artikel 13 van de basisverordening en de invoer te laten registreren van stalen kabels die vanuit Marokko in de Gemeenschap worden ingevoerd, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Marokko, overeenkomstig artikel 14, lid 5, van de basisverordening. a) Vragenlijsten (9) Om de gegevens te verkrijgen die zij voor het onderzoek nodig heeft, heeft de Commissie een vragenlijst gezonden aan de exporteurs/producenten en organisaties van exporteurs/producenten in Marokko, de exporteurs/producenten en organisaties van exporteurs/producenten in de Volksrepubliek China, de importeurs en organisaties van importeurs in de Gemeenschap die medewerking verleenden aan het onderzoek dat tot de thans geldende maatregelen heeft geleid of die in het verzoek zijn vermeld, en aan de autoriteiten van de Volksrepubliek China en Marokko. Indien nodig kan ook de bedrijfstak van de Gemeenschap om gegevens worden verzocht. (10) Alle belanghebbenden moeten in ieder geval zo spoedig mogelijk, en binnen de termijn die is vastgesteld in artikel 3 van de basisverordening, contact opnemen met de Commissie om na te gaan of hun onderneming in het verzoek is genoemd en, zo nodig, binnen de in artikel 3, lid 1, van de basisverordening vermelde termijn een vragenlijst aan te vragen, daar de in artikel 3, lid 2, van de basisverordening vermelde termijn op alle partijen van toepassing is. (11) De autoriteiten van de Volksrepubliek China en Marokko zullen van de opening van het onderzoek op de hoogte worden gebracht en een kopie van het verzoek ontvangen. b) Het schriftelijk en mondeling verstrekken van inlichtingen (12) Alle belanghebbenden wordt verzocht hun standpunt uiteen te zetten en de Commissie bewijsmateriaal toe te zenden. Voorts kan de Commissie partijen horen die hierom schriftelijk verzoeken, mits deze partijen kunnen aantonen dat er bijzondere redenen zijn om hen te horen. c) Vrijstelling van registratie of van de maatregelen (13) Overeenkomstig artikel 13, lid 4, van de basisverordening kan de invoer van stalen kabels uit Marokko van registratie of maatregelen worden vrijgesteld wanneer blijkt dat deze invoer niet plaatsvindt met ontduiking van antidumpingmaatregelen. (14) De mogelijke ontduiking vindt plaats buiten de Gemeenschap. Artikel 13 van de basisverordening heeft ten doel ontduiking van rechten tegen te gaan zonder ondernemingen te treffen die kunnen aantonen dat ze niet bij dergelijke praktijken betrokken zijn; dit artikel bevat evenwel geen bepalingen hoe producenten in de betrokken landen die kunnen aantonen dat zij de antidumpingmaatregelen niet ontduiken, moeten worden behandeld. Derhalve zou de betrokken producenten de mogelijkheid moeten worden geboden te verzoeken hun producten van registratie of antidumpingmaatregelen vrij te stellen. (15) Producenten die een vrijstelling wensen moeten hiertoe een aanvraag indienen en binnen de vastgestelde termijnen de Commissie de antwoorden op een vragenlijst toezenden zodat kan worden vastgesteld dat zij de antidumpingrechten niet ontduiken in de zin van artikel 13, lid 1, van de basisverordening. Importeurs kunnen ook van de vrijstelling van registratie of maatregelen gebruik maken indien de door hen ingevoerde goederen afkomstig zijn van producenten die een dergelijke vrijstelling werd toegestaan overeenkomstig artikel 13, lid 4, van de basisverordening. F. REGISTRATIE (16) Overeenkomstig artikel 14, lid 5, van de basisverordening moet de invoer van bedoelde stalen kabels uit Marokko worden geregistreerd om ervoor te zorgen dat, indien in het kader van het onderzoek ontduiking wordt vastgesteld, met terugwerkende kracht antidumpingrechten kunnen worden geheven tot de datum waarop met de registratie een aanvang werd gemaakt. G. TERMIJNEN (17) In het belang van een behoorlijk bestuur dient een termijn te worden vastgesteld waarbinnen de belanghebbenden: - zich bij de Commissie kunnen aanmelden, hun standpunt schriftelijk kunnen uiteenzetten en haar hun antwoorden op de vragenlijst alsmede alle andere gegevens die zij voor het onderzoek nuttig achten kunnen toezenden, - schriftelijk kunnen verzoeken door de Commissie te worden gehoord. (18) Er wordt op gewezen dat de meeste in de basisverordening genoemde procedurerechten slechts kunnen worden uitgeoefend indien de betrokkene zich binnen de in artikel 3 van deze verordening gestelde termijnen kenbaar maakt. H. MEDEWERKING (19) Indien een belanghebbende binnen de gestelde termijnen geen toegang geeft tot de nodige informatie, deze anderszins niet verstrekt of het onderzoek ernstig belemmert, kunnen, overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening, zowel positieve als negatieve conclusies worden getrokken op basis van de beschikbare gegevens. (20) Indien blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende informatie heeft verstrekt kan de Commissie deze buiten beschouwing laten en overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening gebruikmaken van de beschikbare gegevens. Indien een belanghebbende geen of slechts ten dele medewerking verleent en gebruik wordt gemaakt van de beste beschikbare gegevens kan het resultaat voor de belanghebbende minder gunstig zijn dan indien hij wel medewerking had verleend, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Op grond van artikel 13, lid 3, van Verordening (EG) nr. 384/96 wordt een onderzoek geopend om vast te stellen of bij de invoer in de Gemeenschap van stalen kabels van de GN-codes ex 7312 10 82, ex 7312 10 84, ex 7312 10 86, ex 7312 10 88 en ex 7312 10 99 (Taric-codes 7312 10 82 12, 7312 10 84 12, 7312 10 86 12, 7312 10 88 12, 7312 10 99 12 ) die vanuit Marokko zijn verzonden, al dan niet aangegeven als van oorsprong zijnde uit Marokko, de maatregelen worden ontdoken die bij Verordening (EG) nr. 1796/1999 werden ingesteld ten aanzien van deze stalen kabels van oorsprong uit de Volksrepubliek China. Artikel 2 Op grond van artikel 13, lid 3, en artikel 14, lid 5, van Verordening (EG) nr. 384/96 wordt de douaneautoriteiten opgedragen de nodige maatregelen te nemen om de invoer van het in artikel 1 omschreven product te registreren. De registratie wordt negen maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening beëindigd. Bij verordening kan de Commissie de douaneautoriteiten opdragen de registratie te beëindigen van de invoer van producten die zijn vervaardigd door producenten die om vrijstelling van registratie hebben verzocht en voor wie geen ontduiking van de antidumpingrechten werd vastgesteld. Artikel 3 1. Vragenlijsten moeten bij de Commissie worden aangevraagd binnen 15 dagen na de bekendmaking van deze verordening in het Publicatieblad van de Europese Unie. 2. Belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden dienen binnen 40 dagen na de bekendmaking van deze verordening in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders vermeld, contact op te nemen met de Commissie, hun standpunten schriftelijk uiteen te zetten en de antwoorden op de vragenlijst alsmede andere informatie toe te zenden. 3. Verzoeken om te worden gehoord dienen binnen dezelfde termijn van 40 dagen te worden ingediend. 4. Alle gegevens in verband met deze zaak, verzoeken om te worden gehoord, aanvragen voor vragenlijsten alsmede aanvragen voor certificaten van niet-ontduiking moeten schriftelijk worden ingediend (niet elektronisch, tenzij anders vermeld) onder opgave van naam, adres, e-mail adres, telefoon-, fax- en/of telexnummer van de betrokkene. Alle schriftelijke opmerkingen, met inbegrip van de informatie waarom in deze verordening wordt verzocht, antwoorden op de vragenlijst en correspondentie die als vertrouwelijk is verstrekt, moeten van het opschrift "Limited"(5) zijn voorzien en moeten, overeenkomstig artikel 19, lid 2, van de basisverordening, vergezeld gaan van een niet-vertrouwelijke versie waarop is vermeld "For inspection by interested parties". Commissie van de Europese Gemeenschappen Directoraat-generaal Handel Directoraat B Kamer J-79 5/16 B - 1049 Brussel Fax (32-2) 295 65 05 Telex: B. 21877 COMEU Artikel 4 Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, 17 februari 2004. Voor de Commissie Pascal Lamy Lid van de Commissie (1) PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. (2) PB L 305 van 7.11.2002, blz. 1. (3) PB L 217 van 17.8.1999, blz. 1. (4) PB L 238 van 25.9.2003, blz. 1. (5) Dit betekent dat het document slechts voor intern gebruik is bestemd. De inhoud ervan is beschermd overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43). Dit document is vertrouwelijk in de zin van artikel 19 van Verordening (EG) nr. 384/96 en artikel 6 van de WTO-overeenkomst inzake de uitvoering van artikel 6 van de GATT 1994 (antidumpingovereenkomst).