EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32004R0103

Verordening (EG) nr. 103/2004 van de Commissie van 21 januari 2004 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad met betrekking tot de regeling inzake interventie en het uit de markt nemen van producten in de sector groenten en fruit

PB L 16 van 23.1.2004, p. 3–19 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2007; opgeheven door 32007R1580

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2004/103(1)/oj

32004R0103

Verordening (EG) nr. 103/2004 van de Commissie van 21 januari 2004 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad met betrekking tot de regeling inzake interventie en het uit de markt nemen van producten in de sector groenten en fruit

Publicatieblad Nr. L 016 van 23/01/2004 blz. 0003 - 0019


Verordening (EG) nr. 103/2004 van de Commissie

van 21 januari 2004

houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad met betrekking tot de regeling inzake interventie en het uit de markt nemen van producten in de sector groenten en fruit

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad van 28 oktober 1996 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit(1), en met name op artikel 30, leden 6 en 7, en artikel 48,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Uit de ervaring met de toepassing van Verordening (EG) nr. 659/97 van de Commissie van 16 april 1997 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad met betrekking tot de interventieregeling in de sector groenten en fruit(2) blijkt dat in die regeling bepaalde wijzigingen dienen te worden aangebracht. In het kader van een voortdurend streven naar duidelijke teksten ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 2200/96 is het wenselijk Verordening (EG) nr. 659/97 te vervangen. Ook dient uit rationaliteitsoverwegingen van deze gelegenheid gebruik te worden gemaakt om de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1492/97 van de Commissie van 29 juli 1997 houdende bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad inzake de vaststelling van de voorwaarden voor de distillatie van bepaalde uit de markt genomen vruchten(3) in de nieuwe verordening op te nemen. Bijgevolg dienen de Verordeningen (EG) nr. 659/97 en (EG) nr. 1492/97 te worden ingetrokken.

(2) Titel IV van Verordening (EG) nr. 2200/96 bevat de interventieregeling voor de in artikel 1, lid 2, van die verordening genoemde producten en voorziet in de toekenning van een communautaire vergoeding voor de in bijlage II bij die verordening vermelde producten. Volgens artikel 15, lid 3, van die verordening kan het actiefonds worden gebruikt om het uit de markt nemen van producten te financieren, met name voor de niet in bijlage II bij die verordening vermelde producten, en om een toeslag op de in titel IV van die verordening bedoelde communautaire vergoeding toe te kennen. De uitvoeringsbepalingen voor de genoemde bepalingen dienen te worden vastgesteld.

(3) Omdat de termen "niet te koop aangeboden producten" en "uit de markt genomen producten" met elkaar worden gelijkgesteld, moeten zij in eenzelfde begripsomschrijving worden opgenomen. Voor de termen "in de handel gebrachte hoeveelheid" en "in de handel gebrachte productie" dient eveneens een enkele begripsomschrijving te gelden die in overeenstemming is met de begripsomschrijving van de term "waarde van de verkochte productie" zoals vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1433/2003 van de Commissie van 11 augustus 2003 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2200/96 van de Raad voor wat de actiefondsen, de operationele programma's en de toekenning van financiële steun betreft(4), wat betekent dat ook de uit de markt genomen hoeveelheden die vervolgens voor gratis uitreiking worden bestemd, eronder moeten vallen.

(4) Gepreciseerd dient te worden dat de voorschriften op het gebied van de verplichte verpakking niet gelden voor uit de markt genomen producten met uitzondering van miniproducten, welke laatste zouden kunnen worden verward met producten die niet de vereiste minimumgrootte of het vereiste minimumgewicht hebben.

(5) De verkoopseizoenen voor de betrokken producten en de uitvoeringsbepalingen betreffende het in artikel 23, lid 5, van Verordening (EG) nr. 2200/96 bedoelde driejaarsgemiddelde moeten worden vastgesteld.

(6) Om het de controleautoriteiten mogelijk te maken hun controles te plannen, moeten de telersverenigingen elke ophoudverrichting van tevoren aan deze autoriteiten melden. Deze autoriteiten staan vervolgens elke ophoudverrichting toe op basis van de bevindingen bij eventuele controles. Het is wenselijk te bepalen dat deze autoriteiten de denaturering van de uit de markt genomen producten bijwonen in het geval dat deze producten niet bestemd zijn voor menselijke consumptie na gratis uitreiking.

(7) Bij artikel 23, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2200/96 zijn de communautaire ophoudvergoedingen voor de in bijlage II bij die verordening genoemde producten vastgesteld. Voor de betaling van deze vergoedingen dient te worden voorzien in een regeling die het mogelijk maakt enerzijds op elk moment de bij artikel 23 van Verordening (EG) nr. 2200/96 vastgestelde maxima in acht te nemen en anderzijds binnen redelijke termijnen tot betaalbaarstelling voor de betrokken verrichtingen over te gaan.

(8) Omdat het uit de markt nemen van producten zoals bedoeld in artikel 15, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2200/96, wordt gefinancierd door de actiefondsen, dienen de betrokken betalingen plaats te vinden in het kader van Verordening (EG) nr. 1433/2003. Duidelijkheidshalve dient het in artikel 15, lid 3, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 2200/96 bedoelde maximum voor de toeslagen op de communautaire ophoudvergoeding echter concreet te worden vastgesteld.

(9) In artikel 30, lid 1, onder a), eerste, tweede en derde streepje, en onder b), van Verordening (EG) nr. 2200/96 is bepaald dat uit de markt genomen groenten en fruit in de Gemeenschap en daarbuiten als humanitaire hulp via liefdadigheidsorganisaties of bepaalde inrichtingen en instellingen gratis kunnen worden uitgereikt aan bepaalde behoeftige categorieën van de bevolking. Daartoe dient te worden voorzien in de voorafgaande erkenning van de liefdadigheidsorganisaties. Ook dient, wat voedselhulp betreft, ervoor te worden gezorgd dat de uitvoeringsbepalingen verenigbaar zijn met de algemene beginselen die de Gemeenschap hanteert ten aanzien van voedselhulp in natura.

(10) Om de gratis uitreiking van uit de markt genomen producten te vergemakkelijken, dient te worden toegestaan dat die producten worden verwerkt met het oog op gratis uitreiking ervan, hetzij op kosten van de liefdadigheidsorganisatie, hetzij door middel van een procedure die een gelijke behandeling van de belangstellende verwerkers garandeert.

(11) In geval van gratis uitreiking van uit de markt genomen groenten en fruit zijn de vervoers-, sorteer- en verpakkingskosten op grond van artikel 30, lid 6, van Verordening (EG) nr. 2200/96 voor rekening van de Gemeenschap. Gepreciseerd dient te worden aan wie de vervoerskosten moeten worden betaald. Ook dienen forfaitaire bedragen voor de vergoeding van de vervoers- sorteer- en verpakkingskosten te worden vastgesteld.

(12) Artikel 30, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2200/96 voorziet voor de uit de markt genomen producten ook nog in andere voorkeursbestemmingen dan gratis uitreiking. Bepaald dient te worden dat de lidstaten voor de geschiktste bestemming kunnen kiezen, met dien verstande dat zich geen concurrentiedistorsies ten nadele van de betrokken industrieën mogen voordoen. Voor sommige uit de markt genomen producten kan verwerking tot alcohol een van die bestemmingen zijn. Om te voorkomen dat distillatie van die producten tot verstoring van de alcoholmarkt leidt, dient te worden bepaald dat de verkregen alcohol moet worden gedenatureerd en moet worden bestemd voor industriële doeleinden met uitsluiting van alle voedingsdoeleinden.

(13) In artikel 25 van Verordening (EG) nr. 2200/96 is bepaald dat de lidstaten nationale richtsnoeren vaststellen voor de opstelling van bestekken inzake milieuvriendelijke methoden voor het uit de markt nemen van producten. De minimale inhoud van deze richtsnoeren dient te worden vastgesteld om te garanderen dat producten op milieuvriendelijke wijze uit de markt worden genomen, met name waar het gaat om uit de markt genomen producten die worden vernietigd of aan dieren worden verstrekt door uitspreiding over de bodem.

(14) Er moeten procedures worden vastgesteld voor een fysieke en documentencontrole op de interventieverrichtingen, niet alleen ten tijde van de ophoudverrichting maar ook na afloop van het verkoopseizoen. Voor inbreuken dient te worden voorzien in een terugvorderingsregeling en in afschrikkende sancties die in verhouding staan tot de ernst van de onregelmatigheid. De controles moeten betrekking hebben op de telersverenigingen en op de betrokken geadresseerden.

(15) Er moet rekening worden gehouden met de administratieve belasting die de tenuitvoerlegging van deze verordening voor de lidstaten zal betekenen, en daarom moet worden bepaald dat deze verordening naar gelang van de producten van toepassing is met ingang van het eerste verkoopseizoen dat volgt op de datum van inwerkingtreding van deze verordening. Voorts moeten de bij Verordening (EG) nr. 659/97 vastgestelde bepalingen betreffende de mededeling van de productenprijzen tot 1 juli 2004 van toepassing blijven in afwachting dat nieuwe bepalingen worden vastgesteld los van de onderhavige verordening.

(16) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor verse groenten en fruit,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I ALGEMENE VOORSCHRIFTEN

Artikel 1

Toepassingsgebied

Deze verordening bevat uitvoeringsbepalingen van de regeling inzake:

a) interventie zoals bedoeld in titel IV van Verordening (EG) nr. 2200/96 voor de in bijlage II bij die verordening vermelde producten;

b) het uit de markt nemen van producten zoals bedoeld in artikel 15, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2200/96 voor de in artikel 1, lid 2, van die verordening genoemde maar niet in bijlage II bij die verordening vermelde producten.

Artikel 2

Begripsomschrijvingen

1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder "uit de markt genomen producten" en "niet te koop aangeboden producten" verstaan, de producten die:

a) overeenkomstig de in titel IV van Verordening (EG) nr. 2200/96 vastgestelde interventieregeling niet via een telersvereniging zoals bedoeld in artikel 11 van die verordening worden verkocht;

b) overeenkomstig artikel 15, lid 2, onder a), van die verordening uit de markt worden genomen.

2. Voor elk product is de door de telersvereniging "in de handel gebrachte hoeveelheid" zoals bedoeld in artikel 23, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2200/96 gelijk aan de som van:

a) de door de leden geproduceerde hoeveelheid die daadwerkelijk via de telersvereniging wordt verkocht of door haar daadwerkelijk wordt verwerkt;

b) de door leden van andere telersverenigingen geproduceerde hoeveelheid die via de betrokken telersvereniging in de handel wordt gebracht overeenkomstig artikel 11, lid 1, onder c), punt 3, tweede en derde streepje, van Verordening (EG) nr. 2200/96;

c) de uit de markt genomen hoeveelheid die wordt bestemd voor gratis uitreiking zoals bedoeld in artikel 30, lid 1, onder a) en b), van Verordening (EG) nr. 2200/96.

De in de eerste alinea bedoelde in de handel gebrachte hoeveelheid omvat niet de door de leden van de telersvereniging geproduceerde hoeveelheid die in de handel wordt gebracht overeenkomstig artikel 11, lid 1, onder c), punt 3, eerste, tweede en derde streepje, van Verordening (EG) nr. 2200/96.

De in de handel gebrachte productie als bedoeld in artikel 24 van Verordening (EG) nr. 2200/96 wordt gelijkgesteld met de in de handel gebrachte hoeveelheid als omschreven in de eerste alinea van dit lid.

HOOFDSTUK II UIT DE MARKT NEMEN

Artikel 3

Handelsnormen

1. Indien overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EG) nr. 2200/96 normen zijn vastgesteld, dienen de uit de markt genomen producten daaraan te voldoen behalve wat de presentatie- en de aanduidingsvoorschriften betreft. De producten mogen zonder sortering naar grootte of gewicht, los of in grote kisten, uit de markt worden genomen op voorwaarde dat de eisen van klasse II, met name wat de kwaliteit en de grootte of het gewicht betreft, in acht worden genomen.

De miniproducten zoals omschreven in de betrokken normen moeten echter voldoen aan de geldende handelsnormen met inbegrip van de presentatie- en de aanduidingsvoorschriften.

2. Indien niet overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EG) nr. 2200/96 handelsnormen zijn vastgesteld, moeten de in bijlage I bij de onderhavige verordening vastgestelde minimumeisen in acht worden genomen. De lidstaten kunnen bepalingen ter aanvulling van die minimumeisen vaststellen.

Artikel 4

Verkoopseizoenen

Het verkoopseizoen voor de producten die in aanmerking komen voor de in artikel 23, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2200/96 bedoelde communautaire ophoudvergoeding, en voor de producten die overeenkomstig artikel 15, lid 3, van die verordening uit de markt worden genomen, is de periode van 1 januari tot en met 31 december voor alle producten behalve:

a) appelen en peren, waarvoor het de periode van 1 augustus tot en met 31 juli van het volgende jaar is,

b) citrusvruchten, waarvoor het de periode van 1 oktober tot en met 30 september van het volgende jaar is.

Artikel 5

Driejaarsgemiddelde

Het in artikel 23, lid 5, van Verordening (EG) nr. 2200/96 bedoelde gemiddelde over een periode van drie jaar is het rekenkundig gemiddelde van de voor het lopende verkoopseizoen en elk van de twee daaraan voorafgegane verkoopseizoenen geconstateerde procentuele verhouding tussen de uit de markt genomen hoeveelheid en de in de handel gebrachte hoeveelheid.

Artikel 6

Voorafgaande melding van de ophoudverrichtingen

1. De telersverenigingen of groeperingen daarvan melden elke verrichting waarbij producten uit de markt worden genomen, hierna "ophoudverrichting" genoemd, aan de bevoegde nationale autoriteiten door middel van een schriftelijk telecommunicatiebericht of een elektronisch bericht. Deze melding bevat met name de volgende gegevens: de lijst van de producten waarvoor interventie wordt toegepast, en de belangrijkste kenmerken van die producten uit het oogpunt van de betrokken handelsnormen, een schatting van de hoeveelheid van elk betrokken product, de beoogde bestemming van de uit de markt genomen producten en de plaats waar zij aan de in artikel 23, lid 1, bedoelde controles kunnen worden onderworpen. Van de melding maakt een verklaring van overeenstemming deel uit volgens welke de uit de markt genomen producten voldoen aan de overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EG) nr. 2200/96 vastgestelde normen of, bij ontstentenis van dergelijke normen, aan de in bijlage I bij de onderhavige verordening vastgestelde minimumeisen.

2. De lidstaten bepalen de wijze waarop de telersverenigingen de in lid 1 bedoelde melding doen, met name wat de termijnen betreft.

3. Binnen de in lid 2 bedoelde termijnen handelt de lidstaat als volgt:

a) ofwel verricht hij een controle zoals bedoeld in artikel 23, lid 1, aan het einde waarvan hij, indien geen onregelmatigheid is ontdekt, toestemming geeft voor de ophoudverrichting zoals deze aan het einde van de controle is geconstateerd;

b) ofwel, in de in artikel 23, lid 3, bedoelde gevallen, verricht hij geen controle zoals bedoeld in artikel 23, lid 1, en in dit geval stelt hij de telersvereniging langs schriftelijke of elektronische weg daarvan in kennis en geeft hij toestemming voor de ophoudverrichting zoals deze is gemeld.

4. Zo nodig nemen de lidstaten maatregelen om ervoor te zorgen dat telers die niet bij een telersvereniging zijn aangesloten, daadwerkelijk gebruik kunnen maken van de in artikel 24 van Verordening (EG) nr. 2200/96 vastgestelde interventieregeling.

Artikel 7

Betaling van de communautaire ophoudvergoeding

1. Voor de in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 2200/96 genoemde producten wordt de in de artikelen 23, 24 en 26 van die verordening bedoelde communautaire ophoudvergoeding slechts uitgekeerd indien de in artikel 11 van die verordening bedoelde telersverenigingen of de groeperingen van dergelijke verenigingen daartoe bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat een betalingsaanvraagdossier hebben ingediend.

2. De lidstaten stellen de minimumperiode vast waarop de in lid 1 bedoelde betalingsaanvraagdossiers betrekking hebben.

3. De in lid 1 bedoelde betalingsaanvraagdossiers bevatten bewijsstukken met betrekking tot:

a) de sinds het begin van het betrokken verkoopseizoen in de handel gebrachte hoeveelheid van elk product;

b) de uit de markt genomen hoeveelheid van elk product;

c) de netto-ontvangsten die door middel van de betrokken uit de markt genomen producten zijn verkregen;

d) de eindbestemming van elk van de betrokken producten, waarbij het bewijsstuk dient te bestaan uit een overnamecertificaat (of een gelijkwaardig document) waaruit blijkt dat de uit de markt genomen producten door een derde zijn overgenomen om te worden gebruikt voor gratis uitreiking, distillatie, vervoedering of industriële verwerking voor andere dan voedingsdoeleinden;

e) het feit dat de betrokken ophoudverrichtingen door de lidstaat voor de betrokken hoeveelheden zijn toegestaan overeenkomstig artikel 6, lid 3.

De onder a) en b) bedoelde hoeveelheden worden uitgesplitst in:

- de hoeveelheid van de telersvereniging zelf,

- de hoeveelheid van elk van de niet bij een telersvereniging aangesloten telers voor wie de telersvereniging producten uit de markt heeft genomen overeenkomstig artikel 24 van Verordening (EG) nr. 2200/96.

In het geval van producten die een proces van verwerking tot compost of biologische afbraak hebben ondergaan, moet het betalingsaanvraagdossier een bewijsstuk bevatten zoals door de lidstaat bepaald overeenkomstig artikel 22 van de onderhavige verordening.

4. Elk volledig betalingsaanvraagdossier moet door de telersvereniging aan de nationale autoriteiten worden toegezonden uiterlijk één maand na het einde van het verkoopseizoen voor de betrokken producten.

5. Indien de telersvereniging de in lid 4 vastgestelde termijn voor de indiening van de betalingsaanvraagdossiers niet in acht heeft genomen, wordt de uit te keren communautaire ophoudvergoeding bij een vertraging van minder dan één maand met 20 %, bij een vertraging van minder dan drie maanden met 50 % en bij een vertraging van drie maanden of meer met 100 % verlaagd.

6. Bij het onderzoek van elke aanvraag gaan de lidstaten op basis van alle sinds het begin van het betrokken verkoopseizoen niet te koop aangeboden hoeveelheden na of de in de artikelen 23 en 24 van Verordening (EG) nr. 2200/96 vastgestelde maxima in acht zijn genomen. Bij overschrijding wordt de communautaire ophoudvergoeding slechts uitgekeerd voor de hoeveelheden binnen deze maxima, rekening houdend met de reeds uitgekeerde vergoedingen. De hoeveelheden boven deze maxima worden bij het onderzoek van het volgende dossier weer meegenomen.

7. Onder voorbehoud van de in de artikelen 26 en 27 bedoelde sancties betalen de lidstaten de telersverenigingen of groeperingen daarvan de communautaire ophoudvergoeding, verminderd met de netto-ontvangsten die deze verenigingen of groeperingen door middel van de uit de markt genomen producten hebben verkregen, uit binnen een termijn van vier maanden te rekenen vanaf de ontvangst van het volledige betalingsaanvraagdossier.

Artikel 8

Specifieke bepalingen betreffende het uit de markt nemen van producten in het kader van de actiefondsen

1. Voor de betaling van de ophoudcompensatie voor niet in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 2200/96 genoemde producten en de toekenning van een toeslag op de communautaire ophoudvergoeding zoals bedoeld in artikel 15, lid 3, eerste alinea, onder a) en b), van Verordening (EG) nr. 2200/96 geldt het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1433/2003.

2. De lidstaten die op grond van artikel 15, lid 3, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 2200/96 een maximum vaststellen voor de toeslag op de communautaire ophoudvergoeding, houden rekening met de volgende elementen:

a) het uit de markt nemen van producten is een instrument om op korte termijn het aanbod op de markt voor verse producten te stabiliseren;

b) het uit de markt nemen van producten mag in geen geval een afzetmogelijkheid vormen die in de plaats komt van het op de markt brengen van producten;

c) het uit de markt nemen van producten mag het beheer van de markt voor groenten en fruit die voor verwerking zijn bestemd, niet verstoren.

Zij vergewissen zich ervan dat de telersverenigingen eveneens met deze elementen rekening houden bij de vaststelling van de bedragen van de ophoudcompensaties zoals bedoeld in artikel 15, lid 3, eerste alinea, onder a), van Verordening (EG) nr. 2200/96.

De toeslagen die niet mogen worden overschreden door de lidstaten die artikel 15, lid 3, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 2200/96 toepassen, zijn vermeld in bijlage II bij de onderhavige verordening.

Artikel 9

Mededeling van gegevens over de uit de markt genomen producten

1. Vóór de vijftiende van elke maand delen de lidstaten de Commissie door middel van een elektronisch bericht en in de door de diensten van de Commissie vastgestelde vorm een schatting mee van de in de voorgaande maand niet te koop aangeboden hoeveelheid van elk betrokken product.

2. Na afloop van elk verkoopseizoen delen de lidstaten de Commissie voor elk betrokken product de in bijlage III aangegeven gegevens mee.

Deze gegevens worden verstrekt uiterlijk op:

a) 15 mei na elk verkoopseizoen voor tomaten, aubergines, bloemkool, abrikozen, perziken, nectarines, druiven, meloenen en watermeloenen en de niet in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 2200/96 genoemde producten;

b) 15 februari na elk verkoopseizoen voor peren, appelen, citroenen, zoete sinaasappelen, satsuma's, clementines en mandarijnen.

3. Indien de lidstaten de in lid 2 bedoelde gegevens niet meedelen of indien de meegedeelde gegevens onjuist blijken gelet op de objectieve elementen waarover de Commissie beschikt, kan de Commissie in afwachting dat de nodige gegevens worden verstrekt, de betaling van de in artikel 7, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1258/1999 van de Raad(5) bedoelde voorschotten op de afrekening schorsen.

HOOFDSTUK III BESTEMMING VAN DE UIT DE MARKT GENOMEN PRODUCTEN

AFDELING 1 Gratis uitreiking

Artikel 10

Gratis uitreiking aan liefdadigheidsorganisaties

1. Producten die in een bepaald verkoopseizoen uit de markt worden genomen, mogen op verzoek van door de lidstaten erkende liefdadigheidsorganisaties ter beschikking van die organisaties worden gesteld met het oog op gratis uitreiking ervan overeenkomstig artikel 30, lid 1, onder a), eerste en derde streepje, van Verordening (EG) nr. 2200/96.

2. De lidstaten delen de Commissie om de drie jaar langs elektronische weg de lijsten mee van de erkende liefdadigheidsorganisaties zoals bedoeld in lid 1. De Commissie zendt deze lijsten aan alle lidstaten.

3. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om contacten en transacties tussen de telersverenigingen en de erkende liefdadigheidsorganisaties te vergemakkelijken.

Artikel 11

Gratis uitreiking aan inrichtingen en instellingen

De uit de markt genomen producten kunnen ter beschikking worden gesteld van de door de lidstaten aangewezen strafinrichtingen en op sociaal, onderwijs- of gezondheidsgebied werkzame instellingen zoals bedoeld in artikel 30, lid 1, onder a), tweede streepje, en onder b), van Verordening (EG) nr. 2200/96.

Bejaardentehuizen, kinderdagverblijven en psychiatrische inrichtingen worden met die instellingen gelijkgesteld.

Artikel 12

Gratis uitreiking buiten de Gemeenschap ten behoeve van kwetsbare groepen in derde landen

1. De leden 2 tot en met 7 zijn van toepassing in het in artikel 30, lid 1, onder a), derde streepje, van Verordening (EG) nr. 2200/96 genoemde geval.

2. De producten die door de in artikel 10 bedoelde liefdadigheidsorganisaties worden verzonden als humanitaire hulp, komen niet in aanmerking voor uitvoerrestituties. De uit de markt genomen producten die vervolgens overeenkomstig artikel 13 of 14 worden verwerkt, mogen door de betrokken liefdadigheidsorganisaties niet in derde landen worden uitgereikt.

Het document voor uitvoer, het document voor douanevervoer en het eventueel afgegeven controle-exemplaar T5 worden voorzien van de vermelding "zonder restitutie".

3. De lidstaten kunnen de Commissie een verzoek betreffende een actie voor de uitreiking van uit de markt genomen producten voorleggen ingeval een noodsituatie dit rechtvaardigt. Elk verzoek moet worden gemotiveerd door met name de volgende gegevens te verstrekken:

a) het land van bestemming en de motivering van elke actie aan de hand van het bestaan van een erkende humanitaire crisis, een verzoek van begunstigde landen en duidelijk aangegeven behoeften van welomschreven kwetsbare bevolkingsgroepen;

b) de te leveren soort producten en de voedingswaarde ervan in samenhang met de motivering van de actie;

c) het aantal begunstigden ter rechtvaardiging van de voor de uitreikingsacties beoogde hoeveelheden;

d) de begunstigde gemeenschappen en groepen en de plaatsen in derde landen waar het de bedoeling is producten uit te reiken;

e) voor elke geplande actie, de naam van de betrokken liefdadigheidsorganisaties en de rol van elk van hen;

f) het verzoek van de regering van het land of de landen van bestemming met betrekking tot de voorgenomen actie.

4. De Commissie beslist per geval of toestemming voor de uitvoering van de voorgenomen actie dient te worden verleend, waarbij zij in voorkomend geval bepaalde wijzigingen laat aanbrengen en waarbij zij de in lid 3 bedoelde motivering beoordeelt en met name rekening houdt met:

a) de honoreringsgaranties;

b) de marktsituatie in de Gemeenschap en in de betrokken derde landen;

c) het bestaan van een humanitaire crisis;

d) het bestaan van een door de begunstigde landen geformuleerd verzoek;

e) het bestaan van onderkende behoeften van welomschreven kwetsbare bevolkingsgroepen;

f) de inachtneming van de beginselen die zijn neergelegd in het Voedselhulpverdrag van Londen(6).

5. Elke latere belangrijke wijziging van de in lid 3 bedoelde actie wordt meegedeeld aan de Commissie, die beschikt over een termijn van één maand om zich tegen die wijziging te verzetten.

6. Voor elke actie zenden de lidstaten de Commissie een afschrift van de kennisgeving aan het Comité afzet van overschotten van de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) van de Verenigde Naties.

7. Na afloop van elke actie verstrekken de lidstaten de Commissie de in bijlage IV genoemde gegevens. Zij stellen de Commissie op haar verzoek in kennis van het verloop van elke actie in derde landen.

Artikel 13

Verwerking op kosten van de liefdadigheidsorganisatie

Elke liefdadigheidsorganisatie zoals bedoeld in artikel 10 kan uit de markt genomen producten verwerken of op haar kosten laten verwerken met het oog op gratis uitreiking. De totale hoeveelheid door de verwerking verkregen producten moet gratis worden uitgereikt.

Artikel 14

Procedure in geval van in natura betaalde verwerking

1. Uiterlijk op de door de bevoegde nationale autoriteit vastgestelde datum delen de belangstellende liefdadigheidsorganisaties, inrichtingen en instellingen zoals bedoeld in artikel 10, respectievelijk artikel 11, die autoriteit mee aan welke hoeveelheden verwerkte producten op basis van groente of fruit, verkregen door verwerking van uit de markt genomen producten, zij behoefte hebben, waarbij zij zich ertoe verbinden die hoeveelheden over te nemen en in hun geheel gratis uit te reiken.

2. Naar gelang van de overeenkomstig lid 1 meegedeelde behoeften kunnen de lidstaten de uit de markt genomen producten die bestemd zijn voor gratis uitreiking, laten verwerken door in natura beloonde verwerkers. Daartoe kunnen zij overeenkomstig het bepaalde in dit artikel één of meer permanente openbare inschrijvingen, openbare verkopen bij opbod of door de lidstaat gekozen andere procedures organiseren die garanderen dat de belangstellende verwerkende bedrijven op gelijke voorwaarden kunnen meedingen. De voor gratis uitreiking bestemde verwerkte producten worden vervolgens door de betrokken liefdadigheidsorganisaties, inrichtingen of instellingen uitgereikt.

3. De lidstaat die gebruik wenst te maken van een procedure zoals bedoeld in lid 2 geeft daaraan op passende wijze bekendheid. De verwerkingsperiode waarop de procedure betrekking heeft, mag niet langer zijn dan de duur van één jaar.

4. De lidstaat voegt de overeenkomstig lid 1 meegedeelde behoeften eventueel samen tot partijen verwerkte producten.

Artikel 15

Toewijzingsplan en verplichtingen van de verwerker

1. Na toepassing van de in artikel 14, lid 2, bedoelde procedure stelt de lidstaat een plan voor toewijzing aan een verwerker op dat voor elke partij ten minste de volgende gegevens bevat:

a) het betrokken verse product en de periode waarin uit de markt genomen producten beschikbaar kunnen zijn;

b) de geografische gebieden waar de uit de markt genomen producten beschikbaar kunnen zijn;

c) een beschrijving van de procedure die de lidstaat voor de keuze van de verwerker heeft gevolgd;

d) de identiteit van de gekozen verwerker;

e) een nauwkeurige beschrijving van het te leveren verwerkte product op basis van groente of fruit en van de verpakking ervan, de uiterste leveringdatum en de hoeveelheid die de verwerker zich verbindt te leveren voor een bepaalde hoeveelheid beschikbare uit de markt genomen producten;

f) de identiteit van de liefdadigheidsorganisaties, inrichtingen en instellingen waarvoor het verwerkte product bestemd is.

2. De lidstaat legt het toewijzingsplan ter goedkeuring aan de Commissie voor. Elk toewijzingsplan waarin de hoeveelheid vers product te hoog is in verhouding tot de hoeveelheid verwerkte producten, zal door de Commissie worden afgewezen. Na de goedkeuring door de Commissie gaat de lidstaat over tot de toewijzing.

3. Voor elke partij deelt de lidstaat, naarmate producten uit de markt worden genomen, de verwerker mee bij welke telersverenigingen hij zich van verse producten kan voorzien, waarbij de lidstaat de verwerker voorrang geeft op de andere mogelijke bestemmingen voor de uit de markt genomen producten.

4. De verwerker moet de hoeveelheden uit de markt genomen producten die hem ter beschikking worden gesteld, volledig verwerken. De hoeveelheden uit de markt genomen producten boven de hoeveelheden die nodig zijn voor de vervaardiging van de voor gratis uitreiking bestemde verwerkte producten, vormen zijn beloning in natura om de door hem gemaakte vervaardigingskosten te vergoeden.

5. Na de vervaardiging wordt het verwerkte product uiterlijk twee maanden nadat de verwerker de grondstof heeft ontvangen, ter beschikking van de betrokken liefdadigheidsorganisaties, inrichtingen en instellingen gesteld naar evenredigheid van de ter beschikking van de verwerker gestelde hoeveelheid verse producten.

6. Om te garanderen dat de offerte gestand wordt gedaan, stelt de verwerker een leveringszekerheid. Deze wordt berekend op basis van het voor de productie van het verwerkte product gevraagde nettogewicht aan vers product. Zij is gelijk aan:

a) voor de in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 2200/96 genoemde producten, eenmaal de in artikel 26 van die verordening bedoelde communautaire ophoudvergoeding,

b) voor de overige producten, een door de lidstaat vastgesteld bedrag.

Zij wordt vrijgegeven naarmate het verwerkte product wordt geleverd en nadat de verwerker het bewijs heeft geleverd dat de totale hoeveelheid hem voor de levering van het verwerkte product ter beschikking gestelde verse producten is verwerkt.

Artikel 16

Vervoerskosten

1. Voor alle uit de markt genomen producten die gratis worden uitgereikt, zijn de met die uitreiking gemoeide vervoerskosten voor rekening van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL), afdeling Garantie, op basis van de in bijlage V vastgestelde forfaitaire bedragen volgens de afstand tussen de plaats waar de producten uit de markt worden genomen, en de plaats van levering.

Bij gratis uitreiking buiten de Gemeenschap hebben de in bijlage V vastgestelde forfaitaire bedragen betrekking op de afstand tussen de plaats waar de producten uit de markt worden genomen, en de plaats van uitgang uit de Gemeenschap.

In geval van zeevervoer bepaalt de Commissie aan de hand van de werkelijke vervoerskosten en de afstand welke bedragen aan vervoerskosten kunnen worden vergoed. De aldus bepaalde vergoeding kan niet hoger zijn dan de kosten die in aanmerking zouden komen bij landvervoer over de kortste afstand tussen de plaats van inscheping en de theoretische plaats van uitgang. Op de in bijlage V vastgestelde bedragen wordt een correctiecoëfficiënt van 0,6 toegepast.

2. De vervoerskosten worden betaald aan degene die de kosten van het betrokken vervoer daadwerkelijk financieel heeft gedragen.

Deze betaling geschiedt slechts tegen overlegging van bewijsstukken waaruit met name blijken:

a) de naam van de begunstigde organisaties, inrichtingen of instellingen,

b) de hoeveelheid van de betrokken producten,

c) de overname door de begunstigde organisaties, inrichtingen of instellingen en de gebruikte vervoermiddelen,

d) de werkelijk gemaakte vervoerskosten.

Artikel 17

Sorteer- en verpakkingskosten

1. De kosten van het sorteren en verpakken van verse producten in het kader van de in artikel 30, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2200/96 bedoelde gratis uitreiking van uit de markt genomen groenten en fruit zijn voor producten die worden aangeboden in verpakkingen met een nettogewicht van minder dan 25 kg, tegen een forfaitair tarief van 132 EUR per ton nettogewicht voor rekening van het EOGFL, afdeling Garantie. Voor verse producten die bestemd zijn voor de vervaardiging van verwerkte producten zoals bedoeld in de artikelen 13 en 14 van de onderhavige verordening, worden deze kosten niet vergoed.

2. De verpakkingen van de voor gratis uitreiking bestemde producten moeten zijn voorzien van het Europese embleem samen met één of meer van de volgende vermeldingen:

- Producto destinado a su distribución gratuita [Reglamento (CE) n° 103/2004]

- Produkt urcený k bezplatné distribuci [narízení (ES) c. 103/2004]

- Produkt til gratis uddeling (forordning (EF) nr. 103/2004)

- Zur kostenlosen Verteilung bestimmtes Erzeugnis (Verordnung (EG) Nr. 103/2004)

- Tasuta jagamiseks mõeldud tooted [määrus (EÜ) nr 103/2004]

- Προϊόν προοριζόμενο για δωρεάν διανομή [κανονισμός (ΕΚ) αριθ. 103/2004]

- Product for free distribution (Regulation (EC) No 103/2004)

- Produit destiné à la distribution gratuite [règlement (CE) n° 103/2004]

- Prodotto destinato alla distribuzione gratuita [regolamento (CE) n. 103/2004]

- Produkts paredzets bezmaksas izplatisanai [Regula (EK) Nr. 103/2004]

- Produktas skirtas nemokamai distribucijai [Reglamentas (EB) Nr. 103/2004]

- Térítésmentes terjesztésre szánt termék (103/2004. sz. EK rendelet)

- Prodott destinat gad-distribuzzjoni bla las [Regolament (KE) nru. 103/2004]

- Voor gratis uitreiking bestemd product (Verordening (EG) nr. 103/2004)

- Produkt przeznaczony do bezpatnej dystrybucji [rozporzadzenie (WE) nr 103/2004]

- Produto destinado a distribuição gratuita [Regulamento (CE) n° 103/2004]

- Výrobok urcený na bezplatnú distribúciu [nariadenie (ES) c. 103/2004]

- Proizvod, namenjen za prosto razdelitev [Uredba (ES) st. 103/2004]

- Ilmaisjakeluun tarkoitettu tuote (asetus (EY) N:o 103/2004)

- Produkt för gratisutdelning (förordning (EG) nr 103/2004).

Voor gratis uitreiking buiten de Gemeenschap moet deze vermelding ook in de taal of talen van de betrokken derde landen zijn aangebracht.

De verpakkingen van verse producten die bestemd zijn voor de vervaardiging van verwerkte producten zoals bedoeld in de artikelen 13 en 14, hoeven niet van deze vermeldingen te zijn voorzien.

3. De kosten van sortering en verpakking worden betaald aan de telersvereniging die deze werkzaamheden heeft uitgevoerd.

Deze betaling geschiedt slechts tegen overlegging van bewijsstukken waaruit met name blijken:

a) de naam van de begunstigde organisaties, inrichtingen of instellingen,

b) de hoeveelheid van de betrokken producten,

c) de overname door de begunstigde organisaties, inrichtingen of instellingen, met vermelding van de aanbiedingsvorm.

AFDELING 2 Distillatie, gebruik voor andere dan voedingsdoeleinden en vervoedering

Artikel 18

Gemeenschappelijke voorschriften

1. Voor de beschikbaarstelling en de toewijzing aan de industrie van de in artikel 30, lid 1, onder a), vierde en vijfde streepje, van Verordening (EG) nr. 2200/96 bedoelde producten met het oog op gebruik voor andere dan voedingsdoeleinden of gebruik voor vervoedering na verwerking door de veevoederindustrie en van de in artikel 30, lid 1, onder c), van die verordening bedoelde producten met het oog op distillatie tot alcohol van meer dan 80 % vol wordt hetzij een permanente openbare inschrijving, hetzij een openbare verkoop bij opbod, hetzij een door de lidstaat gekozen andere procedure georganiseerd die garandeert dat de belangstellende verwerkende bedrijven op gelijke voorwaarden kunnen meedingen.

2. De in lid 1 bedoelde beschikbaarstelling en toewijzing worden uitgevoerd uiterlijk drie maanden na het begin van het verkoopseizoen voor het betrokken product.

3. De lijst van de instanties die door de lidstaten zijn aangewezen om de in lid 1 bedoelde beschikbaarstelling of toewijzing uit te voeren, wordt door de Commissie bekendgemaakt in reeks C van het Publicatieblad van de Europese Unie.

4. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om concurrentiedistorsies bij de beschikbaarstelling en de toewijzing van de producten aan de belangstellende verwerkende bedrijven te voorkomen.

5. Op verzoek van de Commissie delen de lidstaten binnen zeven dagen het resultaat mee van de in de leden 1 tot en met 4 bedoelde maatregelen.

Artikel 19

Distillatie

In geval van distillatie van de in artikel 30, lid 1, onder c), van Verordening (EG) nr. 2200/96 bedoelde producten wordt de uit de betrokken producten verkregen alcohol aan een bijzondere denaturering overeenkomstig Verordening (EG) nr. 3199/93 van de Commissie(7) onderworpen en voor industriële doeleinden en niet voor voedingsdoeleinden bestemd.

Artikel 20

Vervoedering

1. De gedurende een bepaald verkoopseizoen uit de markt genomen producten kunnen op de in lid 2 bepaalde voorwaarden als vers product aan op hun verzoek door de lidstaat erkende veehouders beschikbaar worden gesteld voor vervoedering. Dierentuinen en -parken, jachtreservaten en andere ondernemingen met dieren waaraan uit de markt genomen producten kunnen worden gevoerd als vers product, worden met deze veehouders gelijkgesteld.

2. De lidstaten erkennen de veehouders en met hen gelijkgestelde ondernemingen. Voor elke veehouder of gelijkgestelde onderneming wordt in de erkenning vermeld welke maximumhoeveelheden uit de markt genomen producten hem/haar beschikbaar kunnen worden gesteld gezien het aantal dieren waarover hij/zij beschikt, en op welke wijze hij/zij de uit de markt genomen producten aan de dieren mag verstrekken. De erkenning is geldig gedurende maximaal drie jaar.

AFDELING 3 Verplichtingen van de geadresseerden van de producten en nationale richtsnoeren

Artikel 21

Verbintenissen van de geadresseerden van de uit de markt genomen producten

De in de artikelen 10, 11 en 18 bedoelde geadresseerden van uit de markt genomen producten verbinden zich ertoe:

a) de bepalingen van deze verordening in acht te nemen;

b) een voorraadboekhouding en een financiële boekhouding te voeren die de betrokken transacties gedetailleerd weergeven;

c) zich te onderwerpen aan de in de communautaire regelgeving voorgeschreven controles;

d) de in artikel 7, lid 3, onder d), bedoelde bewijsstukken te verstrekken.

Bovendien verbinden de geadresseerden van uit de markt genomen producten die bestemd zijn voor distillatie, zich ertoe geen aanvullende steun te ontvangen voor de uit de betrokken producten verkregen alcohol.

Artikel 22

Inachtneming van de milieueisen

1. De lidstaten delen de Commissie langs elektronische weg de in artikel 25, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 2200/96 bedoelde nationale richtsnoeren mee. Zij stellen de Commissie van elke wijziging van deze richtsnoeren in kennis. De Commissie deelt de richtsnoeren van elke lidstaat mee aan alle andere lidstaten.

2. De in lid 1 bedoelde richtsnoeren voorzien in de voorwaarden waarop de telersverenigingen gebruik mogen maken van het bepaalde in artikel 30, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2200/96, met inbegrip van de door de lidstaat toegestane methoden voor verwerking tot compost en biologische afbraak, de procedures die moeten worden gevolgd door de telersverenigingen die deze methoden gebruiken, en de in artikel 7, lid 3, onder d), van de onderhavige verordening bedoelde documenten ten bewijze van de eindbestemming van de producten die de telersverenigingen samen met de betalingsaanvraag moeten overleggen.

3. In het geval dat de lidstaat de in artikel 20, lid 2, bedoelde veehouders toestemming geeft om de uit de markt genomen producten aan de dieren te verstrekken door uitspreiding over de bodem op een perceel landbouwgrond, voorzien de in lid 1 van het onderhavige artikel bedoelde richtsnoeren ook in de voorwaarden waarop de veehouders van deze mogelijkheid gebruik mogen maken.

HOOFDSTUK IV CONTROLES EN SANCTIES

AFDELING 1 Controles

Artikel 23

Controle van het eerste niveau

1. Bij elke telersvereniging verrichten de lidstaten op de ophoudverrichtingen controles van het eerste niveau die bestaan uit een documenten- en identiteitscontrole, een fysieke controle, eventueel door bemonstering, op het gewicht van de uit de markt genomen producten en een overeenkomstig bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1148/2001 van de Commissie(8) uitgevoerde normcontrole om na te gaan of het bepaalde in artikel 3 is nageleefd. De controle vindt plaats na ontvangst van de in artikel 6, lid 1, van de onderhavige verordening bedoelde melding binnen de in artikel 6, lid 2, van de onderhavige verordening bedoelde termijnen.

2. De in lid 1 bedoelde controles van het eerste niveau hebben voor elk product betrekking op 100 % van de hoeveelheid in de loop van het verkoopseizoen uit de markt genomen product. Na deze controle worden de uit de markt genomen hoeveelheden in aanwezigheid van de bevoegde autoriteiten onder de door de lidstaat bepaalde voorwaarden en ten genoegen van de lidstaat gedenatureerd.

3. In geval van toepassing van artikel 30, lid 1, onder a), eerste, tweede en derde streepje, en onder b), van Verordening (EG) nr. 2200/96 kunnen de lidstaten in de loop van het verkoopseizoen slechts een verlaagd deel van de betrokken hoeveelheden controleren, dat echter niet kleiner mag zijn dan 10 %. De betrokken producten worden niet onderworpen aan de in lid 2 van het onderhavige artikel bedoelde denaturering. In het geval dat de controles belangrijke onregelmatigheden aan het licht brengen, voeren de bevoegde autoriteiten extra controles uit.

Artikel 24

Controle van het tweede niveau

1. Na afloop van het verkoopseizoen voeren de lidstaten steekproefsgewijs controles van het tweede niveau uit. Zij stellen criteria vast volgens welke zij de risico's analyseren en beoordelen of een bepaalde telersvereniging ophoudverrichtingen heeft uitgevoerd die niet in overeenstemming zijn met de regelgeving. Deze criteria hebben onder meer betrekking op de bevindingen bij de eerdere controles van het eerste en het tweede niveau en op het bestaan of ontbreken van maatregelen van het type kwaliteitsborging bij de telersvereniging. Aan de hand van deze criteria stellen de lidstaten voor elke telersvereniging een minimale frequentie van de controle van het tweede niveau vast.

2. De controles van het tweede niveau bestaan uit op documenten gebaseerde, en in voorkomend geval ter plaatse verrichte, controles op de interventieverrichtingen bij de telersverenigingen en de geadresseerden van de uit de markt genomen producten om zich ervan te vergewissen of de voorwaarden die voor de betaling van de communautaire ophoudvergoeding moeten zijn vervuld, in acht zijn genomen. Deze controles omvatten met name:

a) een verificatie van de voorraadboekhouding en de financiële boekhouding die moeten worden bewaard door elke telersvereniging die tijdens het betreffende verkoopseizoen één of meer ophoudverrichtingen uitvoert;

b) een verificatie van de in de handel gebrachte hoeveelheden zoals opgegeven in de betalingsaanvragen, met name door een controle te verrichten op de voorraad- en financiële boekhouding, op de facturen en zo nodig op de waarheidsgetrouwheid daarvan en op de overeenstemming van die opgaven met de boekhoudkundige en/of fiscale gegevens van de betrokken telersverenigingen;

c) een controle om na te gaan of een correct boekhoudkundig beheer is gevoerd, met name door verificatie van de waarheidsgetrouwheid van de opgaven van de door de telersverenigingen verkregen netto-ontvangsten in de betalingsaanvragen, van de evenredigheid van de kosten die eventueel voor het uit de markt nemen van producten in rekening zijn gebracht, en van de boekingen inzake de inning door de telersverenigingen van de communautaire ophoudvergoeding en inzake de eventuele doorstorting daarvan aan de leden en de onderlinge samenhang tussen deze boekingen;

d) controles op de in de betalingsaanvragen opgegeven bestemming van de uit de markt genomen producten en op de naleving van de bepalingen van deze verordening door de telersverenigingen en de geadresseerden.

Voor elk verkoopseizoen wordt de in de eerste alinea bedoelde controle verricht bij ten minste 30 % van de betrokken telersverenigingen en van de geadresseerden waarmee die verenigingen hebben samengewerkt, en voor elke betrokken telersvereniging wordt zij ten minste eenmaal verricht per vijfjarige periode waarin producten uit de markt zijn genomen. Elke controle heeft betrekking op onder meer een steekproef die ten minste 5 % vertegenwoordigt van de in de loop van het verkoopseizoen door de telersvereniging uit de markt genomen hoeveelheden.

In de in de eerste alinea, onder a), bedoelde voorraadboekhouding en financiële boekhouding moeten voor elk product waarvan hoeveelheden uit de markt worden genomen, de volgende stromen (uitgedrukt in hoeveelheden) afzonderlijk worden vermeld:

a) de door leden van de telersvereniging geleverde productie en de overeenkomstig artikel 11, lid 1, onder c), punt 3, tweede en derde streepje, van Verordening (EG) nr. 2200/96 door leden van andere telersverenigingen geleverde productie;

b) de productie die wordt geleverd door andere marktdeelnemers dan die welke onder a) worden bedoeld;

c) de door de telersvereniging verkochte hoeveelheden, uitgesplitst tussen de voor de markt voor verse producten gereedgemaakte producten en de overige typen producten (met inbegrip van voor verwerking bestemde grondstoffen);

d) de uit de markt genomen producten.

De in de eerste alinea, onder d), bedoelde controles op de bestemming omvatten met name:

a) een steekproefsgewijze controle op de door de geadresseerden bij te houden specifieke boekhouding en in voorkomend geval op de overeenstemming daarvan met de bij de nationale wetgeving voorgeschreven boekhouding;

b) een controle op de inachtneming van de geldende milieueisen;

c) wat distillatie betreft, een controle op de verwerking van het toegewezen product tot alcohol van meer dan 80 % vol en op de denaturering, de bestemming en het gebruik voor industriële doeleinden van die alcohol.

3. In het geval dat de controles van het tweede niveau belangrijke onregelmatigheden aan het licht brengen, verrichten de bevoegde autoriteiten de controles van het tweede niveau voor het betrokken verkoopseizoen op grondiger wijze en verhogen zij in het volgende verkoopseizoen de frequentie van de controles van het tweede niveau voor de betrokken telersverenigingen (of groeperingen daarvan).

AFDELING 2 Terugvordering en sancties

Artikel 25

Terugvordering

De aan de betrokken telersverenigingen, zelfstandige telers of geadresseerden onverschuldigd uitbetaalde vergoedingen worden met name in de volgende gevallen teruggevorderd, verhoogd met rente:

a) de niet te koop aangeboden producten worden niet overeenkomstig artikel 30 van Verordening (EG) nr. 2200/96 afgezet;

b) door de afzet van de niet te koop aangeboden producten wordt ernstige schade toegebracht aan het milieu en/of bij die afzet worden de in artikel 22 van de onderhavige verordening bedoelde richtsnoeren niet in acht genomen.

De toe te passen rentevoet wordt berekend overeenkomstig de bepalingen van de nationale wetgeving en is niet lager dan de rentevoet die in het kader van de nationale bepalingen in de regel geldt voor terugvorderingen.

Artikel 26

Financiële sancties

1. Indien na de melding zoals bedoeld in artikel 6 bij een controle zoals bedoeld in artikel 23 onregelmatigheden worden geconstateerd ten aanzien van de in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 2200/96 bedoelde normen of de in bijlage I bij de onderhavige verordening opgenomen minimumkwaliteitseisen, wordt de begunstigde/aanvrager gevraagd:

a) het bedrag te betalen van de onrechtmatig gevraagde vergoedingen, berekend op basis van de hoeveelheden uit de markt genomen producten die niet aan de normen of de minimumeisen voldoen, indien deze hoeveelheden kleiner zijn dan 10 % van de overeenkomstig artikel 6 van de onderhavige verordening gemelde hoeveelheden;

b) het dubbele te betalen van het bedrag van de onrechtmatig gevraagde vergoedingen, berekend op basis van de hoeveelheden uit de markt genomen producten die niet aan de normen of de minimumeisen voldoen, indien deze hoeveelheden gelijk aan of groter dan 10 % en niet groter dan 25 % van de overeenkomstig artikel 6 van de onderhavige verordening gemelde hoeveelheden zijn;

c) het bedrag te betalen dat overeenkomt met de vergoeding voor de totale overeenkomstig artikel 6 van de onderhavige verordening gemelde hoeveelheden indien de hoeveelheden uit de markt genomen producten die niet aan de normen of de minimumeisen voldoen, groter zijn dan 25 % van die gemelde hoeveelheden.

2. Behalve bij een kennelijke vergissing moet, wanneer onregelmatigheden ten aanzien van de toepassing van de onderhavige verordening worden geconstateerd, de begunstigde/aanvrager:

a) indien de vergoeding reeds is uitbetaald, naast het teruggevorderde bedrag zoals bedoeld in artikel 25 ook:

i) bij fraude, een bedrag betalen dat gelijk is aan het onverschuldigd uitbetaalde bedrag,

ii) in de andere gevallen, 50 % van het onverschuldigd uitbetaalde bedrag betalen;

b) indien de vergoedingsaanvragen reeds overeenkomstig artikel 7 zijn ingediend, maar nog geen vergoeding is uitbetaald:

i) bij fraude, de onrechtmatig gevraagde vergoedingen betalen,

ii) in de andere gevallen, 50 % van de onrechtmatig gevraagde vergoedingen betalen.

Artikel 27

Aanvullende sancties

1. Wanneer bij de overeenkomstig de artikelen 23 en 24 uitgevoerde controles onregelmatigheden worden geconstateerd die zijn toe te schrijven aan de geadresseerden, zijn de volgende bepalingen van toepassing:

a) De erkenning van de in artikel 10 en artikel 20, lid 2, bedoelde geadresseerden wordt ingetrokken. Deze intrekking geschiedt onmiddellijk voor de duur van ten minste één verkoopseizoen, welke periode naar gelang van de ernst van de onregelmatigheid wordt verlengd. De in artikel 11 bedoelde inrichtingen en instellingen kunnen voor het volgende verkoopseizoen niet als begunstigde van gratis uitreiking in aanmerking worden genomen.

b) De in de artikelen 18, 19 en 20 bedoelde geadresseerden kunnen van het bepaalde in die artikelen geen gebruikmaken voor de duur van ten minste één verkoopseizoen, welke periode naar gelang van de ernst van de onregelmatigheid wordt verlengd.

c) De geadresseerde van het uit de markt genomen product is verplicht de waarde van de hem ter beschikking gestelde producten, geschat overeenkomstig artikel 3, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1433/2003, de vergoede sorteer- en verpakkingskosten en de vergoede vervoerskosten terug te betalen, verhoogd met rente die wordt berekend over de tussen de ontvangst van het product en de terugbetaling door de begunstigde verstreken tijd.

2. Indien opzettelijk of door grove nalatigheid een onjuiste aangifte is gedaan, sluit de lidstaat de betrokken telersvereniging van de communautaire ophoudvergoeding en van de mogelijkheid om overeenkomstig artikel 15, lid 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 2200/96 producten uit de markt te nemen uit voor één à vijf verkoopseizoenen volgende op het verkoopseizoen waarin de onregelmatigheid is geconstateerd, naar gelang van de ernst van de feiten.

Artikel 28

Overmaking van de bedragen

De teruggevorderde bedragen, de rente en de als gevolg van de toepassing van sancties verschuldigde bedragen worden overgemaakt aan het bevoegde betaalorgaan en in mindering gebracht op de door het EOGFL gefinancierde uitgaven.

Artikel 29

Nationale bepalingen

De artikelen 23 tot en met 28 gelden onverminderd alle maatregelen die de lidstaten nodig achten om de naleving van titel IV en artikel 15 van Verordening (EG) nr. 2200/96 te waarborgen, en onverminderd andere sancties die op grond van artikel 48 van die verordening worden vastgesteld.

HOOFDSTUK V OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 30

Overgangsbepalingen

1. In afwijking van artikel 4 is het verkoopseizoen 2004/2005:

a) voor meloenen en watermeloenen de periode van 1 april tot en met 31 december 2004,

b) voor bloemkool, abrikozen, nectarines, perziken en tafeldruiven de periode van 1 mei tot en met 31 december 2004,

c) voor peren de periode van 1 juni 2004 tot en met 31 juli 2005,

d) voor appelen de periode van 1 juli 2004 tot en met 31 juli 2005,

e) voor citroenen de periode van 1 juni 2004 tot en met 30 september 2005.

2. Voor de verkoopseizoenen 2002/2003 en 2003/2004 is de in aanmerking te nemen periode van drie jaar zoals bedoeld in artikel 5 de periode die de verkoopseizoenen 2002/2003, 2003/2004 en 2004/2005 omvat.

Artikel 31

Intrekking

De Verordeningen (EG) nr. 659/97 en (EG) nr. 1492/97 worden ingetrokken.

Het bepaalde in artikel 7 van Verordening (EG) nr. 659/97 is evenwel van toepassing tot 1 juli 2004.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordeningen gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en moeten worden gelezen overeenkomstig de in bijlage VI opgenomen concordantietabel.

Artikel 32

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Voor elk product is zij van toepassing vanaf het begin van het eerste verkoopseizoen volgende op de inwerkingtreding van deze verordening voor het betrokken product zoals bepaald in artikel 4 en artikel 30, lid 1.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 januari 2004.

Voor de Commissie

Franz Fischler

Lid van de Commissie

(1) PB L 297 van 21.11.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 47/2003 van de Commissie (PB L 7 van 11.1.2003, blz. 64).

(2) PB L 100 van 17.4.1997, blz. 22. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1135/2001 (PB L 154 van 9.6.2001, blz. 9).

(3) PB L 202 van 30.7.1997, blz. 28.

(4) PB L 203 van 12.8.2003, blz. 25.

(5) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 103.

(6) PB L 222 van 24.8.1999, blz. 40.

(7) PB L 288 van 23.11.1993, blz. 12.

(8) PB L 153 van 13.6.2001, blz. 9.

BIJLAGE I

MINIMUMEISEN WAARAAN DE VOOR INTERVENTIE BESTEMDE PRODUCTEN MOETEN VOLDOEN

1. De voor interventie bestemde producten moeten zijn:

- heel,

- gezond; de producten mogen niet door rot zijn aangetast of een zodanig verminderde kwaliteit hebben dat ze niet meer geschikt zijn voor consumptie,

- zuiver en nagenoeg vrij van zichtbare vreemde stoffen,

- nagenoeg vrij van parasieten en van aantastingen door parasieten,

- vrij van abnormaal uitwendig vocht,

- vrij van een vreemde geur en/of smaak.

2. De producten moeten, rekening houdend met de aard ervan, voldoende ontwikkeld en voldoende rijp zijn.

3. De producten moeten de kenmerken van de variëteit en/of het handelstype vertonen.

BIJLAGE II

MAXIMUMTOESLAGEN OP DE COMMUNAUTAIRE OPHOUDVERGOEDING

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE III

OVERZICHT VAN DE INTERVENTIES

Gegevens die na afloop van elk verkoopseizoen op grond van artikel 9, lid 2, door de lidstaten aan de Commissie moeten worden verstrekt

1. Voor elk in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 2200/96 genoemd product en voor elk van de overige betrokken producten:

a) totale niet te koop aangeboden hoeveelheid (in ton);

b) door de lidstaten uitgekeerd bedrag (in euro of in nationale valuta), uitgesplitst in communautaire ophoudvergoedingen, toeslagen op de communautaire ophoudvergoeding en ophoudcompensaties voor uit de markt genomen producten die niet onder bijlage II vallen.

2. Voor elk in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 2200/96 genoemd product en, op verzoek van de diensten van de Commissie, voor bepaalde niet onder die bijlage II vallende producten waarvan in het betrokken verkoopseizoen of in één van de vorige verkoopseizoenen een belangrijke hoeveelheid uit de markt is genomen:

a) uitsplitsing per maand van de niet te koop aangeboden hoeveelheid (in ton);

b) uitsplitsing naar bestemming zoals bedoeld in artikel 30 van Verordening (EG) nr. 2200/96 van de niet te koop aangeboden hoeveelheid (in ton).

3. Samenvattende tabel van de in de handel gebrachte en de niet te koop aangeboden hoeveelheid (in ton) per erkende telersvereniging en per (in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 2200/96 genoemd en, in voorkomend geval, niet onder die bijlage II vallend) product.

BIJLAGE IV

>PIC FILE= "L_2004016NL.001603.TIF">

BIJLAGE V

VERVOERSKOSTEN BIJ GRATIS UITREIKING

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Toeslag voor gekoeld vervoer: 7,7 EUR per ton.

BIJLAGE VI

CONCORDANTIETABEL

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Top