Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32002D0524

    2002/524/EG: Beschikking van de Commissie van 26 juni 2002 houdende onttrekking aan communautaire financiering van bepaalde uitgaven die de lidstaten voor het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL), afdeling Garantie, hebben verricht (kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 2281)

    PB L 170 van 29.6.2002, p. 77–80 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2002/524/oj

    32002D0524

    2002/524/EG: Beschikking van de Commissie van 26 juni 2002 houdende onttrekking aan communautaire financiering van bepaalde uitgaven die de lidstaten voor het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL), afdeling Garantie, hebben verricht (kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 2281)

    Publicatieblad Nr. L 170 van 29/06/2002 blz. 0077 - 0080


    Beschikking van de Commissie

    van 26 juni 2002

    houdende onttrekking aan communautaire financiering van bepaalde uitgaven die de lidstaten voor het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL), afdeling Garantie, hebben verricht

    (kennisgeving geschied onder nummer C(2002) 2281)

    (Slechts de tekst in de Griekse, de Engelse, de Franse, de Italiaanse, de Portugese, de Nederlandse en de Zweedse taal is authentiek)

    (2002/524/EG)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 729/70 van de Raad van 21 april 1970 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1287/95(2), en met name op artikel 5, lid 2, onder c),

    Gelet op Verordening (EG) nr. 1258/1999 van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid(3), en met name op artikel 7, lid 4,

    Na raadpleging van het Comité van het Fonds,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) In artikel 5, lid 2, onder c), van Verordening (EEG) nr. 729/70 en artikel 7, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1258/1999 is bepaald dat de Commissie een besluit neemt over de uitgaven die moeten worden onttrokken aan communautaire financiering, wanneer zij constateert dat uitgaven niet overeenkomstig de communautaire voorschriften zijn verricht.

    (2) In de genoemde artikelen van Verordening (EEG) nr. 729/70 en Verordening (EG) nr. 1258/1999 en in artikel 8, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 1663/95 van de Commissie van 7 juli 1995 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 729/70 van de Raad aangaande de procedure inzake de goedkeuring van de rekeningen van het EOGFL, afdeling Garantie(4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2025/2001(5), is bepaald dat de Commissie de nodige verificaties verricht, de resultaten daarvan aan de lidstaten meedeelt, kennis neemt van de door de lidstaten gemaakte opmerkingen, bilaterale besprekingen vaststelt om overeenstemming te bereiken met de betrokken lidstaten en haar conclusies formeel aan deze laatste meedeelt onder verwijzing naar Beschikking 94/442/EG van de Commissie van 1 juli 1994 inzake de instelling van een bemiddelingsprocedure in het kader van de goedkeuring van de rekeningen betreffende het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL), afdeling Garantie(6), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2001/535/EG(7).

    (3) De lidstaten kunnen verzoeken een bemiddelingsprocedure te openen. In sommige gevallen is van deze mogelijkheid gebruikgemaakt en is het na afloop van deze procedure uitgebrachte rapport door de Commissie onderzocht.

    (4) In de artikelen 2 en 3 van Verordening (EEG) nr. 729/70 en in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1258/1999 is bepaald dat financiering slechts mogelijk is voor restituties bij uitvoer naar derde landen die volgens de communautaire voorschriften in het kader van de gemeenschappelijke ordening der landbouwmarkten worden verleend, en voor interventies ter regulering van de landbouwmarkten waartoe volgens de communautaire voorschriften in het kader van de gemeenschappelijke ordening der landbouwmarkten wordt overgegaan.

    (5) Uit de verrichte verificaties, de resultaten van de bilaterale besprekingen en de bemiddelingsprocedures is gebleken dat een deel van de door de lidstaten gedeclareerde uitgaven niet aan die voorwaarden voldoet en derhalve niet door het EOGFL, afdeling Garantie, kan worden gefinancierd.

    (6) In de bijlage bij deze beschikking zijn de bedragen vermeld die niet als ten laste van het EOGFL, afdeling Garantie, worden erkend, en daarin zijn geen uitgaven begrepen die zijn gedaan vóór de periode van 24 maanden die voorafging aan het tijdstip waarop de Commissie de resultaten van de verificaties schriftelijk aan de lidstaten heeft meegedeeld.

    (7) Voor de gevallen waarop deze beschikking betrekking heeft, heeft de Commissie in het kader van een desbetreffend syntheseverslag aan de lidstaten opgave gedaan van de uitgaven die aan financiering moeten worden onttrokken omdat zij niet overeenkomstig de communautaire voorschriften zijn verricht.

    (8) Met deze beschikking wordt niet vooruitgelopen op de financiële consequenties die de Commissie zou kunnen trekken uit arresten van het Hof van Justitie in zaken die op 31 oktober 2001 aanhangig waren en aangelegenheden betreffen waarop deze beschikking betrekking heeft,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

    Artikel 1

    De ten laste van het EOGFL, afdeling Garantie, gedeclareerde uitgaven van erkende betaalorganen van de lidstaten die in de bijlage zijn vermeld, worden bij deze beschikking aan communautaire financiering onttrokken omdat zij niet overeenkomstig de communautaire voorschriften zijn verricht.

    Artikel 2

    Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk België, de Helleense Republiek, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek, het Koninkrijk der Nederlanden, de Portugese Republiek, het Koninkrijk Zweden en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland.

    Gedaan te Brussel, 26 juni 2002.

    Voor de Commissie

    Franz Fischler

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 94 van 28.4.1970, blz. 13.

    (2) PB L 125 van 8.6.1995, blz. 1.

    (3) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 103.

    (4) PB L 158 van 8.7.1995, blz. 6.

    (5) PB L 274 van 17.10.2001, blz. 3.

    (6) PB L 182 van 16.7.1994, blz. 45.

    (7) PB L 193 van 17.7.2001, blz. 25.

    BIJLAGE

    Totaal van de correcties

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Top