Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31999R2761

    Verordening (EG) nr. 2761/1999 van de Commissie van 22 december 1999 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 296/96 betreffende de door de lidstaten te verstrekken gegevens en de maandelijkse boeking van de uit de afdeling Garantie van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) gefinancierde uitgaven, alsmede tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2776/88

    PB L 331 van 23.12.1999, p. 57–58 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 15/10/2006; stilzwijgende opheffing door 32006R0883

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1999/2761/oj

    31999R2761

    Verordening (EG) nr. 2761/1999 van de Commissie van 22 december 1999 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 296/96 betreffende de door de lidstaten te verstrekken gegevens en de maandelijkse boeking van de uit de afdeling Garantie van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) gefinancierde uitgaven, alsmede tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2776/88

    Publicatieblad Nr. L 331 van 23/12/1999 blz. 0057 - 0058


    VERORDENING (EG) Nr. 2761/1999 VAN DE COMMISSIE

    van 22 december 1999

    tot wijziging van Verordening (EG) nr. 296/96 betreffende de door de lidstaten te verstrekken gegevens en de maandelijkse boeking van de uit de afdeling Garantie van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) gefinancierde uitgaven, alsmede tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2776/88

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 1258/1999 van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid(1), en met name op de artikelen 4 en 5,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 1259/1999 van de Raad van 17 mei 1999 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid(2), en met name op artikel 11,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Het is dienstig dat de lidstaten het dossier als bedoeld in artikel 3, lid 5, van Verordening (EG) nr. 296/96 van de Commissie van 16 februari 1996, betreffende de door de lidstaten te verstrekken gegevens en de maandelijkse boeking van de uit de afdeling Garantie van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) gefinancierde uitgaven, alsmede tot intrekking van Verordening (EEG nr. 2776/88(3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2236/98(4), dat wordt ingediend voor de boeking op de Gemeenschapsbegroting van de uitgaven die in de maand mei en de maand november zijn betaald, vergezeld doen gaan van een op het grootboek van de debiteuren gebaseerde tabel waarin het totaal van alle in het kader van het EOGFL, afdeling Garantie, geconstateerde maar nog niet geïnde vorderingen zijn vermeld. Het is ook dienstig dat de lidstaten, bij de indiening van het dossier, als bedoeld in artikel 3, lid 5, van Verordening (EG) nr. 296/96, voor de boeking op de Gemeenschapsbegroting van de uitgaven die in de maand april en de maand oktober zijn betaald tabellen voegen die de stand van zaken aangeven met betrekking tot de overeenkomstig de artikelen 3 en 4 van Verordening (EG) nr. 1259/1999 ingehouden bedragen en de besteding daarvan overeenkomstig artikel 5, lid 2, van die laatste verordening.

    (2) In overeenstemming met de bepaling als bedoeld in artikel 37, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1750/1999 van de Commissie van 23 juli 1999 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL)(5), wordt de betaling van de maandelijkse voorschotten inzake de uitgaven betreffende Verordening (EG) nr. 1750/1999 aan de lidstaten door de Commissie, nadat zij de betrokken lidstaten daarvan in kennis heeft gesteld, tijdelijk opgeschort indien niet uiterlijk op 30 september van elk jaar de documenten zijn ontvangen als bedoeld in artikel 37, lid 1, van voornoemde verordening.

    (3) De lidstaten kunnen de bedragen die door de verlagingen van betalingen, uitgevoerd op basis van de artikelen 3 en 4 van Verordening (EG) nr. 1259/1999, vrijkomen, besteden aan bepaalde extra maatregelen in het kader van de steun voor plattelandsontwikkeling, zoals voorzien in artikel 5, lid 2, van voornoemde verordening. De aldus ingehouden bedragen moeten uiterlijk in het derde begrotingsjaar na de inhouding ervan worden besteed. De bedragen die aan het einde van die periode niet zijn besteed, moeten worden gerecupereerd door vermindering van het laatste voorschot van het begrotingsjaar. Het volstaat de hiervoor noodzakelijke bepalingen toe te voegen aan Verordening (EG) nr. 296/96 en de titel ervan aan te passen teneinde met dit nieuwe element rekening te houden.

    (4) Het Comité van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en de gezamenlijke comités van beheer als bedoeld in artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1259/1999 hebben geen advies uitgebracht binnen de door hun voorzitter bepaalde termijn,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Verordening (EG) nr. 296/96 wordt als volgt gewijzigd:

    1. De titel wordt als volgt gewijzigd: "Verordening (EG) nr. 296/96 van de Commissie van 16 februari 1996 betreffende de door de lidstaten te verstrekken gegevens en de maandelijkse boeking van de uit de afdeling Garantie van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) gefinancierde uitgaven, alsmede de vastlegging van bepaalde uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1259/1999 van de Raad".

    2. In artikel 3 wordt het volgende lid 6 bis ingevoegd: "6 bis. Tweemaal per jaar, bij de indiening van het in lid 5 bedoelde dossier voor de boeking op de Gemeenschapsbegroting van de uitgaven die in de maand mei en de maand november voor de tabel in letter a) en de maand april en de maand oktober voor de tabellen in punt b) zijn betaald, bezorgen de lidstaten als bijlage:

    a) een op het grootboek van de debiteuren gebaseerde tabel waarin het totaal van alle tot eind april en tot het einde van het begrotingsjaar in het kader van het EOGFL-Garantie geconstateerde maar nog niet geïnde vorderingen zijn vermeld;

    b) tabellen die de stand van zaken aangeven op eind april en op het einde van het begrotingsjaar met betrekking tot de overeenkomstig de artikelen 3 en 4 van Verordening (EG) nr. 1259/1999 ingehouden bedragen en de besteding daarvan overeenkomstig artikel 5, lid 2, van die verordening.".

    3. Aan artikel 4 wordt het volgende lid 6 toegevoegd: "6. Als de in artikel 37, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1750/1999 bedoelde documenten niet uiterlijk op 30 september van elk jaar zijn ontvangen bij de Commissie, wordt de betaling van het voorschot op de uitgaven die in de maand augustus zijn gedaan inzake de voornoemde verordening, door de Commissie opgeschort nadat zij de betrokken lidstaat daarvan in kennis heeft gesteld.

    Als de bedoelde documenten worden ontvangen in de periode van 1 tot en met 15 oktober, wordt de betaling van het in de vorige alinea vermelde voorschot opgeschort met evenveel dagen als de vertraging waarmee de documenten ontvangen zijn.

    Als de bedoelde documenten worden ontvangen na 15 oktober, wordt de betaling van de voorschotten op de uitgaven die in de maanden augustus, september en oktober zijn gedaan overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1750/1999, opgeschort tot het voorschot op de uitgaven van de maand februari van het volgende jaar.

    De bedragen waarvoor de betaling is opgeschort, worden als totaalbedrag vastgelegd voor het betrokken begrotingsjaar.".

    4. Artikel 6 wordt vervangen door de volgende tekst: "Artikel 6

    1. De overeenkomstig de artikelen 3 en 4 van Verordening (EG) nr. 1259/1999 ingehouden bedragen worden uiterlijk aan het einde van het derde begrotingsjaar na dat waarin de inhouding is toegepast, overeenkomstig artikel 5, lid 2, van die verordening voor de betaling van acties inzake extra communautaire steun gebruikt.

    2. De ingehouden bedragen die niet in overeenstemming met lid 1 zijn betaald, moeten in mindering worden gebracht op het bedrag van de voorschotten op de uitgaven van de maand oktober van het betrokken begrotingsjaar.".

    5. Aan artikel 7, lid 1, eerste alinea, wordt de volgende letter c) toegevoegd: "c) en in de te declareren uitgaven geen rekening wordt gehouden met de verlagingen op grond van de artikelen 3 en 4 van Verordening (EG) nr. 1259/1999.".

    6. In artikel 8 wordt "artikel 3, lid 6" vervangen door "artikel 3, leden 6 en 6 bis".

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Zij is van toepassing voor de op of na 1 januari 2000 gedane uitgaven.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 22 december 1999.

    Voor de Commissie

    Franz FISCHLER

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 103.

    (2) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 113.

    (3) PB L 39 van 17.2.1996, blz. 5.

    (4) PB L 281 van 17.10.1998, blz. 9.

    (5) PB L 214 van 13.8.1999, blz. 31.

    Top