EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31996F0698

96/698/JBZ: Gemeenschappelijk Optreden van 29 november 1996 door de Raad aangenomen op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie inzake de samenwerking tussen de douaneautoriteiten en handelsondernemingen bij de bestrijding van drugshandel

PB L 322 van 12.12.1996, p. 3–4 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/joint_action/1996/698/oj

31996F0698

96/698/JBZ: Gemeenschappelijk Optreden van 29 november 1996 door de Raad aangenomen op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie inzake de samenwerking tussen de douaneautoriteiten en handelsondernemingen bij de bestrijding van drugshandel

Publicatieblad Nr. L 322 van 12/12/1996 blz. 0003 - 0004


GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN van 29 november 1996 door de Raad aangenomen op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie inzake de samenwerking tussen de douaneautoriteiten en handelsondernemingen bij de bestrijding van drugshandel (96/698/JBZ)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, inzonderheid op de artikelen K.1 en K.3, lid 2, onder b),

Gezien het initiatief van Ierland,

Gezien het verslag van de Groep Drugsdeskundigen zoals dat in 1995 door de Europese Raad in Madrid is aangenomen,

In het besef dat de inrichtingen en diensten van legale handelsondernemingen op slinkse wijze kunnen worden gebruikt door illegale drugshandelaren;

Overwegende dat het voor de bestrijding van de drugshandel van wezenlijk belang is dat er een zo hoog mogelijke mate van samenwerking tussen de douane en handelsondernemingen tot stand komt;

Overwegende dat de Groep van Zeven (G7) tijdens haar topontmoetingen in Londen (1991) en München (1992) haar steun heeft betuigd aan versterking van de samenwerking tussen douane en bedrijfsleven bij de bestrijding van de drugshandel;

Overwegende dat in de resoluties 1993/41 van 27 juli 1993 en 1995/18 van 24 juli 1995 van de Economische en Sociale Raad van de VN van 1993 en 1995 wordt bevestigd dat het gebruik van convenanten een praktisch middel is om tastbare resultaten te behalen bij de wetshandhaving op drugsgebied, met handhaving van de dynamische bevordering van de handel;

Overwegende dat door de Raad van de Wereld Douane Organisatie (WCO) een actieplan is aangenomen om systematisch convenanten te ontwikkelen voor gebruik in douanezaken;

Opmerkend dat het door de WCO gestarte convenantenprogramma op mondiaal niveau een succes is geweest voor het consolideren van de samenwerking tussen douane en bedrijfsleven;

Voorts opmerkend dat sommige Lid-Staten van de Europese Unie reeds nationale convenantenprogramma's met het bedrijfsleven hebben opgezet in verband met drugshandel en andere douanemisdrijven;

In het bewustzijn dat de uitbreiding van deze programma's tot alle Lid-Staten en tot een groter aantal handelsondernemingen verdere voordelen op het gebied van de wetshandhaving kan opleveren,

HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN AANGENOMEN:

Artikel 1

De Lid-Staten stellen op nationaal niveau overeenkomstig de in dit gemeenschappelijk optreden bepaalde richtsnoeren convenantenprogramma's op of breiden deze uit om de reeds bestaande samenwerkingsbetrekkingen tussen de douaneautoriteiten van de Lid-Staten en in de Europese Unie werkzame handelsondernemingen bij de bestrijding van drugshandel te consolideren; zij verzoeken aan deze programma's deel te nemen.

Artikel 2

Convenanten tussen douaneautoriteiten en handelsondernemingen kunnen bepalingen betreffende onderstaande onderwerpen omvatten, zonder dat zij daartoe beperkt behoeven te zijn:

- uitwisseling van namen van contactpersonen bij de douane en de ondertekenende organisatie;

- verstrekking vooraf aan de douane van vrachtgegevens c. q. gegevens over passagiers door de ondertekenende partij;

- toegang voor de douane tot de informatiesystemen van de ondertekenende partij;

- beoordeling door de douane van de veiligheidsprocedures van de ondertekenende partij;

- ontwikkeling en uitvoering van plannen om die veiligheid te verhogen;

- screening van nieuw personeel door de ondertekenende partij;

- opleiding door de douane van het personeel van de ondertekenende partij.

Artikel 3

De douaneautoriteiten evalueren periodiek de werking van hun nationale convenanten, evalueren eveneens de tenuitvoerlegging van de afzonderlijke convenanten en passen deze in overleg met de ondertekenende partijen zo nodig aan om een maximale doeltreffendheid daarvan te waarborgen.

Artikel 4

De Lid-Staten stellen het Raadssecretariaat een jaar na de inwerkingtreding en vervolgens op verzoek van het Voorzitterschap in kennis van de maatregelen die zij hebben genomen om de bepalingen van dit gemeenschappelijk optreden ten uitvoer te leggen.

Artikel 5

De Lid-Staten kunnen desgewenst het toepassingsgebied van convenanten die krachtens de in artikel 1 bedoelde programma's zijn opgesteld, uitbreiden tot andere douanemisdrijven dan drugshandel.

Artikel 6

Dit gemeenschappelijk optreden wordt bekendgemaakt in het Publikatieblad.

Het treedt in werking op de dag waarop het wordt bekendgemaakt.

Gedaan te Brussel, 29 november 1996.

Voor de Raad

De Voorzitter

N. OWEN

Top