This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 31994D0274
94/274/EC: Commission Decision of 18 April 1994 laying down the system of identification for dogs and cats that are placed on the market in the United Kingdom and Ireland and not originating in those countries
94/274/EG: Beschikking van de Commissie van 18 april 1994 tot vaststelling van het systeem voor identificatie van honden en katten die in het Verenigd Koninkrijk en in Ierland in de handel worden gebracht en niet afkomstig zijn uit deze landen
94/274/EG: Beschikking van de Commissie van 18 april 1994 tot vaststelling van het systeem voor identificatie van honden en katten die in het Verenigd Koninkrijk en in Ierland in de handel worden gebracht en niet afkomstig zijn uit deze landen
PB L 117 van 7.5.1994, p. 40–40
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)
No longer in force, Date of end of validity: 28/12/2014; opgeheven door 32013D0519
94/274/EG: Beschikking van de Commissie van 18 april 1994 tot vaststelling van het systeem voor identificatie van honden en katten die in het Verenigd Koninkrijk en in Ierland in de handel worden gebracht en niet afkomstig zijn uit deze landen
Publicatieblad Nr. L 117 van 07/05/1994 blz. 0040 - 0040
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 57 blz. 0079
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 57 blz. 0079
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 18 april 1994 tot vaststelling van het systeem voor identificatie van honden en katten die in het Verenigd Koninkrijk en in Ierland in de handel worden gebracht en niet afkomstig zijn uit deze landen (94/274/EG) DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, Gelet op Richtlijn 92/65/EEG van de Raad van 13 juli 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van dieren, sperma, eicellen en embryo's waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving als bedoeld in bijlage A, onder I, bij Richtlijn 90/425/EEG geldt (1), en met name op artikel 10, lid 3, onder a), iii), Overwegende dat een methode moet worden vastgesteld voor de identificatie van honden en katten die in het Verenigd Koninkrijk en in Ierland in de handel worden gebracht en niet afkomstig zijn uit deze landen; Overwegende dat elektronische identificatie een goedkope, fraudebestendige en relatief pijnloze methode is; dat het daarom dienstig is een elektronische methode voor de identificatie van honden en katten toe te passen; Overwegende dat, aangezien vele elektronische systemen in gebruik zijn, de eigenaar of de handelaar tot genoegdoening van de officiële dierenarts moet kunnen aantonen dat de hond of de kat correct is geïdentificeerd; Overwegende dat het, als tussentijdse maatregel, dienstig is te bepalen dat, in afwachting dat een internationale norm wordt vastgesteld, alleen elektronische systemen mogen worden gebruikt die worden gebruikt in de Lid-Staten waaruit de dieren afkomstig zijn; dat de situatie opnieuw moet worden bezien in het licht van de vooruitgang inzake de harmonisatie van normen voor de elektronische identificatie van honden en katten; Overwegende dat deze beschikking toekomstige beschikkingen met betrekking tot het verkeer van gezelschapsdieren in de Gemeenschap onverlet laat, aangezien de problematiek van de identificatie van gezelschapsdieren van andere aard is; Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Veterinair Comité, HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN: Artikel 1 Voor identificatie van honden en katten die in het Verenigd Koninkrijk en in Ierland in de handel worden gebracht en niet afkomstig zijn uit deze landen moet een elektronisch systeem worden gebruikt. Artikel 2 1. Het in artikel 1 bedoelde elektronische systeem moet bestaan uit een inplanteerbare transponder en moet in de Lid-Staat van herkomst van de honden en katten worden gebruikt. 2. De Lid-Staten delen de Commissie en elkaar mee welke elektronische systemen op hun grondgebied worden gebruikt voor de identificatie van honden en katten. 3. De eigenaar of handelaar tot genoegdoening van de officiële dierenarts moet kunnen aantonen dat de hond of de kat correct is geïdentificeerd. Artikel 3 Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten. Gedaan te Brussel, 18 april 1994. Voor de Commissie René STEICHEN Lid van de Commissie (1) PB nr. L 268 van 14. 9. 1992, blz. 54.