Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31994D0202

    94/202/EG: Besluit van de Commissie van 9 maart 1994 tot aanvaarding van verbintenissen, aangeboden in verband met de anti-dumpingprocedure betreffende de invoer van siliciumcarbide van oorsprong uit, respectievelijk, de Volksrepubliek China, Noorwegen, Polen en de voormalige Sowjetunie en tot beëindiging van de procedure betreffende de invoer uit Noorwegen en een aantal republieken die eertijds deel uitmaakten van de voormalige Sowjetunie

    PB L 94 van 13.4.1994, p. 32–33 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 09/03/1999

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1994/202/oj

    31994D0202

    94/202/EG: Besluit van de Commissie van 9 maart 1994 tot aanvaarding van verbintenissen, aangeboden in verband met de anti-dumpingprocedure betreffende de invoer van siliciumcarbide van oorsprong uit, respectievelijk, de Volksrepubliek China, Noorwegen, Polen en de voormalige Sowjetunie en tot beëindiging van de procedure betreffende de invoer uit Noorwegen en een aantal republieken die eertijds deel uitmaakten van de voormalige Sowjetunie

    Publicatieblad Nr. L 094 van 13/04/1994 blz. 0032 - 0033
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 11 Deel 29 blz. 0307
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 11 Deel 29 blz. 0307


    BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 9 maart 1994 tot aanvaarding van verbintenissen, aangeboden in verband met de anti-dumpingprocedure betreffende de invoer van siliciumcarbide van oorsprong uit, respectievelijk, de Volksrepubliek China, Noorwegen, Polen en de voormalige Sowjetunie en tot beëindiging van de procedure betreffende de invoer uit Noorwegen en een aantal republieken die eertijds deel uitmaakten van de voormalige Sowjetunie (94/202/EG)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 2423/88 van de Raad van 11 juli 1988 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping of subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Economische Gemeenschap (1), inzonderheid op de artikelen 9 en 10,

    Na overleg in het in Verordening (EEG) nr. 2423/88 bedoelde Raadgevend Comité,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) De Commissie heeft door middel van een bericht in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen (2) de opening aangekondigd van een nieuw onderzoek van de anti-dumpingmaatregelen in verband met de invoer in de Gemeenschap van siliciumcarbide van oorsprong uit, respectievelijk, Noorwegen, Polen, de voormalige Sowjetunie en de Volksrepubliek China. Voor de bevindingen van dit nieuwe onderzoek zij verwezen naar Verordening (EG) nr. 821/94 van de Raad (3).

    (2) Nadat alle betrokken exporteurs van de resultaten van het onderzoek in kennis waren gesteld, heeft de Russische Regering, samen met de staatshandelsorganisatie V/O Stankoimport, verbintenissen aangeboden overeenkomstig het bepaalde in artikel 10 van Verordening (EEG) nr. 2423/88, hierna de "basisverordening" genoemd.

    (3) Deze verbintenissen zouden ten gevolge hebben dat de Russische uitvoer van siliciumcarbide naar de Gemeenschap wordt teruggebracht tot een niveau waarop geen schade meer wordt veroorzaakt. De Commissie is bovendien van mening dat voldoende garanties zijn verstrekt dat de Russische Regering in samenwerking met V/O Stankoimport op de uitvoer van Russische siliciumcarbide naar de Gemeenschap naar behoren toezicht zal kunnen houden. De Commissie acht de aangeboden verbintenissen derhalve aanvaardbaar en is de mening toegedaan dat het onderzoek met betrekking tot V/O Stankoimport zonder anti-dumpingrechten kan worden beëindigd.

    (4) Het onderzoek naar de invoer van siliciumcarbide uit Noorwegen toonde aan dat het verstrijken van de ten aanzien van de Noorse producenten getroffen maatregelen geen schade of gevaar voor schade met zich zou brengen en dat de Noorse producenten hun produkt bovendien niet met dumping op de markt van de Gemeenschap hadden verkocht.

    Met het oog op het bovenstaande wordt aangenomen dat beschermende maatregelen tegen de invoer van siliciumcarbide uit Noorwegen overbodig zijn en dat de procedure ten aanzien van de invoer uit Noorwegen overeenkomstig het bepaalde in artikel 9, lid 1, van de basisverordening dient te worden beëindigd.

    (5) Het onderzoek wees bovendien uit dat, met uitzondering van de Russische Federatie en Oekraïne, de republieken die deel uitmaakten van de voormalige Sowjetunie, geen siliciumcarbide vervaardigen noch uitvoeren. De procedure ten aanzien van deze republieken dient derhalve eveneens te worden beëindigd overeenkomstig het bepaalde in artikel 9, lid 1, van de basisverordening.

    (6) Het Raadgevend Comité heeft ten aanzien van de aanvaarding van de aangeboden verbintenissen enige bezwaren naar voren gebracht. Dientengevolge heeft de Commissie de Raad overeenkomstig artikel 9, lid 1, en artikel 10, lid 1, van de basisverordening een verslag voorgelegd betreffende de resultaten van het overleg evenals een voorstel tot aanvaarding van de verbintenissen. Aangezien de Raad niet binnen één maand een andersluidend besluit heeft genomen, wordt het onderhavige besluit geacht te zijn vastgesteld,

    BESLUIT:

    Artikel 1

    De door de Regering van de Russische Federatie, samen met V/O Stankoimport, Moskou, Rusland, aangeboden verbintenissen in verband met het nieuwe onderzoek van de anti-dumpingmaatregelen betreffende de invoer van siliciumcarbide uit, respectievelijk, de Volksrepubliek China, Noorwegen, Polen en de voormalige Sowjetunie worden hierbij aanvaard.

    Artikel 2

    De procedure betreffende de invoer van siliciumcarbide uit, respectievelijk, Noorwegen, Armenië, Azerbeidzjan, Wit-Rusland, Georgië, Kazachstan, Kirgizië, Moldavië, Tadzjikistan, Turkmenistan en Oezbekistan wordt hierbij beëindigd.

    Gedaan te Brussel, 9 maart 1994.

    Voor de Commissie

    Leon BRITTAN

    Lid van de Commissie

    (1) PB nr. L 209 van 2. 8. 1988, blz. 1.

    (2) PB nr. C 279 van 26. 10. 1991, blz. 11.

    (3) Zie bladzijde 21 van dit Publikatieblad.

    Top