This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 31993D0717
93/717/EC: Council Decision of 22 November 1993 on the consultation of the European Monetary Institute by the authorities of the Member States on draft legislative provisions
93/717/EG: Beschikking van de Raad van 22 november 1993 betreffende de raadpleging van het Europees Monetair Instituut door de autoriteiten van de Lid-Staten over ontwerpen van wettelijke bepalingen
93/717/EG: Beschikking van de Raad van 22 november 1993 betreffende de raadpleging van het Europees Monetair Instituut door de autoriteiten van de Lid-Staten over ontwerpen van wettelijke bepalingen
PB L 332 van 31.12.1993, p. 14–15
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1998; opgeheven door 398D0415
93/717/EG: Beschikking van de Raad van 22 november 1993 betreffende de raadpleging van het Europees Monetair Instituut door de autoriteiten van de Lid-Staten over ontwerpen van wettelijke bepalingen
Publicatieblad Nr. L 332 van 31/12/1993 blz. 0014 - 0015
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 1 Deel 3 blz. 0084
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 1 Deel 3 blz. 0084
BESCHIKKING VAN DE RAAD van 22 november 1993 betreffende de raadpleging van het Europees Monetair Instituut door de autoriteiten van de Lid-Staten over ontwerpen van wettelijke bepalingen (93/717/EG) DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 109 F, lid 6, en op artikel 5, lid 3, van het aan het Verdrag gehechte Protocol betreffende de statutuen van het Europees Monetair Instituut, Gezien het voorstel van de Commissie (1), In samenwerking met het Europees Parlement (2), Gezien het advies van het Comité van Presidenten, Overwegende dat het Europees Monetair Instituut (EMI) op 1 januari 1994 wordt opgericht; Overwegende dat in het Verdrag wordt bepaald dat het EMI door de autoriteiten van de Lid-Staten wordt geraadpleegd over elk ontwerp van wettelijke bepaling op de gebieden die onder zijn bevoegdheid vallen; dat het de taak van de Raad is de grenzen en voorwaarden van deze raadpleging vast te stellen; Overwegende dat deze verplichting tot raadpleging voor de autoriteiten van de Lid-Staten niet afdoet aan de verantwoordelijkheid van de nationale autoriteiten ten aanzien van de aangelegenheden waarop de ontwerpen betrekking hebben; Overwegende dat deze beschikking geen betrekking heeft op besluiten die door de nationale autoriteiten in het kader van de tenuitvoerlegging van het monetaire beleid worden genomen; Overwegende dat de procedures voor de aanneming van ontwerpen van wettelijke bepalingen in de Lid-Staten geen onnodige vertraging mogen oplopen ten gevolge van het raadplegen van het EMI; dat de termijn waarbinnen het EMI advies moet uitbrengen, evenwel lang genoeg moet zijn om het EMI in staat te stellen de nodige zorg te besteden aan de bestudering van de voorgelegde teksten; dat de Lid-Staten in bijzonder spoedeisende gevallen die naar behoren gemotiveerd zijn, bij voorbeeld op grond van de gevoeligheid van de markt, een kortere termijn dan één maand kunnen vaststellen; dat in het bijzonder in die gevallen een dialoog tussen de nationale autoriteiten en het EMI moet waarborgen dat met een ieders belangen rekening wordt gehouden. HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD: Artikel 1 1. De autoriteiten van de Lid-Staten raadplegen het EMI over elk ontwerp van wettelijke bepaling op de gebieden die krachtens artikel 109 F van het Verdrag onder de bevoegdheid van het EMI vallen, met name: - monetaire wetgeving, status van de ecu en betalingsmiddelen; - de statuten en de bevoegdheden van de nationale centrale banken alsmede de instrumenten van monetair beleid; - het verzamelen, opmaken en verspreiden van monetaire, financiële, bank- en betalingsbalansstatistieken; - clearing- en betalingssystemen, in het bijzonder voor grensoverschrijdende transacties; - voorschriften voor financiële instellingen, voor zover die van invloed zijn op de stabiliteit van de financiële instellingen en markten. 2. Onmiddellijk na ontvangst van een ontwerp van wettelijke bepaling deelt het EMI aan de raadplegende nationale autoriteiten mede of dat ontwerp naar zijn oordeel betrekking heeft op een gebied dat onder zijn bevoegdheid valt. Artikel 2 1. Onder "ontwerpen van wettelijke bepalingen" wordt verstaan: ontwerpen van op het grondgebied van een Lid-Staat algemeen toepasselijke bepalingen van dwingende aard, die regels bevatten voor een onbepaald aantal gevallen en gericht zijn tot een onbepaald aantal natuurlijke personen of rechtspersonen. 2. Als ontwerpen van wettelijke bepalingen in de zin van lid 1 worden niet beschouwd ontwerpen van bepalingen die uitsluitend tot doel hebben communautaire richtlijnen in het recht van de Lid-Staten om te zetten. Artikel 3 Elke Lid-Staat neemt de nodige maatregelen om daadwerkelijk aan deze beschikking te voldoen. Daartoe ziet elke Lid-Staat erop toe dat het EMI tijdig geraadpleegd wordt, zodat de autoriteit die het initiatief tot een ontwerp van wettelijke bepaling neemt, over het advies van het EMI kan beschikken voordat zij een inhoudelijke beslissing neemt; tevens zorgt iedere Lid-Staat ervoor dat het advies van het EMI ter kennis wordt gebracht van de autoriteit die de bepaling dient vast te stellen, indien deze een andere is dan die welke het ontwerp heeft opgesteld. Artikel 4 De nationale autoriteiten die een ontwerp van wettelijke bepaling voorbereiden, kunnen, indien zij zulks nodig achten, aan het EMI voor het uitbrengen van zijn advies een termijn stellen die niet korter mag zijn dan één maand, te rekenen vanaf de datum waarop de President van het EMI van het verzoek om advies in kennis wordt gesteld, behoudens in uitermate spoedeisende gevallen. Indien er na het verstrijken van die termijn geen advies is uitgebracht, kan worden gehandeld zonder het advies af te wachten. Ingeval het advies van het EMI na de gestelde termijn wordt ontvangen, zorgen de Lid-Staten er evenwel voor dat het ter kennis wordt gebracht van de in artikel 3 bedoelde autoriteiten. Artikel 5 Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten. Gedaan te Brussel, 22 november 1993. Voor de Raad De Voorzitter Ph. MAYSTADT (1) PB nr. C 324 van 1. 12. 1993, blz. 12, en PB nr. C 340 van 17. 12. 1993, blz. 12.(2) PB nr. C 329 van 6. 12. 1993.