EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31988L0658

RICHTLIJN VAN DE RAAD van 14 december 1988 tot wijziging van Richtlijn 77/99/EEG inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in vleesprodukten (88/658/EEG)

PB L 382 van 31.12.1988, p. 15–33 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 01/01/1993; stilzwijgende opheffing door 392L0005

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1988/658/oj

31988L0658

RICHTLIJN VAN DE RAAD van 14 december 1988 tot wijziging van Richtlijn 77/99/EEG inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in vleesprodukten (88/658/EEG) - -

Publicatieblad Nr. L 382 van 31/12/1988 blz. 0015 - 0033
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 28 blz. 0076
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 28 blz. 0076


RICHTLIJN VAN DE RAAD van 14 december 1988 tot wijziging van Richtlijn 77/99/EEG inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in vleesprodukten (88/658/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

Gezien het voorstel van de Commissie ( 1 ),

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 2 ),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comite ( 3 ),

Overwegende dat naar aanleiding van de vaststelling door de Raad van Richtlijn 83/90/EEG van 7 februari 1983 tot wijziging van Richtlijn 64/433/EEG inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in vers vlees ( 4 ), ook Richtlijn 77/99 / EEG ( 5 ), laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 3805 / 87 ( 6 ), moet worden gewijzigd ten einde de bepalingen voor vlees en die voor vleesprodukten te harmoniseren;

Overwegende dat Richtlijn 77/99/EEG mede in verband met de vooruitgang op wetenschappelijk en technisch gebied moet worden gewijzigd;

Overwegende dat voorschriften moeten worden vastgesteld voor kant-en-klaargerechten die vleesprodukten bevatten;

Overwegende dat bepaalde vleesprodukten van het toepassingsgebied van de richtlijn uitgesloten dienen te blijven;

Overwegende dat het nodig is gebleken gezondheidsvoorschriften in te voeren waaraan de recipïenten moeten voldoen;

Overwegende dat vleesprodukten die voor rechtstreekse verkoop aan de consument bestemd zijn, dienen te worden gëetiketteerd overeenkomstig Richtlijn 79/1 12/EEG van de Raad van 18 december 1978 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake etikettering en presentatie van levensmiddelen bestemd voor de eindverbruiker alsmede inzake de daarvoor gemaakte reclame ( 7 ), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 86/197/EEG ( 8 ) :

Overwegende dat de procedures voor inspectie, erkenning en intrekking van de erkenning van inrichtingen, alsmede de procedure die bij geschillen tussen Lid-Staten moet worden gevolgd, aanpassing behoeven, ten einde deze met de bepalingen van andere op veterinair gebied vastgestelde richtlijnen te harmoniseren;

Overwegende dat in de controlevoorschriften met de vereisten van de interne markt rekening moet worden gehouden;

Overwegende dat is gebleken dat alle Lid -Staten nationale regels kennen inzake de samenstelling van vleesprodukten waarin is bepaald welke toevoegingsmiddelen bij de vervaardiging van die produkten mogen worden gebruikt : dat het bestaan van uiteenlopende normen ter zake strijdig kan zijn met de eisen van de interne markt; dat het derhalve wenselijk is een procedure in te voeren om deze normen voor de samenstelling te harmoniseren en dat de vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften inzake het gebruik van additieven voor vleesprodukten later moet worden geregeld bij een communautair besluit;

Overwegende dat de tijdens het versnijden en het aanbrengen van de onmiddellijke verpakking van vleesprodukten in acht te nemen temperaturen in bijlage A van deze richtlijn zijn opgenomen; dat bijgevolg een vermelding van de procedure waarbij dergelijke temperaturen worden vastgesteld, overbodig is;

Overwegende dat de bepalingen op veterinairrechtelijk gebied zijn vervat in Richtlijn 80/215/EEG van de Raad van 22 januari 1980 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in vleesprodukten

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

Artikel 1

De artikel en 1 tot en met 17 van Richtlijn 77/99/EEG worden vervangen door :

"Artikel 1

Bij deze richtlijn worden gezondheidsvoorschriften vastgesteld ten aanzien van vleesprodukten die bestemd zijn voor het intracommunautaire handelsverkeer .

Onverminderd de verbodsmaatregelen krachtens Richtlijn 80/215/EEG ( 9 ), is deze richtlijn niet van toepassing op vleesprodukten :

a ) in de persoonlijke bagage van reizigers, mits die vleesprodukten of vleesbereidingen nadien niet voor commercïele doeleinden worden gebruikt;

b ) in kleine zendingen aan particulieren, voor zover het gaat om invoer zonder enig handelskarakter;

c ) als proviand voor personeel en passagiers in vervoermiddelen waarmee commercieel vervoer tussen Lid-Staten wordt verricht .

( 10 ) PB nr . L 47 van 21 . 2 . 1980, blz . 4 .

Artikel 2

In deze richtlijn wordt verstaan onder :

a ) vleesprodukten : produkten, vervaardigd van of met zodanig behandeld vlees dat, aan de hand van het snijvlak van de hartdoorsnijding, de verdwijning van de kenmerken van vers vlees kan worden geconstateerd .

Als vleesprodukt wordt evenwel niet beschouwd :

i ) >vlees dat alleen een koelbehandeling heeft ondergaan, voor welk vlees Richtlijn 64 /433/EEG blijft gelden;

ii ) produkten die niet onder de omschrijving van de eerste alinea vallen, welke produkten onder Richtlijn 88/657/EEG van de Raad van 14 december 1988 tot vaststelling van de eisen voor de produktie van en het handelsverkeer in gehakt, vlees in stukken van minder dan 100 gram en vleesbereidingen en tot wijziging van de Richtlijnen 64/433/EEG, 71/118 /EEG en 72/462 / EEG ( 11 ) vallen .

( 12 ) PB nr . L 382 van 31 . 12 . 1988, blz . 3 .

Deze richtlijn heeft voorts geen betrekking op :

i ) vleesextract, vleessoepen, vleesbouillon, vleessausen en soortgelijke produkten, zonder stukjes vlees;

ii ) gehele, grof of fijn gemalen beenderen, vleespepton, dierlijke gelatine, vleesmeel, zwoerdpoeder, bloedplasma, gedroogd bloed en gedroogd bloedplasma, cellulaire protëinen, beenderextract en soortgelijke produkten;

iii ) gesmolten vetten van dierlijke vetweefsels;

iv ) gereinigde magen, blazen en darmen, geblancheerd, gezouten of gedroogd;

b ) i ) vlees : vlees als bedoeld in

- artikel 1 van Richtlijn 64/433/EEG,

- artikel 1 van Richtlijn 71/118/EEG,

- artikel 1 van Richtlijn 72/461/EEG,

- artikel 2 van Richtlijn 72/462/EEG,

- artikel 2 van Richtlijn 88/657/EEG :

ii vers vlees : vers vlees als bedoeld in artikel 1 van de Richtlijnen 64/433/EEG, 71/118/EEG en 72/461/EEG en in artikel 2 van Richtlijn 72/462/EEG, alsmede vlees dat voldoet aan Richtlijn 88/657/EEG :

c ) vleesbereidingen : bereidingen die voldoen aan de eisen van artikel 3 van Richtlijn 88/657 /EEG :

d ) behandeling : verhitting, zouten, doorzouten of drogen van vers vlees, al dan niet in samenhang met andere levensmiddelen of een combinatie van deze verschillende procedes;

e ) verhitting : gebruikmaking van droge of vochtige warmte;

f ) zouten : gebruikmaking van zout;

g ) doorzouten : het doen intrekken van zout in de massa van het produkt;

h ) rijpen : behandeling van gezouten rauw vlees, toegepast onder weersomstandigheden die tijdens een trage en geleidelijke vermindering van de vochtigheid de ontwikkeling van natuurlijke enzymatische of gistingsprocessen kunnen veroorzaken, met in de tijd wijzigingen die het produkt typische organoleptische kenmerken verlenen en de houdbaarheid en de hygïene bij een normale omgevingstemperatuur garanderen;

i ) drogen : natuurlijke of kunstmatige vermindering van de hoeveelheid vocht;

j ) kant-en-klaargerechten:verpakte vleesprodukten die overeenstemmen met gekookte of voorgekookte culinaire bereidingen en voor de conservering waarvan geen gebruik is gemaakt van conserveermiddelen;

k ) land van verzending : de Lid-Staat van waaruit vleesprodukten naar een andere Lid-Staat worden verzonden;

l ) land van bestemming : de Lid-Staat waarheen vleesprodukten uit een andere Lid-Staat worden verzonden;

m ) partij:hoeveelheid vleesprodukt waarvoor een zelfde gezondheidscertificaat geldt;

n ) directe verpakking : de handeling bestaande in het beschermen van een vleesprodukt door het gebruik van een eerste omhulsel of van een eerste verpakking, in rechtstreeks contact komend met het betrokken produkt, alsook dit eerste omhulsel en deze eerste verpakking zelf;

o ) buitenverpakking : de handeling bestaande in het plaatsen van een of meer al dan niet van een directe verpakking voorziene vleesprodukten in éen verpakking, alsook deze verpakking zelf;

p ) hermetisch gesloten recipïent : recipïent, dat geen lucht doorlaat en bestemd is om de inhoud tijdens en na de warmtebehandeling te beschermen tegen het binnendringen van micro-organismen .

Artikel 3

1 . Iedere Lid-Staat draagt er zorg voor dat van zijn grondgebied naar het grondgebied van een andere Lid -Staat slechts vleesprodukten worden verzonden die, onverminderd de voorwaarden van lid 3, aan de volgende algemene voorwaarden voldoen :

1 . zij moeten zijn bereid in een overeenkomstig artikel 7 erkende en gëinspecteerde inrichting;

2 . zij moeten zijn bereid, opgeslagen en vervoerd overeenkomstig bijlage A, en als zij in een buiten de inrichting gelegen koel - of vrieshuis zijn opgeslagen, moet deze opslagplaats zijn erkend en gëinspecteerd overeenkomstig artikel 8 van Richtlijn 64/433 / EEG :

3 . zij moeten zijn bereid uit :

a ) vers vlees als omschreven in artikel 2, onder b ), ii ), met dien verstande dat dit verse vlees afkomstig mag zijn :

i ) overeenkomstig de Richtlijnen 64/433/EEG en 71/118/EEG, uit de Lid-Staat waar de bereiding heeft plaatsgevonden of uit enige andere Lid-Staat . Varkensvlees waarvan de besmetting met trichinen is bewezen, mag niet worden gebruikt voor de vervaardiging van vleesprodukten;

ii ) overeenkomstig artikel 5 bis van Richtlijn 72/461/EEG, uit de Lid-Staat waar de bereiding heeft plaatsgevonden;

iii ) overeenkomstig Richtlijn 72/462/EEG, uit een derde land, hetzij rechtstreeks, hetzij via een andere Lid-Staat;

iv ) overeenkomstig artikel 15 van Richtlijn 71/118/EEG, uit een derde land, voor zover

- de uit dit vlees verkregen produkten voldoen aan de eisen van deze richtlijn,

- deze produkten niet worden voorzien van het keurmerk, bedoeld in bijlage A, hoofdstuk VI,

- het intracommunautaire handelsverkeer van deze produkten onderworpen blijft aan de nationale voorschriften van iedere Lid-Staat;

b ) vlees als bedoeld in artikel 5, onder a ), van Richtlijn 64 /433/EEG;

4 . zij moeten zijn bereid van vers vlees dat aan de voorwaarden van bijlage A, hoofdstuk III, voldoet;

5 . zij moeten overeenkomstig bijlage A, hoofdstuk IV, zijn onderworpen aan een door de bevoegde autoriteit verrichte controle die, indien het gaat om

hermetisch gesloten recipïenten, overeenkomstig uiterlijk op 31 maart 1990 volgens de procedure van artikel 18 op te stellen voorschriften wordt verricht;

6 . zij moeten voldoen aan de eisen van artikel 4;

7 . de eventuele directe verpakking of buitenverpakking dient te worden aangebracht overeenkomstig bijlage A, hoofdstuk V;

8 . zij moeten overeenkomstig bijlage A, hoofdstuk VI, van een keurmerk zijn voorzien;

9 . zij moeten gedurende het vervoer naar het land van bestemming vergezeld gaan van een keuringscertificaat overeenkomstig bijlage A, hoofdstuk VII . Die verplichting geldt niet voor vleesprodukten in hermetisch gesloten recipïenten die de in bijlage B, hoofdstuk II, punt I, onder a ), eerste streepje, bedoelde behandeling hebben ondergaan, indien het keurmerk op onuitwisbare wijze op het recipïent is aangebracht, overeenkomstig voorschriften die volgens de procedure van artikel 18 moeten worden vastgesteld :

10 . zij moeten overeenkomstig bijlage A, hoofdstuk VIII, op voldoende hygïenische wijze worden opgeslagen en naar het land van bestem ming worden vervoerd .

2 . Vleesprodukten mogen niet onderworpen zijn geweest aan ioniserende straling, tenzij zulks om medische redenen verantwoord is en duidelijk op het produkt en op het gezondheidscertificaat staat vermeld dat het produkt werd bestraald .

3 . De Lid-Staten zien erop toe dat is voldaan aan de algemene eisen van de leden 1 en 2, en dat de vleesprodukten aan de volgende voorwaarden voldoen :

a) zij moeten zijn bereid door middel van verhitten, zouten of drogen, welke procedes kunnen worden gecombineerd met roken of rijpen, in voorkomend geval onder bijzondere microklimatologische omstandigheden, waarbij, met inachtneming van artikel 13, in het bijzonder bepaalde toevoegingsmiddelen voor het doorzouten kunnen worden gebruikt . Zij kunnen ook samen met andere levensmiddelen en kruiderijen worden bereid;

b ) zij mogen zijn verkregen uit een vleesprodukt of uit een vleesbereiding .

Artikel 4

Voor vleesprodukten die niet bij kamertemperatuur bewaard kunnen worden moet de producent, ten behoeve van de controle, op de directe verpakking van het produkt zichtbaar en leesbaar aangeven bij welke temperatuur het produkt moet worden vervoerd en opgeslagen alsmede de uiterste houdbaarheidsdatum vermelden .

Artikel 5

De artikelen 3 en 4 zijn niet van toepassing op vleesprodukten die met toestemming van het land van bestemming

worden ingevoerd voor andere doeleinden dan menselijke consumptie; in dat geval ziet het land van bestemming erop toe dat deze produkten niet worden gebruikt voor andere doeleinden dan die waarvoor zij naar dit land zijn verzonden .

Artikel 6

De Lid-Staten zien er op toe dat in het intracommunautair handelsverkeer in kant-en-klaargerechten de bepalingen gelden die van toepassing zijn op vleesprodukten en dat die gerechten ook voldoen aan de eisen van bijlage B, hoofdstuk III .

Artikel 7

1 . Elke Lid-Staat stelt een lijst op van door hem erkende inrichtingen waaraan een veterinair erkenningsnummer is toegekend . Hij doet deze lijst toekomen aan de andere Lid-Staten en aan de Commissie .

Een Lid-Staat erkent een inrichting slechts indien zij aan deze richtlijn voldoet . De Lid-Staat trekt de erkenning in, wanneer de inrichting niet meer aan de voorwaarden voldoet .

Indien een controle als bedoeld in artikel 8 is verricht, houdt de Lid-Staat met de resultaten daarvan rekening . Intrekking van een erkenning wordt aan de andere Lid-Staten en aan de Commissie medegedeeld .

2 . Erkende inrichtingen worden gëinspecteerd en gecontroleerd door de bevoegde autoriteit .

De bevoegde autoriteit moet te allen tijde vrije toegang hebben tot alle ruimten van de inrichtingen ten einde te kunnen nagaan of aan deze richtlijn wordt voldaan .

3 . Wanneer een Lid-Staat, met name ingevolge een van de in artikel 12, leden 1 en 2, bedoelde inspecties, van mening is dat in een inrichting van een andere Lid-Staat

niet of niet meer wordt voldaan aan de voorschriften waaraan de erkenning is verbonden, stelt hij de bevoegde centrale autoriteit van die Staat daarvan in kennis . Deze autoriteit neemt alle nodige maatregelen en deelt, onder opgave van de redenen, aan de bevoegde centrale autoriteit van de eerste Lid-Staat de genomen beslissingen mede .

Indien de eerste Lid-Staat vreest dat deze maatregelen niet worden getroffen of ontoereikend zijn, gaat hij samen met de andere Lid-Staat, eventueel door een bezoek ter plaatse, na op welke wijze in de toestand verbetering kan worden gebracht .

De betrokken Lid-Staten stellen de Commissie in kennis van de geschillen en van de gevonden oplossingen .

Indien de betrokken Lid-Staten geen overeenstemming kunnen bereiken, wordt de zaak door éen hunner binnen een redelijke termijn voorgelegd aan de Commissie, die

een of meer veterinaire deskundigen opdraagt advies uit te brengen. Op grond van dit advies of van het krachtens artikel 8 uitgebrachte advies, kunnen de Lid-Staten volgens de procedure van artikel 18 worden gemachtigd om het binnenbrengen op hun grondgebied van vleesprodukten uit de betrokken inrichting voorlopig te verbieden . De machtiging kan, op grond van een nieuw advies van een of meer veterinaire deskundigen, volgens de procedure van artikel 18 worden ingetrokken .

De veterinaire deskundigen dienen de nationaliteit van een der niet bij het geschil betrokken Lid-Staten te bezitten .

De algemene bepalingen voor de toepassing van dit lid worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 1 8 .

Artikel 8

Artikel 9 van Richtlijn 64/433/EEG is van overeenkomstige toepassing op de in artikel 7 bedoelde inrichtingen .

Artikel 9

In afwijking van de in artikel 3 gestelde voorwaarden kan overeenkomstig de procedure van artikel 18 worden besloten dat sommige bepalingen van deze richtlijn niet van toepassing zijn op sommige produkten die andere levensmiddelen bevatten en die voor een gering percentage uit vlees, vleesprodukten of vleesbereidingen zijn samengesteld .

Deze afwijkingen kunnen alleen betrekking hebben op a ) de voorwaarden inzake erkenning van de bedrijven als bedoeld in bijlage A, hoofdstuk I, en in bijlage B, hoofdstuk I;

b ) de voorwaarden inzake inspectie als bedoeld in bijlage A, hoofdstuk IV;

c ) de eisen betreffende het keurmerk en het gezondheidscertificaat, als bedoeld in artikel 3, lid 1, punten 8 en 9 .

Voor het toestaan van de afwijkingen als bedoeld in dit artikel wordt zowel met de aard als met de samenstelling van het produkt rekening gehouden .

Ongeacht de bepalingen van dit artikel, zien de Lid-Staten erop toe dat alle voor het intracommunautaire handelsverkeer bestemde vleesprodukten deugdelijke produkten zijn die zijn vervaardigd uit vers vlees of uit vleesprodukten of uit de in Richtlijn 88/657/EEG bedoelde produkten .

Artikel 10

De Raad stelt met gekwalificeerde meerderheid van stemmen op voorstel van de Commissie, in te dienen vóor l juli 1990, de regels vast die van toepassing zijn op de handel in de in artikel 2, onder a ), derde alinea, bedoelde produkten .

Artikel 11

De Lid-Staten zien erop toe dat vleesprodukten door de in artikel 7 bedoelde inrichtingen worden gecontroleerd onder periodiek toezicht van de officïele instantie, ten einde ervoor te zorgen dat deze produkten voldoen aan de eisen van deze richtlijn .

Artikel 12

1 . Onverminderd de artikelen 7 en 8 mag een land van bestemming nagaan of iedere zending vleesprodukten, met uitzondering van de in artikel 3, lid 1, punt 9, tweede zin, bedoelde produkten, vergezeld gaat van het keuringscertificaat overeenkomstig bijlage A, hoofd stuk VII .

2 . Indien er ernstige vermoedens bestaan dat er onregelmatigheden zijn begaan, mag het land van bestemming op niet-discriminerende wijze overgaan tot controles om na te gaan of aan de eisen van deze richtlijn is voldaan .

3 . De controles worden normaliter uitgevoerd op de plaats van bestemming van de goederen of op elke andere geschikte plaats, op voorwaarde dat de gekozen plaats de aan - en afvoer van de goederen zo min mogelijk hindert .

De in de leden 1 en 2 bedoelde controles mogen geen onredelijke vertraging meebrengen bij de aan-en afvoer en het in de handel brengen van de goederen, waardoor de kwaliteit van de vleesprodukten kan worden aangetast .

4 . Indien bij een op grond van lid 2 uitgevoerde controle wordt geconstateerd dat de vleesprodukten niet voldoen aan de eisen van deze richtlijn, kan de bevoegde autoriteit van het land van bestemming de afzender, de geadresseerde of hun gemachtigde laten kiezen tussen terugsturen van de zending of gebruik voor andere doeleinden, voor zover gezondheidsoverwegingen zulks niet beletten, of, indien dit wel het geval is, vernietiging . In elk geval worden veiligheidsmaatregelen genomen om niet passend gebruik van de vleesprodukten te voorkomen .

5 . a .) De beslissingen van de bevoegde autoriteit worden met opgave van redenen aan de afzender of diens gemachtigde medegedeeld . De redenen moeten op hun verzoek onverwijld schriftelijk worden medegedeeld met vermelding van de beroepsmogelijkheden die de geldende wetgeving biedt en van de vorm waarin en de termijnen waarbinnen de betreffende procedures moeten worden ingeleid .

b ) Indien de onder a ) bedoelde beslissingen zijn gegrond op de diagnose van een besmettelijke of een infectieziekte dan wel van een voor de gezondheid van de mens schadelijke wijziging, moeten zij onverwijld aan de bevoegde centrale

autoriteit van de Lid-Staat van produktie en aan de Commissie worden medegedeeld .

c ) Naar aanleiding van deze mededeling kunnen volgens de procedure van artikel 18 passende maatregelen worden genomen, met name om de maatregelen te cooerdineren die in andere Lid-Staten ten aanzien van de betrokken vleesprodukten of vleesbereidingen worden genomen .

Artikel 3

In afwachting van de opstelling, in het kader van de communautaire wetgeving betreffende additieven, van de lijst van levensmiddelen waaraan voor het gebruik toegestane additieven mogen worden toegevoegd, en van de vaststelling van de voorwaarden waaronder deze toevoeging mag plaatsvinden, en in voorkomend geval van een beperking qua technisch gebruiksdoel, blijven de nationale voorschriften alsmede de op het tijdstip van inwerkingtreding waarop deze richtlijn van toepassing wordt bestaande bilaterale regelingen betreffende de beperking van het gebruik van additieven in onder deze richtlijn vallende produkten met inachtneming van de algemene Verdragsbepalingen van kracht, voor zover deze voorschriften en regelingen zonder onderscheid voor zowel nationale als in - en uitgevoerde produkten gelden .

Tot het tijdstip waarop deze voorlopige lijst is opgesteld, blijven de nationale voorschriften en de bilaterale regelingen inzake het gebruik van toevoegingsmiddelen voor de in deze richtlijn bedoelde produkten van kracht, met inachtneming van de algemene voorschriften van het Verdrag en de geldende communautaire bepalingen inzake toevoegingsmiddelen .

Artikel 14

De bijlagen worden door de Raad, op voorstel van de Commissie, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen gewijzigd .

Artikel 15

Op voorstel van de Commissie neemt de Raad vóor l januari 1991 een besluit over de verwerking in vleesprodukten van zetmeel of dierlijke of plantaardige eiwitten en over de maximale percentages die uit technologisch oogpunt zijn toegestaan .

Tot het tijdstip dat genoemd besluit wordt genomen, blijven de momenteel geldende nationale voorschriften die het gebruik van die stoffen beperken, alsmede de op de datum van kennisgeving van deze richtlijn bestaande bilaterale regelingen ter zake van toepassing met inachtneming van de algemene Verdragsbepalingen en in het bijzonder voor zover zij zonder onderscheid zowel voor nationale als gëimporteerde produkten gelden, en onverminderd communautaire initiatieven om deze voorschriften en regelingen te harmoniseren .

De Lid-Staten die de verwerking van genoemde eiwitten in vleesprodukten toestaan, zien erop toe dat op het etiket vermeld wordt welke in de eerste alinea bedoelde produk -

ten in het produkt zijn verwerkt, overeenkomstig het bepaalde in Richtlijn 79/112/EEG .

De Lid-Staten die de verwerking van plantaardige eiwitten ter vervanging van vlees toestaan, zien erop toe dat geen enkele vermelding op het etiket de gebruiker in de waan kan brengen dat het produkt is verkregen uit of met vlees .

Artikel 16

1 . Deze richtlijn laat onverlet de mogelijkheden die het in de Lid-Staten geldende recht biedt om in beroep te gaan tegen de in deze richtlijn bedoelde besluiten van de bevoegde autoriteiten .

2 . Elke Lid-Staat kent aan de afzenders van vleecprodukten die overeenkomstig artikel 12, lid 4, niet in de handel mogen worden gebracht, het recht toe het advies van een deskundige in te winnen . Elke Lid-Staat draagt er zorg voor dat deze deskundigen, voordat door de bevoegde overheid tot andere maatregelen, zoals destructie van de vleesprodukten, wordt overgegaan, kunnen uitmaken of aan de voorwaarden van artikel 12, lid 4, is voldaan.

De deskundige dient de nationaliteit van een van de Lid-Staten te bezitten, echter niet die van het land van verzending, noch die van het land van bestemming .

De Commissie stelt op voordracht van de Lid-Staten een lijst op van deskundigen die met het uitbrengen van dergelijke adviezen kunnen worden belast . Na raadpleging van de Lid-Staten stelt zij algemene uitvoeringsvoorschriften vast, in het bijzonder wat betreft de bij de opstelling van deze adviezen te volgen procedure .

Artikel 17

1 . Tot het tijdstip van tenuitvoerlegging van de communautaire bepalingen inzake de invoer van vleesprodukten en vleesbereidingen uit derde landen, passen de Lid-Staten op deze invoer bepalingen toe die niet minder gunstig mogen zijn dan die welke gelden voor het intracommunautaire handelsverkeer . Hiertoe moet deze invoer afkomstig zijn uit inrichtingen die ten minste voldoen aan de eisen van de bijlagen A en B .

Ten einde te verzekeren dat deze bepalingen op uniforme wijze worden toegepast, worden door veterinaire deskundigen van de Lid-Staten en van de Commissie controles ter plaatse verricht .

De deskundigen van de Lid-Staten die met deze controles worden belast, worden door de Commissie aangewezen op voorstel van de Lid-Staten .

Deze controles geschieden voor rekening van de Gemeenschap die de daaruit voortvloeiende kosten voor haar rekening neemt .

De Lid-Staten zijn evenwel bevoegd voort te gaan met het verrichten van inspecties overeenkomstig nationale bepalingen van inrichtingen voor de produktie van vleesprodukten en v1eesbereidingen in derde landen die niet volgens de communautaire procedure zijn gëinspecteerd .

Een lijst van inrichtingen die voldoen aan de in de bijlagen A en B bedoelde eisen wordt opgesteld volgens de procedure van artikel 18 .

2 . Het gezondheidscertificaat dat de produkten en bereidingen bij invoer vergezelt, alsmede de vorm en aard van het keurmerk dat op de produkten wordt aangebracht, dienen overeen te komen met een volgens de procedure van artikel 18 vast te stellen model .''

Artikel 2

De bijlagen A en B bij Richtlijn 77/99/EEG worden vervangen door de bijlagen A, B en C bij de onderhavige richtlijn .

Artikel 3

De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 juli 1990 aan deze richtlijn te voldoen; ten aanzien van de voorschriften inzake vlees en vleesbereidingen bedoeld in Richtlijn 88/657/EEG, is de uiterste datum 1 januari 1992 . Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis .

De Helleense Republiek beschikt evenwel over een extra termijn die op 31 december 1992 verstrijkt om te voldoen aan de uitzondering van artikel 3, lid 1, punt 9, van Richtlijn 77/99/EEG .

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

Gedaan te Brussel, 14 december 1988 .

Y . POTTAKIS ( 1 ) PB nr . C 349 van 31 . 12 . 1985, blz . 43 . ($) PB nr . C 46 van 23 . 2 . 1987, blz . 127 . (=) PB nr . C 189 van 28 . 7 . 1986, blz . 35 . (%) PB nr . L 59 van 5 . 3 . 1983, blz . 10 . (& ) PB nr . L 26 van 31 . 1 . 1977, blz . 85 . (() PB nr . L 357 van 19 . 12 . 1987, blz . 1 . ()) PB nr . L 33 van 8 . 2 . 1979, blz . 1 . (·) PB nr . L 144 van 29 . 5 . 1986, blz . 38.(2 ), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 87 / 491/EEG (; 0)(3 ) PB nr . L 47 van 21 . 12 . 1980, blz . 4 . (; 0 ) PB nr . L 279 van 2 . 10 . 1987, blz . 27 . BIJLAGE A HOOFDSTUKI ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE ERKENNING VAN INRICHTINGEN

De inrichtingen moeten, onverminderd de bijzondere voorwaarden van bijlage B, ten minste voorzien zijn van :

1 . voor ruimten waar vers vlees of vleesprodukten worden verkregen, bewerkt of opgeslagen en vleesbereidingen worden opgeslagen :

a ) vloeren uit waterdicht, gemakkelijk schoon te houden en te ontsmetten materiaal dat niet kan rotten, welke vloeren zo moeten zijn aangelegd dat het water gemakkelijk kan wegvloeien naar met een rooster gedekte en van stankafsluiting voorziene kolken . De inrichtingen moeten echter voorzien zijn van:

- in de ruimten waar gekoeld vlees en gekoelde vleesbereidingen of vleesprodukten worden opgeslagen : vloeren uit waterdicht, gemakkelijk schoon te houden en te ontsmetten materiaal, dat niet kan rotten, welke vloeren zo moeten zijn aangelegd dat het water gemakkelijk kan wegvloeien;

- in de ruimten waar diepgevroren vlees, vieesprodukten of vleesbereidingen worden opgeslagen : waterdichte vloeren die niet kunnen rotten;

b ) gladde, duurzame en ondoordringbare wanden die van een heldere, afwasbare bekleding zijn voorzien tot een hoogte van ten minste twee meter en in koelruimten of opslagruimten ten minste tot de hoogte tot waarop het vlees wordt opgeslagen . De overgang van vloer naar wanden en de overgang van de wanden onderling moet rond of op soortgelijke wijze zijn afgewerkt, behalve voor de in bijlage B, hoofdstuk I, punt I, onder a ) en b ), bedoelde ruimten;

c ) deuren van onaantastbaar materiaal : houten deuren moeten aan beide zijden voorzien zijn van een gladde, ondoordringbare bekleding;

d ) reukloos isolatiemateriaal dat niet kan rotten;

e ) voorzieningen die zorgen voor voldoende luchtverversing en, zo nodig, een goede afvoer van damp;

f ) voldoende verlichting, door daglicht of door kunstlicht, waardoor de kleuren niet mogen worden gewijzigd;

g ) een schoon en gemakkelijk schoon te houden plafond; bij ontstentenis daarvan moet het binnenoppervlak van de dakbedekking aan deze voorwaarden voldoen;

2 . zo dicht mogelijk bij de plaatsen waar de arbeid wordt verricht :

a ) voldoende voorzieningen voor het reinigen en ontsmetten van de handen en voor het reinigen van het materiaal met warm water . De kranen mogen niet met de hand of met de arm kunnen worden bediend . De installaties voor het reinigen van de handen moeten voorzien zijn van koud en warm stromend water of van vooraf gemengd water op een passende temperatuur, van reinigings - en ontsmettingsmiddelen, alsmede van handdoeken die slechts eenmaal kunnen worden gebruikt;

b ) voorzieningen voor het ontsmetten van het gereedschap met water dat een temperatuur heeft van ten minste 82 oC .

De voorziening voor het reinigen en ontsmetten van het materiaal is niet vereist indien het reinigen plaatsvindt in een toestel dat in een van de arbeidsplaatsen gescheiden ruimte is geplaatst;

3 . passende voorzieningen ter bescherming tegen schadelijke dieren zoals insecten en knaagdieren;

4 . a ) installaties en gereedschap, zoals uitsnijtafels, verstelbare uitsnijbladen, recipïenten, transportbanden en zagen van corrosiebestendig mareriaal, die het vlees, de vleesprodukten of de vleesbereidingen niet kunnen aantasten en gemakkelijk te reinigen en te ontsmetten zijn; het gebruik van hout is verboden;

b ) corrosiebestendige gereedschappen en apparatuur die aan de eisen van de hygïene voldoen en bestemd zijn voor

- de behandeling van vlees, vleesprodukten en vleesbereidingen;

- het neerzetten van de recipïenten die voor het vlees, de vleesprodukten of de vleesbereidingen worden gebruikt, op zodanige wijze dat het vlees, de vleesprodukten, de vleesbereidingen, noch de recipïenten met de vloer of de muren in aanraking komen;

c ) voorzieningen voor hygïenische behandeling en bescherming van het vlees, de vleesprodukten en de vleesbereidingen tijdens het laden en lossen;

d ) speciale waterdichte recipïenten van corrosiebestendig materiaal, met een deksel en een sluiting om te verhinderen dat onbevoegden er iets uit kunnen nemen, voor uitgesneden vlees, vieesprodukten of vleesbereidingen die niet bestemd zijn voor menselijke consumptie, of een afsluitbaar lokaal voor dit vlees, deze vleesprodukten of deze vleesbereidingen, indien daarvan zo grote hoeveelheden bestaan dat een dergelijke lokaal noodzakelijk is of indien zij niet aan het einde van iedere werkdag worden opgehaald of vernietigd .

Wanneer dit vlees, deze vleesprodukten of de in Richtlijn 88/657/EEG bedoelde produkten door leidingen worden vervoerd, dienen deze zodanig te zijn gebouwd en geplaatst dat gevaar voor besmetting van het verse vlees, de vleesprodukten of de vleesbereidingen wordt voorkomen;

5 . een koelinstallatie waarmee in het vlees, de vleesprodukten of de onder Richtlijn 88/657/EEG vallende produkten constant de bij de Richtlijnen 64/433/EEG en 71/118/EEG en deze richtlijn voorgeschreven inwendige temperatuur kan worden aangehouden .

Deze installatie moet een draineringssysteem bevatten waarmee het condensatiewater zodanig kan worden afgevoerd dat geen gevaar bestaat voor besmetting van het vlees, de vleesprodukten of de vleesbereidingen;

6 . een installatie die, onder druk, een voldoende hoeveelheid uitsluitend drinkwater in de zin van Richtlijn 80/778/EEG kan leveren; bij wijze van uitzondering kan evenwel een installatie met ander water dan drinkwater worden toegelaten voor het produceren van stoom, voor brandbestrijding of voor het koelen van koelmachines, op voorwaarde dat de daartoe aangebrachte leidingen het gebruik van dit water voor andere doeleinden onmogelijk maken en geen gevaar voor besmetting van het vlees, de vleesprodukten en de vleesbereidingen opleveren . De leidingen voor ander water dan drinkwater moeten goed van de drinkwaterleidingen kunnen worden onderscheiden;

7 . een installatie die in voldoende hoeveelheden warm drinkwater in de zin van Richtlijn 80/778/EEG levert;

8 . een voorziening voor de afvoer van afvalwater die aan de eisen van de hygïene voldoet;

9 . een adequaat ingerichte afsluitbare ruimte, die uitsluitend ter beschikking van de bevoegde autoriteit staat, of, in de opslagruimten buiten de voor de vervaardiging van vleesprodukten of vleesbereidingen erkende inrichting, een op de juiste wijze ingerichte en uitgeruste plaats die ter beschikking staat van de genoemde autoriteit;

10 . de voorzieningen die het mogelijk maken de in deze richtlijn voorgeschreven keuring te allen tijde op doelmatige wijze uit te voeren;

1 . een voldoende aantal kleedlokalen, met gladde, ondoordringbare en afwasbare wanden en vloeren, was - en douchegelegenheden, alsmede toiletten met waterspoeling die aan alle hygïenische voorwaarden voldoen en geen rechtstreekse toegang tot de werkruimten mogen geven . De wasgelegenheden moeten voorzien zijn van koud en warm stromend water of van vooraf gemengd water op een passende temperatuur, reinigings - en ontsmettingsmiddelen voor de handen, en handdoeken die slechts eenmaal kunnen worden gebruikt . De kranen mogen niet met de hand of met de arm kunnen worden bediend . Er moeten voldoende wasgelegenheden zijn in de nabijheid van de toiletten;

12 . een ruimte en voldoende voorzieningen voor het reinigen en ontsmetten van vervoermiddelen . Deze ruimte en voorzieningen zijn echter niet verplicht indien er voorschriften bestaan die verplichten tot het doen reinigen en ontsmetten van vervoermiddelen in officieel toegestane ruimten .

HOOFDSTUK II HYGIËNE VAN HET PERSONEEL, DE RUIMTEN, HET MATERIAAL EN DE WERKTUIGEN IN DE INRICHTINGEN

13 . Een volmaakte reinheid is vereist voor personeel, ruimten en materiaal :

a ) het personeel dient in het bijzonder schone werkkleding alsmede een schoon hoofddeksel en, zo nodig, een nekbeschermer te dragen . Het bij het bewerken of de verdere behandeling van vers vlees, vleesprodukten en vleesbereidingen betrokken personeel moet tijdens de werkdag verscheidene malen en

telkens vóor de hervatting der werkzaamheden zijn handen wassen en ontsmetten . Personen die met besmet vlees in aanraking zijn gekomen, dienen onverwijld handen en armen grondig met warm water te wassen en te ontsmetten . In de werk-en opslagruimten mag niet worden gerookt;

b ) geen enkel dier mag een inrichting binnenkomen . Knaagdieren, insecten en ander ongedierte moeten stelselmatig worden verdelgd;

c ) werktuigen en materiaal die bij de bewerking van vers vlees, vleesprodukten en vleesbereidingen worden gebruikt, dienen in een goede staat van onderhoud en reinheid te worden gehouden . Zij moeten verscheidene malen per dag, alsmede bij het einde van de dagelijkse werkzaamheden en alvorens opnieuw te worden gebruikt nadat zij zijn verontreinigd, zorgvuldig worden gereinigd en ontsmet .

Machines voor continu-produktie moeten ten minste bij de bëeindiging van het werk, of indien aan de reinheid ervan wordt getwijfeld, worden schoongemaakt .

14 . Ruimten, werktuigen en materiaal mogen niet worden aangewend voor andere doeleinden dan voor de bewerking van vers vlees, vleesprodukten en vleesbereidingen .

Zij mogen evenwel, na toestemming van de bevoegde autoriteit, gelijktijdig of op andere tijdstippen worden gebruikt voor de vervaardiging van andere levensmiddelen, op voorwaarde dat de nodige maatregelen worden getroffen om verontreiniging of aantasting van de in deze richtlijn bedoelde produkten te voorkomen .

15 . Vers vlees, vleesprodukten, vleesbereidingen en ingredïenten, alsmede de recipïenten waarin zij zich bevinden, mogen niet :

- rechtstreeks met de vloer in aanraking komen,

- zodanig geplaatst of gehanteerd worden dat zij besmet of beschadigd kunnen raken .

Er dient voor te worden gezorgd dat de grondstoffen in geen geval met de eindprodukten in aanraking komen .

l6 . Er dient in alle omstandigheden drinkwater te worden gebruikt .

17 . Het is verboden zaagsel of enig ander soortgelijk middel over de vloer van de werk - en de opslagruimten te strooien .

18 . Reinigingsmiddelen, ontsmettingsmiddelen en soortgelijke middelen moeten zo worden gebruikt dat de voorzieningen, de instrumenten, het verse vlees, de vleesprodukten en de in Richtlijn 88/657/EEG bedoelde produkten er niet door worden aangetast . Na gebruik van die middelen moeten de voorzieningen en de instrumenten volledig met drinkwater worden schoongespoeld . Produkten voor onderhoud en reiniging dienen op de in bijlage B, hoofdstuk I, punt I, onder g ), vermelde plaats te worden opgesiagen .

19 . Vers vlees, vleesprodukten en de in Richtlijn 88/657/EEG bedoelde produkten mogen niet worden bewerkt en behandeld door personen die het vlees, de produkten of de bereidingen kunnen besmetten .

20 . Alle personen die bij de bewerking en behandeling van vers vlees en vleesprodukten zijn betrokken, dienen door middel van een geneeskundig attest aan te tonen dat er geen bezwaar tegen hun tewerkstelling bestaat . Het geneeskundig attest dient elk jaar te worden vernieuwd, tenzij volgens de procedure van artikel 18 een ander stelsel van geneeskundige controle van het personeel met gelijkwaardige waarborgen wordt erkend .

21 . In afwijking van punt 4, onder a ), is het gebruik van hout toegestaan in de ruimten voor het roken, doorzouten, rijpen, pekelen en opslaan van vleesprodukten, alsook in de verzendingsruimte, waar dit om technologische redenen nodig is, voor zover er geen gevaar bestaat voor besmetting van deze produkten . Houten laadborden mogen slechts voor vervoer van vleesprodukten in directe verpakking en uitsluitend voor dat gebruik in deze ruimten worden toegelaten .

22 . De temperatuur in de ruimten of in gedeelten van de ruimten waar vers vlees, vleesprodukten en vieesbereidingen worden bewerkt, moet een hygïenische produktie garanderen; zo nodig moeten deze ruimten of gedeelten van ruimten van een klimaatregelingsinstallatie zijn voorzien .

De temperatuur in de ruimten voor het uitsnijden en doorzouten mag, wanneer zij gebruikt worden, niet meer dan 12 oC bedragen .

In de ruimten voor het afsnijden of het uitsnijden en voor de directe verpakking van vleesprodukten die bestemd zijn om voorverpakt in de handel te worden gebracht, mag de temperatuur niet meer dan 12 oC bedragen .

Met goedvinden van de bevoegde autoriteit mag van de in de derde alinea bedoelde temperatuur worden afgeweken, wanneer deze autoriteit dit, om technologische redenen in verband met de bereiding, mogelijk acht, met name wat betreft de ruimten voor het afsniiden, om rekening te houden met de temperatuur van de vleesprodukten .

HOOFDSTUK III VOORSCHRIFTEN VOOR VERS VlEES DAT BIJ DE VERVAARDIGING VAN VLEESPRODUKTEN WORDT GEBRUIKT

23 . Vers vlees dat afkomstig is van een slachthuis, een uitsnijderij, een koel - of vrieshuis of een andere verwerkende inrichting die gelegen is op het grondgebied van het land waar de betrokken inrichting gevestigd is, moet onder bevredigende hygïenische omstandigheden naar deze inrichting worden vervoerd, overeenkomstig de in artikel 2 bedoelde richtlijnen, met uitzondering van de bepalingen betreffende de verzegeling .

24 . Uiterlijk op 31 december 1992 en onverminderd punt 26, mag vlees dat niet aan de eisen van artikel 2 voldoet, zich niet in erkend einrichtingen bevinden . Tot die datum mag vlees dat niet aan de eisen van artikel 2, onder c ), voldoet, zich alleen dan in erkende inrichtingen bevinden wanneer het in afzonderlijke ruimten is opgeslagen; het moet op andere plaatsen of op andere tijdstippen worden verwerkt dan vlees dat wel aan deze eisen voldoet .

De bevoegde autoriteit moet te allen tijde vrije toegang hebben tot de koel - of vrieshuizen en tot alle werkruimten ten einde na te gaan of deze bepalingen stipt worden nageleefd .

Direct verpakt vlees of vers vlees dient in afzonderlijke koellokalen te worden opgeslagen .

25 . Voor verwerking bestemd vers vlees moet onmiddellijk na aanvoer in de inrichting en tot het tijdstip van gebruik worden bewaard overeenkomstig de in artikel 2 bedoelde richtlijnen .

26 . In afwijking van punt 24 en artikel 2 kan de bevoegde autoriteit vergunning geven voor de aanwezigheid in de inrichtingen van vlees van andere diersoorten dan vermeld in de in artikel 2 bedoelde richtlijnen voor de vervaardiging van vleesprodukten, mits dit vlees in overeenstemming met de nationale voorschriften is verkregen en overeenkomstig de bepalingen van deze richtlijn is vervoerd, behandeld en opgeslagen . Op het handelsverkeer in deze produkten blijft artikel 3, lid 1, punt 3, onder a ), iv ), van toepassing . De in dergelijke inrichtingen vervaardigde produkten die voor het intracommunautaire handelsverkeer bestemd zijn, mogen uitsluitend zijn verkregen onder het toezicht van de officïele dierenarts en moeten tegen elke vorm van besmetting en herbesmetting zijn beschermd .

HOOFDSTUK IV CONTROLE OP DE PRODUKTIE

27 . De inrichtingen staan onder controle van de bevoegde autoriteit . Deze moet tijdig worden ingelicht alvorens met de bewerking van de voor hert intracommunautaire handelsverkeer bestemde vleesprodukten wordt begonnen .

28 . De controle door de bevoegde autoriteit omvat in het bijzonder de volgende taken :

hygïene van het personeel, overeenkomstig hoofdstuk II;

dingen;

- gezondheidskeuring van vers vlees en vleesbereidingen voor de vervaardiging van produkten die voor het intracommunautaire handelsverkeer zijn bestemd, alsmede, in het in artikel 3, lid 3, onder b ), bedoelde geval, van de vleesprodukten;

- keuring van de vleesprodukten wanneer deze de inrichting verlaten;

- het nemen van de nodige monsters voor iaboratoriumonderzoek;

- invulling en afgifte van het in punt 40 bedoelde keuringscertificaat;

- elke andere controle die zij nodig acht voor de naleving van deze richtlijn .

De uitslagen van de diverse controles die de producent overeenkomstig artikel i 1, bijlage B, hoofdstuk II en hoofdstuk III, punt 2, onder b ), en artikel 12 verricht, moeten twee jaar worden bewaard ten einde op verzoek van de bevoegde autoriteit te worden getoond .

29 . De bevoegde autoriteit dient na te gaan of een vleesprodukt is vervaardigd van vlees waaraan andere levensmiddelen, toevoegingsmiddelen of kruiderijen zijn toegevoegd, door het aan een adequate inspectie te onderwerpen en door te controleren of het voldoet aan de door de producent opgestelde produktiecriteria, en met name of de samenstelling van het produkt inderdaad voldoet aan de vermeldingen op het etiket .

30 . De bevoegde autoriteit dient er in het bijzonder voor te zorgen dat vleesprodukten en produkten als bedoeld in Richtlijn 88/657/EEG die zijn vervaardigd van vers vlees als bedoeld in artikel 5, onder c ) tot en met h ), van Richtlijn 64/433/EEG, niet in het intracommunautaire handelsverkeer kunnen worden gebracht .

HOOFDSTUK V DIRECTE VERPAKKING EN BUITENVERPAKKING VAN VLEESPRODUKTEN

31. Directe verpakking en buitenverpakking moeten plaatsvinden in de daarvoor ingerichte ruimten en onder bevredigende hygïenische omstandigheden .

32 . Directe verpakking en buitenverpakking moeten aan alle hygïenische voorschriften voldoen, met name :

- geen verandering kunnen brengen in de organoleptische kenmerken van de vleesprodukten;

- geen voor de menselijke gezondheid schadelijke stoffen op de vleesprodukten kunnen overbrengen;

- voldoende stevig zijn om de vleesprodukten een doeltreffende bescherming te bieden .

33 . De directe verpakking mag geen tweede maal voor vleesprodukten worden gebruikt, met uitzondering van bepaalde bijzondere verpakkingen van aardewerk en glas, die na grondige reiniging en ontsmetting opnieuw kunnen worden gebruikt .

34 . Vervaardiging van vleesprodukten en directe verpakking en buitenverpakking mogen in eenzelfde ruimte plaatsvinden voorzover aan de volgende voorwaarden wordt voldaan :

a ) de ruimte moet voldoende groot zijn en zo ingericht dat de bewerkingen hygïenisch kunnen worden uitgevoerd;

b ) het materiaal voor directe verpakking en buitenverpakking wordt dadelijk na de fabricage verpakt in een verzegeld beschermend omhulsel en wordt gedurende het vervoer naar de inrichting tegen schade beschermd en in hygïenisch verantwoorde omstandigheden in een afzonderlijke ruimte van de inrichting opgeslagen;

c ) de opslagruimte voor buitenverpakkingsmateriaal moet vrij zijn van stof en ongedierte en mag geen luchtverbinding hebben met andere ruimten waarin zich stoffen bevinden die vers vlees, produkten als bedoeld in Richtlijn 88/657/EEG of vleesprodukten kunnen besmetten . Buitenverpakkingsmateriaal mag niet rechtstreeks op de vloer worden opgeslagen;

d ) het materiaal voor de buitenverpakking wordt in hygïenisch verantwoorde omstandigheden gereed gemaakt voordat het in de ruimte wordt binnengebracht : van dit voorschrift kan worden afgeweken indien het materiaal voor de buitenverpakking automatiscch gereed wordt gemaakt, mits er geen gevaar voor besmetting van de vleesprodukten bestaat;

e ) de buitenverpakkingen worden op hygïenisch verantwoorde wijze in de werkruimte binnengebracht en onverwijld gebruikt . Zij mogen niet worden gehanteerd door personeel dat met de behandeling van vers vlees en vleesprodukten zonder directe verpakking belast is;

f ) na het aanbrengen van de buitenverpakking moeten de vieesprodukten onmiddellijk in de daartoe bestemde opslagruimte worden opgeslagen .

35 . De fabrikant moet voor controledoeleinden op de verpakking of, overeenkomstig punt 36, op het etiket van het vleesprodukt, naast de vermeldingen genoemd in Richtlijn 79/112/EEG, zichtbaar en leesbaar de volgende gegevens aanbrengen :

- voor zover zulks niet duidelijk uit de verkoopbenaming van het produkt blijkt, de diersoort of de diersoorten waarvan het vlees afkomsrig is en, in geval van een mengsel, de respectieve percentages van de diersoorten,

- de lijst van de kruiderijen en eventueel van de overige levensmiddelen .

HOOFDSTUK VI MERKEN EN ETIKETTERINGEN

36 . Vleesprodukten moeten worden voorzien van een keurmerk . Het keurmerk moet, bij of onmiddellijk na de vervaardiging van de vleesprodukten en vleesbereidingen onder verantwoordelijkheid van de bevoegde autoriteit, op een opvallende plaats, duidelijk zichtbaar, onuitwisbaar en in gemakkelijk leesbare letters

worden aangebracht . Het keurmerk mag worden aangebracht op het produkt zelf of op de directe verpakking indien elk vleesprodukt afzonderlijk van een directe verpakking is voorzien, of op een etiket dat overeenkomstig punt 39, onder b ), op deze directe verpakking is aangebracht . Wanneer elk vleesprodukt evenwel afzonderlijk van een directe verpakking en van een buitenverpakking wordt voorzien, behoeft het keurmerk alleen op de buitenverpakking te worden aangebracht .

37 . Voor zover vleesprodukten die overeenkomstig punt 36 van een keurmerk zijn voorzien, daarna van een buitenverpakking worden voorzien, moet het keurmerk ook op deze buitenverpakking worden aangebracht .

38 . In afwijking van de punten 36 en 37 is het aanbrengen van het keurmerk op vleesprodukten in gepallettiseerde vervoerseenheden die bestemd zijn om verder te worden verwerkt of verpakt in een erkende inrichting, niet nodig op voorwaarde dat :

- op de buitenkant van de vervoerseenheden die vleesprodukten bevatten, een keurmerk is aangebracht overeenkomstig punt 39, onder a ) ;

- de verzendende inrichting de hoeveelheden, de soort en de plaats van bestemming van de overeenkomstig dit punt verzonden vleesprodukten apart registreert;

- de ontvangende inrichting een apart register bijhoudt van de hoeveelheden, de soort en de herkomst van de overeenkomstig dit punt ontvangen vleesprodukten;

- het keurmerk bij het openmaken van de vervoerseenheid onder verantwoordelijkheid van de bevoegde autoriteit wordt vernietigd :

- op de buitenkant van de grote buitenverpakking de plaats van bestimming en het beoogde gebruik van de vleesprodukten duidelijk worden vermeld, behalve wanneer die buitenverpakking doorzichtig is .

Wanneer een vervoerseenheid van produkten in directe verpakking is vervat in een doorzichtige buitenverpakking, is het keurmerk op de buitenverpakking niet vereist indien het keurmerk op de produkten in directe verpakking duidelijk door de buitenverpakking zichtbaaris .

39 . a ) Het keurmerk moet in een ovale omranding de volgende aanduidingen omvatten :

i ) hetzij :

- op het bovenste gedeelte :

de beginletters van het land van verzending in hoofdletters, dat wil zeggen een van de volgende letters : B - D - DK - EL - ESP - F - IRL - I - L - NL - P - UK, gevolgd door het erkenningsnummer van de inrichting,

- op het onderste gedeelte :

een van de volgende afkortingen : CEE - EEG - BEG - EEG - EOEF - EOK :

ii ) hetzij :

- in het bovenste gedeelte de naam van het land van verzending in hoofdletters,

- in het midden het toelatingsnummer van de inrichting,

- in het onderste gedeelte een van de afkortingen : CEE - EEG - EWG - EEG - EOEF - EEOK .

b ) Het keurmerk kan worden aangebracht met een inktstempel of een brandstempel op het produkt, op de directe verpakking of op de buitenverpakking, of kan worden gedrukt of aangebracht op een etiket . Voor zover het merk op de buitenverpakking wordt aangebracht moet het bij de opening daarvan worden vernietigd . Het niet vernietigen van het merk is slechts geoorloofd wanneer de buitenverpakking bij opening wordt vernietigd . Voor hermetisch gesloten recipïenten moet het merk op onuitwisbare wijze op het deksel of op het blik worden aangebracht .

c ) Het keurmerk kan tevens bestaan uit een plaatje van stevig materiaal dat niet verwijderd kan worden, aan alle hygïene-eisen voldoet en de onder a ) genoemde aanduidingen bevat .

HOOFDSTUK VII KEURINGSCERTIFICAAT

40 . Het oorspronkelijke exemplaar van het keuringscertificaat waarvan de vleesprodukten, behalve de in artikel 3, lid 1, punt 9, tweede zin, bedoelde produkten, vergezeld moeten gaan gedurende het vervoer naar het land van bestemming, wordt op het tijdstip van het jaden van de vleesprodukten afgegeven door de bevoegde autoriteit .

Het keuringscertificaat moet, naar vorm en inhoud, overeenkomen met het model in bijlage C; het moet ten minste zijn opgesteld in de officïele taal ( talen ) van het land van bestemming en moet de voorgeschreven gegevens bevatten . Het moet uit éen vel bestaan .

HOOFDSTUK VIII OPSLAG EN VERVOER

41 . Vleesprodukten dienen te worden opgeslagen in de in bijlage B, hoofdstuk I, punt 1, onder a ), bedoelde ruimten, of in een overeenkomstig Richtlijn 64/433/EEG erkend koel - of vrieshuis .

Vleesprodukten die bij omgevingstemperatuur kunnen worden bewaard, mogen worden opgeslagen in opslagruimten die zich bevinden buiten een voor de vervaardiging van vleesprodukten erkende inrichting, indien deze opslagruimten door de bevoegde autoriteit zijn erkend onder voorwaarden die gelijkwaardig zijn aan die welke in deze richtlijn zijn gesteld .

42 . Vleesprodukten waarvoor overeenkomstig artikel 4 bepaalde opslagtemperaturen zijn aangegeven, moeten op die temperatuur bewaard blijven .

43 . Vleesprodukten moeten zo worden verzonden dat zij gedurende het vervoer tegen eventuele besmetting of aantasting zijn beschermd . Hierbij dient te worden gelet op de duur van het vervoer, alsmede op de hiervoor gebruikte vervoermiddelen en op de weersomstandigheden .

44 . De voor het vervoer van vleesprodukten gebruikte vervoermiddelen dienen, indien de produkten zulks vereisen, zodanig te zijn ingericht dat de produkten in gekoelde toestand kunnen worden vervoerd en dat met name de overeenkomstig artikel 4 aangegeven temperaturen niet worden overschreden . BIJLAGE B HOOFDSTUK I BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR DE ERKENNING VAN INRICHTINGEN VOOR DE VERVAARDIGING VAN VLEESPRODUKTEN

1 . Afgezien vam de algemene voorwaarden van bijlage A, hoofdstuk I, moeten inrichtingen voor de vervaardiging en directe verpakking van vleesprodukten ten minste beschikken over :

a ) tot en met uiteriijk 31 december 1992 : geschikte ruimten van voldoende grootte voor de gescheiden opslag :

i ) in koelruimten :

- van vers vlees in de zin van artikel 2, onder b ), ii ), en van vleesbereidingen in de zin van artikel 2, onder c ) ;

- van ander vlees en andere vleesbereidingen dan bedoeld in het eerste streepje;

ii ) bij omgevingstemperatuur of, in voorkomend geval, in koelruimten :

- van vleesprodukten die voldoen aan de eisen van deze richtlijn;

- van andere produkten, geheel of gedeeltelijk bereid uit vlees;

b ) vanaf uiterlijk 1 januari 1993 : geschikte ruimten van voldoende grootte voor gescheiden opslag :

i ) in koelruimten voor vers vlees en vieesbereidingen;

ii ) bij omgevingstemperatuur of, eventueel in koelruimten :

- van vleesprodukten die voldoen aan de eisen van deze richtlijn;

- van andere produkten, geheel of gedeeltelijk bereid uit vers vlees;

c ) een of meer geschikte ruimten van voldoende grootte voor vervaardiging en directe verpakking;

d ) een afsluitbare ruimte voor de opslag van bepaalde ingredïenten zoals toevoegingsmiddelen;

e ) een ruimte voor het aanbrengen van de buitenverpakking, tenzij is voldaan aan de voorwaarden ter zake van bijiage A, hoofdstuk V, punt 34, en voor de verzending;

f ) een ruimte voor het opslaan van het materiaal voor de directe verpakking en voor de buitenverpakking;

g ) een ruimte voor hetreinigen van de verplaatsbare uitrusting, gereedschappen en werktuigen, zoals haken en recipïenten, en een ruimte of kast voor het opbergen van de reinigings - en onderhoudsbenodigheden .

2 . Afhankelijk van het soort betrokken produkten moet deinrichting beschikken over :

a ) een ruimte of, indien er geen gevaar voor besmetting bestaat, een plaats voor het verwijderen van de buitenverpakking;

b ) een ruimte of, indien er geen gevaar voor besmetting bestaat, een plaats voor het ontdooien van vers vlees;

c ) een ruimte voor het uitsnijden;

d ) een ruimte voor het vullen van de recipïenten alvorens deze een hittebehandeling ondergaan;

e ) een ruimte :

- voor het verhitten; de voor de hittebehandeling bestemde toestellen moeten voorzien zijn van een zelfregistrerende thermometer of een zelfregistrerende telethermometer;

- voor autoclaafbehandeling; de autoclaven moeten voorzien zijn van een zelfregistrerende thermometer of een zelfregistrerende telethermometer, alsmede een controlethermometer met rechtstreekse afezing; de autoclaven moeten eveneens zijn uitgerust met een manometer;

f ) een ruimte voor het smelten van vet;

g ) een ruimte of een speciale installatie voor het roken;

h ) een ruimte voor het drogen en het rijpen;

i ) een ruimte voor het ontzouten, het weken en het anderszins behandelen van darmen;

j ) een ruimte voor het voorreinigen van de levensmiddelen die nodig zijn voor de vleesprodukten;

k ) een ruimte voor het doorzouten, zo nodig voorzien van een klimaatregelingsinstallatie om de ruimte op de in bijlage A, hoofdstuk II, punt 22, vastgestelde temperatuur te houden;

l ) een ruimte voor het voorreinigen, indien nodig, van vleesprodukten die moeten worden afgesneden, uitgesneden of verpakt;

m ) een ruimte, zo nodig met een klimaatregelingsinstallatie, voor het afsnijden of het uitsnijden en voor de directe verpakking van vleesprodukten die bestemd zijn om voorverpakt in de handel te worden gebracht;

n ) een installatie die het mogelijk maakt conservenblikken op een hygïenische manier naar de werkruimte te transporteren;

o ) een installatie waarmee recipïenten onmiddellijk vóor het vullen op doeltreffende wijze gereinigd kunnen worden;

p) een installatie om recipïenten na hermetische sluiting en vóor autoclaafbehandeling te wassen met drinkwater dat voldoende warm is om het vet te verwijderen;

q ) een ruimte of een geschikte plaats voor het koelen en drogen van de recipïenten na de hittebehandeling;

r ) voorzieningen voor het broeden van als monsters genomen vleesprodukten in hermetisch gesloten recipïenten;

s ) een geschikte voorziening waarmee kan worden nagegaan of de recipïenten waterdicht zijn en of ze ongeschonden zijn .

Voor zover de gebruikte installaties geen nadelige gevolgen kunnen hebben voor het verse vlees of de vleesprodukten mogen de werkzaamheden die normaal in de onder e ) en f ) genoemde afzonderlijke ruimten moeten worden verricht, evenwel in een gemeenschappelijke ruimte worden verricht .

De werkzaamheden die worden uitgevoerd in de onder c ), d ), e ), g ) en m ) bedoelde ruimten, mogen in de in punt 1, onder c ), genoemde ruimte worden verricht, op voorwaarde dat de installaties éen enkele ononderbroken produktiecyclus zonder onderbreking der werkzaamheden vormen en de naleving van de andere voorschriften van deze richtlijn garanderen en dat er geen gevaaris voor besmetting van het verse vlees of de vleesprodukten . HOOFDSTUK II SPECIFIEKE EISEN VOOR HERMETISCH GESLOTEN RECIPIËNTEN

Inrichtingen waar vleesprodukten in hermetisch gesloten recipïenten worden vervaardigd, moeten, naast de algemene bepalingen, aan de volgende voorschriften voldoen :

1 . de bevoegde autoriteit moet ten aanzien van vleesprodukten en vleesbereidingen in hermetisch gesloten recipïenten op de volgende punten toezien :

a ) de exploitant, de eigenaar van de inrichting of diens vertegenwoordiger vergewissen zich ervan door middel van een steekproefcontrole

- dat op produkten die bestemd zijn voor opslag bij omgevingstemperatuur een procede wordt toegepast waarmee een Fc-waarde van 3,00 of meer kan worden verkregen, of, in de Lid-Staten waar deze waarde niet wordt gehanteerd, een controle wordt uitgeoefend op de behandeling door een incubatieproef van zeven dagen bij 37oC, of van tien dagen bij 35oC,

- dat gebruik wordt gemaakt van een dergelijk hitteprocede dat wordt gedefinieerd aan de hand van representatieve criteria zoals de duur van de verhitting, de temperatuur, de beweging tijdens het verhitten, de vulling, enz .,

- dat de lege recipïenten aan de produktienormen voldoen,

- dat een controle op de dagproduktie wordt verricht, met vooraf vastgestelde tussenpozen om de deugdelijkheid van de sluiting te waarborgen,

- dat de nodige controles worden uitgevoerd en dat in het bijzonder controlestrookjes worden gebruikt om te waarborgen dar de recipïenten een passende hittebehandeling hebben ondergaan,

- dat controles worden uitgevoerd om te waarborgen dat het koelwater na gebruik een restgehalte chloor bevat . De Lid-Staten mogen evenwel afwijking van dit laatste voorschrift toestaan indien het water voldoet aan de eisen van Richtlijn 80/778/EEG,

- dat incubatieproeven worden uitgevoerd op de vleesprodukten in een hermetisch gesloten recipïent die een hittebehandeling hebben ondergaan overeenkomstig het eerste streepje,

- dat op de recipïenten een merkteken wordt aangebracht waarmee op hetzelfde ogenblik en onder dezelfde omstandigheden vervaardigde vleesprodukten kunnen worden gëidentificeerd;

b ) produkten in hermetisch gesloten recipïenten moeten uit de verhittingstoestellen worden gehaald bij een temperatuur die hoog genoeg is om te waarborgen dat het vocht snel verdampt, en mogen niet met de hand worden aangeraakt voordat zij volledig droog zijn;

c ) biikken waarin zich gas vormt, moeten aan een aanvullend onderzoek worden onderworpen;

d ) de thermometer van het verhittingstoestel moet aan geijkte thermometers worden getoetst;

2 . recipïenten moeten :

- van gebruik worden uitgesloten indien zij beschadigd of ondeugdelijk zijn,

- doeltreffend worden gereinigd, onmiddellijk vóor het vullen, met de in hoofdstuk I, punt 2, onder o ), bedoelde reinigingsinstallatie, waarbij gebruik van stilstaand water niet is toegestaan,

- zo nodig lang genoeg na reiniging en vóor vulling kunnen uitdruipen,

- zo nodig, na hermetische sluiting en vóor autoclaafbehandeling, door middel van de in hoofdstuk I, punt 2, onder p ), bedoelde installatie worden gewassen met drinkwater dat, indien van toepassing, warm genoeg moet zijn om vet te verwijderen,

- na verhitting worden gekoeld in water dat voldoet aan de eisen van punt 1, onder a ), zesde streepje,

- zowel vóor als na de hittebehandeling zodanig te worden gehanteerd dat beschadiging of besmetting wordt voorkomen;

3 . de Lid-Staten kunnen toestaan dat aan het autoclaafwater bepaalde stoffen worden toegevoegd om corrosie van de conservenblikken tegen te gaan en om het water te verzachten en te ontsmetten . Een lijst van deze stoffen wordt volgens de procedure van artikel 18 opgesteld;

4 . de Lid-Staten kunnen toestaan dat teruggewonnen water wordt gebruikt voor de koeling van recipïenten die een hittebehandeling hebben ondergaan . Dit water moet worden gefilterd en een chloorbehandeling dan wel een andere volgens de procedure van artikel 18 goedgekeurde behandeling ondergaan . De bedoeling van zo'n behandeling is te bewerkstelligen dat het teruggewonnen water voldoet aan de normen van bijlage I, deel E, van Richtlijn 80/778/EEG, zodat dit water de produkten niet kan besmetten en geen risico voor de gezondheid van de mens oplevert.

Het teruggewonnen water moet in een gesloten leidingnet circuleren zodat het water niet voor andere doeleinden kan worden aangewend;

5 . indien er geen gevaar voor besmetting bestaat, mag de vioer evenwel aan het einde van de werkperiode worden gereinigd met water dat voor de koeling van de recipïenten is gebruikt of met autoclaafwater .

HOOFDSTUK III BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN VOOR DE VERVAARDIGING VAN KANT-EN-KLAARGERECHTEN

Afgezien van de algemene voorwaarden van bijlage A, hoofdstuk I, en naar gelang van de betrokken soort produktie :

1 . a ) moet de inrichting, indien de vervaardiging van kant-en-klaar-gerechten niet plaatsvindt in de daarvoor in hoofdstuk I, punt I, onder c ), bedoelde ruimte, beschikken over een afzonderlijke ruimte voor de vervaardiging van kant-en-klaar-gerechten;

b ) moet de vervaardiging van kant-en-kiaar-gerechten plaatsvinden onder beheerste temperatuur;

2 . a ) moet de exploitant, de eigenaar van de inrichting of diens vertegenwoordiger de algemene hygïene bij de produktie in zijn inrichting regelmatig doen controleren, met name microbiologisch, overeenkomstig de vierde alinea .

Deze controles moeten gereedschap, installaties en machines in alle produktiestadia en, naar gelang van de betrokken soort produktie, de produkten betreffen .

Hij dient, op verzoek van de officïele dienst, in staat te zijn de bevoegde autoriteit of de veterinaire deskundigen van de Commissie in kennis te stellen van aard, frequentie en resultaat van de te dien einde verrichte controles, alsmede, zo nodig, van de naam van het conrrolelaboratorium .

De aard en de frequentie van deze controles, alsmede de methoden van monsterneming en bacteriologisch onderzoek zullen worden uitgewerkt in een codex voor hygïenisch verantwoorde werkwijzen, die zal worden opgesteld volgens de procedure van artikel l8;

b ) moet de bevoegde autoriteit regelmatig de resultaten analyseren van de onder a ) bedoelde controles . Hij kan op grond van deze analyses aanvullend microbiologisch onderzoek doen verrichten in alle produktiestadia of op de produkten .

Het resultaat van deze analyses wordt neergelegd in een verslag waarvan de conclusies of aanbevelingen ter kennis worden gebracht van de exploitant, die er zorg voor draagt dat de vastgestelde gebreken worden verholpen ter verbetering van de hygïene;

3 . gelden voor gekookte kant-en-klaar-gerechten die bestemd zijn voor rechtstreekse verkoop aan verbruikers daarnaast de volgende regels :

- zij moeten onmiddellijk vóor of na het koken in een directe verpakking worden verpakt,

- zij moeten na koken en directe verpakking snel worden afgekoeld in een gëisoleerde omgeving die aan de hygïenische voorschriften voldoet,

- zij moeten gedurende ten hoogste twee uur worden afgekoeld tussen het einde van het koken en het verkrijgen van een inwendige temperatuur van + 10 oC,

- zij moeten in voorkomend geval onmiddellijk na de afkoeling worden ingevroren;

4 . moeten kant-en-klaar-gerechten worden gëetiketteerd overeenkomstig Richtlijn 79/118/EEG . De lijst van ingredïenten moet ten behoeve van deze richtlijn ook de diersoorten vermelden;

5 . moet, indien het om kant-en-klaar-gerechten gaat, op een van de buitenkanten van de directe verpakking naast de reeds voorgeschreven vermeldingen ook de datum van vervaardiging zeer duidelijk voorkomen . BIJLAGE C KEURINGSCERTIFICAAT VOOR VLEESPRODUKTEN (;) DIE BESTEMD ZIJN VOOR EEN LID-STAAT VAN DE EEG Nr . ($) (=)

Land van verzending :.....................................................................................................................................

Ministerie :................................................................................................................................................................

Dienst :...................................................................................................................................................

Ref . ($) :......................................................................................................................

I . Identificatie van de vleesprodukten

Produkten bereid van vlees van :.............................................................................................................................. ( diersoort )

Aard van de produkten (%) :............................................................................ .......................................................... Aard van de verpakking :......................................................................................................................................

Aantal stuks of colli :...........................................................................................................................................

Temperatuur voor opslag en vervoer (& ) :................................................................................................................

Houdbaarheidsduur (& ) :.............................................................................................................................................. Nettogewicht :......................................................................................................................................................

II . Herkomst van de vleesprodukten

Adres(sen ) en veterinair(e ) erkenningsnummer(s ) van de erkende verwerkende inrichting(en ) (=) :................

Indien nodig :

Adres(sen ) en veterinair(e ) erkenningsnummer(s ) van de/het erkende koelhuis/koelhuizen (=) :....................

III . Bestemming van de vleesprodukten

De produkten worden verzonden uit :

( plaats van verzending )

naar :............................................................................................,... ",.,.. "..,.,......,..,.... " ",. ".,.......................... ( land van bestemming )

per (() (=) :......................................................................................................................................................................

Naam en adres van de afzender :...............................................................................................................................

Naam en adres van de geadresseerde :......................................................................................................................

(;) In de zin van artikel 2 van Richtlijn 77/99/FFG .

($) Facultatief .

(=) In geval van overslag in een erkende inrichting of een erkend koelhuis dient de bevoegde autoriteit het certificaat aan te vullen ( registratienummer, datum, plaats, stempel en handtekening ).

(%) Eventuele vermelding van een ioniserende bestraling op medische gronden .

(& ) In te vullen in geval van een overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 77/99/EEG aangebrachte aanduiding .

(() Bij verzending per spoorwagon of vrachtwagcn dient het kenteken of nunmmer te worden vermeld; bij verzending per vliegtuig dient het nummer van de vlucht te worden aangegeven en bij verzending per schip, de naam van het schip .

IV . Gezondheidsverklaring

Ondergetekende verklaart hiermede dat :

a ) de hierboven omschreven vleesprodukten/vleesbereidingen bereid zijn met vers vlees of vleesprodukten, in omstandigheden die voldoen aan de eisen van Richtlijn 77/99/EEG;

b ) de vleesprodukten - wel/niet (;) - zijn behandeld overeenkomstig bijlage B, hoofdstuk I, onder a ), eerste streepje, van Richtlijn 77/99/EEG;

c ) genoemde produkten, hun directe verpakking of hun buitenverpakking zijn voorzien van een merk waaruit blijkt dat deze produkten in hun geheel afkomstig zijn uit erkende inrichtingen (;);

d ) de voertuigen en vervoermiddelen en de wijze waarop deze zending is ingeladen, voldoen aan de in Richtlijn 77/99/EEG vermelde eisen ten aanzien van de hygïene;

e ) het gebruikte verse varkensvlees - wel/niet (;) - is onderzocht op trichinen .

Gedaan te ..................................... ( plaats )

( datum )

(;) Doorhalen wat niet van toepassing is .

Top