EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31981R2180

Verordening (EEG) nr. 2180/81 van de Commissie van 30 juli 1981 houdende uitvoeringsmaatregelen met betrekking tot de beperking van de investeringssteun voor de varkensproduktie

PB L 211 van 31.7.1981, p. 28–29 (DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (ES, PT, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1981/2180/oj

31981R2180

Verordening (EEG) nr. 2180/81 van de Commissie van 30 juli 1981 houdende uitvoeringsmaatregelen met betrekking tot de beperking van de investeringssteun voor de varkensproduktie

Publicatieblad Nr. L 211 van 31/07/1981 blz. 0028 - 0029
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 22 blz. 0249
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 22 blz. 0249


VERORDENING (EEG) Nr. 2180/81 VAN DE COMMISSIE van 30 juli 1981 houdende uitvoeringsmaatregelen met betrekking tot de beperking van de investeringssteun voor de varkensproduktie

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 1945/81 van de Raad van 30 juni 1981 tot beperking van de investeringssteun voor de varkensproduktie (1), en met name op artikel 1,

Overwegende dat voor de toepassing van de bij Verordening (EEG) nr. 1945/81 ingevoerde beperking van de investeringssteun voor de varkensproduktie de verhouding moet worden bepaald tussen het aantal plaatsen voor mestvarkens en dat voor fokzeugen;

Overwegende dat het nuttig lijkt de reikwijdte van de in artikel 1, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1945/81 bedoelde machtiging nader te bepalen en minimumeisen vast te stellen voor de door de Lid-Staten in de dienen verzoeken om machtiging;

Overwegende dat het voor de beoordeling van de consequenties van een dergelijke machtiging nodig is dat de Lid-Staten die een machtiging ontvangen, jaarlijks een desbetreffend verslag indienen;

Overwegende dat het Permanent Comité voor de landbouwstructuur geen advies heeft uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 1945/81 genoemde 550 plaatsen voor varkens komen overeen met 550 plaatsen voor mestvarkens. De plaats voor een fokzeug komt overeen met de plaats voor 6,5 mestvarkens.

Artikel 2

1. De machtiging voor een Lid-Staat om het aantal van 550 plaatsen voor varkens in het kader van een ontwikkelingsplan aan te passen, wordt beperkt tot de uitzonderingsgevallen waarin met het volgens het ontwikkelingsplan te verwachten arbeidsinkomen uit het landbouwbedrijf het vergelijkbare arbeidsinkomen voor 1,5 volwaardige arbeidskracht niet kan worden gewaarborgd.

2. Een verhoging van het aantal plaatsen voor varkens overeenkomstig artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 1945/81 kan slechts plaatsvinden in de mate waarin zulks volgens het betrokken ontwikkelingsplan nodig is om het vergelijkbare arbeidsinkomen voor ten hoogste 1,5 volwaardige arbeidskracht te bereiken.

Artikel 3

De Lid-Staat, die de in artikel 1, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1945/81 bedoelde machtiging aanvraagt, moet de Commissie bij de aanvraag een gedetailleerde beschrijving van de berekeningsprocedure verstrekken. In de berekeningsprocedure moeten meer in het bijzonder met betrekking tot de varkenshouderij de volgende gegevens worden opgenomen: - kosten van de mestplaatsen en de stalplaatsen voor fokzeugen,

- prijzen van biggen, mestvarkens, fokzeugen en veevoeder,

- aantal geworpen biggen per fokzeug per jaar,

- aantal per mestplaats gehouden varkens per jaar.

Artikel 4

De Lid-Staat die gemachtigd wordt het aantal plaatsen voor varkens aan te passen, moet de Commissie jaarlijks vóór 1 mei van het daaropvolgend jaar een verslag doen toekomen over de bijzondere gevallen waarin een aanpassing van het aantal plaatsen voor varkens in het kader van een ontwikkelingsplan plaatsvond. In dit verslag moeten in het bijzonder gegevens over het aantal bijzondere gevallen en het met elk geval gemoeide aantal plaatsen voor varkens worden opgenomen.

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. (1) PB nr. L 197 van 20.7.1981, blz. 31.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 30 juli 1981.

Voor de Commissie

De Voorzitter

Gaston THORN

Top