Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31980R0456

Verordening (EEG) nr. 456/80 van de Raad van 18 februari 1980 inzake de toekenning van premies voor tijdelijke stopzetting en definitieve stopzetting van de wijnbouw op sommige met wijnstokken beplante oppervlakten alsmede van premies voor het afstand doen van het recht tot herbeplanting van bepaalde oppervlakten

PB L 57 van 29.2.1980, p. 16–22 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (EL, ES, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/07/2000; opgeheven door 31999R1493

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1980/456/oj

31980R0456

Verordening (EEG) nr. 456/80 van de Raad van 18 februari 1980 inzake de toekenning van premies voor tijdelijke stopzetting en definitieve stopzetting van de wijnbouw op sommige met wijnstokken beplante oppervlakten alsmede van premies voor het afstand doen van het recht tot herbeplanting van bepaalde oppervlakten

Publicatieblad Nr. L 057 van 29/02/1980 blz. 0016 - 0022
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 11 blz. 0234
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 28 blz. 0023
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 11 blz. 0234
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 17 blz. 0158
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 17 blz. 0158


VERORDENING (EEG) Nr. 456/80 VAN DE RAAD van 18 februari 1980 inzake de toekenning van premies voor tijdelijke stopzetting en definitieve stopzetting van de wijnbouw op sommige met wijnstokken beplante oppervlakten alsmede van premies voor het afstand doen van het recht tot herbeplanting van bepaalde oppervlakten

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 42 en 43,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europese Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende dat het verschil tussen de produktie en de consumptie van wijn in de Gemeenschap niet alleen toegeschreven kan worden aan conjunctuurschommelingen ; dat de interventiemaatregelen tot herstel van het marktevenwicht, vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 337/79 van de Raad van 5 februari 1979 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 454/80 (5), ontoereikend zijn gebleken ; dat de ervaring met de toepassing van Verordening (EEG) nr. 1163/76 van de Raad van 17 mei 1976 inzake de toekenning van een omschakelingspremie in de wijnbouwsector (6), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 361/79 (7), heeft aangetoond dat een extra inspanning moet worden gedaan om het communautaire wijnbouwpotentieel te verminderen ; dat het, om de wijnproducenten daartoe te stimuleren, dienstig is premies toe te kennen ter bevordering van de tijdelijke of definitieve stopzetting van de wijnbouw op de oppervlakten die zijn ingedeeld in de categorieën 2 en 3 in de zin van artikel 29 en artikel 29 bis van Verordening (EEG) nr. 337/79 alsmede van de definitieve stopzetting van de wijnbouw op sommige andere, met wijnstokken beplante bijzondere oppervlakten;

Overwegende dat, om onverantwoorde uitgaven te voorkomen, de cumulatie van deze premies met andere premies in het kader van de communautaire wetgeving moet worden verboden;

Overwegende dat het bevorderen van de stopzetting van de exploitatie van met wijnstokken beplante oppervlakten zal bijdragen tot een vermindering van de hoeveelheden wijn van minderwaardige kwaliteit op de markt ; dat de premie voor tijdelijke stopzetting bijgevolg slechts mag worden toegekend voor sommige minder geschikte wijnstokrassen, aangeplant op in categorie 2 ingedeelde oppervlakten, en voor alle wijnstokrassen aangeplant op in categorie 3 ingedeelde oppervlakten;

Overwegende dat het, om de producenten ertoe aan te zetten in de nabije toekomst de exploitatie van met wijnstokken beplante oppervlakten tijdelijk, of eventueel definitief stop te zetten en zodoende het herstel van het marktevenwicht te versnellen, dienstig is een termijn vast te stellen voor de toekenning van de stopzettingspremies met name voor sommige, met wijnstokken beplante bijzondere oppervlakten;

Overwegende dat er, om een goed administratief beheer van de toekenning van de stopzettingspremies mogelijk te maken, termijnen moeten worden vastgesteld voor de indiening van de aanvragen en voorwaarden moeten worden bepaald die door de aanvrager in acht moeten worden genomen ; dat met het oog op een duurzaam effect met name moet worden voorgeschreven dat de ontvanger van de premie voor tijdelijke stopzetting en de ontvanger van de premie voor definitieve stopzetting de verbintenis moeten aangaan om de door hen geëxploiteerde oppervlakten niet uit te breiden gedurende een periode van acht, respectievelijk vijftien wijnoogstjaren;

Overwegende dat bij de vaststelling van de premie voor tijdelijke stopzetting rekening moet worden gehouden met de rooikosten en tot op zekere hoogte met de toekomstige inkomstenderving ; dat het bedrag van deze premie dus dient te worden gedifferentieerd naar gelang van de produktiviteit van deze met wijnstokken beplante oppervlakten ; dat, aangezien de premie voor definitieve stopzetting betrekking heeft op reeds gerooide oppervlakten waarvoor een premie voor tijdelijke stopzetting is toegekend of op bijzondere, met wijnstokken beplante oppervlakten, het bedrag hiervan moet worden vastgesteld op hetzelfde peil;

Overwegende dat het aanmoedigen van het afstand doen van de herbeplantingsrechten waarvan de (1)PB nr. C 209 van 2.9.1978, blz. 3 en PB nr. C 232 van 30.9.1978, blz. 10. (2)PB nr. C 6 van 8.1.1979, blz. 66. (3)PB nr. C 105 van 26.4.1979, blz. 46. (4)PB nr. L 54 van 5.3.1979, blz. 1. (5)Zie blz. 7 van dit Publikatieblad. (6)PB nr. L 135 van 24.5.1976, blz. 34. (7)PB nr. L 46 van 23.2.1979, blz. 2. uitoefening tot en met 29 februari 1980 is geschorst krachtens artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 348/79 van de Raad van 5 februari 1979 houdende maatregelen tot aanpassing van het wijnbouwpotentieel aan de behoeften van de markt (1), tot een vermindering van het wijnbouwpotentieel kan leiden ; dat het gewenst is om de betrokken producenten door toekenning van een premie aan te sporen om afstand te doen van hun rechten;

Overwegende dat, om een correcte toepassing van de premieregeling te waarborgen, moet worden bepaald dat nationale steun mag worden toegekend indien hiermee hetzelfde doel wordt beoogd als met genoemde regeling;

Overwegende dat de beoogde maatregelen van belang zijn voor de Gemeenschap en dat zij bedoeld zijn om de in artikel 39, lid 1, sub a), van het Verdrag omschreven doelstellingen te verwezenlijken ; dat zij een gemeenschappelijke actie vormen in de zin van artikel 6, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 729/70 van de Raad van 21 april 1970 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 929/79 (3);

Overwegende dat Richtlijn 78/627/EEG van de Raad van 19 juni 1978 inzake het programma voor versnelde herstructurering en omschakeling van de wijnbouw in bepaalde mediterrane gebieden van Frankrijk (4) reeds van toepassing is in deze gebieden die zich vanuit het oogpunt van de landbouwinkomens en de werkgelegenheid in een ongunstige situatie bevinden ; dat een gedeelte van de desbetreffende actie inzake de omschakeling van de wijngaarden tot aan het einde van het wijnoogstjaar 1978/1979 werd gefinancierd op grond van de regeling inzake omschakelingspremies van Verordening (EEG) nr. 1163/76 ; dat deze financiering nu dient te worden gewaarborgd door het toekennen van de premie voor tijdelijke stopzetting ; dat derhalve, ten einde een stopzetting van deze actie te voorkomen, de regeling inzake stopzettingspremies vervroegd in werking dient te treden en wel op 1 maart 1980,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

TITEL I Tijdelijke stopzetting en definitieve stopzetting van de wijnbouw op sommige met wijnstokken beplante oppervlakten

Artikel 1

1. Aan de exploitanten van met wijnstokken beplante oppervlakten ingedeeld in de categorieën 2 en 3 in de zin van artikel 29 en artikel 29 bis van Verordening (EEG) nr. 337/79, wordt voor deze oppervlakten op hun verzoek en onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden, - een premie toegekend voor de tijdelijke stopzetting van de wijnbouw, hierna "premie voor tijdelijke stopzetting" genoemd;

- een premie toegekend voor de definitieve stopzetting van de wijnbouw, hierna "premie voor definitieve stopzetting" genoemd.

2. Aan de exploitanten van oppervlakten beplant met wijnstokken voor veredeling wordt voor deze oppervlakten, op hun verzoek en onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden, uitsluitend de premie toegekend voor definitieve stopzetting.

3. Komen niet in aanmerking voor: - de premie voor tijdelijke en definitieve stopzetting : de exploitanten voor met wijnstokken beplante oppervlakten die vallen onder de werkingssfeer van Richtlijn 79/359/EEG van de Raad van 26 maart 1979 betreffende het programma voor het versnellen van de omschakeling van wijngaarden in de Charentes-departementen (5);

- de premie voor definitieve stopzetting : de exploitanten die de bijzondere omschakelingspremie ontvangen waarin wordt voorzien in Richtlijn 78/627/EEG ; deze uitsluiting blijft beperkt tot de oppervlakten waarvoor deze bijzondere omschakelingspremie gold en tot de looptijd van de maatregelen die worden genoemd in Richtlijn 78/627/EEG.

4. Voor de oppervlakten waarvoor één of meer van de in lid 1 bedoelde premies zijn toegekend kunnen de exploitanten nadien niet in aanmerking komen voor steun als bedoeld in artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 458/80 van de Raad van 18 februari 1980 betreffende de herstructurering van wijngaarden in het kader van collectieve maatregelen (6).

5. De toekenning van de premie voor tijdelijke stopzetting brengt de schorsing mee van het herbeplantingsrecht als bedoeld in bijlage IV bis, sub c), van Verordening (EEG) nr. 337/79, gedurende een periode van acht wijnoogstjaren volgende op het jaar van rooiing ; na deze periode kan evenwel slechts gedurende de twee volgende wijnoogstjaren gebruik worden gemaakt van het herbeplantingsrecht.

De toekenning van de premie voor definitieve stopzetting brengt het verlies van het herbeplantingsrecht mee. (1)PB nr. L 54 van 5.3.1979, blz. 81. (2)PB nr. L 94 van 28.4.1970, blz. 13. (3)PB nr. L 117 van 12.5.1979, blz. 4. (4)PB nr. L 206 van 29.7.1978, blz. 1. (5)PB nr. L 85 van 5.4.1979, blz. 34. (6)Zie blz. 27 van dit Publikatieblad.

Artikel 2

1. Tot aan het einde van het wijnoogstjaar 1986/1987 wordt de premie voor tijdelijke stopzetting toegekend voor de tijdelijke stopzetting van de wijnbouw op a) oppervlakten, ingedeeld in categorie 2, die zijn beplant met rassen die wijndruiven opleveren - die in de indeling van de wijnstokrassen zijn opgenomen als tijdelijk toegestane wijnstokrassen

of

- die voorkomen op een nog vast te stellen lijst;

b) oppervlakten, ingedeeld in categorie 3, die zijn beplant met rassen die wijndruiven opleveren;

c) oppervlakten die zijn beplant met rassen die voor de betrokken administratieve eenheid zowel bij de rassen die tafeldruiven opleveren als bij de rassen die wijndruiven opleveren worden ingedeeld.

2. De premie voor definitieve stopzetting wordt toegekend voor de definitieve stopzetting van de wijnbouw op oppervlakten: - waarvoor de premie voor tijdelijke stopzetting of de in Verordening (EEG) nr. 1163/76 bedoelde premie is toegekend,

of

- die beplant zijn met wijnstokken en die niet meer onderhouden worden of een zeer geringe produktiviteit hebben,

of

- die worden gebruikt als wijngaarden met wijnstokken voor veredeling die beplant zijn met veredelingsrassen die voorkomen in de indeling van de wijnstokrassen.

De premie voor definitieve stopzetting wordt slechts toegekend gedurende - het wijnoogstjaar waarin de premie voor tijdelijke stopzetting is toegekend en gedurende de acht daaropvolgende wijnoogstjaren;

- de acht wijnoogstjaren volgende op het wijnoogstjaar waarin de in Verordening (EEG) nr. 1163/76 bedoelde premie is toegekend;

- vier wijnoogstjaren te rekenen vanaf 1 september 1980 voor wat betreft de oppervlakten als bedoeld in de eerste alinea, tweede en derde streepje.

3. Voor de premie voor tijdelijke stopzetting komen niet in aanmerking: a) met wijnstokken beplante oppervlakten van een zelfde bedrijf die in totaal minder dan 25 are beslaan;

b) oppervlakten die met wijnstokken zijn beplant en waarvoor overtreding van de communautaire of nationale bepalingen is geconstateerd;

c) met wijnstokken beplante oppervlakten die niet meer onderhouden worden of die een zeer geringe produktiviteit hebben;

d) oppervlakten die met wijnstokken zijn beplant na de inwerkingtreding van deze verordening.

4. Voor wat betreft de in lid 2, eerste alinea, tweede en derde streepje, bedoelde oppervlakten kan de premie voor definitieve stopzetting niet worden toegekend voor de met wijnstokken beplante oppervlakten van een zelfde bedrijf die in totaal minder dan 10 are beslaan.

5. Bij de opstelling van de in lid 1, sub a), tweede streepje, bedoelde lijst van wijnstokrassen, die zal worden onderverdeeld per geografische eenheid overeenkomstig artikel 31 van Verordening (EEG) nr. 337/79, wordt rekening gehouden - met de kwaliteit van de uit de betrokken rassen verkregen wijn,

- met andere communautaire maatregelen om het wijnbouwpotentieel aan te passen aan de behoeften van de markt,

- met de vraag op de markt.

6. De bepalingen voor de toekenning van de premies en de in lid 1, sub a), tweede streepje, bedoelde lijst van rassen worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 67 van Verordening (EEG) nr. 337/79.

Artikel 3

1. De premieaanvragen moeten worden ingediend bij de door de Lid-Staten aan te wijzen diensten: - ten aanzien van de premie voor tijdelijke stopzetting, vóór 31 december volgende op het begin van het wijnoogstjaar waarin het rooien zal plaatsvinden,

- ten aanzien van de premie voor definitieve stopzetting, vóór 31 december van elk wijnoogstjaar als bedoeld in artikel 2, lid 2, tweede alinea.

2. De premie voor tijdelijke stopzetting en de premie voor definitieve stopzetting voor oppervlakten als bedoeld in artikel 2, lid 2, eerste alinea, tweede en derde streepje, worden slechts toegekend na overlegging van een schriftelijke verklaring waarin de aanvrager zich ertoe verbindt: - dat hij vóór 1 april van het jaar volgende op dat waarin de aanvraag is ingediend, de wijnstokken op de oppervlakten waarvoor de premie is aangevraagd, zal rooien of zal doen rooien,

- dat hij tot en met 31 maart 1982 op de in het eerste streepje bedoelde oppervlakten geen fruitbomen zal planten van de variëteiten bedoeld in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 794/76 van de Raad van 6 april 1976 houdende vaststelling van nieuwe maatregelen ter sanering van de fruitproduktie in de Gemeenschap (1),

- dat hij binnen zijn bedrijf geen wijnstokken zal aanplanten in de zin van bijlage IV bis, sub e), van Verordening (EEG) nr. 337/79: - gedurende acht wijnoogstjaren die volgen op het rooien van de wijnstokken, voor wat betreft de premie voor tijdelijke stopzetting,

- gedurende vijftien wijnoogstjaren die volgen op het jaar van het rooien van de wijnstokken, voor wat betreft de premie voor definitieve stopzetting voor oppervlakten als bedoeld in artikel 2, lid 2, eerste alinea, tweede en derde streepje,

- dat hij in dat tijdvak jaarlijks, in voorkomend geval tegelijk met de aangifte van zijn oogst, aangifte zal doen van de produktieve of nog niet produktieve met wijnstokken beplante oppervlakten.

3. De premie voor definitieve stopzetting voor oppervlakten waarvoor de premie voor tijdelijke stopzetting of de in Verordening (EEG) nr. 1163/76 bedoelde premie is toegekend, wordt slechts toegekend na overlegging van een schriftelijke verklaring waarin de aanvrager zich ertoe verbindt: - dat hij gedurende vijftien wijnoogstjaren volgende op het wijnoogstjaar waarin de premie is toegekend, binnen zijn bedrijf geen wijnstokken zal aanplanten,

- dat hij jaarlijks, in voorkomend geval tegelijk met de aangifte van zijn oogst, aangifte zal doen van de produktieve of nog niet produktieve met wijnstokken beplante oppervlakten, voor zover de wijnbouw op het betrokken bedrijf blijft plaatsvinden.

4. De toekenning van de premies voor tijdelijke of definitieve stopzetting is voorts afhankelijk van de voorwaarde dat de aanvrager: - overeenkomstig de nationale wetgeving gerechtigd is tot voortzetting van het bebouwen van het betrokken stuk grond gedurende het in lid 2, derde streepje, dan wel het in lid 3, eerste streepje, bedoelde tijdvak;

- indien hij niet aan de in het eerste streepje vermelde voorwaarden voldoet, een schriftelijke verbintenis van de eigenaar van het stuk grond overlegt, dat deze de nakoming van de in lid 2 of lid 3 bedoelde verplichtingen garandeert of dat hij deze verplichtingen persoonlijk zal nakomen.

Ingeval het gehele bedrijf of een gedeelte daarvan na de toekenning van de premie en tijdens het in lid 2, derde streepje, of in lid 3, eerste streepje, bedoelde tijdvak op een andere persoon overgaat, blijven de premieontvanger of zijn rechthebbenden verantwoordelijk voor het nakomen door de opvolger van de verbintenissen die de premieontvanger is aangegaan, behalve: - indien de opvolger deze verbintenis voor het resterende tijdvak zelf overneemt,

of

- indien de eigenaar de in de eerste alinea, tweede streepje, bedoelde verbintenis is aangegaan.

Artikel 4

1. Het bedrag van de premie voor tijdelijke stopzetting wordt vastgesteld op: - 1 813 Ecu/ha voor wijngaarden met een geringe produktiviteit;

- 2 418 Ecu/ha voor wijngaarden met een gemiddelde produktiviteit, die normaal worden onderhouden en die nog geen tekenen van achteruitgang vanwege hun ouderdom vertonen;

- 3 022 Ecu/ha voor wijngaarden met een hoge produktiviteit.

2. Het bedrag van de premie voor definitieve stopzetting wordt vastgesteld op 2 418 Ecu/ha.

3. Voor de toekenning van de premie voor tijdelijke stopzetting of van de premie voor definitieve stopzetting voor oppervlakten als bedoeld in artikel 2, lid 2, eerste alinea, tweede en derde streepje, worden de gemengde wijngaarden door toepassing van de voor het betrokken wijnbouwgebied gebruikelijke omrekeningscoëfficiënt uitgedrukt in cultuurgrond met gespecialiseerde produktie.

4. Wanneer de oppervlakte waarvoor de premie voor tijdelijke stopzetting wordt aangevraagd, beplant is met verschillende wijnstokrassen, waarvan sommige niet in aanmerking komen voor de premie, wordt deze premie toegekend: - voor de gehele oppervlakte, mits de oppervlakte voor meer dan 70 % is beplant met de in artikel 2, lid 1, sub a), bedoelde rassen;

- voor het gedeelte van de oppervlakte dat overeenkomt met de oppervlakte die daadwerkelijk met de in artikel 2, lid 1, sub a), bedoelde rassen is beplant, indien de oppervlakte voor 70 % of minder met deze rassen is beplant. (1)PB nr. L 93 van 8.4.1976, blz. 3.

5. Voor de toekenning van de premie voor definitieve stopzetting wordt echter 100 % van de betrokken oppervlakte in aanmerking genomen.

6. De premie voor tijdelijke stopzetting of de premie voor definitieve stopzetting voor oppervlakten als bedoeld in artikel 2, lid 2, eerste alinea, tweede en derde streepje, wordt uiterlijk zes maanden nadat de aanvrager het bewijs heeft geleverd dat hij inderdaad tot rooiing is overgegaan, in één keer uitbetaald.

De premie voor definitieve stopzetting voor de oppervlakten als bedoeld in artikel 2, lid 2, eerste alinea, eerste streepje, wordt uiterlijk zes maanden nadat de in artikel 3, lid 3, bedoelde verklaring is ingediend, in één keer uitbetaald.

7. De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 67 van Verordening (EEG) nr. 337/79.

TITEL II Het afstand doen van het recht tot herbeplanting van bepaalde met wijnstokken beplante oppervlakten

Artikel 5

1. Aan de exploitanten van met wijnstokken beplante oppervlakten, die beschikken over een herbeplantingsrecht waarvan de uitoefening krachtens artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 348/79 is geschorst, wordt op hun verzoek en onder de in deze titel vastgestelde voorwaarden een premie voor de afstand van het aldus verworven recht toegekend, hierna "renunciatiepremie" genoemd.

2. De exploitanten kunnen, voor de oppervlakten waarvoor een renunciatiepremie is toegekend, nadien niet in aanmerking komen voor de steun, bedoeld in artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 458/80.

Artikel 6

1. De renunciatiepremie wordt toegekend tot en met 28 februari 1982.

2. Voor de renunciatiepremie komen niet in aanmerking rechten die betrekking hebben op oppervlakten van een zelfde bedrijf die in totaal minder dan 25 are beslaan.

3. De bepalingen voor de toekenning van deze premie worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 67 van Verordening (EEG) nr. 337/79.

Artikel 7

1. Premieaanvragen moeten bij de door de Lid-Staten aan te wijzen diensten worden ingediend vóór 1 februari 1982.

2. De toekenning van de renunciatiepremie is afhankelijk van: a) de voorwaarde dat de aanvrager sinds 27 mei 1976 op zijn bedrijf geen aanplant heeft verricht die niet werd gecompenseerd door het tevoren rooien van een gelijkwaardige oppervlakte wijnstokken;

b) de schriftelijke verklaring waarin de aanvrager zich ertoe verbindt: - dat hij tot en met 31 maart 1982 op de oppervlakten waarvoor de premie is aangevraagd, geen fruitbomen zal planten van de variëteiten bedoeld in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 794/76,

- dat hij gedurende vijftien wijnoogstjaren volgende op het wijnoogstjaar waarin deze verbintenis is aangegaan, op zijn bedrijf geen nieuwe aanplant van wijnstokken zal doen in de zin van bijlage IV bis, sub e), van Verordening (EEG) nr. 337/79,

- dat hij jaarlijks tegelijk met de aangifte van zijn oogst, aangifte zal doen van de produktieve of nog niet produktieve met wijnstokken beplante oppervlakten, voor zover de wijnbouw op het betrokken bedrijf blijft plaatsvinden.

Artikel 8

1. De renunciatiepremie wordt vastgesteld op 800 Ecu/ha.

2. De renunciatiepremie wordt uiterlijk zes maanden nadat van het betrokken recht afstand is gedaan en deze renunciatie op schrift is gesteld, in één keer uitbetaald.

3. De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 67 van Verordening (EEG) nr. 337/79.

TITEL III Algemene en financiële bepalingen

Artikel 9

Op voorstel van de Commissie kan de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluiten tot wijziging van: - de bedragen van de premies,

- de in artikel 3, lid 1, en in artikel 7, lid 1, vermelde data.

De Raad kan volgens dezelfde procedure afwijkende bepalingen vaststellen voor de datum die vermeld is in artikel 3, lid 2, eerste streepje.

Artikel 10

1. De Lid-Staten controleren of de in artikel 3, leden 2 en 3, en in artikel 7, lid 2, bedoelde verbintenissen zijn nagekomen.

2. De Lid-Staten stellen de Commissie in kennis van de resultaten van deze controles.

3. De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 67 van Verordening (EEG) nr. 337/79.

Artikel 11

1. Het geheel der in deze verordening vastgestelde maatregelen vormt een gemeenschappelijke actie in de zin van artikel 6, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 729/70.

2. De in lid 1 bedoelde actie - eindigt met het wijnoogstjaar 1986/1987 wat de premie voor tijdelijke stopzetting betreft;

- eindigt met het wijnoogstjaar 1994/1995 wat betreft de premie voor definitieve stopzetting voor oppervlakten als bedoeld in artikel 2, lid 2, eerste alinea, eerste streepje;

- eindigt met het wijnoogstjaar 1983/1984 wat betreft de premie voor definitieve stopzetting voor oppervlakten als bedoeld in artikel 2, lid 2, eerste alinea, tweede en derde streepje;

- wordt beperkt tot 28 februari 1982 voor wat betreft de renunciatiepremie.

Artikel 12

1. De geraamde uitgaven voor de gemeenschappelijke actie die ten laste komen van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw bedragen 128,8 miljoen Europese rekeneenheden.

2. Artikel 6, lid 5, van Verordening (EEG) nr. 729/70 is van toepassing op deze verordening.

Artikel 13

1. De uitgaven die de Lid-Staten verrichten in het kader van de in deze verordening vastgestelde actie komen in aanmerking voor financiering door het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Oriëntatie.

2. Het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Oriëntatie, vergoedt de Lid-Staten 40 % van de voor financiering in aanmerking komende uitgaven.

3. De uitvoeringsbepalingen van lid 2 worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 729/70.

Artikel 14

1. De aanvragen om vergoeding dienen betrekking te hebben op de door de Lid-Staten in een kalenderjaar verrichte uitgaven en moeten vóór 1 juli van het volgende jaar bij de Commissie worden ingediend.

2. De Commissie neemt, volgens de procedure van artikel 7, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 729/70, één of meer besluiten voor deze aanvragen.

Artikel 15

1. Onverminderd het bepaalde in artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 729/70, treffen de Lid-Staten, overeenkomstig de nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, de nodige maatregelen om de uitbetaalde bedragen terug te vorderen indien de in de artikelen 3 en 7 bedoelde verbintenissen niet worden nagekomen.

Zij stellen de Commissie in kennis van de getroffen maatregelen en brengen haar met name op gezette tijden op de hoogte van de stand van de desbetreffende administratieve en gerechtelijke procedures.

2. De teruggevorderde bedragen worden overgemaakt aan de organen of diensten die de betalingen hebben verricht en worden door deze, in verhouding tot de bijdragen van de Gemeenschap, in mindering gebracht op de door het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw gefinancierde uitgaven.

3. De financiële consequenties die voortvloeien uit de onmogelijkheid tot terugvordering van de uitbetaalde bedragen worden door de Gemeenschap gedragen in verhouding tot haar bijdrage.

4. De uitvoeringsbepalingen van dit artikel worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 729/70.

Artikel 16

De Lid-Staten delen aan de Commissie mede: - gedurende de in artikel 2, leden 1 en 2, bedoelde wijnoogstjaren, op welke oppervlakten de wijnbouw tijdelijk of definitief is stopgezet en waarvoor de overeenkomstige premie is toegekend,

- vóór 1 oktober 1982, voor welke met wijnstokken beplante oppervlakten een renunciatiepremie is verleend,

in het kader van de mededeling bedoeld in artikel 30 quater, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 337/79.

De Commissie houdt rekening met deze gegevens bij het uitbrengen van het in artikel 30 quater, lid 2, van genoemde verordening bedoelde verslag.

Artikel 17

Deze verordening vormt geen beletsel voor de toekenning van op grond van de nationale voorschriften verleende steun waarmee hetzelfde doel wordt beoogd als met deze verordening, zulks onder voorbehoud van een onderzoek krachtens de artikelen 92, 93 en 94 van het Verdrag.

Artikel 18

1. Deze verordening treedt in werking op 1 maart 1980.

2. Zij is van toepassing met ingang van 1 september 1980.

Zij is evenwel van toepassing met ingang van 1 maart 1980 wat betreft: - de in titel II bedoelde renunciatiepremie,

- de in titel I bedoelde premie voor tijdelijke stopzetting voor oppervlakten die in aanmerking komen voor een speciale omschakelingspremie in het kader van het programma als bedoeld in Richtlijn 78/627/EEG.

3. In afwijking van artikel 3 en wat betreft de premie voor tijdelijke stopzetting als bedoeld in lid 2, tweede alinea, tweede streepje, van het onderhavige artikel, wordt voor het tijdvak van 1 maart 1980 tot en met 31 augustus 1980 - de datum bedoeld in artikel 3, lid 1, eerste streepje, vervangen door 1 mei 1980,

- de datum bedoeld in artikel 3, lid 2, eerste streepje, vervangen door 1 juni 1980.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 18 februari 1980

Voor de Raad

De Voorzitter

G. MARCORA

Top