Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31969R2622

Verordening (EEG) nr. 2622/69 van de Raad van 21 december 1969 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 804/68 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelprodukten

PB L 328 van 30.12.1969, p. 8–8 (DE, FR, IT, NL)
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Deel 1969(II) blz. 615 - 616

Andere speciale editie(s) (DA, EL, ES, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1999

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1969/2622/oj

31969R2622

Verordening (EEG) nr. 2622/69 van de Raad van 21 december 1969 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 804/68 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelprodukten

Publicatieblad Nr. L 328 van 30/12/1969 blz. 0008 - 0008
Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1969(II) blz. 0597
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1969(II) blz. 0615
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 5 blz. 0040
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 3 blz. 0187
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 3 blz. 0187
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 65 blz. 0010
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 65 blz. 0010


++++

( 1 ) PB nr . L 148 van 28 . 6 . 1968 , blz . 13 .

( 2 ) PB nr . L 179 van 21 . 7 . 1969 , blz . 13 .

VERORDENING ( EEG ) Nr . 2622/69 VAN DE RAAD

van 21 december 1969

tot wijziging van Verordening ( EEG ) nr . 804/68 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelprodukten

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 43 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ,

Overwegende dat overeenkomstig artikel 14 , lid 1 , van Verordening ( EEG ) nr . 804/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelprodukten ( 1 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 1398/69 ( 2 ) , tot en met 31 december 1969 op de invoer van de in artikel 1 , sub a ) 1 , van die verordening genoemde produkten de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief worden toegepast ; dat in artikel 15 van genoemde verordening is bepaald dat de Lid-Staten ten opzichte van derde landen voor deze produkten tot en met 31 december 1969 de heffingen met gelijke werking als douanerechten , de kwantitatieve beperkingen en de maatregelen van gelijke werking handhaven , welke bij de inwerkingtreding van genoemde verordening van toepassing waren ;

Overwegende dat bij de vaststelling van bovengenoemde voorschriften ervan werd uitgegaan dat voor de betrokken produkten de communautaire bepalingen voor het handelsverkeer met derde landen zouden kunnen worden toegepast ; dat gebleken is dat het niet mogelijk zal zijn v}}r genoemd tijdstip deze bepalingen vast te stellen ; dat de bovengenoemde datum 31 december 1969 derhalve moet worden verschoven ;

Overwegende dat het niet wenselijk lijkt , in de loop van het melkprijsjaar de bijzondere nationale bepalingen , bedoeld in artikel 22 , lid 2 , laatste alinea , van Verordening ( EEG ) nr . 804/68 , af te schaffen ;

Overwegende dat in artikel 22 , lid 3 , van Verordening ( EEG ) nr . 804/68 is bepaald dat , totdat de overeenkomstig artikel 27 van die verordening vastgestelde voorschriften van toepassing worden , elke Lid-Staat voor de invoer uit derde landen en de leveringen uit andere Lid-Staten van boter de regeling handhaaft die op 30 juni 1968 van toepassing was uit hoofde van artikel 2 , lid 6 , van Verordening nr . 13/64/EEG ; dat de overeenkomstig voornoemd artikel 27 te bepalen voorschriften betreffende de fabricage en de verhandeling van boter nog niet zijn vastgesteld ; dat voornoemd artikel 22 , lid 3 , leidt tot de toepassing van invoerverboden die economisch niet meer gerechtvaardigd zijn ; dat dit lid met ingang van 1 april 1970 moet worden ingetrokken ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

In artikel 14 , lid 1 , en artikel 15 van Verordening ( EEG ) nr . 804/68 worden de woorden " Tot en met 31 december 1969 " vervangen door de woorden " Totdat de in artikel 22 , lid 2 , eerste alinea , bedoelde communautaire regeling van toepassing wordt " .

Artikel 2

In artikel 22 , lid 2 , laatste alinea , van Verordening ( EEG ) nr . 804/68 worden de woorden " Tot en met 31 december 1969 " vervangen door de woorden " Tot en met 31 maart 1970 " .

Artikel 3

Met ingang van 1 april 1970 wordt

_ lid 3 van artikel 22 van Verordening ( EEG ) nr . 804/68 ingetrokken ,

_ lid 4 van artikel 22 vernummerd tot lid 3 .

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1970 .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel , 21 december 1969 .

Voor de Raad

De Voorzitter

P . LARDINOIS

Top