This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 31965L0066
Council Directive 65/66/EEC of 26 January 1965 laying down specific criteria of purity for preservatives authorised for use in foodstuffs intended for human consumption
Richtlijn 65/66/EEG van de Raad van 26 januari 1965 houdende vaststelling van bijzondere zuiverheidseisen voor conserveermiddelen die mogen worden gebruikt in voor menselijke voeding bestemde waren
Richtlijn 65/66/EEG van de Raad van 26 januari 1965 houdende vaststelling van bijzondere zuiverheidseisen voor conserveermiddelen die mogen worden gebruikt in voor menselijke voeding bestemde waren
PB 22 van 9.2.1965, p. 373–382
(DE, FR, IT, NL) Andere speciale editie(s)
(DA, EL, ES, PT, FI, SV)
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Deel 1965-1966 blz. 25 - 33
No longer in force, Date of end of validity: 18/01/1997; opgeheven door 32008R1333
Richtlijn 65/66/EEG van de Raad van 26 januari 1965 houdende vaststelling van bijzondere zuiverheidseisen voor conserveermiddelen die mogen worden gebruikt in voor menselijke voeding bestemde waren
Publicatieblad Nr. 022 van 09/02/1965 blz. 0373 - 0382
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 13 Deel 1 blz. 0071
Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1965-1966 blz. 0021
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 13 Deel 1 blz. 0071
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1965-1966 blz. 0025
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 1 blz. 0162
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 13 Deel 1 blz. 0023
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 13 Deel 1 blz. 0023
++++ ( 1 ) PB no . 12 van 27 . 1 . 1964 , blz . 161/64 . RICHTLIJN VAN DE RAAD van 26 januari 1965 houdende vaststelling van bijzondere zuiverheidseisen voor conserveermiddelen die mogen worden gebruikt in voor menselijke voeding bestemde waren ( 65/66/EEG ) DE RAAD VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP , Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , Gelet op de richtlijn van de Raad van 5 november 1963 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake conserveermiddelen die mogen worden gebruikt in voor menselijke voeding bestemde waren ( 1 ) , inzonderheid op artikel 8 , lid 1 , Gezien het voorstel van de Commissie , Overwegende dat ingevolge artikel 7 van de richtlijn van 5 november 1963 de conserveermiddelen moeten voldoen aan de bijzondere zuiverheidseisen die , in voorkomend geval , overeenkomstig artikel 8 , lid 1 , van die richtlijn zijn vastgesteld ; Overwegende dat het noodzakelijk is bijzondere zuiverheidseisen vast te stellen voor alle conserveermiddelen die voorkomen in de bijlage bij de richtlijn van 5 november 1963 ; dat deze eisen in sommige Lid-Staten niet tegelijk met de krachtens die richtlijn gewijzigde wetgeving kunnen worden toegepast , en dat het derhalve wenselijk is te bepalen dat genoemde eisen uiterlijk op 1 juni 1966 zullen worden toegepast , HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD : Artikel 1 De bijzondere zuiverheidseisen bedoeld in artikel 7 , sub b ) , van de richtlijn van 5 november 1963 zijn vervat in de bijlage . Artikel 2 De Lid-Staten wijzigen hun wetgeving overeenkomstig de bepalingen van artikel 1 zodanig dat de nieuwe bepalingen uiterlijk op 1 juni 1966 worden toegepast op de in de handel gebrachte conserveermiddelen . Artikel 3 Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten . Gedaan te Brussel , 26 januari 1965 . Voor de Raad De Voorzitter M . COUVE DE MURVILLE BIJLAGE Bijzondere zuiverheidseisen Algemene opmerkingen a ) Tenzij anders aangegeven , zijn de hoeveelheden en percentages berekend naar het gewicht , voor het watervrije produkt . b ) Wanneer het desbetreffende produkt oorspronkelijk niet watervrij is en er wordt gesproken van " vluchtige stoffen " , is water in die stoffen begrepen . c ) Wanneer de duur van het drogingsproces niet nader is aangegeven , moet dit worden verstaan als " drogingsproces tot een constant gewicht is verkregen " . d ) Wanneer voor de interpretatie van de navolgende criteria bepaalde technische gegevens moeten worden gedefinieerd , zoals bijvoorbeeld " vacuuem " , dient men zich te houden aan de analysemethoden die zijn vastgesteld krachtens artikel 8 , lid 2 , van de richtlijn van 5 november 1963 . E 200 Sorbinezuur Voorkomen Wit kristallijn poeder , dat na 90 min . verhitting bij 105 C geen kleurverandering vertoont . Smelttraject 133 _ 135 C na droging in vacuuem gedurende 4 uur in een droogtoestel met zwavelzuur . Gehalte Niet minder dan 99 % na droging in vacuuem gedurende 4 uur in een droogtoestel met zwavelzuur . Vluchtige stoffen Niet meer dan 3 % , bepaald door droging gedurende 24 uur in een droogtoestel met zwavelzuur . Sulfaatas Niet meer dan 0,2 % . Aldehyden Niet meer dan 0,1 % , berekend als formaldehyde . E 201 Natriumsorbaat Voorkomen Wit kristallijn poeder , dat na 90 min . verhitting bij 105 C geen kleurverandering vertoont . Smelttraject van niet omgekristalliseerd sorbinezuur , afgescheiden door verzuring 133 _ 135 C na droging in vacuuem in een droogtoestel met zwavelzuur . Gehalte Niet minder dan 99 % na droging in vacuuem gedurende 4 uur in een droogtoestel met zwavelzuur . Vluchtige stoffen Niet meer dan 1 % , bepaald door droging in vacuuem in een droogtoestel met zwavelzuur . Aldehyden Niet meer dan 0,1 % , berekend als formaldehyde . E 202 Kaliumsorbaat Voorkomen Wit kristallijn poeder , dat na 90 min . verhitting bij 105 C geen kleurverandering vertoont . Smelttraject van niet omgekristalliseerd sorbinezuur , afgescheiden door verzuring 133 _ 135 C na droging in vacuuem in een droogtoestel met zwavelzuur . Gehalte Niet minder dan 99 % na droging in vacuuem gedurende 4 uur in een droogtoestel met zwavelzuur . Vluchtige stoffen Niet meer dan 1 % , bepaald door droging in vacuuem in een droogtoestel met zwavelzuur . Aldehyden Niet meer dan 0,1 % , berekend als formaldehyde . E 203 Calciumsorbaat Voorkomen Fijn wit kristallijn poeder , dat na 90 min . verhitting bij 105 C geen kleurverandering vertoont . Smelttraject van niet omgekristalliseerd sorbinezuur , afgescheiden door verzuring 133 _ 135 C na droging in vacuuem in een droogtoestel met zwavelzuur . Gehalte Niet minder dan 98 % na droging in vacuuem gedurende 4 uur in een droogtoestel met zwavelzuur . Vluchtige stoffen Niet meer dan 2 % , bepaald door droging in vacuuem in een droogtoestel met zwavelzuur . Aldehyden Niet meer dan 0,1 % , berekend als formaldehyde . E 210 Benzoëzuur Voorkomen Wit kristallijn poeder . Smelttraject 121,5 _ 123,5 C na droging in vacuuem in een droogtoestel met zwavelzuur . Gehalte Niet minder dan 99,5 % . Sulfaatas Niet meer dan 0,05 % . Polycyclische zuren Bij gefractioneerde verzuring van een geneutraliseerde oplossing van benzoëzuur mag het eerste neerslag geen ander smelttraject vertonen dan benzoëzuur zelf . Organisch chloor Niet meer dan 0,07 % , overeenkomende met 0,3 % uitgedrukt in monochloorbenzoëzuren . Gemakkelijk oxydeerbare substanties Blijvende rose kleur met niet meer dan 0,5 ml 0,1 N KMnO4 per gram in een 0,1 N zwavelzure oplossing na 1 uur bij omgevingstemperatuur . Zwavelzuurproef Bij koud oplossen van 0,5 g benzoëzuur in 5 ml zwavelzuur van 94,5 _ 95,5 % mag geen sterkere kleuring optreden dan bij een referentievloeistof bevattende : 0,2 ml kobaltchloride TSC ( 1 ) , 0,3 ml ferrichloride TSC ( 2 ) , 0,1 ml kopersulfaat TSC ( 3 ) en 4,4 ml water . E 211 Natriumbenzoaat Voorkomen Wit kristallijn poeder . Smelttraject van niet omgekristalliseerd benzoëzuur , afgescheiden door verzuring 121,5 _ 123,5 C na droging in vacuuem in een droogtoestel met zwavelzuur . Gehalte Niet minder dan 99,5 % na droging gedurende 4 uur bij 105 C . Vluchtige stoffen Niet meer dan 1 % , bepaald door droging gedurende 4 uur bij 105 C . Polycyclische zuren Bij gefractioneerde verzuring van een eventueel geneutraliseerde oplossing van natriumbenzoaat mag het eerste neerslag geen ander smelttraject vertonen dan benzoëzuur . Organisch chloor Niet meer dan 0,06 % , overeenkomende met 0,25 % uitgedrukt in monochloorbenzoëzuren . Gemakkelijk oxydeerbare substanties Blijvende rose kleur met niet meer dan 0,5 ml 0,1 N KMnO4 per gram in een 0,1 N zwavelzure oplossing na 1 uur bij omgevingstemperatuur . Zuur - of alkaligraad Voor de neutralisatie in tegenwoordigheid van fenolftaleïne van 1 gram natriumbenzoaat mag niet meer benodigd zijn dan 0,25 ml 0,1 N NaOH of 0,1 N HCl . E 212 Kaliumbenzoaat Voorkomen Wit kristallijn poeder . Smelttraject van niet omgekristalliseerd benzoëzuur , afgescheiden door verzuring 121,5 _ 123,5 C na droging in vacuuem in een droogtoestel met zwavelzuur . Gehalte Niet minder dan 99 % na droging bij 105 C . Vluchtige stoffen Niet meer dan 26,5 % , bepaald door droging bij 105 C . ( 1 ) Kobaltchloride TSC : Los circa 65 g kobaltchloride CoCl2 * 6H2O op in een totale hoeveelheid van 1000 ml mengsel bestaande uit 25 g ml zoutzuur en 975 ml water . Precies 5 ml van deze oplossing overbrengen in een kolf met 250 ml joodoplossing . Voeg 5 ml 3 %-ige waterstofperoxyde toe en vervolgens 15 ml van een 20 %-ige natriumhydroxyde-oplossing . Gedurende 10 minuten laten koken , laten afkoelen , 2 g kalium-jodide en 20 ml 25 %-ige zwavelzuur toevoegen . Na volledige oplossing van de neerslag het vrijgekomen jood titreren met 0,1 N natriumthiosulfaat in tegenwoordigheid van zetmeel TS ( * ) . Eén ml 0,1 N natriumthiosulfaat komt overeen met 23,80 mg CoCl2 * 6H2O . Hierbij een voldoende hoeveelheid van het mengsel zoutzuur en water toevoegen om een oplossing te verkrijgen die 59,5 mg CoCl2 * 6 H2O per ml bevat . ( 2 ) Ijzerchloride TSC : Los ca . 55 g ijzerchloride op in een totale hoeveelheid van 1000 ml mengsel , bestaande uit 25 ml zoutzuur en 975 ml water . 10 ml van deze oplossing overbrengen in een kolf met 250 ml joodoplossing , 15 ml water en 3 g kaliumjodide toevoegen , vervolgens het mengsel 15 minuten laten bezinken . Met 100 ml water verdunnen , het vrijgekomen jood titreren met 0,1 N natriumthiosulfaat in tegenwoordigheid van zetmeel TS ( * ) . Eén ml 0,1 N natriumthiosulfaat komt overeen met 27,03 mg FeCl3 * 6H2O . Hierbij een voldoende hoeveelheid van het mengsel zoutzuur en water toevoegen om een oplossing te verkrijgen die 45,0 mg FeCl3 * 6H2O per ml bevat . ( 3 ) Kopersulfaat TSC : Los ca . 65 g kopersulfaat CuSO4 * 5H2O op in een totale hoeveelheid van 1000 ml mengsel bestaande uit 25 ml zoutzuur en 975 ml water . 10 ml van deze oplossing overbrengen in een kolf met 250 ml joodoplossing . Voeg 40 ml water , 4 ml acetaatzuur en 3 g kaliumjodide toe . Het vrijgekomen jood titreren met 0,1 N natriumthiosulfaat in tegenwoordigheid van zetmeel TS ( * ) . Eén ml 0,1 N natriumthiosulfaat komt overeen met 24,97 mg CuSO4 * 5H2O . Hierbij een voldoende hoeveelheid van het mengsel zoutzuur en water toevoegen om een oplossing te verkrijgen die 62,4 mg CuSO4 * 5H2O per ml bevat . ( * ) Zetmeel TS : Meng 0,5 g zetmeel ( aardappelzetmeel , maïszetmeel of oplosbare zetmeel ) met 5 ml water ; voeg vervolgens bij de verkregen stijfselpap onder voortdurend schudden een voldoende hoeveelheid water om het totaal volume op 100 ml te brengen . Gedurende enige minuten laten koken , laten afkoelen en filtreren . De zetmeel TS moet van recente bereiding zijn . Polycyclische zuren Bij gefractioneerde verzuring van een eventueel geneutraliseerde oplossing van kaliumbenzoaat mag het eerste neerslag geen ander smelttraject vertonen dan benzoëzuur . Organisch chloor Niet meer dan 0,06 % , overeenkomende met 0,25 % uitgedrukt in monochloorbenzoëzuren . Gemakkelijk oxydeerbare substanties Blijvende rose kleur met niet meer dan 0,5 ml 0,1 N KMnO4 per gram in een 0,1 N zwavelzure oplossing na 1 uur bij omgevingstemperatuur . Zuur - of alkaligraad Voor neutralisatie in tegenwoordigheid van fenolftaleïne van 1 gram kaliumbenzoaat mag niet meer benodigd zijn dan 0,25 ml 0,1 N NaOH of 0,1 N HCl . E 213 Calciumbenzoaat Voorkomen Wit kristallijn poeder . Smelttraject van niet omgekristalliseerd benzoëzuur , afgescheiden door verzuring 121,5 _ 123,5 C na droging in vacuuem in een droogtoestel met zwavelzuur . Gehalte Niet minder dan 99 % na droging bij 105 C . Vluchtige stoffen Niet meer dan 17,5 % , bepaald door droging bij 105 C . Polycyclische zuren Bij gefractioneerde verzuring van een eventueel geneutraliseerde oplossing van calciumbenzoaat mag het eerste neerslag geen ander smelttraject vertonen dan benzoëzuur . Organisch chloor Niet meer dan 0,06 % , overeenkomende met 0,25 % uitgedrukt in monochloorbenzoëzuren . Gemakkelijk oxydeerbare substanties Blijvende rose kleur met niet meer dan 0,5 ml 0,1 N KMnO4 per gram in een 0,1 N zwavelzure oplossing na 1 uur bij omgevingstemperatuur . Zuur - of alkaligraad Voor neutralisatie in tegenwoordigheid van fenolftaleïne van 1 gram calciumbenzoaat mag niet meer benodigd zijn dan 0,25 ml 0,1 N NaOH of 0,1 N HCl . E 214 p-hydroxybenzoëzure ethylester Voorkomen Wit kristallijn poeder . Smelttraject 115 _ 118 C . Gehalte Niet minder dan 99,5 % na droging gedurende 2 uur bij 80 C . Sulfaatas Niet meer dan 0,05 % . Vrije zuren Niet meer dan 0,35 % , uitgedrukt in p-hydroxybenzoëzuur . Salicylzuur Niet meer dan 0,1 % . E 215 Natriumderivaat van de p-hydroxybenzoëzure ethylester Voorkomen Wit kristallijn hygroscopisch poeder . Smelttraject van de niet omgekristalliseerde ester , afgescheiden door verzuring 115 _ 118 C na droging in vacuuem in een droogtoestel met zwavelzuur . Gehalte aan p-hydroxybenzoëzure ethylester Niet minder dan 83 % na droging in vacuuem in een droogtoestel met zwavelzuur . Vluchtige stoffen Niet meer dan 5 % , bepaald door droging in vacuuem in een droogtoestel met zwavelzuur . Sulfaatas 37 % _ 39 % . pH Van de 0,1 % waterige oplossing moet de pH liggen tussen 9,9 en 10,3 . Salicylzuur Niet meer dan 0,1 % . E 216 p-hydroxybenzoëzure n-propylester Voorkomen Wit kristallijn poeder . Smelttraject 95 _ 97 C na droging gedurende 2 uur bij 80 C . Gehalte Niet minder dan 99,5 % na droging gedurende 2 uur bij 80 C . Sulfaatas Niet meer dan 0,05 % . Vrije zuren Niet meer dan 0,35 % , uitgedrukt in p-hydroxybenzoëzuur . Salicylzuur Niet meer dan 0,1 % . E 217 Natriumderivaat van p-hydroxybenzoëzure n-propylester Voorkomen Wit of nagenoeg wit kristallijn hygroscopisch poeder . Smelttraject van de niet omgekristalliseerde ester , afgescheiden door verzuring 94 _ 97 C na droging in vacuuem in een droogtoestel met zwavelzuur . Gehalte aan p-hydroxybenzoëzure propylester Niet minder dan 85 % na droging in vacuuem in een droogtoestel met zwavelzuur . Vluchtige stoffen Niet meer dan 5 % , bepaald door droging in vacuuem in een droogtoestel met zwavelzuur . Sulfaatas 34 % _ 36 % . pH Van de 0,1 % waterige oplossing moet de pH liggen tussen 9,8 en 10,2 . Salicylzuur Niet meer dan 0,1 % . E 220 Zwaveldioxyde Voorkomen Kleurloos gas . Gehalte Niet minder dan 99 % . Niet vluchtige stoffen Niet meer dan 0,01 % . Zwaveltrioxyde Niet meer dan 0,1 % . Andere gassen ( behalve gassen die normaliter bestanddelen van de lucht vormen ) Geen sporen . Selenium Niet meer dan 10 mg / kg . E 221 Natriumsulfiet ( Watervrij of met heptahydraat ) Voorkomen Wit kristallijn poeder of kleurloze kristallen . Gehalte Watervrij Niet minder dan 95 % Na2SO3 en niet minder dan 48 % SO2 . Met heptahydraat Niet minder dan 48 % Na2SO3 en niet minder dan 24 % SO2 . Thiosulfaat Niet meer dan 0,1 % Na2S2O3 , op basis van het SO2-gehalte . Ijzer Niet meer dan 50 mg / kg Na2SO3 , op basis van het SO2-gehalte . Selenium Niet meer dan 10 mg / kg , op basis van het SO2-gehalte . E 222 Natriumwaterstofsulfiet Voorkomen Wit kristallijn poeder . Gehalte Niet minder dan 95 % NAHSO3 en niet minder dan 58,4 % SO2 . Ijzer Niet meer dan 30 mg / kg NaHSO3 . Selenium Niet meer dan 10 mg / kg , op basis van het SO2-gehalte . E 223 Natriumdisulfiet Voorkomen Kleurloze kristallen of wit kristallijn poeder . Gehalte Niet minder dan 95 % Na2S2O5 en niet minder dan 64 % SO2 . Ijzer Niet meer dan 35 mg / kg Na2S2O5 . Selenium Niet meer dan 10 mg / kg , op basis van het SO2-gehalte . E 224 Kaliumdisulfiet Voorkomen Kleurloze kristallen of wit kristallijn poeder . Gehalte Niet minder dan 95 % K2S2O5 en niet minder dan 54,7 % SO2 . Ijzer Niet meer dan 30 mg / kg K2S2O5 . Selenium Niet meer dan 10 mg / kg , op basis van het SO2-gehalte . E 225 Calciumdisulfiet Voorkomen Wit poeder of iets geelachtig gekleurde brokjes . Gehalte Niet minder dan 95 % CaS2O5 en niet minder dan 66 % SO2 . Ijzer Niet meer dan 35 mg / kg CaS2O5 . Selenium Niet meer dan 10 mg / kg , op basis van het SO2-gehalte . E 250 Natriumnitriet Voorkomen Wit kristallijn poeder of brokjes met een geelachtige kleur . Gehalte Niet minder dan 98 % na droging in vacuuem in een droogtoestel met zwavelzuur ; de rest moet praktisch geheel bestaan uit natriumnitraat . Water Niet meer dan 1 % . E 251 Natriumnitraat Voorkomen Wit kristallijn licht hygroscopisch poeder . Gehalte Niet minder dan 99 % na droging bij 105 C . Vluchtige stoffen Niet meer dan 1 % , bepaald door droging bij 105 C . Nitriet Niet meer dan 30 mg / kg uitgedrukt in NaNO2 . E 252 Kaliumnitraat Voorkomen Wit kristallijn poeder . Gehalte Niet minder dan 99 % na droging bij 105 C . Vluchtige stoffen Niet meer dan 1 % , bepaald door droging bij 105 C . Nitriet Niet meer dan 30 mg / kg , uitgedrukt in NaNO2 . E 260 Azijnzuur ( 1 ) Voorkomen Heldere kleurloze vloeistof . Gehalte Niet minder dan 99,4 % . Kookpunt 118 C bij 760 mm Hg . Niet vluchtige stoffen Niet meer dan 0,005 % . Mierenzuur , formiaten en andere oxydeerbare verontreinigingen Niet meer dan 0,2 % , uitgedrukt in mierenzuur , bepaald door titrering met behulp van kaliumpermanganaat . E 261 Kaliumacetaat Voorkomen Kleurloze vervloeiende kristallen . Gehalte Niet minder dan 99 % na droging bij 200 C . Mierenzuur , formiaten en andere oxydeerbare verontreinigingen Niet meer dan 0,2 % , uitgedrukt in mierenzuur , bepaald door titrering met behulp van kaliumpermanganaat . E 262 Natriumdiacetaat ( 2 ) Voorkomen Kleurloze kristallen of wit kristallijn poeder . In water onoplosbare stoffen De waterige 10 % oplossing moet helder zijn . Mierenzuur , formiaten en andere oxydeerbare verontreinigingen Niet meer dan 0,2 % , uitgedrukt in mierenzuur , bepaald door titrering met behulp van kaliumpermanganaat . Azijnzuur , natriumacetaat en water Niet minder dan 99,7 % in totaal en niet minder dan 40 % azijnzuur . E 263 Calciumacetaat Voorkomen Wit kristallijn poeder . Gehalte Niet minder dan 99 % na droging bij 200 C . Vluchtige stoffen Niet meer dan 10,5 % , bepaald door droging bij 200 C . pH Van de 10 % waterige oplossing moet de pH liggen tussen 7,0 en 9,0 . Mierenzuur , formiaten en andere oxydeerbare verontreinigingen Niet meer dan 0,2 % , uitgedrukt in mierenzuur , bepaald door titrering met behulp van kaliumpermanganaat . ( 1 ) De gegevens hebben betrekking op kristalliseerbaar azijnzuur ( ijsazijn ) ; voor waterige oplossingen dienen de waarden te worden berekend overeenkomstig het gehalte van de oplossingen aan kristalliseerbaar azijnzuur . ( 2 ) Kan een geringe overmaat azijnzuur of natriumacetaat bevatten . E 270 Melkzuur ( 1 ) Voorkomen Heldere , enigzins visceuze , kleurloze of licht geelachtige vloeistof . Gehalte Niet minder dan 80 % . Vetzuren Geen bepaalbare sporen . Calcium Niet meer dan 0,05 % . Sulfaten Niet meer dan 0,05 % , uitgedrukt in SO4 . Chloriden Niet meer dan 0,02 % , uitgedrukt in Cl . Met zwavelzuur behandelde as Niet meer dan 0,3 % . Ijzer Niet meer dan 20 mg / kg . Barium Geen bepaalbare sporen . Oxaalzuur Niet meer dan 0,15 % . Ferrocyaniden Geen sporen . Reducerende substanties Geen reductie met Fehlings proefvocht . E 280 Propionzuur ( 2 ) Voorkomen Kleurloze of licht geelachtige vloeistof . Gehalte Niet minder dan 99 % . Niet-vluchtige stoffen Niet meer dan 0,05 % . Aldehyden Niet meer dan 0,1 % , uitgedrukt in formaldehyde . Ijzer Niet meer dan 30 mg / kg . E 281 Natriumpropionaat Voorkomen Wit kristallijn poeder . Gehalte Niet minder dan 99 % na droging gedurende 2 uur bij 105 C . Vluchtige stoffen Niet meer dan 4 % , bepaald door droging gedurende 2 uur bij 105 C . In water onoplosbare substanties Niet meer dan 0,3 % . Gemakkelijk oxydeerbare stoffen Geen sporen . Ijzer Niet meer dan 30 mg / kg . E 282 Calciumpropionaat Voorkomen Wit kristallijn poeder . Gehalte Niet minder dan 99 % na droging gedurende 2 uur bij 105 C . ( 1 ) De gegevens hebben betrekking op een waterige oplossing van 80 _ 85 % ; voor de waterige oplossingen van lager gehalte dienen de waarden te worden berekend overeenkomstig het gehalte van de oplossingen aan melkzuur . ( 2 ) De gegevens hebben betrekking op watervrij propionzuur ; voor waterige oplossingen dienen de waarden te worden berekend overeenkomstig het gehalte van de oplossingen aan propionzuur . Vluchtige stoffen Niet meer dan 4 % , bepaald door droging gedurende 2 uur bij 105 C . In water onoplosbare substanties Niet meer dan 0,3 % . Gemakkelijk oxydeerbare stoffen Geen sporen . Ijzer Niet meer dan 30 mg / kg . E 290 Kooldioxyde Voorkomen Kleurloos gas . Gehalte Niet minder dan 99 volumepercenten CO2 . Zuurgraad Wanneer 915 ml gas door 50 ml zojuist gekookt water wordt geborreld , mag dit water ten opzichte van methylrood geen hogere zuurgraad hebben dan 50 ml zojuist gekookt water waarbij 1 ml 0,01 N zout is gevoegd . Reducerende stoffen fosfor - en zwavelwaterstof Wanneer 915 ml gas door 25 ml reagens op ammoniakaal zilvernitraat wordt geborreld waaraan 3 ml ammoniak is toegevoegd , mag deze oplossing troebel noch zwart worden . Koolmonoxyde Een verdunde bloedoplossing mag na schudden met 915 ml gas en na toevoeging van een mengsel van pyrogallol en looizuur niet rose gekleurd zijn , doch moet een grijze kleur vertonen , vergelijkbaar met de kleur die onder dezelfde omstandigheden een gelijke hoeveelheid kooldioxyde toont , verkregen uit splitsing van dubbelkoolzure soda door zout .