EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22014A0611(02)

Regeling tussen de Europese Unie en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de nadere bijzonderheden van de deelname van het vorstendom aan het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken

PB L 170 van 11.6.2014, p. 50–57 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/agree_internation/2014/344/oj

Related Council decision
Related Council decision

11.6.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 170/50


REGELING

tussen de Europese Unie en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de nadere bijzonderheden van de deelname van het vorstendom aan het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken

DE EUROPESE UNIE, hierna „de EU” genoemd,

enerzijds, en

HET VORSTENDOM LIECHTENSTEIN, hierna „Liechtenstein” genoemd,

anderzijds,

Gezien artikel 49, lid 1, van Verordening (EU) nr. 439/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 tot oprichting van een Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (1), hierna „de verordening” genoemd,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De verordening bepaalt dat het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken, hierna „het ondersteuningsbureau” genoemd, voor het verrichten van zijn opdracht moet openstaan voor deelname van landen die met de EU overeenkomsten hebben gesloten uit hoofde waarvan zij de EU-wetgeving op het onder de verordening vallende gebied hebben overgenomen en toepassen, zoals met name IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland, hierna de „geassocieerde landen” genoemd.

(2)

Liechtenstein heeft met de EU overeenkomsten gesloten uit hoofde waarvan het de EU-wetgeving op het onder de verordening vallende gebied heeft overgenomen en toepast; het is met name toegetreden tot de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat betreffende de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend (2),

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1

Mate van deelname

Liechtenstein neemt volledig deel aan de werkzaamheden van het ondersteuningsbureau en heeft recht op ondersteunende maatregelen in de zin van de verordening en overeenkomstig de voorwaarden van deze regeling.

Artikel 2

Raad van bestuur

Liechtenstein is in de raad van bestuur vertegenwoordigd als waarnemer zonder stemrecht.

Artikel 3

Financiële bijdrage

1.   Liechtenstein levert een jaarlijkse bijdrage aan de ontvangsten van het ondersteunings-bureau die wordt berekend op basis van het Liechtensteinse bruto binnenlands product (bbp), uitgedrukt in percentage van het bbp van alle landen die deelnemen aan de werkzaamheden van het ondersteuningsbureau, overeenkomstig de formule in bijlage I.

2.   De in lid 1 bedoelde financiële bijdrage is verschuldigd vanaf de dag na de inwerkingtreding van deze regeling. De eerste financiële bijdrage wordt evenredig verminderd met de periode van het jaar die reeds is verstreken voordat de regeling in werking trad.

Artikel 4

Gegevensbescherming

1.   Bij de toepassing van deze regeling verwerkt Liechtenstein gegevens overeenkomstig Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoons-gegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (3).

2.   Voor het doel van deze regeling is Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (4) van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens door het ondersteuningsbureau.

3.   Liechtenstein houdt zich aan de regels inzake de vertrouwelijkheid van documenten van het ondersteuningsbureau, die zijn vastgelegd in het reglement van orde van de raad van bestuur.

Artikel 5

Rechtsstatus

Het ondersteuningsbureau heeft rechtspersoonlijkheid naar Liechtensteins recht en geniet in Liechtenstein de meest uitgebreide handelingsbevoegdheid die krachtens de wetgeving van dat land aan rechtspersonen wordt verleend. Het kan met name roerend en onroerend goed verwerven of vervreemden en in rechte optreden.

Artikel 6

Aansprakelijkheid

De aansprakelijkheid van het ondersteuningsbureau wordt geregeld bij artikel 45, leden 1, 3 en 5, van de verordening.

Artikel 7

Hof van Justitie van de Europese Unie

Liechtenstein erkent de bevoegdheid van het Hof van Justitie van de Europese Unie over het ondersteuningsbureau in de zin van artikel 45, leden 2 en 4, van de verordening.

Artikel 8

Personeel van het ondersteuningsbureau

1.   Overeenkomstig artikel 38, lid 1, en artikel 49, lid 1, van de verordening zijn het statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, de regeling die van toepassing is op de andere personeels-leden van de Europese Unie, de regels die gezamenlijk zijn vastgesteld door de instellingen van de EU met het oog op de toepassing van dat statuut en die regeling, en de uitvoeringsmaatregelen die door het ondersteuningsbureau zijn vastgesteld op grond van artikel 38, lid 2, van de verordening, van toepassing op onderdanen van Liechtenstein die door het ondersteuningsbureau worden aangeworven.

2.   In afwijking van artikel 12, lid 2, onder a), en artikel 82, lid 3, onder a), van de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Unie, kunnen onderdanen van Liechtenstein die in het bezit zijn van al hun burgerrechten op contractbasis in dienst worden genomen door de uitvoerend directeur van het ondersteuningsbureau overeenkomstig de door het ondersteuningsbureau vastgestelde regels voor de selectie en aanwerving van personeel.

3.   Artikel 38, lid 4, van de verordening is mutatis mutandis van toepassing op onderdanen van Liechtenstein.

4.   Onderdanen van Liechtenstein kunnen echter niet de post van uitvoerend directeur van het ondersteuningsbureau bekleden.

Artikel 9

Voorrechten en immuniteiten

Liechtenstein past op het ondersteuningsbureau en zijn personeelsleden het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie (5) toe, alsook alle regels die uit hoofde van dat Protocol zijn vastgesteld met betrekking tot personeelsaangelegenheden van het ondersteunings- bureau.

Artikel 10

Fraudebestrijding

De bepalingen betreffende artikel 44 van de verordening inzake de door de EU in Liechtenstein uit te oefenen financiële controle op deelnemers aan activiteiten van het ondersteuningsbureau zijn opgenomen in bijlage II.

Artikel 11

Comité

1.   Een comité bestaande uit vertegenwoordigers van de Europese Commissie en van Liechtenstein ziet toe op de correcte uitvoering van deze regeling en zorgt voor een continu proces van informatieverstrekking en gedachtewisseling hierover. Om praktische redenen komt dit comité tegelijk samen met de comités die zijn opgericht met andere geassocieerde landen die deelnemen op basis van artikel 49, lid 1, van de verordening. Het comité komt samen op verzoek van Liechtenstein of op verzoek van de Europese Commissie. De raad van bestuur van het ondersteuningsbureau wordt op de hoogte gehouden van de werkzaamheden van het comité.

2.   Informatie over geplande EU-wetgeving die direct gevolgen heeft voor de verordening of deze wijzigt, of die naar verwachting effect zal hebben op de financiële bijdrage in de zin van artikel 3 van deze regeling, wordt gedeeld en besproken in het comité.

Artikel 12

Bijlagen

De bijlagen bij deze regeling vormen een integrerend deel van deze regeling.

Artikel 13

Inwerkingtreding

1.   De overeenkomstsluitende partijen keuren deze regeling goed volgens hun eigen nationale procedures. Zij stellen elkaar in kennis van de voltooiing van die procedures.

2.   Deze regeling treedt in werking op de eerste dag van de maand na de laatste kennisgeving in de zin van lid 1.

Artikel 14

Beëindiging en geldigheid

1.   Deze regeling wordt voor onbepaalde tijd gesloten.

2.   Elk van de partijen kan, na overleg met het comité, deze regeling opzeggen door de andere partij hiervan in kennis te stellen. Zes maanden na de datum van die kennisgeving houdt deze regeling op van toepassing te zijn.

3.   Deze regeling vervalt in geval van beëindiging van het Protocol tussen de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend (6).

4.   Deze regeling wordt opgesteld in tweevoud in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, waarbij alle teksten gelijkelijk authentiek zijn.

Съставено в Брюксел на трети март две хиляди и четиринадесета година.

Hecho en Bruselas, el tres de marzo de dos mil catorce.

V Bruselu dne třetího března dva tisíce čtrnáct.

Udfærdiget i Bruxelles den tredje marts to tusind og fjorten.

Geschehen zu Brüssel am dritten März zweitausendvierzehn.

Kahe tuhande neljateistkümnenda aasta märtsikuu kolmandal päeval Brüsselis.

Έγινε στις Βρυξέλλες, στις τρεις Μαρτίου δύο χιλιάδες δεκατέσσερα.

Done at Brussels on the third day of March in the year two thousand and fourteen.

Fait à Bruxelles, le trois mars deux mille quatorze.

Sastavljeno u Bruxellesu trećeg ožujka dvije tisuće četrnaeste.

Fatto a Bruxelles, addì tre marzo duemilaquattordici.

Briselē, divi tūkstoši četrpadsmitā gada trešajā martā.

Priimta du tūkstančiai keturioliktų metų kovo trečią dieną Briuselyje.

Kelt Brüsszelben, a kétezer-tizennegyedik év március havának harmadik napján.

Magħmul fi Brussell, fit-tielet jum ta’ Marzu tas-sena elfejn u erbatax.

Gedaan te Brussel, de derde maart tweeduizend veertien.

Sporządzono w Brukseli dnia trzeciego marca roku dwa tysiące czternastego.

Feito em Bruxelas, em três de março de dois mil e catorze.

Întocmit la Bruxelles la trei martie două mii paisprezece.

V Bruseli tretieho marca dvetisícštrnásť.

V Bruslju, dne tretjega marca leta dva tisoč štirinajst.

Tehty Brysselissä kolmantena päivänä maaliskuuta vuonna kaksituhattaneljätoista.

Som skedde i Bryssel den tredje mars tjugohundrafjorton.

За Европейския съюз

Рог la Unión Europea

Za Evropskou unii

For Den Europæiske Union

Für die Europäische Union

Euroopa Liidu nimel

Για την Ευρωπαϊκή Ένωση

For the European Union

Pour l'Union européenne

Za Europsku uniju

Per l'Unione europea

Eiropas Savienības vārdā –

Europos Sąjungos vardu

Az Európai Unió részéről

Għall-Unjoni Ewropea

Voor de Europese Unie

W imieniu Unii Europejskiej

Pela União Europeia

Pentru Uniunea Europeană

Za Európsku úniu

Za Evropsko unijo

Euroopan unionin puolesta

För Europeiska unionen

Image

За Княжество Лихтенщайн

Por el principado de Liechtenstein

Za Lichtenštejnské knížectví

For Fyrstendømmet Liechtenstein

Für das Fürstentum Liechtenstein

Liechtensteini Vürstiriigi nimel

Για το Πριγκιπάτο του Λιχτενστάιν

For the Principality of Liechtenstein

Pour la Principauté de Liechtenstein

Za Kneževinu Lihtenštajn

Per il Principato del Liechtenstein

Lihtenšteinas Firstistes vārdā –

Lichtenšteino Kunigaikštystės vardu

A Liechtensteini Hercegség részéről

Għall-Prinċipat tal-Liechtenstein

Voor het Vorstendom Liechtenstein

W imieniu Księstwa Lichtensteinu

Pelo Principado do Listenstaine

Pentru Principatul Liechtenstein

Za Lichtenštajnské kniežatstvo

Za Kneževino Lihtenštajn

Liechtensteinin ruhtinaskunnan puolesta

För Furstendömet Liechtenstein

Image


(1)  PB L 132 van 29.5.2010, blz. 11.

(2)  PB L 160 van 18.6.2011, blz. 39.

(3)  PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.

(4)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.

(5)  PB C 83 van 30.3.2010, blz. 266.

(6)  PB L 160 van 18.6.2011, blz. 39.


BIJLAGE I

Formule voor de berekening van de bijdrage

1.

De financiële bijdrage van Liechtenstein aan de ontvangsten van het ondersteunings- bureau, als bedoeld in artikel 33, lid 3, onder d), van de verordening, wordt volgens onderstaande formule berekend.

De jaarlijks op 31 maart beschikbare meest recente definitieve cijfers betreffende het bruto binnenlands product (bbp) van Liechtenstein worden gedeeld door de som van de voor hetzelfde jaar beschikbare bbp-cijfers van alle landen die deelnemen aan het ondersteunings- bureau. Het aldus verkregen percentage wordt toegepast op het in artikel 33, lid 3, onder a), van de verordening bedoelde deel van de goedgekeurde ontvangsten van het ondersteunings- bureau voor het betreffende jaar om het bedrag van de financiële bijdrage van Liechtenstein te verkrijgen.

2.

De financiële bijdrage wordt betaald in euro.

3.

Liechtenstein betaalt zijn financiële bijdrage uiterlijk 45 dagen na ontvangst van de debetnota. Elk uitstel van betaling leidt ertoe dat Liechtenstein vanaf de vervaldatum achterstandsrente moet betalen over het uitstaande bedrag. Het rentepercentage is de op de eerste dag van de maand van de vervaldag door de Europese Centrale Bank voor haar basisherfinancieringstransacties toegepaste rentevoet zoals bekendgemaakt in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Unie, verhoogd met drieënhalf procentpunten.

4.

De financiële bijdrage van Liechtenstein wordt aangepast overeenkomstig deze bijlage indien de in artikel 33, lid 3, onder a), van de verordening bedoelde in de algemene begroting van de EU opgenomen bijdrage van de Unie wordt verhoogd op grond van artikel 26, 27 of 41 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (1). In een dergelijk geval moet het verschil 45 dagen na ontvangst van de debetnota worden betaald.

5.

Indien door het ondersteuningsbureau uit hoofde van artikel 33, lid 3, onder a), van de verordening van de EU ontvangen betalingskredieten voor jaar N niet uiterlijk 31 december van jaar N worden besteed of indien de begroting van het ondersteuningsbureau voor jaar N op grond van artikel 26, 27 of 41 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 is verlaagd, wordt het deel van de niet-bestede of verlaagde betalingskredieten dat overeenkomt met het percentage van de bijdrage van Liechtenstein, overgeheveld naar de begroting van het ondersteuningsbureau voor het jaar N + 1. De bijdrage van Liechtenstein aan de begroting van het ondersteuningsbureau voor jaar N + 1 wordt dienovereenkomstig verlaagd.


(1)  PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.


BIJLAGE II

Financiële controle met betrekking tot Liechtensteinse deelnemers aan de activiteiten van het ondersteuningsbureau

Artikel 1

Rechtstreekse communicatie

Het ondersteuningsbureau en de Europese Commissie onderhouden rechtstreekse contacten met alle in Liechtenstein gevestigde personen of entiteiten die betrokken zijn bij de activiteiten van het ondersteuningsbureau als contractant, als deelnemer aan een programma van het ondersteuningsbureau, als begunstigde van een betaling uit de begroting van het ondersteuningsbureau of van de EU, of als onderaannemer. Deze personen kunnen alle dienstige informatie en documentatie die zij gehouden zijn te verstrekken op grond van de in deze regeling genoemde instrumenten en van de ter uitvoering daarvan gesloten contracten of overeenkomsten, alsmede van de in het kader daarvan genomen besluiten, rechtstreeks aan de Europese Commissie en het ondersteuningsbureau doen toekomen.

Artikel 2

Audits

1.   In overeenstemming met Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (1), met Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 23 december 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), en met de overige regelingen waarnaar in deze regeling wordt verwezen, kan in de contracten of overeenkomsten die met in Liechtenstein gevestigde begunstigden worden gesloten en in de besluiten die in dat kader worden genomen, worden bepaald dat bij deze begunstigden of bij hun onderaannemers op ieder tijdstip wetenschappelijke, financiële of technologische audits of andere controles kunnen worden verricht door functionarissen van het ondersteuningsbureau en de Commissie of door andere door dezen hiertoe gemachtigde personen.

2.   De functionarissen van het ondersteuningsbureau en de Commissie alsook de andere door dezen hiertoe gemachtigde personen krijgen passende toegang tot locaties, werkzaamheden en documenten, alsmede tot alle nodige informatie, inclusief informatie in elektronische vorm, om deze audits naar behoren te kunnen uitvoeren. Dit recht van toegang wordt uitdrukkelijk vermeld in de contracten of overeenkomsten die worden gesloten ter uitvoering van de instrumenten waarnaar in deze regeling wordt verwezen.

3.   De Europese Rekenkamer heeft dezelfde rechten als de Europese Commissie.

4.   De audits kunnen plaatsvinden tot vijf jaar na het verstrijken van deze regeling dan wel volgens het bepaalde in de contracten of overeenkomsten of in de ter zake genomen besluiten.

5.   De financiële controledienst van Liechtenstein wordt vooraf in kennis gesteld van audits die op het grondgebied van Liechtenstein worden verricht. Deze kennisgeving is evenwel geen wettelijke voorwaarde voor de uitvoering van deze audits.

Artikel 3

Controles ter plaatse

1.   In het kader van deze regeling is de Europese Commissie (OLAF) gemachtigd op het grondgebied van Liechtenstein controles en verificaties ter plaatse te verrichten, zulks overeenkomstig de voorwaarden en modaliteiten van Verordening (EG, Euratom) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden (3).

2.   De controles en verificaties ter plaatse worden door de Europese Commissie voorbereid en uitgevoerd in nauwe samenwerking met de nationale financiële controledienst van Liechtenstein of met de andere door de controledienst van Liechtenstein aangewezen bevoegde Liechtensteinse autoriteiten, die tijdig over het voorwerp, het doel en de rechtsgrondslag van de controles en verificaties worden ingelicht, teneinde alle nodige hulp te kunnen verstrekken. Te dien einde kunnen functionarissen van de bevoegde autoriteiten van Liechtenstein aan de controles en verificaties ter plaatse deelnemen.

3.   Indien de betrokken Liechtensteinse autoriteiten dit wensen, worden de controles en verificaties ter plaatse door de Europese Commissie en die autoriteiten gezamenlijk verricht.

4.   Wanneer deelnemers aan het programma zich verzetten tegen een controle of verificatie ter plaatse, verlenen de Liechtensteinse autoriteiten de controleurs van de Europese Commissie, overeenkomstig de nationale bepalingen ter zake, de nodige assistentie om laatstgenoemden in staat te stellen de hun opgedragen controles en verificaties ter plaatse tot een goed einde te brengen.

5.   De Europese Commissie doet de nationale financiële controledienst van Liechtenstein ten spoedigste mededeling van iedere onregelmatigheid en van ieder vermoeden betreffende een onregelmatigheid waarvan zij in het kader van de controle of verificatie ter plaatse kennis heeft gekregen. De Commissie stelt in ieder geval de bovengenoemde instantie in kennis van het resultaat van deze controles en verificaties.

Artikel 4

Informatie en overleg

1.   Met het oog op een goede uitvoering van deze bijlage wisselen de bevoegde autoriteiten van Liechtenstein en van de EU op gezette tijden informatie uit en plegen zij, op verzoek van een van beide overeenkomstsluitende partijen, overleg.

2.   De bevoegde autoriteiten van Liechtenstein stellen het ondersteuningsbureau en de Europese Commissie onverwijld in kennis van ieder onder hun aandacht gebracht feit waaraan het vermoeden zou kunnen worden ontleend dat er zich onregelmatigheden hebben voorgedaan bij de sluiting en de uitvoering van de contracten of overeenkomsten die zijn gesloten ter uitvoering van de instrumenten waarnaar in deze regeling wordt verwezen.

Artikel 5

Vertrouwelijkheid

Ingevolge deze bijlage meegedeelde of verkregen informatie, in eender welke vorm, valt onder het beroepsgeheim en wordt op dezelfde wijze beschermd als soortgelijke informatie wordt beschermd krachtens het Liechtensteinse recht en de overeenkomstige bepalingen die gelden voor de EU-instellingen. Deze informatie mag niet worden meegedeeld aan andere personen dan die welke binnen de EU-instellingen of in de lidstaten of Liechtenstein op grond van hun functie op de hoogte moeten zijn van deze informatie, en mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden dan het waarborgen van een doeltreffende bescherming van de financiële belangen van de overeenkomstsluitende partijen.

Artikel 6

Administratieve maatregelen en sancties

Onverminderd de toepassing van het Liechtensteinse strafrecht kan het ondersteuningsbureau of de Europese Commissie administratieve maatregelen en sancties opleggen in overeenstemming met Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (4), met Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (5), en met Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen (6).

Artikel 7

Invordering en tenuitvoerlegging

Besluiten die het ondersteuningsbureau of de Europese Commissie neemt binnen het toepassings-gebied van deze regeling welke voor natuurlijke of rechtspersonen, met uitzondering van de staten, een geldelijke verplichting inhouden, zijn uitvoerbaar in Liechtenstein. De uitvoerbare titel wordt, zonder andere controle dan de verificatie van de authenticiteit van het besluit, afgegeven door de daartoe door de Liechtensteinse regering aangewezen autoriteit, die daarvan kennis geeft aan het ondersteuningsbureau of de Europese Commissie. De tenuitvoer-legging vindt plaats volgens de Liechtensteinse regels. Het Hof van Justitie van de Europese Unie is bevoegd voor de controle van de rechtsgeldigheid van de uitvoerbare titel.

Arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie die worden gewezen ingevolge een arbitrageclausule vormen onder dezelfde voorwaarden executoriale titel.


(1)  PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.

(2)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 652/2008 van de Commissie (PB L 181 van 10.7.2008, blz. 23).

(3)  PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2.

(4)  PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.

(5)  PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1.

(6)  PB L 312 van 23.12.1995, blz. 1.


Top