EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22003A1231(06)

Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de staat Israël betreffende liberaliseringsmaatregelen voor het onderlinge handelsverkeer en de vervanging van de Protocollen nrs. 1 en 2 bij de Associatieovereenkomst tussen de EG en Israël - Protocol 1 Betreffende de regeling die bij de invoer in de Gemeenschap van landbouwproducten uit Israël van toepassing is - Protocol 2 Betreffende de regeling die bij de invoer in Israël van landbouwproducten uit de Gemeenschap van toepassing is

PB L 346 van 31.12.2003, p. 67–87 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/agree_internation/2003/917/oj

Related Council decision

22003A1231(06)

Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap en de staat Israël betreffende liberaliseringsmaatregelen voor het onderlinge handelsverkeer en de vervanging van de Protocollen nrs. 1 en 2 bij de Associatieovereenkomst tussen de EG en Israël - Protocol 1 Betreffende de regeling die bij de invoer in de Gemeenschap van landbouwproducten uit Israël van toepassing is - Protocol 2 Betreffende de regeling die bij de invoer in Israël van landbouwproducten uit de Gemeenschap van toepassing is

Publicatieblad Nr. L 346 van 31/12/2003 blz. 0067 - 0087


Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling

tussen de Europese Gemeenschap en de staat Israël betreffende liberaliseringsmaatregelen voor het onderlinge handelsverkeer en de vervanging van de Protocollen nrs. 1 en 2 bij de Associatieovereenkomst tussen de EG en Israël

A. Brief van de Europese Gemeenschap

Excellentie,

Ik heb de eer te verwijzen naar de onderhandelingen die zijn gevoerd op grond van artikel 11 van de op 1 juni 2000 van kracht geworden Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten enerzijds, en de Staat Israël, anderzijds (hierna "de Associatieovereenkomst" te noemen), waarin is bepaald dat de Gemeenschap en Israël geleidelijk een grotere liberalisering instellen van het onderlinge handelsverkeer van landbouwproducten die voor beide partijen van belang zijn.

Deze onderhandelingen zijn gevoerd overeenkomstig artikel 11, waarin is bepaald dat met ingang van 1 januari 2000 de Gemeenschap en Israël de situatie onderzoeken met het oog op de vaststelling van de door de Gemeenschap en Israël met ingang van 1 januari 2001 toe te passen maatregelen om deze grotere liberalisering tot stand te brengen.

Bij deze onderhandelingen zijn de partijen het volgende overeengekomen:

1. De Protocollen nrs. 1 en 2 van de Associatieovereenkomst en hun bijlagen worden vervangen door de in de bijlagen I en II bij deze briefwisseling vastgelegde Protocollen nrs. 1 en 2 en hun bijlagen.

2. De briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap (hierna "de Gemeenschap" te noemen) en Israël inzake Protocol nr. 1, die betrekking heeft op de invoer in de Gemeenschap van afgesneden bloemen, bloesems en bloemknoppen van onderverdeling 0603 10 van het gemeenschappelijk douanetarief, wordt ingetrokken.

3. De gezamenlijke verklaring inzake levende planten en producten van de bloemen- en plantenteelt en de tuinbouw in bijlage III bij deze briefwisseling wordt ingevoegd in de Associatieovereenkomst.

4. Wat betreft spijsolie van GS-post 1507, 1512 en 1514, maakt Israël een begin met de nodige wetgevingsprocedures om de communautaire preferenties uit te breiden tot een percentage dat de Knesset na afronding van het lopende debat hierover zal vaststellen.

5. Vanaf 1 januari 2007 beoordelen de Gemeenschap en Israël de situatie, teneinde te bepalen welke liberaliseringsmaatregelen met ingang van 1 januari 2008 door de Gemeenschap en Israël moeten worden toegepast om de doelstelling van artikel 11 van de Associatieovereenkomst te verwezenlijken.

De bepalingen van deze overeenkomst zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2004.

Ik verzoek u te willen bevestigen dat uw regering met het bovenstaande instemt.

Hoogachtend,

Namens de Raad van de Europese Unie

B. Brief van de Staat Israël

Excellentie,

Ik heb de eer u de ontvangst te bevestigen van uw schrijven van vandaag dat als volgt luidt:

"Ik heb de eer te verwijzen naar de onderhandelingen die zijn gevoerd op grond van artikel 11 van de op 1 juni 2000 van kracht geworden Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten enerzijds, en de Staat Israël, anderzijds (hierna 'de Associatieovereenkomst' te noemen), waarin is bepaald dat de Gemeenschap en Israël geleidelijk een grotere liberalisering instellen van het onderlinge handelsverkeer van landbouwproducten die voor beide partijen van belang zijn.

Deze onderhandelingen zijn gevoerd overeenkomstig artikel 11, waarin is bepaald dat met ingang van 1 januari 2000 de Gemeenschap en Israël de situatie onderzoeken met het oog op de vaststelling van de door de Gemeenschap en Israël met ingang van 1 januari 2001 toe te passen maatregelen om deze grotere liberalisering tot stand te brengen.

Bij deze onderhandelingen zijn de partijen het volgende overeengekomen:

1. De Protocollen nrs. 1 en 2 van de Associatieovereenkomst en hun bijlagen worden vervangen door de in de bijlagen I en II bij deze briefwisseling vastgelegde Protocollen nrs. 1 en 2 en hun bijlagen.

2. De briefwisseling tussen de Europese Gemeenschap (hierna 'de Gemeenschap' te noemen) en Israël inzake Protocol nr. 1, die betrekking heeft op de invoer in de Gemeenschap van afgesneden bloemen, bloesems en bloemknoppen van onderverdeling 0603 10 van het gemeenschappelijk douanetarief, wordt ingetrokken.

3. De gezamenlijke verklaring inzake levende planten en producten van de bloemen- en plantenteelt en de tuinbouw in bijlage III bij deze briefwisseling wordt ingevoegd in de Associatieovereenkomst.

4. Wat betreft spijsolie van GS-post 1507, 1512 en 1514, maakt Israël een begin met de nodige wetgevingsprocedures om de communautaire preferenties uit te breiden tot een percentage dat de Knesset na afronding van het lopende debat hierover zal vaststellen.

5. Vanaf 1 januari 2007 beoordelen de Gemeenschap en Israël de situatie, teneinde te bepalen welke liberaliseringsmaatregelen met ingang van 1 januari 2008 door de Gemeenschap en Israël moeten worden toegepast om de doelstelling van artikel 11 van de Associatieovereenkomst te verwezenlijken.

De bepalingen van deze overeenkomst zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2004.

Ik verzoek u te willen bevestigen dat uw regering met het bovenstaande instemt."

De regering van de Staat Israël heeft de eer te bevestigen dat zij met de inhoud van deze brief instemt.

Hoogachtend,

Namens de regering van de Staat Israël

BIJLAGE I

PROTOCOL NR. 1

Betreffende de regeling die bij de invoer in de Gemeenschap van landbouwproducten uit Israël van toepassing is

1. De in de bijlage genoemde producten van oorsprong uit Israël mogen in de Gemeenschap worden ingevoerd onder de voorwaarden die hierna en in de bijlage zijn vermeld.

2. a) De douanerechten worden afgeschaft of verlaagd zoals aangegeven in kolom "a".

b) Voor bepaalde producten waarvoor het gemeenschappelijk douanetarief in een ad-valorem-douanerecht en in een specifiek douanerecht voorziet, zijn de in de kolommen "a" en "c" vermelde verlagingspercentages uitsluitend van toepassing op de ad-valorem-douanerechten. Voor de producten die overeenstemmen met de GN-codes 0207, 0404 10, 0709 90 60, 2204 21 en 2209, zijn de verlagingen van de rechten evenwel ook van toepassing op het specifieke douanerecht.

c) Voor bepaalde producten worden de douanerechten afgeschaft binnen de grenzen van de tariefcontingenten die voor elk van deze producten in kolom "b" zijn vermeld.

d) Voor de hoeveelheden die worden ingevoerd boven vastgestelde de contingenten wordt het douanerecht, naargelang van het product, hetzij volledig toegepast hetzij met het in kolom "c" vermelde percentage verlaagd.

3. Voor bepaalde producten wordt vrijstelling van douanerechten verleend voor de in kolom "d" aangegeven referentiehoeveelheden.

Indien de invoer van een bepaald product de referentiehoeveelheid overschrijdt, kan de Gemeenschap, op basis van een balans van het handelsverkeer die zij jaarlijks opstelt, voor het betrokken product een communautair tariefcontingent openen voor een hoeveelheid die gelijk is aan deze referentiehoeveelheid. In een dergelijk geval wordt voor de hoeveelheden die worden ingevoerd boven het vastgestelde contingent, het douanerecht, al naar gelang van het product, hetzij volledig toegepast, hetzij met het in kolom "c" vermelde percentage verlaagd.

4. Voor producten die noch aan een tariefcontingent, noch aan een referentiehoeveelheid zijn onderworpen, kan de Gemeenschap, zoals is aangegeven in kolom "e", een referentiehoeveelheid als bedoeld in punt 3 vaststellen indien uit de jaarlijks door haar opgestelde balans van het handelsverkeer blijkt dat de invoer van één of meer producten moeilijkheden dreigt te veroorzaken op de markt van de Gemeenschap. Indien vervolgens voor dit product, onder de in punt 3 vermelde voorwaarden, een tariefcontingent wordt vastgesteld, wordt voor de hoeveelheden die worden ingevoerd boven het vastgestelde contingent, het douanerecht, al naar gelang van het product, hetzij volledig toegepast, hetzij met het in kolom "c" vermelde percentage verlaagd.

5. Voor het eerste jaar wordt de omvang van de tariefcontingenten en van de referentiehoeveelheden berekend door de basishoeveelheid te verlagen naar rato van het gedeelte van de termijn dat reeds is verstreken vóór de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

6. Voor alle in de bijlage genoemde producten worden vanaf 1 januari 2004 tot en met 1 januari 2007 de tariefcontingenten en referentiehoeveelheden verhoogd in vier gelijke tranches waarvan de omvang telkens 3 % van deze hoeveelheden bedraagt.

BIJLAGE BIJ PROTOCOL nr. 1

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE II

PROTOCOL NR. 2

Betreffende de regeling die bij de invoer in Israël van landbouwproducten uit de Gemeenschap van toepassing is

1. De in de bijlage vermelde producten van oorsprong uit de Gemeenschap zijn bij invoer in Israël aan de bepalingen van dit protocol en aan de in de bijlage vastgestelde voorwaarden onderworpen.

2. De invoerrechten worden afgeschaft of verlaagd tot het in kolom "a" vermelde niveau, binnen de grenzen van de in kolom "b" vermelde tariefcontingenten en overeenkomstig de specifieke bepalingen van kolom "e".

3. Voor hoeveelheden die worden ingevoerd boven de vastgestelde contingenten, worden de douanerechten, afhankelijk van het product, volledig toegepast dan wel verlaagd volgens de percentages in kolom "c".

4. Voor bepaalde producten waarvoor geen tariefcontingent is vastgesteld, worden overeenkomstig kolom "d" referentiehoeveelheden vastgesteld.

Indien voor één van de producten de ingevoerde hoeveelheid de referentiehoeveelheid overschrijdt, dan kan Israël, op basis van een door dit land uitgevoerd jaarlijks onderzoek van de handelsstromen, voor het betrokken product een tariefcontingent openen, waarvan de omvang gelijk is aan die van de referentiehoeveelheid. In dat geval is voor de hoeveelheden die worden ingevoerd boven het vastgestelde contingent, het recht als bedoeld in punt 3 van toepassing.

5. Voor producten die noch aan een tariefcontingent, noch aan een referentiehoeveelheid zijn onderworpen, kan Israël een referentiehoeveelheid als bedoeld in punt 4 vaststellen indien uit het door dit land uitgevoerd jaarlijks onderzoek van de handelsstromen blijkt dat de invoer van een of meerdere producten moeilijkheden dreigt te veroorzaken op de markt van Israël. Indien vervolgens voor dit product overeenkomstig het bepaalde in punt 4 een tariefcontingent wordt vastgesteld, zijn de bepalingen van punt 3 van toepassing.

6. Voor het eerste jaar wordt de omvang van de tariefcontingenten en van de referentiehoeveelheden berekend door de basishoeveelheid te verlagen naar rato van het gedeelte van de termijn dat reeds is verstreken vóór de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst.

7. Voor alle in de bijlage genoemde producten worden vanaf 1 januari 2004 tot en met 1 januari 2007 de tariefcontingenten en referentiehoeveelheden verhoogd in vier gelijke tranches waarvan de omvang telkens 3 % van deze hoeveelheden bedraagt.

BIJLAGE BIJ PROTOCOL nr. 2

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

BIJLAGE III

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING

Om de handel in levende planten en producten van de bloemen- en plantenteelt en de tuinbouw te bevorderen en te vergemakkelijken, komen de overeenkomstsluitende partijen overeen alle nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de controles van de documenten, de overeenstemmingscontroles en de fytosanitaire controles worden verricht binnen een tijdsbestek dat is aangepast aan de gevoelige aard van de betrokken producten.

Wanneer zich problemen voordoen plegen de Commissie en de Israëlische autoriteiten onmiddellijk overleg om een passende oplossing te vinden.

Top