EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 02008R1005-20110309
Council Regulation (EC) No 1005/2008 of 29 September 2008 establishing a Community system to prevent, deter and eliminate illegal, unreported and unregulated fishing, amending Regulations (EEC) No 2847/93, (EC) No 1936/2001 and (EC) No 601/2004 and repealing Regulations (EC) No 1093/94 and (EC) No 1447/1999
Consolidated text: Verordening (EG) n r. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1936/2001 en (EG) nr. 601/2004 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1093/94 en (EG) nr. 1447/1999
Verordening (EG) n r. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1936/2001 en (EG) nr. 601/2004 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1093/94 en (EG) nr. 1447/1999
02008R1005 — NL — 09.03.2011 — 002.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
VERORDENING (EG) Nr. 1005/2008 VAN DE RAAD van 29 september 2008 (PB L 286 van 29.10.2008, blz. 1) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
nr. |
blz. |
datum |
||
VERORDENING (EG) Nr. 1010/2009 VAN DE COMMISSIE van 22 oktober 2009 |
L 280 |
5 |
27.10.2009 |
|
VERORDENING (EU) Nr. 86/2010 VAN DE COMMISSIE van 29 januari 2010 |
L 26 |
1 |
30.1.2010 |
|
VERORDENING (EU) Nr. 202/2011 VAN DE COMMISSIE van 1 maart 2011 |
L 57 |
10 |
2.3.2011 |
Gerectificeerd bij:
VERORDENING (EG) Nr. 1005/2008 VAN DE RAAD
van 29 september 2008
houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1936/2001 en (EG) nr. 601/2004 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1093/94 en (EG) nr. 1447/1999
HOOFDSTUK I
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Onderwerp en werkingssfeer
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
„illegale, ongemelde of ongereglementeerde visserij” of „IOO-visserij”: visserijactiviteiten die illegaal, ongemeld of ongereglementeerd zijn;
„illegale visserij”: visserijactiviteiten die:
door nationale of buitenlandse vissersvaartuigen in wateren onder de jurisdictie van een staat worden verricht zonder de toestemming van die staat of in strijd met zijn wet- en regelgeving;
worden verricht door vissersvaartuigen die de vlag van een bij een bevoegde regionale visserijorganisatie aangesloten staat voeren, maar handelen in strijd met instandhoudings- en beheersmaatregelen die door die organisatie zijn aangenomen en waaraan die staat is gebonden, of in strijd met toepasselijke bepalingen van het geldende internationale recht, of
in strijd zijn met het nationale recht of internationale verplichtingen, met inbegrip van die welke zijn aangegaan door staten die samenwerken met een bevoegde regionale visserijorganisatie;
„ongemelde visserij”: visserijactiviteiten die:
in strijd met nationale wet- en regelgeving niet of onjuist zijn gemeld bij de bevoegde nationale autoriteit, of
zijn ondernomen in het gebied waarvoor een regionale visserijorganisatie bevoegd is, en in strijd met de meldprocedures van die organisatie niet of onjuist zijn gemeld;
„ongereglementeerde visserij”: visserijactiviteiten die:
in het werkgebied van een bevoegde regionale visserijorganisatie door vissersvaartuigen zonder nationaliteit of door vissersvaartuigen die de vlag voeren van een staat die geen partij is bij die organisatie, of door een visserijentiteit worden verricht op een wijze die niet in overeenstemming is of in strijd is met de instandhoudings- en beheersmaatregelen van die organisatie, of
in gebieden of op visbestanden waarvoor geen instandhoudings- of beheersmaatregelen gelden, worden verricht door vissersvaartuigen op een wijze die niet in overeenstemming is met de verantwoordelijkheid die staten op grond van het internationale recht dragen voor de instandhouding van levende mariene hulpbronnen;
„vissersvaartuig”: elk vaartuig, ongeacht de omvang, dat wordt ingezet of is bedoeld om te worden ingezet voor de commerciële exploitatie van visbestanden, met inbegrip van ondersteuningsvaartuigen, vaartuigen voor visverwerking, vaartuigen waarop vangsten worden overgeladen en transportvaartuigen die zijn uitgerust voor het vervoer van visserijproducten, met uitzondering van containerschepen;
„communautair vissersvaartuig”: een vissersvaartuig onder de vlag van een lidstaat en geregistreerd in de Gemeenschap;
„vismachtiging”: recht om visserijactiviteiten te verrichten gedurende een bepaalde periode, in een bepaald gebied of voor een bepaalde soort van visserij;
„visserijproducten”: alle producten van hoofdstuk 03 of post 1604 of 1605 van de gecombineerde nomenclatuur die is vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief ( 11 ), met uitzondering van de in bijlage I bij onderhavige verordening vermelde producten;
„instandhoudings- en beheersmaatregelen”: maatregelen voor de instandhouding en het beheer van een of meer soorten van de levende mariene hulpbronnen die worden vastgesteld en die van kracht zijn overeenkomstig de toepasselijke regels van het internationale recht en/of het Gemeenschapsrecht;
„overlading”: het lossen van alle visserijproducten aan boord van een vissersvaartuig of een gedeelte daarvan in een ander vissersvaartuig;
„invoer”: het binnenbrengen in het grondgebied van de Gemeenschap van visserijproducten, ook met het oog op overlading in havens op dat grondgebied;
„onrechtstreekse invoer”: invoer in de Gemeenschap van op het grondgebied van een ander derde land dan de vlaggenstaat van het vissersvaartuig dat de vangst verricht heeft;
„uitvoer”: elke verplaatsing van visserijproducten die zijn geoogst door vaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren, naar een derde land, ongeacht of het een verplaatsing vanaf het grondgebied van de Gemeenschap, vanuit derde landen of vanaf visgronden betreft;
„wederuitvoer”: elke verplaatsing van eerder in het grondgebied van de Gemeenschap ingevoerde visserijproducten vanaf dat grondgebied naar elders;
„regionale visserijorganisatie”: een subregionale, regionale of soortgelijke organisatie met een krachtens internationaal recht erkende bevoegdheid om instandhoudings- en beheersmaatregelen vast te stellen voor levende mariene hulpbronnen waarvoor zij verantwoordelijkheid draagt op grond van het verdrag of de overeenkomst waarbij zij is opgericht of ingesteld;
„verdrag- of overeenkomstsluitende partij”: een verdrag- of overeenkomstsluitende partij bij het internationale verdrag of de internationale overeenkomst tot oprichting van een regionale visserijorganisatie, alsmede elk van de staten, visserijentiteiten of andere entiteiten die met die organisatie samenwerken en waaraan in het kader van die organisatie de status van samenwerkende niet-verdrag- of overeenkomstsluitende partij is toegekend;
„waarneming”: elke waarneming van een vissersvaartuig dat onder een of meer van de in artikel 3, lid 1, bepaalde criteria kan vallen, door een met inspectie op zee belaste bevoegde autoriteit van een lidstaat, of door de kapitein van een communautair vissersvaartuig of een vissersvaartuig van een derde land;
„gezamenlijke visserijactiviteit”: elke activiteit van twee of meer vissersvaartuigen waarbij vangst vanuit het vistuig van een vissersvaartuig aan boord van een ander vissersvaartuig wordt gebracht, of waarbij de door de vissersvaartuigen gebruikte techniek één gemeenschappelijk vistuig vereist;
„rechtspersoon”: elke juridische entiteit die deze hoedanigheid krachtens het toepasselijke nationale recht bezit, met uitzondering van staten of andere publiekrechtelijke lichamen bij de uitoefening van hun openbare macht, en van publiekrechtelijke organisaties;
„risico”: de kans dat zich bij de invoer in of de uitvoer uit het grondgebied van de Gemeenschap van visserijproducten een gebeurtenis voordoet die de correcte toepassing van deze verordening of van de instandhoudings- en beheersmaatregelen in de weg staat;
„risicobeheer”: het systematisch in kaart brengen van risico’s en het toepassen van alle maatregelen die vereist zijn om de blootstelling aan risico’s te beperken. Dit omvat activiteiten zoals het verzamelen van gegevens en informatie, het analyseren en beoordelen van risico’s, het voorschrijven en ondernemen van actie, en het regelmatig toezien op en herzien van het proces en de procesresultaten, op basis van internationale, communautaire of nationale bronnen of strategieën;
„volle zee”: alle delen van de zee als omschreven in artikel 86 van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee („UNCLOS”);
„zending”: producten die gelijktijdig van één exporteur naar één geadresseerde worden verzonden of die vergezeld gaan van één vervoersdocument dat de verzending van de exporteur naar de geadresseerde dekt.
Artikel 3
Vissersvaartuigen die IOO-visserij bedrijven
Van een vissersvaartuig wordt aangenomen dat het IOO-visserij heeft bedreven indien wordt aangetoond dat het, in strijd met de instandhoudings- en beheersmaatregelen die gelden in het gebied waar het die activiteiten heeft verricht:
heeft gevist zonder een geldige visvergunning of vismachtiging of een geldig visdocument, afgegeven door de vlaggenstaat of de betrokken kuststaat, of
zijn verplichtingen inzake het registreren en melden van vangstgegevens of met de vangst verband houdende gegevens, waaronder gegevens die middels systeem van de controle op vissersvaartuigen via satelliet moeten worden verzonden of voorafgaande kennisgevingen overeenkomstig artikel 6, niet heeft vervuld, of
heeft gevist in een gesloten gebied, tijdens een gesloten seizoen, zonder quotum of na volledige benutting van het quotum of onder een gestelde dieptegrens, of
gerichte visserij heeft bedreven op een bestand waarvoor een vangstmoratorium of -verbod geldt, of
gebruik heeft gemaakt van vistuig dat verboden of niet conform de voorschriften is, of
zijn kentekens, de identiteit of de registratie heeft vervalst of verborgen heeft gehouden, of
bewijsmateriaal dat van belang is in het kader van een onderzoek, verborgen heeft gehouden, met dergelijk bewijsmateriaal heeft geknoeid of dergelijk bewijsmateriaal heeft doen verdwijnen, of
de werkzaamheden heeft bemoeilijkt van functionarissen bij het uitvoeren van hun taak van controle op de naleving van de geldende instandhoudings- en beheersmaatregelen, of van waarnemers bij het uitvoeren van hun taak, namelijk de naleving van de geldende communautaire regels na te gaan, of
ondermaatse vis aan boord heeft genomen, heeft overgeladen of heeft aangeland, in strijd met de geldende wetgeving, of
vangsten heeft overgeladen op of heeft deelgenomen aan gezamenlijke visserijactiviteiten met, of heeft gezorgd voor ondersteuning of bevoorrading van andere vissersvaartuigen waarvan is geconstateerd dat zij IOO-visserij als bedoeld in deze verordening hebben bedreven, in het bijzonder vaartuigen die zijn opgenomen in de communautaire lijst van IOO-vaartuigen of in de lijst van IOO-vaartuigen van een regionale visserijorganisatie, of
in het gebied van een regionale visserijorganisatie visserijactiviteiten heeft verricht op een wijze die onverenigbaar is met of indruist tegen de instandhoudings- en beheersmaatregelen van die organisatie, en de vlag voert van een staat die geen partij is bij die organisatie, of die niet samenwerkt met die organisatie zoals door die organisatie is vastgesteld, of
geen nationaliteit heeft en derhalve een staatloos vaartuig is, overeenkomstig de internationale wetgeving.
HOOFDSTUK II
INSPECTIE VAN VISSERSVAARTUIGEN VAN DERDE LANDEN IN HAVENS VAN LIDSTATEN
AFDELING 1
voorwaarden waaronder vissersvaartuigen van derde landen toegang hebben tot een haven
Artikel 4
Regelingen inzake inspectie in de haven
Artikel 5
Aangewezen havens
Artikel 6
Voorafgaande kennisgeving
De kapiteins van vissersvaartuigen van derde landen of hun vertegenwoordigers doen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten waarvan zij een aangewezen haven of aanlandingsvoorzieningen wensen te gebruiken, ten minste 3 werkdagen vóór de geschatte tijd van aankomst in de haven de volgende gegevens toekomen:
de identificatiegegevens van het vaartuig;
de naam van de aangewezen haven van bestemming en de met het aandoen van die haven beoogde doeleinden, zoals aanlanding, overlading of toegang tot diensten;
de vismachtiging of, in voorkomend geval, machtiging tot het ondersteunen van visserijactiviteiten of tot het overladen van visserijproducten;
data waarop de visreis heeft plaatsgevonden;
geschatte datum en tijd van aankomst in de haven;
de hoeveelheden van elke soort die zich aan boord bevinden of, in voorkomend geval, een negatieve vangstmelding;
de zone of zones waar de vangsten zijn gedaan of waar overlading heeft plaatsgevonden, ongeacht of dat in de communautaire wateren, in zones onder de jurisdictie of soevereiniteit van een derde land of op volle zee was;
de aan te landen of over te laden hoeveelheden van elke soort.
De kapitein van een vissersvaartuig van een derde land of zijn vertegenwoordiger is ontheven van de toezending van de onder a), c), d), g) en h) bedoelde gegevens wanneer een vangstcertificaat overeenkomstig hoofdstuk III is gevalideerd voor de aanlanding of overlading van de gehele vangst op het grondgebied van de Gemeenschap.
Artikel 7
Toestemming
Artikel 8
Registratie van activiteiten op het gebied van aanlanding of overlading
AFDELING 2
Inspecties in de havens
Artikel 9
Algemene beginselen
De volgende vissersvaartuigen worden in ieder geval geïnspecteerd:
overeenkomstig artikel 48 waargenomen vissersvaartuigen;
vissersvaartuigen die gesignaleerd zijn in een overeenkomstig hoofdstuk IV in het kader van het communautaire alarmeringssysteem gepubliceerd bericht;
vissersvaartuigen waarvan de Commissie overeenkomstig artikel 25 heeft geconstateerd dat zij vermoedelijk IOO-visserij hebben bedreven;
vissersvaartuigen die vermeld zijn op een door een regionale visserijorganisatie opgestelde lijst van IOO-vaartuigen waarvan overeenkomstig artikel 30 kennis is gegeven aan de lidstaten.
Artikel 10
Inspectieprocedure
Artikel 11
Procedure in het geval van inbreuken
Indien de functionaris het op grond van de bij de inspectie verzamelde informatie bewezen acht dat een vissersvaartuig volgens de in artikel 3 bepaalde criteria IOO-visserij heeft bedreven, handelt hij als volgt:
hij noteert de vermoedelijke inbreuk in het inspectieverslag;
hij neemt alle nodige maatregelen voor een veilige bewaring van het bewijsmateriaal betreffende die vermoedelijke inbreuk;
hij zendt het inspectieverslag onmiddellijk toe aan de bevoegde autoriteit.
HOOFDSTUK III
VANGSTCERTIFICERINGSREGELING VOOR DE INVOER EN DE UITVOER VAN VISSERIJPRODUCTEN
Artikel 12
Vangstcertificaten
Artikel 13
In het kader van een regionale visserijorganisatie overeengekomen en van kracht zijnde vangstdocumentatieregelingen
Artikel 14
Indirecte invoer van visserijproducten
Om visserijproducten die één enkele zending vormen en die in dezelfde vorm naar de Gemeenschap worden vervoerd vanuit een derde land dat niet de vlaggenstaat is in te voeren, moet de importeur bij de autoriteiten van de lidstaten van invoer het volgende indienen:
het door de vlaggenstaat gevalideerde vangstcertificaat, respectievelijk vangstcertificaten, en
het gedocumenteerde bewijs dat de visserijproducten geen andere behandelingen hebben ondergaan dan lossen, opnieuw laden of een behandeling om ze in goede oorspronkelijke staat te bewaren, en dat ze in het derde land onder toezicht van de bevoegde autoriteiten zijn gebleven.
Het gedocumenteerde bewijs wordt geleverd door middel van:
in voorkomend geval, het enig vervoersdocument dat het vervoer vanaf het grondgebied van de vlaggenstaat via het derde land dekt, of
een door de bevoegde autoriteiten van het derde land afgegeven document:
Wanneer voor de betrokken soorten een door een regionale visserijorganisatie vastgestelde vangstdocumentatieregeling geldt die overeenkomstig artikel 13 is erkend, kan bovenbedoeld document worden vervangen door het wederuitvoercertificaat in het kader van de vangstdocumentatieregeling, mits het derde land heeft voldaan aan de in dat verband geldende eisen inzake kennisgeving.
Om visserijproducten die één enkele zending vormen en die zijn be- of verwerkt in een derde land dat niet de vlaggenstaat is in te voeren, moet de importeur bij de autoriteiten van de lidstaten van invoer een overeenkomstig het model in bijlage IV door het be- of verwerkingsbedrijf in dat derde land opgestelde en door de bevoegde autoriteiten van dat land bekrachtigde verklaring indienen:
met een exacte vermelding van de niet be- of verwerkte producten, de be- of verwerkte producten en de respectieve hoeveelheden;
met de vermelding dat de be- of verwerkte producten in het derde land zijn verkregen door be- of verwerking van vangsten die vergezeld gingen van door de vlaggenstaat gevalideerde vangstcertificaten, en
vergezeld van:
het oorspronkelijke vangstcertificaat, respectievelijk de oorspronkelijke vangstcertificaten, wanneer de betrokken vangsten volledig zijn gebruikt voor de be- of verwerking van de visserijproducten die in één enkele zending zijn uitgevoerd, of
een kopie van het oorspronkelijke vangstcertificaat, respectievelijk de oorspronkelijke vangstcertificaten, wanneer de betrokken vangsten gedeeltelijk zijn gebruikt voor de be- of verwerking van de visserijproducten die in één enkele zending zijn uitgevoerd.
Wanneer voor de betrokken soorten een door een regionale visserijorganisatie vastgestelde vangstdocumentatieregeling geldt die overeenkomstig artikel 13 is erkend, kan de verklaring worden vervangen door het wederuitvoercertificaat in het kader van de vangstdocumentatieregeling, mits het derde land van be- of verwerking heeft voldaan aan de in dat verband geldende eisen inzake kennisgeving.
Artikel 15
Uitvoer van vangsten die zijn gedaan door vissersvaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren
Artikel 16
Indiening en controle van de vangstcertificaten
De criteria voor de toekenning van de status van „erkend marktdeelnemer” aan een importeur door de bevoegde autoriteiten van een lidstaat omvatten onder meer de volgende elementen:
de importeur moet gevestigd zijn op het grondgebied van die lidstaat;
hij moet een toereikend aantal invoeroperaties met een toereikend volume verrichten om te rechtvaardigen dat de in lid 2 bedoelde procedure wordt toegepast;
hij moet een passende staat van dienst hebben op het gebied van de naleving van de vereisten van instandhoudings- en beheersmaatregelen;
hij moet een toereikend systeem hebben voor het beheer van commerciële, en, in voorkomend geval, vervoers- en be- en verwerkingsregisters, waardoor passende controles en verificaties voor de doelstellingen van deze verordening mogelijk zijn;
er moeten voorzieningen zijn wat betreft de verrichting van die controles en verificaties;
in voorkomend geval, praktische vakbekwaamheid of beroepskwalificaties die rechtstreeks samenhangen met de verrichte activiteit, en
in voorkomend geval, aangetoonde financiële solvabiliteit.
De lidstaten delen de Commissie zo spoedig mogelijk na de toekenning van de status van „erkend marktdeelnemer” de namen en adressen mee van de „erkende marktdeelnemers”. De Commissie stelt deze informatie langs elektronische weg ter beschikking van de lidstaten.
De regels met betrekking tot de status van „erkend marktdeelnemer” worden vastgesteld volgens de in artikel 54, lid 2, bedoelde procedure.
Artikel 17
Verificaties
Er worden verificaties verricht in de volgende gevallen:
de verifiërende autoriteit van de lidstaat heeft redenen om de echtheid in twijfel te trekken van het vangstcertificaat zelf of van het valideringsstempel of van de valideringshandtekening van de betrokken autoriteit van de vlaggenstaat, of
de verifiërende autoriteit van de lidstaat bezit informatie die eraan doet twijfelen of het vissersvaartuig de geldende wet- en regelgeving en de geldende instandhoudings- en beheersmaatregelen naleeft dan wel of is voldaan aan andere in deze verordening gestelde eisen, of
de vissersvaartuigen, de visserijondernemingen of andere marktdeelnemers zijn gesignaleerd in verband met vermoedelijke IOO-visserij, inclusief de vissersvaartuigen die bij een regionale visserijorganisatie zijn gesignaleerd uit hoofde van een instrument dat die organisatie heeft vastgesteld met het oog op de vaststelling van lijsten van vaartuigen die vermoedelijk IOO-visserij hebben verricht, of
vlaggenstaten of landen van wederuitvoer zijn bij een regionale visserijorganisatie gesignaleerd uit hoofde van een instrument dat die organisatie heeft vastgesteld met het oog op de tenuitvoerlegging van handelsmaatregelen ten aanzien van vlaggenstaten, of
een alarmeringsbericht is bekendgemaakt overeenkomstig artikel 23, lid 1.
Voor verificatiedoeleinden kunnen de bevoegde autoriteiten van een lidstaat de bijstand inroepen van de bevoegde autoriteiten van de vlaggenstaat of van een ander derde land dan de in artikel 14 bedoelde vlaggenstaat, in welk geval:
in het bijstandsverzoek de redenen worden vermeld waarom de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat gegronde twijfel koesteren wat betreft de geldigheid van het certificaat of van de daarin opgenomen verklaringen en/of aan de overeenstemming van de producten met instandhoudings- en beheersmaatregelen. Een kopie van het vangstcertificaat, alsmede informatie of documenten waaruit zou blijken dat de gegevens in het certificaat onjuist zijn, worden toegezonden ter staving van het bijstandsverzoek. Het verzoek wordt onverwijld aan de bevoegde autoriteiten van de vlaggenstaat of van een ander derde land dan de in artikel 14 bedoelde vlaggenstaat gezonden;
de verificatieprocedure wordt voltooid binnen 15 dagen na de datum van het verificatieverzoek. Indien de bevoegde autoriteiten van de betrokken vlaggenstaat deze termijn niet in acht kunnen nemen, kunnen de verifiërende autoriteiten in de lidstaat op verzoek van de vlaggenstaat of van een ander derde land dan de in artikel 14 bedoelde vlaggenstaat een verlenging van de antwoordtermijn met ten hoogste nogmaals 15 dagen toestaan.
Artikel 18
Weigering van invoer
In de volgende gevallen weigeren de bevoegde autoriteiten van de lidstaten indien nodig de invoer in de Gemeenschap van visserijproducten zonder dat zij enig aanvullend bewijs hoeven te verlangen of een bijstandsverzoek aan de vlaggenstaat hoeven te zenden:
de importeur heeft geen vangstcertificaat voor de betrokken producten kunnen overleggen of heeft zijn verplichtingen uit hoofde van artikel 16, lid 1 of lid 2, niet kunnen nakomen;
de in te voeren producten zijn niet dezelfde als die welke in het vangstcertificaat zijn vermeld;
het vangstcertificaat is niet gevalideerd door de overheid van de in artikel 12, lid 3, bedoelde vlaggenstaat;
het vangstcertificaat bevat niet alle vereiste gegevens;
de importeur is niet in staat te bewijzen dat de visserijproducten voldoen aan de in artikel 14, lid 1 of lid 2, gestelde voorwaarden;
een vissersvaartuig dat in het vangstcertificaat is vermeld als vaartuig waarvan de vangsten afkomstig zijn, is opgenomen op de communautaire lijst van IOO-vaartuigen of op de in artikel 30 bedoelde lijst van IOO-vaartuigen;
het vangstcertificaat is gevalideerd door de autoriteiten van een vlaggenstaat die overeenkomstig artikel 31 is aangemerkt als niet-meewerkend land.
In voorkomend geval weigeren de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, na een bijstandsverzoek zoals bedoeld in artikel 17, lid 6, de invoer in de Gemeenschap van welke visserijproducten dan ook in de volgende gevallen:
zij hebben een antwoord ontvangen waarin staat dat de exporteur niet gerechtigd was om de validering van een vangstcertificaat te verzoeken, of
zij hebben een antwoord ontvangen waarin staat dat de producten niet aan de instandhoudings- en beheersmaatregelen voldoen of dat andere voorwaarden van dit hoofdstuk niet zijn vervuld, of
zij hebben binnen de gestelde termijn geen antwoord ontvangen, of
zij hebben een antwoord ontvangen dat de in het verzoek gestelde vragen niet afdoende beantwoordt.
Artikel 19
Doorvoer en overlading
Artikel 20
Mededelingen door de vlaggenstaten en samenwerking met derde landen
Vangstcertificaten die door een bepaalde vlaggenstaat voor de doeleinden van deze verordening zijn gevalideerd, kunnen slechts worden aanvaard indien de Commissie een kennisgeving van die vlaggenstaat heeft ontvangen waarin wordt gecertificeerd dat:
hij nationale regelingen heeft ingesteld voor de tenuitvoerlegging van, de controle inzake en de handhaving van de door zijn vissersvaartuigen na te leven wet- en regelgeving en instandhoudings- en beheersmaatregelen;
zijn overheidsinstanties gemachtigd zijn om de waarheidsgetrouwheid van de in de vangstcertificaten opgenomen gegevens te bevestigen en om op verzoek van de lidstaten verificaties betreffende die certificaten te verrichten. De kennisgeving bevat ook de nodige informatie ter identificatie van die instanties.
De Commissie werkt, waar dat passend is, administratief samen met derde landen op gebieden in verband met de uitvoering van de vangstcertificeringsbepalingen van deze verordening, onder meer inzake het gebruik van elektronische media voor het opstellen, valideren of indienen van de vangstcertificaten, en, waar dat passend is, voor de documenten als bedoeld in artikel 14, leden 1 en 2.
Die samenwerking strekt ertoe:
ervoor te zorgen dat de in de Gemeenschap ingevoerde visserijproducten afkomstig zijn van vangsten die in overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving of instandhoudings- en beheersmaatregelen zijn gedaan;
de vervulling door de vlaggenstaten van de formaliteiten die zijn verbonden aan de toegang voor vissersvaartuigen tot havens, de invoer van visserijproducten en de in hoofdstukken II en III gestelde eisen inzake de verificatie van vangstcertificaten te faciliteren;
te voorzien in de uitvoering van audits ter plaatse door de Commissie of een door haar aangewezen instantie om na te gaan of de samenwerkingsregeling daadwerkelijk wordt uitgevoerd;
te voorzien in het scheppen van een kader voor de uitwisseling van informatie tussen de twee partijen ter ondersteuning van de uitvoering van de samenwerkingsregeling.
Artikel 21
Wederuitvoer
Artikel 22
Bijhouden van een register en verspreiding van informatie
De Commissie houdt een register bij van staten en hun overeenkomstig dit hoofdstuk aangemelde bevoegde autoriteiten; dat register bevat gegevens betreffende:
de lidstaten die overeenkomstig respectievelijk artikel 15, artikel 16, artikel 17 en artikel 21, hun autoriteiten die bevoegd zijn voor de validering, de controle en de verificatie van vangstcertificaten en wederuitvoercertificaten hebben aangemeld;
de vlaggenstaten waarvoor overeenkomstig artikel 20, lid 1, kennisgevingen zijn ontvangen, onder vermelding van die staten waarvoor overeenkomstig artikel 20, lid 4, een samenwerking met derde landen is aangegaan.
HOOFDSTUK IV
COMMUNAUTAIR ALARMERINGSSYSTEEM
Artikel 23
Alarmering
Artikel 24
Reactie op een alarmering
Bij ontvangst van de krachtens artikel 23, lid 2, medegedeelde informatie handelen de lidstaten in voorkomend geval en op basis van risicobeheer als volgt:
zij identificeren de voor invoer bestemde zendingen visserijproducten die onderweg zijn en die onder het alarmeringsbericht vallen, en volgen een verificatie van het vangstcertificaat en, in voorkomend geval, van de in artikel 14 bedoelde documenten overeenkomstig het bepaalde in artikel 18;
zij nemen maatregelen om ervoor te zorgen dat toekomstige voor invoer bestemde zendingen visserijproducten die onder het alarmeringsbericht vallen, worden onderworpen aan de verificatie van het vangstcertificaat en, in voorkomend geval, van de in artikel 14 bedoelde documenten overeenkomstig het bepaalde in artikel 17;
zij identificeren de eerdere zendingen van visserijproducten die onder het alarmeringsbericht vallen, en verrichten de passende verificaties, met inbegrip van de verificatie van eerder overgelegde vangstcertificaten;
overeenkomstig de regels van het internationale recht winnen zij de nodige inlichtingen in over de vissersvaartuigen die onder het alarmeringsbericht vallen, of onderwerpen zij die vaartuigen aan de nodige onderzoeken of inspecties op zee, in havens of op welke andere aanlandingsplaatsen dan ook.
Indien de Commissie in het licht van de conclusies die kunnen worden getrokken uit de overeenkomstig lid 1 verrichte verificaties, besluit dat de gegronde twijfel die aanleiding gaf tot het alarmeringsbericht niet langer bestaat, handelt zij onverwijld als volgt:
zij maakt op haar website en in het Publicatieblad van de Europese Unie een daartoe strekkend bericht bekend dat het eerdere alarmeringsbericht intrekt;
zij informeert de vlaggenstaat en in voorkomend geval het andere derde land dan de in artikel 14 bedoelde vlaggenstaat over de intrekking, en
zij informeert de lidstaten langs passende kanalen.
Indien de Commissie in het licht van de conclusies die kunnen worden getrokken uit de overeenkomstig lid 1 verrichte verificaties, besluit dat de gegronde twijfel die aanleiding gaf tot het alarmeringsbericht blijft bestaan, handelt zij onverwijld als volgt:
zij actualiseert het alarmeringsbericht door een nieuwe bekendmaking op haar website en in het Publicatieblad van de Europese Unie;
zij informeert de vlaggenstaat en in voorkomend geval het andere derde land dan de in artikel 14 bedoelde vlaggenstaat;
zij informeert de lidstaten langs passende kanalen, en
in voorkomend geval, legt zij de zaak voor aan de regionale visserijorganisatie wier instandhoudings- en beheersmaatregelen mogelijk zijn overtreden.
Indien de Commissie in het licht van de conclusies die kunnen worden getrokken uit de overeenkomstig lid 1 verrichte verificaties, besluit dat er voldoende gronden zijn om aan te nemen dat de geconstateerde feiten een geval van niet-naleving van geldende wet- en regelgeving of internationale instandhoudings- en beheersmaatregelen zouden kunnen vormen, handelt zij onverwijld als volgt:
zij maakt op haar website en in het Publicatieblad van de Europese Unie een nieuw, daartoe strekkend alarmeringsbericht bekend;
zij informeert de vlaggenstaat en volgt de passende procedures en/of neemt de passende maatregelen, overeenkomstig de hoofdstukken V en VI;
zij informeert in voorkomend geval het andere derde land dan de in artikel 14 bedoelde vlaggenstaat;
zij informeert de lidstaten langs passende kanalen, en
in voorkomend geval, legt zij de zaak voor aan de regionale visserijorganisatie wier instandhoudings- en beheersmaatregelen mogelijk zijn overtreden.
HOOFDSTUK V
IDENTIFICATIE VAN DE VISSERSVAARTUIGEN DIE IOO-VISSERIJ BEDRIJVEN
Artikel 25
Vermeende IOO-visserij
De Commissie of een door haar aangewezen instantie verzamelt en analyseert:
alle informatie over IOO-visserij verkregen overeenkomstig de hoofdstukken II, III, IV, VIII, X en XI, en/of
naargelang van het geval, alle andere relevante informatie, zoals:
de vangstgegevens;
de uit de nationale statistieken en andere betrouwbare bronnen afkomstige handelsinformatie;
de op vaartuigen betrekking hebbende registers en databases;
de informatie die beschikbaar is in het kader van de programma’s betreffende vangstdocumenten of statistische documenten van regionale visserijorganisaties;
de verslagen over waarnemingen of andere activiteiten met betrekking tot vissersvaartuigen waarvan wordt aangenomen dat zij IOO-visserij bedrijven als bedoeld in artikel 3 en de door regionale visserijorganisaties onder de aandacht gebrachte of vastgestelde lijsten van IOO-vaartuigen;
de verslagen uit hoofde van Verordening (EEG) nr. 2847/93 over vissersvaartuigen waarvan wordt aangenomen dat zij IOO-visserijbedrijven als bedoeld in artikel 3;
alle andere relevante informatie die is verkregen onder meer in de havens en op de visgronden.
Artikel 26
Vermoedelijke IOO-visserij
De Commissie stelt de vlaggenstaten waarvan vissersvaartuigen overeenkomstig lid 1 zijn geïdentificeerd daarvan in kennis, waarbij zij officieel worden verzocht een onderzoek in te stellen naar de vermeende IOO-visserij van de betrokken vaartuigen die hun vlag voeren. In die kennisgeving:
wordt alle door de Commissie verzamelde informatie met betrekking tot vermeende IOO-visserij aan de vlaggenstaat verstrekt;
wordt de vlaggenstaat officieel verzocht alle nodige maatregelen te nemen om een onderzoek naar de vermeende IOO-visserij in te stellen en om de resultaten van dat onderzoek tijdig aan de Commissie mee te delen;
wordt de vlaggenstaat officieel verzocht onmiddellijk handhavingsmaatregelen te nemen mochten de ten aanzien van het betrokken vissersvaartuig geformuleerde beweringen gegrond blijken te zijn, en de Commissie over de genomen maatregelen te informeren;
wordt de vlaggenstaat verzocht de eigenaar en, in voorkomend geval, de exploitant van het betrokken vissersvaartuig in kennis te stellen van de gedetailleerde motivering voor de voorgenomen opneming in de communautaire lijst van IOO-vaartuigen en van de gevolgen die de opneming van het vissersvaartuig in die lijst overeenkomstig artikel 37 zou hebben. De vlaggenstaten wordt tevens verzocht de Commissie informatie over de eigenaren of, in voorkomend geval, de exploitanten van de betrokken vissersvaartuigen te verstrekken om ervoor te zorgen dat die personen overeenkomstig artikel 27, lid 2, kunnen worden gehoord;
wordt de vlaggenstaat in kennis gesteld van de bepalingen van de hoofdstukken VI en VII.
De Commissie stelt de vlaggenlidstaten waarvan vissersvaartuigen overeenkomstig lid 1 zijn geïdentificeerd in kennis van een officieel verzoek een onderzoek in te stellen naar de vermeende IOO-visserij van de betrokken vaartuigen die hun vlag voeren. Door middel van die kennisgeving:
wordt alle door de Commissie verzamelde informatie met betrekking tot vermeende IOO-visserij aan de vlaggenstaat verstrekt;
wordt een officieel verzoek tot de vlaggenlidstaat gericht om overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2847/93 alle nodige maatregelen te nemen met het oog op het onderzoek van de vermeende IOO-visserij of, in voorkomend geval, verslag uit te brengen over alle maatregelen die reeds zijn genomen om die visserij te onderzoeken en om de resultaten van dat onderzoek tijdig aan de Commissie mee te delen;
wordt de vlaggenlidstaat officieel verzocht tijdig handhavingsmaatregelen te nemen mochten de ten aanzien van het betrokken vissersvaartuig geformuleerde beweringen gegrond blijken te zijn, en de Commissie over de genomen maatregelen te informeren;
wordt de vlaggenlidstaat verzocht de eigenaar en, in voorkomend geval, de exploitant van het vissersvaartuig in kennis te stellen van de gedetailleerde motivering voor de voorgenomen opneming in de communautaire lijst van IOO-vaartuigen en van de gevolgen die de opneming van het vaartuig in die lijst overeenkomstig artikel 37 zou hebben. De vlaggenlidstaten wordt tevens verzocht de Commissie informatie over de eigenaren en, in voorkomend geval, de exploitanten van de betrokken vissersvaartuigen te verstrekken om ervoor te zorgen dat die personen overeenkomstig artikel 27, lid 2, kunnen worden gehoord.
Artikel 27
Vaststelling van de communautaire lijst van IOO-vaartuigen
De Commissie verzoekt de vlaggenstaten met vissersvaartuigen op de communautaire lijst van IOO-vaartuigen:
de eigenaren van de vissersvaartuigen in kennis te stellen van de opneming van die vaartuigen in de communautaire lijst van IOO-vaartuigen, van de redenen voor de opneming in die lijst en van de gevolgen die de opneming in die lijst overeenkomstig artikel 37 zal hebben, en
alle nodige maatregelen te nemen om de IOO-visserij te beëindigen, waaronder zo nodig de intrekking van de registratie of de visvergunningen van de betrokken vissersvaartuigen, en de Commissie over de genomen maatregelen te informeren.
Artikel 28
Schrapping van vissersvaartuigen van de communautaire lijst van IOO-vaartuigen
De Commissie schrapt een vissersvaartuig van de communautaire lijst van IOO-vaartuigen volgens de procedure als bedoeld in artikel 54, lid 2, indien de vlaggenstaat van het vissersvaartuig aantoont dat:
het vaartuig geen enkele van de IOO-visserijactiviteiten waarvoor het op de lijst is geplaatst, heeft verricht, of
doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties zijn opgelegd als reactie op de betrokken IOO-visserijactiviteiten, met name wat betreft vissersvaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2847/93.
De eigenaar of, in voorkomend geval, de exploitant van een op de communautaire lijst van IOO-vaartuigen geplaatst vissersvaartuig kan bij de Commissie een verzoek tot herziening van de status van dat vaartuig indienen wanneer de vlaggenstaat nalaat om overeenkomstig lid 1 te handelen.
De Commissie overweegt schrapping van het vissersvaartuig van de lijst slechts indien:
de eigenaar of de exploitant het bewijs verstrekt dat het vissersvaartuig niet langer IOO-visserij bedrijft, of
het in de lijst opgenomen vissersvaartuig is gezonken of gesloopt.
In alle andere gevallen overweegt de Commissie de schrapping van het vissersvaartuig van de lijst slechts indien de volgende voorwaarden zijn vervuld:
sinds de opneming van het vissersvaartuig in de lijst is een periode van ten minste twee jaar verstreken waarin de Commissie met betrekking tot het vaartuig geen verdere meldingen van vermeende IOO-visserij als bedoeld in artikel 25 heeft ontvangen, of
de eigenaar verstrekt informatie over de huidige activiteiten van het vissersvaartuig waaruit blijkt dat het zijn activiteiten verricht in volledige overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving en/of instandhoudings- en beheersmaatregelen voor de takken van visserij waaraan het deelneemt, of
het betrokken vissersvaartuig of de eigenaar of exploitant ervan heeft geen directe of indirecte operationele of financiële banden met andere vaartuigen, eigenaren of exploitanten ten aanzien waarvan wordt aangenomen of is bevestigd dat zij IOO-visserij bedrijven.
Artikel 29
Inhoud, bekendmaking en bijhouden van de communautaire lijst van IOO-vaartuigen
De communautaire lijst van IOO-vaartuigen bevat voor elk vissersvaartuig de volgende gegevens:
de naam en eventuele eerdere namen;
de vlag en eventuele eerdere vlaggen;
de eigenaar en indien relevant eventuele eerdere eigenaren, met inbegrip van economische eigenaren;
de exploitant en indien relevant eventuele eerdere exploitanten;
de roepnaam en eventuele eerdere roepnamen;
het Lloyds/IMO-nummer (indien voorhanden);
foto’s, indien voorhanden;
de datum van de eerste opneming in de lijst van IOO-vaartuigen;
een samenvatting van de activiteiten die opneming van het vaartuig in de lijst rechtvaardigen, samen met verwijzingen naar alle relevante documenten die informatie over en bewijzen voor die activiteiten bevatten.
Artikel 30
Door regionale visserijorganisaties vastgestelde lijsten van IOO-vaartuigen
HOOFDSTUK VI
NIET-MEEWERKENDE DERDE LANDEN
Artikel 31
Identificatie van niet-meewerkende derde landen
Voor de doeleinden van lid 3 baseert de Commissie zich hoofdzakelijk op het onderzoek van de maatregelen die het betrokken derde land heeft genomen ten aanzien van:
herhaalde IOO-visserij waarvoor genoegzaam is gedocumenteerd dat deze zijn verricht of ondersteund door vissersvaartuigen die de vlag van het betrokken land voeren, door onderdanen van het betrokken land of door vissersvaartuigen die in zijn maritieme wateren bedrijvig zijn of zijn havens gebruiken, of
de toegang die van IOO-visserij afkomstige visserijproducten hebben tot zijn markt.
Voor de toepassing van lid 3 houdt de Commissie rekening met de volgende elementen:
de omstandigheid of het betrokken derde land doeltreffend met de Gemeenschap samenwerkt door te reageren op verzoeken van de Commissie om IOO-visserij en daarmee verband houdende activiteiten te onderzoeken, bevindingen over dergelijke activiteiten mee te delen of vervolgactie ten aanzien van dergelijke activiteiten te ondernemen;
de omstandigheid of het betrokken derde land doeltreffende handhavingsmaatregelen heeft genomen ten aanzien van de voor IOO-visserij verantwoordelijke marktdeelnemers, en met name of sancties zijn toegepast die streng genoeg waren om de overtreders de uit IOO-visserij voortvloeiende voordelen te ontnemen;
de voorgeschiedenis en de aard van, de omstandigheden bij en de omvang en de ernst van de betrokken gebeurtenissen die duiden op IOO-visserij;
in het geval van ontwikkelingslanden, de bestaande capaciteit van hun bevoegde autoriteiten.
Voor de toepassing van artikel 3 betrekt de Commissie ook de volgende elementen in de overweging:
de bekrachtiging door de betrokken derde landen van of hun toetreding tot internationale visserij-instrumenten, waaronder met name UNCLOS, de VN-Visbestandenovereenkomst en de FAO-Nalevingsovereenkomst;
de status van het betrokken derde land als verdrag- of overeenkomstsluitende partij bij regionale visserijorganisaties of zijn akkoord om de door deze organisaties vastgestelde instandhoudings- en beheersmaatregelen toe te passen;
elk handelen of nalaten van het betrokken derde land dat geldende wet- en regelgeving of internationale instandhoudings- en beheersmaatregelen minder doeltreffend kan hebben gemaakt.
Artikel 32
Stappen met betrekking tot landen die zijn aangemerkt als niet-meewerkend derde land
De Commissie geeft de betrokken landen onverwijld kennis van de mogelijkheid dat zij op grond van de bij artikel 31 vastgestelde criteria als niet-meewerkend derde land kunnen worden aangemerkt. Zij vermeldt in die kennisgeving het volgende:
de reden of redenen voor die aanmerking met al het ondersteunende bewijsmateriaal dat beschikbaar is;
de gelegenheid die wordt geboden om de Commissie een schriftelijk antwoord met betrekking tot het aanmerkingsbesluit en andere relevante informatie te bezorgen, bijvoorbeeld bewijsmateriaal dat de argumenten voor de aanmerking weerlegt of, indien van toepassing, een actieplan met het oog op verbetering en de maatregelen die zijn genomen om de situatie te verhelpen;
het recht op het verzoeken om of het verstrekken van aanvullende informatie;
de in artikel 38 aangegeven gevolgen van hun aanmerking als niet-meewerkend derde land.
Artikel 33
Vaststelling van een lijst van niet-meewerkende derde landen
Artikel 34
Schrapping van de lijst van niet-meewerkende derde landen
Artikel 35
Bekendmaking van de lijst van niet-meewerkende derde landen
De Commissie maakt de lijst van niet-meewerkende derde landen bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie en neemt alle nodige maatregelen om bekendheid te geven aan deze lijst, waaronder plaatsing ervan op haar website. De Commissie werkt de lijst regelmatig bij en zorgt voor een systeem om de bijwerkingen automatisch ter kennis te brengen van de lidstaten, de regionale visserijorganisaties en elk lid van de civiele samenleving dat daarom verzoekt. Voorts doet de Commissie de lijst van niet-meewerkende derde landen toekomen aan de FAO en aan de regionale visserijorganisaties met het oog op versterking van de op het voorkomen, tegengaan en beëindigen van IOO-visserij gerichte samenwerking tussen de Gemeenschap en die organisaties.
Artikel 36
Noodmaatregelen
De in lid 1 bedoelde noodmaatregelen kunnen onder meer het volgende inhouden:
vissersvaartuigen die zijn gemachtigd om te vissen en die de vlag van het betrokken derde land voeren, wordt geen toegang tot de havens van de lidstaten verleend, behalve in geval van overmacht of in noodsituaties als bedoeld in artikel 4, lid 2, voor het verlenen van diensten die strikt noodzakelijk zijn om die situaties te verhelpen;
vissersvaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren, wordt niet toegestaan deel te nemen aan gezamenlijke visserijactiviteiten met vaartuigen die de vlag van het betrokken land voeren;
vissersvaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren, wordt niet toegestaan te vissen in maritieme wateren onder de jurisdictie van het betrokken derde land, onverminderd de bepalingen van bilaterale visserijovereenkomsten;
de levering van levende vis ten behoeve van de visteelt in maritieme wateren onder de jurisdictie van de betrokken staat wordt niet toegestaan;
levende vis die is gevangen door vissersvaartuigen die de vlag van het betrokken derde land voeren, wordt niet aanvaard voor de visteelt in maritieme wateren onder de jurisdictie van een lidstaat.
HOOFDSTUK VII
MAATREGELEN TEN AANZIEN VAN VISSERSVAARTUIGEN EN STATEN DIE BIJ IOO-VISSERIJ ZIJN BETROKKEN
Artikel 37
Optreden ten aanzien van vissersvaartuigen die zijn opgenomen in de communautaire lijst van IOO-vaartuigen
Ten aanzien van vissersvaartuigen die zijn opgenomen in de communautaire lijst van IOO-vaartuigen („IOO-vissersvaartuigen”) gelden de volgende maatregelen:
de vlaggenlidstaten dienen geen verzoeken om vismachtigingen voor IOO-vissersvaartuigen bij de Commissie in;
de lopende vismachtigingen of speciale visdocumenten die door vlaggenlidstaten zijn afgegeven voor IOO-vissersvaartuigen, worden ingetrokken;
de IOO-vissersvaartuigen die de vlag van een derde land voeren, worden niet gemachtigd tot vissen in de communautaire wateren en het is verboden dergelijke vaartuigen te charteren;
de vissersvaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren, mogen op geen enkele wijze bijstand verlenen voor of zich bezighouden met activiteiten op het gebied van de be- of verwerking van vis waarbij ook IOO-vissersvaartuigen betrokken zijn, of samen met dergelijke vaartuigen deelnemen aan overladingsactiviteiten of gezamenlijke visserijactiviteiten;
de IOO-vissersvaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren, mogen behalve in geval van overmacht of in noodsituaties alleen hun thuishavens en geen enkele andere communautaire haven binnenvaren. De IOO-vissersvaartuigen die de vlag van een derde land voeren, mogen behalve in geval van overmacht of in noodsituaties niet een haven van een lidstaat binnenvaren. Als alternatieve maatregel mag een lidstaat een IOO-vissersvaartuig toestemming verlenen om zijn havens binnen te varen met dien verstande dat de vangsten die zich aan boord bevinden, en in voorkomend geval het vistuig dat op grond van door regionale visserijorganisaties vastgestelde instandhoudings- en beheersmaatregelen is verboden, in beslag zullen worden genomen. De lidstaten leggen ook beslag op de vangsten en, in voorkomend geval, op het op grond van die maatregelen verboden vistuig aan boord van de IOO-vissersvaartuigen die wegens een overmacht- of noodsituatie toestemming hebben gekregen om hun havens binnen te varen;
de IOO-vissersvaartuigen die de vlag van een derde land voeren, worden in havens niet van proviand of brandstof voorzien of door andere dienstverlening geholpen, behalve in geval van overmacht of in noodsituaties;
de IOO-vissersvaartuigen die de vlag van een derde land voeren, krijgen geen toestemming om de bemanning te vervangen, behalve voor zover dat in een overmachtsituatie of een noodsituatie noodzakelijk is;
de lidstaten staan IOO-vissersvaartuigen niet toe hun vlag te voeren;
de invoer van door IOO-vissersvaartuigen gevangen visserijproducten is verboden en derhalve worden de vangstcertificaten die dergelijke producten begeleiden, aanvaard noch gevalideerd;
de uitvoer of wederuitvoer, voor be- of verwerking, van visserijproducten die afkomstig zijn van IOO-vissersvaartuigen, is verboden;
IOO-vissersvaartuigen die noch vis, noch een bemanning aan boord hebben, mogen een haven binnenvaren om te worden gesloopt, onverminderd mogelijke vervolging en sancties tegen dat vaartuig en de betrokken rechtspersonen of natuurlijke personen.
Artikel 38
Optreden ten aanzien van niet-meewerkende derde landen
Ten aanzien van niet-meewerkende derde landen gelden de volgende maatregelen:
de invoer in de Gemeenschap van visserijproducten die zijn gevangen door vissersvaartuigen die de vlag van een niet-meewerkend derde land voeren, is verboden en derhalve worden vangstcertificaten die dergelijke producten begeleiden, niet aanvaard. wanneer de aanmerking als niet-meewerkend derde land overeenkomstig artikel 31 is gerechtvaardigd door het feit dat dat land geen passende maatregelen heeft vastgesteld ten aanzien van IOO-visserij die een bepaald bestand of een bepaalde soort treffen, kan het invoerverbod tot dat bestand of die soort beperkt blijven;
de aankoop door communautaire marktdeelnemers van een vissersvaartuig dat de vlag van een niet-meewerkend derde land voert, is verboden;
het omvlaggen van vissersvaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren, naar de vlag van een niet-meewerkend derde land is verboden;
de lidstaten staan niet toe dat vissersvaartuigen die hun vlag voeren, charterovereenkomsten met niet-meewerkende derde landen sluiten;
de uitvoer van communautaire vissersvaartuigen naar niet-meewerkende derde landen is verboden;
particuliere handelsregelingen tussen onderdanen van een lidstaat en niet-meewerkende derde landen die tot doel hebben dat een vissersvaartuig dat de vlag van die lidstaat voert, de vangstmogelijkheden van niet-meewerkende derde landen benut, zijn verboden;
gezamenlijke visserijactiviteiten waarbij vissersvaartuigen die de vlag van een lidstaat voeren, samenwerken met een vissersvaartuig dat de vlag van een niet-meewerkend derde land voert, zijn verboden;
de Commissie stelt de opzegging voor van alle bestaande bilaterale visserijovereenkomsten of partnerschapsovereenkomsten inzake visserij met niet-meewerkende derde landen die voorzien in de beëindiging van de overeenkomst wanneer het derde land zijn verplichtingen inzake de bestrijding van IOO-visserij niet nakomt;
de Commissie begint geen onderhandelingen om bilaterale visserijovereenkomsten of partnerschapsovereenkomsten inzake visserij met niet-meewerkende derde landen te sluiten.
HOOFDSTUK VIII
ONDERDANEN
Artikel 39
Onderdanen die IOO-visserij bedrijven of ondersteunen
Artikel 40
Preventie en sancties
HOOFDSTUK IX
MAATREGELEN TOT ONMIDDELLIJKE TENUITVOERLEGGING, SANCTIES EN BEGELEIDENDE SANCTIES
Artikel 41
Werkingssfeer
Dit hoofdstuk geldt in het geval van:
ernstige inbreuken die gepleegd zijn binnen het grondgebied van lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is, of binnen de maritieme wateren onder hun soevereiniteit of jurisdictie, met uitzondering van de wateren die grenzen aan de in bijlage II bij het Verdrag vermelde landen en gebieden, of
ernstige inbreuken die gepleegd zijn door vissersvaartuigen van de Gemeenschap of door onderdanen van de lidstaten;
ernstige inbreuken die geconstateerd zijn binnen het grondgebied of binnen de wateren als bedoeld in punt 1 van dit artikel maar die gepleegd zijn op de volle zee of binnen de jurisdictie van een derde land en die bestraft worden overeenkomstig artikel 11, lid 4.
Artikel 42
Ernstige inbreuken
Voor de doeleinden van deze verordening wordt onder „ernstige inbreuk” verstaan:
de activiteiten die op grond van de in artikel 3 bepaalde criteria worden beschouwd als IOO-visserij;
het verrichten van zakelijke activiteiten die rechtstreeks samenhangen met IOO-visserij, onder meer de handel in of de invoer van visserijproducten;
de vervalsing van documenten als bedoeld in deze verordening of het gebruik van dergelijke valse of ongeldige documenten.
Artikel 43
Maatregelen tot onmiddellijke tenuitvoerlegging
Wanneer een natuurlijke persoon ervan wordt verdacht een ernstige inbreuk in de zin van artikel 42 te hebben gepleegd of op heterdaad is betrapt bij het plegen van een dergelijke inbreuk of een rechtspersoon ervan wordt verdacht voor dergelijke inbreuk aansprakelijk te zijn, beginnen de lidstaten een volledig onderzoek naar de inbreuk en nemen zij overeenkomstig hun nationale recht en afhankelijk van de ernst van de inbreuk maatregelen tot onmiddellijke tenuitvoerlegging, zoals met name:
de visserijactiviteiten onmiddellijk doen stopzetten;
het vissersvaartuig koers doen zetten naar een haven;
het vervoermiddel zich met het oog op inspectie naar een andere plaats doen begeven;
een zekerheidstelling verlangen;
vistuig, vangsten of visserijproducten in beslag nemen;
het betrokken vissersvaartuig of vervoermiddel tijdelijk stilleggen;
de vismachtiging opschorten.
Artikel 44
Sancties bij ernstige inbreuken
De lidstaten leggen een maximumstraf op van ten minste vijf keer de waarde van de visserijproducten die door het plegen van de ernstige inbreuk zijn verkregen.
Bij herhaling van een ernstige inbreuk binnen een periode van 5 jaar leggen de lidstaten een maximumstraf op van ten minste acht keer de waarde van de visserijproducten die door het plegen van de ernstige inbreuk zijn verkregen.
Bij het opleggen van deze straffen houden de lidstaten tevens rekening met de waarde van de schade die is berokkend aan de betrokken visbestanden en het betrokken mariene milieu.
Artikel 45
Begeleidende sancties
De in dit hoofdstuk bedoelde sancties kunnen gepaard gaan met andere sancties of maatregelen, en met name:
de inbeslagneming van het bij de inbreuk betrokken vissersvaartuig;
de tijdelijke stillegging van het vissersvaartuig;
de inbeslagneming van verboden vistuig, vangsten of visserijproducten;
de schorsing of intrekking van de vismachtiging;
de vermindering of intrekking van visserijrechten;
de tijdelijke of permanente uitsluiting van het recht nieuwe visserijrechten te verkrijgen;
een tijdelijke of permanente ontzegging van toegang tot overheidssteun of -subsidies;
de schorsing of intrekking van de status van „erkend marktdeelnemer” die is verleend overeenkomstig artikel 16, lid 3.
Artikel 46
Totale niveau van de sancties en de begeleidende sancties
Het totale niveau van de sancties en de begeleidende sancties wordt zo berekend dat wordt zeker gesteld dat de verantwoordelijke personen de economische voordelen die zij aan hun ernstige inbreuken te danken hebben, daadwerkelijk kwijtraken, onverminderd het legitieme recht hun beroep uit te oefenen. Daartoe moet ook rekening worden gehouden met de uit hoofde van artikel 43 genomen maatregelen tot onmiddellijke tenuitvoerlegging.
Artikel 47
Aansprakelijkheid van rechtspersonen
Rechtspersonen worden aansprakelijk gesteld voor ernstige inbreuken die in hun belang gepleegd zijn door een natuurlijke persoon die hetzij als individu, hetzij als lid van een orgaan van de rechtspersoon handelt en die binnen de rechtspersoon een beslissende positie bekleedt op basis van:
de bevoegdheid om de rechtspersoon te vertegenwoordigen, of
de bevoegdheid om namens de rechtspersoon beslissingen te nemen, of
de bevoegdheid om binnen de rechtspersoon controle uit te oefenen.
HOOFDSTUK X
UITVOERING VAN DE BINNEN SOMMIGE REGIONALE VISSERIJORGANISATIES VASTGESTELDE BEPALINGEN BETREFFENDE WAARNEMINGEN VAN VISSERSVAARTUIGEN
Artikel 48
Waarneming op zee
Indien de kapitein van een communautair vissersvaartuig of van een vissersvaartuig van een derde land een vissersvaartuig waarneemt dat activiteiten zoals bedoeld in lid 2 verricht, kan die kapitein die waarneming met zo veel mogelijk informatie documenteren, zoals:
de naam en een beschrijving van het vissersvaartuig;
de roepnaam van het vissersvaartuig;
het registratienummer en, in voorkomend geval, het Lloyds/IMO-nummer van het vissersvaartuig;
de vlaggenstaat van het vissersvaartuig;
de positie (breedte, lengte) ten tijde van de eerste identificatie;
de datum/UTC-tijd ten tijde van de eerste identificatie;
een foto of foto’s van het vissersvaartuig ter staving van de waarneming;
alle andere relevante informatie over de waargenomen activiteiten van het betrokken vissersvaartuig.
Artikel 49
Verstrekking van informatie over waargenomen vissersvaartuigen
Artikel 50
Onderzoek betreffende waargenomen vissersvaartuigen
HOOFDSTUK XI
WEDERZIJDSE BIJSTAND
Artikel 51
Wederzijdse bijstand
HOOFDSTUK XII
SLOTBEPALINGEN
Artikel 52
Uitvoering
De voor de uitvoering van deze verordening benodigde maatregelen worden vastgesteld volgens de in artikel 54, lid 2, bedoelde procedure.
Artikel 53
Financiering
De lidstaten kunnen verlangen dat de betrokken exploitanten bijdragen in de aan de uitvoering van deze verordening verbonden kosten.
Artikel 54
Comitéprocedure
Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.
De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op één maand.
Artikel 55
Verplichtingen inzake verslaglegging
Artikel 56
Intrekkingen
Artikel 28 ter, lid 2, de artikelen 28 sexies, 28 septies en 28 octies en ►C1 artikel 31, lid 2 bis ◄ , van Verordening (EEG) nr. 2847/93, Verordening (EG) nr. 1093/94, Verordening (EG) nr. 1447/1999, de artikelen 8, 19 bis, 19 ter, 19 quater, 21, 21 ter en 21 quater van Verordening (EG) nr. 1936/2001 en de artikelen 26 bis, 28, 29, 30 en 31 van Verordening (EG) nr. 601/2004 worden ingetrokken met ingang van 1 januari 2010.
Verwijzingen naar de ingetrokken verordeningen gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening.
Artikel 57
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2010.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
BIJLAGE I
Lijst van producten die zijn uitgesloten van de definitie van „visserijproducten” in artikel 2, punt 8
ex hoofdstuk 3 ex 16 04 ex 16 05 |
Aquacultuurproducten verkregen uit pootvis of larven |
ex hoofdstuk 3 ex 16 04 |
Levers, hom en kuit, tongen, wangen, koppen en vleugels |
0301 10 (1) |
Levende siervis |
ex 0301 91 |
Forel (Salmo trutta, Oncorhynchus mykiss, Oncorhynchus clarki, Oncorhynchus aguabonita, Oncorhynchus gilae, Oncorhynchus apache en Oncorhynchus chrysogaster), levend, in zoet water gevangen |
ex 0301 92 00 |
Paling of aal (Anguilla spp.), levend, in zoet water gevangen |
0301 93 00 |
Karper, levend |
ex 0301 99 11 |
Pacifische zalm (Oncorhynchus nerka, Oncorhynchus gorbuscha, Oncorhynchus keta, Oncorhynchus tschawytscha, Oncorhynchus kisutch, Oncorhynchus masou en Oncorhynchus rhodurus), Atlantische zalm (Salmo salar) en Donauzalm (Hucho hucho), levend, in zoet water gevangen |
0301 99 19 |
Andere zoetwatervis, levend |
ex 0302 11 |
Forel (Salmo trutta, Oncorhynchus mykiss, Oncorhynchus clarki, Oncorhynchus aguabonita, Oncorhynchus gilae, Oncorhynchus apache en Oncorhynchus chrysogaster), vers of gekoeld, andere dan visfilets en ander visvlees bedoeld bij post 0304 , in zoet water gevangen |
ex 0302 12 00 |
Pacifische zalm (Oncorhynchus nerka, Oncorhynchus gorbuscha, Oncorhynchus keta, Oncorhynchus tschawytscha, Oncorhynchus kisutch, Oncorhynchus masou en Oncorhynchus rhodurus), Atlantische zalm (Salmo salar) en Donauzalm (Hucho hucho), vers of gekoeld, andere dan visfilets en ander visvlees bedoeld bij post 0304 , in zoet water gevangen |
ex 0302 19 00 |
Andere zalmachtigen (Salmonidae), vers of gekoeld, andere dan visfilets en ander visvlees bedoeld bij post 0304 , in zoet water gevangen |
ex 0302 66 00 |
Paling of aal (Anguilla spp.), vers of gekoeld, andere dan visfilets en ander visvlees bedoeld bij post 0304 , in zoet water gevangen |
0302 69 11 |
Karper, vers of gekoeld, andere dan visfilets en ander visvlees bedoeld bij post 0304 |
0302 69 15 |
Tilapia (Oreochromis spp.), vers of gekoeld, andere dan visfilets en ander visvlees bedoeld bij post 0304 |
0302 69 18 |
Andere zoetwatervis, vers of gekoeld, andere dan visfilets en ander visvlees bedoeld bij post 0304 |
ex 0303 11 00 |
Rode zalm (Oncorhynchus nerka), met uitzondering van levers, hom en kuit, bevroren, andere dan visfilets en ander visvlees bedoeld bij post 0304 , in zoet water gevangen |
ex 0303 19 00 |
Andere Pacifische zalm (Oncorhynchus gorbuscha, Oncorhynchus keta, Oncorhynchus tschawytscha, Oncorhynchus kisutch, Oncorhynchus masou en Oncorhynchus rhodurus), met uitzondering van levers, hom en kuit, bevroren, andere dan visfilets en ander visvlees bedoeld bij post 0304 , in zoet water gevangen |
ex 0303 21 |
Forel (Salmo trutta, Oncorhynchus mykiss, Oncorhynchus clarki, Oncorhynchus aguabonita, Oncorhynchus gilae, Oncorhynchus apache en Oncorhynchus chrysogaster), met uitzondering van levers, hom en kuit, bevroren, andere dan visfilets en ander visvlees bedoeld bij post 0304 , in zoet water gevangen |
ex 0303 22 00 |
Atlantische zalm (Salmo salar) en Donauzalm (Hucho hucho), met uitzondering van levers, hom en kuit, bevroren, andere dan visfilets en ander visvlees bedoeld bij post 0304 , in zoet water gevangen |
ex 0303 29 00 |
Andere zalmachtigen (Salmonidae), met uitzondering van levers, hom en kuit, bevroren, andere dan visfilets en ander visvlees bedoeld bij post 0304 , in zoet water gevangen |
ex 0303 76 00 |
Paling of aal (Anguilla spp.), bevroren, andere dan visfilets en ander visvlees bedoeld bij post 0304 , in zoet water gevangen |
0303 79 11 |
Karper, bevroren, andere dan visfilets en ander visvlees bedoeld bij post 0304 |
0303 79 19 |
Andere zoetwatervis, bevroren, andere dan visfilets en ander visvlees bedoeld bij post 0304 |
0304 19 01 |
Visfilets, vers of gekoeld, van nijlbaars (Lates niloticus) |
0304 19 03 |
Visfilets, vers of gekoeld, van pangasius (Pangasius spp.) |
ex 0304 19 13 |
Visfilets, vers of gekoeld, van Pacifische zalm (Oncorhynchus nerka, Oncorhynchus gorbuscha, Oncorhynchus keta, Oncorhynchus tschawytscha, Oncorhynchus kisutch, Oncorhynchus masou en Oncorhynchus rhodurus), Atlantische zalm (Salmo salar) en Donauzalm (Hucho hucho), in zoet water gevangen |
ex 0304 19 15 |
Visfilets, vers of gekoeld, van de soort Oncorhynchus mykiss, wegende meer dan 400 g per stuk, in zoet water gevangen |
ex 0304 19 17 |
Visfilets, vers of gekoeld, van forel van de soorten Salmo trutta, Oncorhynchus mykiss (wegende 400 g of minder), Oncorhynchus clarki, Oncorhynchus aguabonita en Oncorhynchus gilae, in zoet water gevangen |
0304 19 18 |
Visfilets, vers of gekoeld, van andere zoetwatervis |
0304 19 91 |
Ander visvlees, ook indien fijngemaakt, vers of gekoeld, van zoetwatervis |
0304 29 01 |
Bevroren filets van nijlbaars (Lates niloticus) |
0304 29 03 |
Bevroren filets van pangasius (Pangasius spp.) |
0304 29 05 |
Bevroren filets van tilapia (Oreochromis spp.) |
ex 0304 29 13 |
Bevroren filets van Pacifische zalm (Oncorhynchus nerka, Oncorhynchus gorbuscha, Oncorhynchus keta, Oncorhynchus tschawytscha, Oncorhynchus kisutch, Oncorhynchus masou en Oncorhynchus rhodurus), Atlantische zalm (Salmo salar) en Donauzalm (Hucho hucho), in zoet water gevangen |
ex 0304 29 15 |
Bevroren filets van Oncorhynchus mykiss wegende meer dan 400 g per stuk, in zoet water gevangen |
ex 0304 29 17 |
Bevroren filets van forel van de soorten Salmo trutta, Oncorhynchus mykiss (wegende 400 g of minder), Oncorhynchus clarki, Oncorhynchus aguabonita en Oncorhynchus gilae, in zoet water gevangen |
0304 29 18 |
Bevroren filets van andere zoetwatervis |
0304 99 21 |
Ander visvlees, ook indien fijngemaakt, bevroren, van zoetwatervis |
0305 10 00 |
Meel, poeder en pellets van vis, geschikt voor menselijke consumptie |
ex 0305 30 30 |
Visfilets, gezouten of gepekeld, van Pacifische zalm (Oncorhynchus nerka, Oncorhynchus gorbuscha, Oncorhynchus keta, Oncorhynchus tschawytscha, Oncorhynchus kisutch, Oncorhynchus masou en Oncorhynchus rhodurus), Atlantische zalm (Salmo salar) en Donauzalm (Hucho hucho), in zoet water gevangen |
ex 0305 30 90 |
Visfilets, gedroogd, gezouten of gepekeld, doch niet gerookt, van andere zoetwatervis |
ex 0305 41 00 |
Pacifische zalm (Oncorhynchus nerka, Oncorhynchus gorbuscha, Oncorhynchus keta, Oncorhynchus tschawytscha, Oncorhynchus kisutch, Oncorhynchus masou en Oncorhynchus rhodurus), Atlantische zalm (Salmo salar) en Donauzalm (Hucho hucho), gerookt, filets daaronder begrepen, in zoet water gevangen |
ex 0305 49 45 |
Forel (Salmo trutta, Oncorhynchus mykiss, Oncorhynchus clarki, Oncorhynchus aguabonita, Oncorhynchus gilae, Oncorhynchus apache en Oncorhynchus chrysogaster), gerookt, filets daaronder begrepen, in zoet water gevangen |
ex 0305 49 50 |
Paling of aal (Anguilla spp.), gerookt, filets daaronder begrepen, in zoet water gevangen |
ex 0305 49 80 |
Andere zoetwatervis, gerookt, filets daaronder begrepen |
ex 0305 59 80 |
Andere gedroogde zoetwatervis, ook indien gezouten, doch niet gerookt |
ex 0305 69 50 |
Pacifische zalm (Oncorhynchus nerka, Oncorhynchus gorbuscha, Oncorhynchus keta, Oncorhynchus tschawytscha, Oncorhynchus kisutch, Oncorhynchus masou en Oncorhynchus rhodurus), Atlantische zalm (Salmo salar) en Donauzalm (Hucho hucho), gepekeld of gezouten, doch niet gedroogd of gerookt, in zoet water gevangen |
ex 0305 69 80 |
Andere zoetwatervis, gepekeld of gezouten, doch niet gedroogd of gerookt |
0306 19 10 |
Rivierkreeften, bevroren |
ex 0306 19 90 |
Meel, poeder en pellets van schaaldieren, bevroren, geschikt voor menselijke consumptie |
ex 0306 21 00 |
Langoesten (Palinurus spp., Panulirus spp., Jasus spp.), voor sierdoeleinden |
ex 0306 22 10 |
Zeekreeften (Homarus spp.), voor sierdoeleinden, levend |
ex 0306 23 10 |
Garnalen van de familie Pandalidae, voor sierdoeleinden, levend |
ex 0306 23 31 |
Garnalen van het geslacht Crangon, voor sierdoeleinden, levend |
ex 0306 23 90 |
Andere garnalen, voor sierdoeleinden, levend |
ex 0306 24 |
Krabben, voor sierdoeleinden, levend |
0306 29 10 |
Rivierkreeften, levend, vers, gekoeld, gedroogd, gezouten of gepekeld, in de schaal, gestoomd of in water gekookt, ook indien gekoeld, gedroogd, gezouten of gepekeld |
ex 0306 29 30 |
Langoustines (Nephrops norvegicus), voor sierdoeleinden, levend |
ex 0306 29 90 |
Andere levende schaaldieren, voor sierdoeleinden |
ex 0306 29 90 |
Meel, poeder en pellets van schaaldieren, niet bevroren, geschikt voor menselijke consumptie |
0307 10 |
Oesters, ook indien ontdaan van de schaal, levend, vers, gekoeld, bevroren, gedroogd, gezouten of gepekeld |
0307 21 00 |
Jakobsschelpen en andere schelpdieren van de geslachten Pecten, Chlamys of Placopecten, levend, vers of gekoeld |
0307 29 |
Jakobsschelpen en andere schelpdieren van de geslachten Pecten, Chlamys of Placopecten, andere dan levend, vers of gekoeld |
0307 31 |
Mosselen (Mytilus spp., Perna spp.), levend, vers of gekoeld |
0307 39 |
Mosselen (Mytilus spp., Perna spp.), andere dan levend, vers of gekoeld |
ex 0307 41 |
Inktvissen (Sepia officinalis, Rossia macrosoma, Sepiola spp.); pijlinktvissen (Ommastrephes spp., Loligo spp., Nototodarus spp., Sepioteuthis spp.), voor sierdoeleinden |
ex 0307 51 |
Achtarmige inktvissen (Octopus spp.), voor sierdoeleinden |
0307 60 00 |
Slakken, andere dan zeeslakken, levend, vers, gekoeld, bevroren, gedroogd, gezouten of gepekeld |
ex 0307 91 00 |
Andere ongewervelde waterdieren, andere dan schaaldieren, en die weekdieren die onder de GN-codes 0307 10 10 tot en met 0307 60 00 vallen, behalve Ilex spp., inktvissen van de soort Sepia pharaonis, en zeeslakken van de soort Strombus, levend (andere dan voor sierdoeleinden), vers of gekoeld |
0307 99 13 |
Tapijtschelp en andere soorten van de familie Veneridae, bevroren |
0307 99 15 |
Kwallen (Rhopilema spp.), bevroren |
ex 0307 99 18 |
Andere ongewervelde waterdieren, andere dan schaaldieren, en die weekdieren die onder de GN-codes 0307 10 10 tot en met 0307 60 00 en 0307 99 11 tot en met 0307 99 15 vallen, behalve inktvissen van de soort Sepia pharaonis en zeeslakken van de soort Strombus, daaronder begrepen meel, poeder en pellets, van ongewervelde waterdieren, andere dan schaaldieren, geschikt voor menselijke consumptie, bevroren |
ex 0307 99 90 |
Andere ongewervelde waterdieren, andere dan schaaldieren, en die weekdieren die onder de GN-codes 0307 10 10 tot en met 0307 60 00 vallen, behalve Ilex spp., inktvissen van de soort Sepia pharaonis en zeeslakken van de soort Strombus, daaronder begrepen meel, poeder en pellets van ongewervelde waterdieren, andere dan schaaldieren, geschikt voor menselijke consumptie, gedroogd, gezouten of gepekeld. |
ex 1604 11 00 |
Bereidingen en conserven van zalm, in zoet water gevangen, geheel of in stukken, doch niet fijngemaakt |
ex 1604 19 10 |
Bereidingen en conserven van zalmvissen, andere dan zalm, in zoet water gevangen, geheel of in stukken, doch niet fijngemaakt |
ex 1604 20 10 |
Zalm, in zoet water gevangen, op andere wijze bereid of verduurzaamd (andere dan geheel of in stukken, doch niet fijngemaakt) |
ex 1604 20 30 |
Zalmvissen, andere dan zalm, in zoet water gevangen, op andere wijze bereid of verduurzaamd (andere dan geheel of in stukken, doch niet fijngemaakt) |
ex 1604 19 91 |
Filets van zoetwatervis, rauw, enkel omgeven door beslag of door paneermeel (gepaneerd), ook indien in olie voorgebakken, bevroren |
1604 30 90 |
Kaviaarsurrogaten |
ex 1605 40 00 |
Bereidingen en conserven van rivierkreeften |
1605 90 |
Bereidingen en conserven van weekdieren of van andere ongewervelde waterdieren |
(1)
De GN-codes stemmen overeen met die in Verordening (EG) nr. 948/2009 van de Commissie (PB L 287 van 31.10.2009). |
BIJLAGE II
Vangstcertificaat en wederuitvoercertificaat van de Europese Gemeenschap
Aanhangsel
Gegevens in verband met het vervoer
BIJLAGE III
Kennisgevingen door de vlaggenstaten
1. Inhoud van de in artikel 20 bedoelde kennisgevingen door de vlaggenstaten
De Commissie verzoekt de vlaggenstaten haar in kennis te stellen van de namen, adressen en officiële stempelafdrukken van de overheidsinstanties op hun grondgebied die zijn gemachtigd om:
vissersvaartuigen onder hun vlag te registreren;
visvergunningen te verlenen aan hun vaartuigen en die vergunningen te schorsen en in te trekken;
de waarheidsgetrouwheid van de gegevens in de in ►C1 artikel 12 ◄ bedoelde vangstcertificaten te bevestigen en dergelijke certificaten te valideren;
de door hun vissersvaartuigen na te leven wet- en regelgeving en instandhoudings- en beheersmaatregelen ten uitvoer te leggen en te handhaven en controles in dat verband te verrichten;
verificaties betreffende de genoemde vangstcertificaten te verrichten om de bevoegde autoriteiten van de lidstaten in het kader van de in artikel 20, lid 4, bedoelde administratieve samenwerking bij te staan;
specimina van hun vangstcertificaat overeenkomstig het in bijlage II opgenomen model mee te delen, en
deze kennisgevingen te actualiseren.
2. Door regionale visserijorganisaties vastgestelde vangstdocumentatieregelingen als bedoeld in artikel 13
Indien een door een regionale visserijorganisatie vastgestelde vangstdocumentatieregeling voor de toepassing van deze verordening als een vangstcertificeringsregeling is erkend, worden kennisgevingen door vlaggenstaten in het kader van die vangstdocumentatieregeling geacht kennisgevingen overeenkomstig punt 1 van deze bijlage te zijn en worden de bepalingen van deze bijlage geacht van overeenkomstige toepassing te zijn.
BIJLAGE IV
Verklaring overeenkomstig artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen
Hierbij wordt bevestigd dat de be- of verwerkte visserijproducten … (omschrijving product en code gecombineerde nomenclatuur) zijn verkregen uit vangsten die zijn ingevoerd onder dekking van onderstaand vangstcertificaat/onderstaande vangstcertificaten:
Naam en adres van het be- of verwerkingsbedrijf:
…
…
…
Naam en adres van de exporteur (indien verschillend van het be- of verwerkingsbedrijf):
…
…
…
Erkenningsnummer van het be- of verwerkingsbedrijf:
…
Nummer en datum gezondheidscertificaat:
…
Bekrachtiging door de bevoegde autoriteit:
…
( ) Advies uitgebracht op 23 mei 2008 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
( ) Advies uitgebracht op 29 mei 2008 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad). Advies uitgebracht na niet verplichte raadpleging.
( ) PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59.
( ) PB L 261 van 20.10.1993, blz. 1.
( ) PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.
( ) PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.
( ) Verordening (EG) nr. 1093/94 van de Raad van 6 mei 1994 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder vissersvaartuigen van derde landen vangsten rechtstreeks mogen aanlanden en verkopen in de havens van de Gemeenschap (PB L 121 van 12.5.1994, blz. 3).
( ) Verordening (EG) nr. 1447/1999 van de Raad van 24 juni 1999 tot vaststelling van een lijst van gedragingen die een ernstige inbreuk vormen op de voorschriften van het gemeenschappelijk visserijbeleid (PB L 167 van 2.7.1999, blz. 5).
( ) Verordening (EG) nr. 1936/2001 van de Raad van 27 september 2001 tot vaststelling van technische maatregelen voor de instandhouding van bepaalde over grote afstanden trekkende visbestanden (PB L 263 van 3.10.2001, blz. 1).
( ) Verordening (EG) nr. 601/2004 van de Raad van 22 maart 2004 tot vaststelling van bepaalde controlemaatregelen voor de visserij in het verdragsgebied van het Verdrag inzake de instandhouding van de levende rijkdommen in de Antarctische wateren (PB L 97 van 1.4.2004, blz. 16).