Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022D2063

    Besluit (EU) 2022/2063 van de Europese Centrale Bank van 13 oktober 2022 tot wijziging van Besluit (EU) 2020/637 betreffende accreditatieprocedures voor producenten van beveiligde euro-items en euro-items (ECB/2022/35)

    ECB/2022/35

    PB L 276 van 26.10.2022, p. 142–146 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2022/2063/oj

    26.10.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 276/142


    BESLUIT (EU) 2022/2063 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

    van 13 oktober 2022

    tot wijziging van Besluit (EU) 2020/637 betreffende accreditatieprocedures voor producenten van beveiligde euro-items en euro-items

    (ECB/2022/35)

    De Raad van bestuur van de Europese Centrale Bank,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 128, lid 1,

    Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name artikel 12.1, artikel 16 en artikel 34.3,

    Gezien Verordening (EG) nr. 2532/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot de bevoegdheid van de Europese Centrale Bank om sancties op te leggen (1), en met name artikel 2,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Teneinde te zorgen voor een doeltreffende en praktische tenuitvoerlegging van de ethische vereisten in verband met de accreditatie van producenten overeenkomstig Besluit (EU) 2020/637 van de Europese Centrale Bank (ECB/2020/24) (2), moet dat besluit worden geactualiseerd.

    (2)

    Het besluit moet worden geactualiseerd om te verduidelijken dat onafhankelijke auditors zich moeten concentreren op de certificering van de omzetting en werking van een nalevingsprogramma en dat de reikwijdte van de definitie van “onafhankelijke auditor” verder moet worden verduidelijkt door in voorkomend geval ook de interne auditfunctie van een nationale centrale bank op te nemen.

    (3)

    Het is eveneens noodzakelijk te specificeren dat voor een veroordeling bij onherroepelijk vonnis een vastgestelde en geharmoniseerde afsluitingsperiode moet gelden die verwijst naar het moment waarop de onethische gedraging plaatsvond.

    (4)

    De werkingssfeer van het bedrijfsnalevingsprogramma moet ook worden verduidelijkt, zodat ten minste één nalevingsnorm daadwerkelijk wordt omgezet.

    (5)

    De naleving van de in Besluit (EU) 2020/637 (ECB/2020/24) vastgestelde ethische normen moet worden onderworpen aan een eigen verklaring van de geaccrediteerde producent, zodat die naleving duidelijk wordt aangetoond en geregistreerd. Teneinde producenten voldoende tijd te geven om zich voor te bereiden, moet de datum worden vastgesteld waarop de eerste eigen verklaring ter bevestiging van deze naleving moet worden ingediend.

    (6)

    Teneinde de rechtszekerheid te waarborgen moeten de voorgestelde wijzigingen worden toegepast met ingang van de in artikel 24, lid 3, van Besluit (EU) 2020/637 genoemde datum, d.w.z. 16 november 2022.

    (7)

    Derhalve moet Besluit (EU) 2020/637 van de Europese Centrale Bank (ECB/2020/24) dienovereenkomstig worden gewijzigd,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Wijzigingen

    Besluit (EU) 2020/637 (ECB/2020/24) wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    punt 15 wordt geschrapt;

    b)

    punt 16 wordt geschrapt;

    c)

    punt 22 wordt vervangen door:

    “22.

    “controlerende entiteit”: een administratief-, beheers- of toezichthoudend orgaan van een producent of een rechtspersoon in de zin van artikel 5, lid 4, van Kaderbesluit 2008/841/JBZ van de Raad (*1), die de producent kan vertegenwoordigen, besluiten kan nemen namens of zeggenschap kan uitoefenen over de producent; voor een producent die juridisch en organisatorisch deel uitmaakt van een NCB is de controlerende entiteit het besluitvormende orgaan van de NCB.

    (*1)  Kaderbesluit 2008/841/JBZ van de Raad van 24 oktober 2008 ter bestrijding van georganiseerde criminaliteit (PB L 300 van 11.11.2008, blz. 42).”;"

    d)

    punt 23 wordt geschrapt;

    e)

    punt 24 wordt geschrapt;

    f)

    punt 25 wordt geschrapt;

    g)

    punt 26 wordt geschrapt;

    h)

    punt 27 wordt geschrapt;

    i)

    punt 28 wordt geschrapt;

    j)

    punt 31 wordt vervangen door:

    “31.

    “onafhankelijke auditor”: een erkende entiteit die bevoegd is om te beoordelen en te verklaren dat het bedrijfsnalevingsprogramma van een producent voldoet aan de beginselen, regels en procedures inzake de ethische bedrijfsvoering, waaronder de relevante interne afdeling van een NCB voor een producent die juridisch en organisatorisch deel uitmaakt van die NCB, of die een afzonderlijke rechtspersoon is in gevallen waarin de NCB zeggenschap over die rechtspersoon uitoefent die vergelijkbaar is met die welke zij over haar eigen diensten uitoefent.”.

    2)

    Aan artikel 3, lid 1, wordt het volgende punt e) toegevoegd:

    “e)

    de volgende solvabiliteitsvereisten:

    i)

    de producent is niet het onderwerp van een faillissements-, insolventie- of liquidatieprocedure;

    ii)

    de activa van de producent worden niet beheerd door een vereffenaar of door het gerecht;

    iii)

    de producent heeft geen regeling met schuldeisers;

    iv)

    de bedrijfsactiviteiten van de producent worden niet opgeschort;

    v)

    de producent is niet het onderwerp van soortgelijke procedures of omstandigheden als die bedoeld in de punten i) tot en met iv), welke uit hoofde van de toepasselijke nationale wet- en regelgeving van toepassing zijn.”.

    3)

    Artikel 4 wordt vervangen door:

    “Artikel 4

    Ethische vereisten

    1.   Een geaccrediteerde producent of zijn controlerende entiteiten voldoen aan alle van de volgende ethische vereisten:

    a)

    die geaccrediteerde producent of zijn controlerende entiteiten is niet bij onherroepelijk vonnis veroordeeld voor een van de volgende gedragingen, indien deze gedragingen zich hebben voorgedaan na 15 november 2017 en de geaccrediteerde producent werd geaccrediteerd vóór 16 november 2022, of indien dergelijke gedragingen zich ten vroegste vijf jaar vóór de datum van het accreditatieverzoek krachtens artikel 5 van dit besluit hebben voorgedaan:

    i)

    deelname aan een criminele organisatie, met inbegrip van de gedragingen als bedoeld in artikel 2 van Kaderbesluit 2008/841/JHA;

    ii)

    actieve en passieve corruptie als gedefinieerd in artikel 3 van de Overeenkomst ter bestrijding van corruptie waarbij ambtenaren van de Europese Gemeenschappen of van de lidstaten van de Europese Unie betrokken zijn (*2) en artikel 2, lid 1, van Kaderbesluit 2003/568/JHA (*3) van de Raad ter bestrijding van corruptie in de privésector;

    iii)

    fraude in de zin van artikel 1 van de Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen (*4);

    iv)

    terroristische misdrijven, met inbegrip van de in de artikelen 3 tot en met 12 van Richtlijn (EU) 2017/541 van het Europees Parlement en de Raad genoemde misdrijven (*5);

    v)

    witwassen van geld in de zin van artikel 1, leden 3 en 4, van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad (*6);

    vi)

    mensenhandel, met inbegrip van opzettelijke gedragingen als bedoeld in artikel 2 van Richtlijn 2011/36/EU van het Europees Parlement en de Raad (*7), en de daarmee verband houdende uitlokking, hulp en aanzetting, en poging als bedoeld in artikel 3 van die richtlijn;

    vii)

    andere onwettige activiteiten waarmee de financiële belangen van de Unie, de ECB of de NCB’s worden geschaad;

    b)

    die geaccrediteerde producent of zijn controlerende entiteiten zijn niet bij onherroepelijk vonnis veroordeeld voor een van de volgende gedragingen die zich hebben voorgedaan na 15 november 2017, voor zover de accreditatie vóór 16 november 2022 werd verleend, of ten vroegste vijf jaar vóór de datum van het accreditatieverzoek krachtens artikel 5 van dit besluit:

    i)

    schending van de verplichtingen tot betaling van belastingen en/of socialezekerheidsbijdragen wanneer dit is vastgesteld bij een rechterlijke of administratieve beslissing die definitief en bindend is overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar de erkende producent is gevestigd of van een lidstaat waar de beveiligde euro-itemactiviteit of de euro-itemactiviteit wordt uitgevoerd;

    ii)

    een ernstige beroepsfout, met inbegrip van ernstige gevallen van niet-naleving van de beroepstaken, voor zover deze door de bevoegde autoriteiten is vastgesteld;

    iii)

    het sluiten van overeenkomsten die tot doel hebben de mededinging op de relevante markt te verstoren, voor zover dit door de bevoegde autoriteiten is vastgesteld;

    iv)

    elke andere activiteit die de integriteit van eurobankbiljetten als effectief betaalmiddel kan aantasten.

    2.

    Een geaccrediteerde producent stelt een volledig omgezet en operationeel bedrijfsnalevingsprogramma voor de naleving van de bedrijfsvoorschriften op en handhaaft dit programma om alle activiteiten op zijn geaccrediteerde productielocatie te beheren. Dat bedrijfsnalevingsprogramma is ook van toepassing op externe activiteiten die buiten de geaccrediteerde productielocatie van de producent worden verricht indien die activiteiten vergelijkbaar zijn met de euro-activiteiten of beveiligde euro-activiteiten waarvoor de ECB accreditatie heeft verleend.

    3.

    Het bedrijfsnalevingsprogramma als bedoeld in lid 2 omvat en zet ten minste de in een van de volgende regelingen opgenomen beginselen, regels en procedures om:

    a)

    artikel 10 van de regels van de Internationale Kamer van Koophandel inzake de bestrijding van corruptie (*8);

    b)

    het Banknote Ethics Initiative (*9);

    c)

    norm ISO 37001;

    d)

    elk ander gelijkwaardig programma.

    (*2)  PB C 195 van 25.6.1997, blz. 2."

    (*3)  Kaderbesluit 2003/568/JBZ van de Raad van 22 juli 2003 inzake de bestrijding van corruptie in de privésector (PB L 192 van 31.7.2003, blz. 54)."

    (*4)  Overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen (PB C 316 van 27.11.1995, blz. 48)."

    (*5)  Richtlijn (EU) 2017/541 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 inzake terrorismebestrijding en ter vervanging van Kaderbesluit 2002/475/JBZ van de Raad en tot wijziging van Besluit 2005/671/JBZ van de Raad (PB L 88 van 31.3.2017, blz. 6)."

    (*6)  Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 73)."

    (*7)  Richtlijn 2011/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2011 inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers daarvan, en ter vervanging van Kaderbesluit 2002/629/JBZ van de Raad (PB L 101 van 15.4.2011, blz. 1)."

    (*8)  Beschikbaar op de website van de Internationale Kamer van Koophandel onder: www.iccwbo.org"

    (*9)  Beschikbaar op de website van het Banknote Ethics Initiative onder: www.bnei.com”."

    4)

    In artikel 5 wordt lid 2 als volgt gewijzigd:

    a)

    punt f) wordt vervangen door:

    “f)

    een ingevulde eigen verklaring waarvoor het model beschikbaar is op het ECB-bankbiljettenextranet, ondertekend door de wettelijke vertegenwoordigers van de producent, waarmee wordt bevestigd dat de producent voldoet aan alle in de artikel 3, lid 1, punten b), d) en e), van dit besluit neergelegde vereisten;”;

    b)

    punt g) wordt vervangen door:

    “g)

    een door een onafhankelijke auditor afgegeven en ondertekende schriftelijke verklaring of certificering ter bevestiging van de omzetting en de werking van een bedrijfsnalevingsprogramma als bedoeld in artikel 4, leden 2 en 3;”.

    5)

    Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    lid 2 wordt vervangen door:

    “2.   De ECB beoordeelt of een producent voldoet aan de in artikel 3, lid 1, punten b) tot en met e), en artikel 3, lid 3, neergelegde vereisten in het licht van de overeenkomstig artikel 5 van dit besluit verstrekte documentatie.”

    ;

    b)

    in lid 4 wordt de eerste zin vervangen door:

    “4.   Indien een producent voldoet aan in artikel 3, lid 1, b) tot en met e), neergelegde vereisten, of indien aan de producent krachtens artikel 3, lid 4, een vrijstelling is verleend van de in artikel 3, lid 1, punt c), neergelegde vereisten, verstrekt de ECB documentatie aan de producent waarin de in artikel 3, lid 1, punt a), genoemde accreditatievereisten zijn opgenomen”

    .

    6)

    Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    in lid 1 wordt punt 3 vervangen door:

    “3.   de ECB onverwijld schriftelijk informeren over de intrekking van de certificaten met betrekking tot de in artikel 3, lid 1, punt d), of, in voorkomend geval, in artikel 4, leden 2 en 3, neergelegde vereisten,”

    ;

    b)

    in lid 1 wordt punt 4 vervangen door:

    “4.   jaarlijks, en binnen twee maanden na het einde van het kalenderjaar, al het navolgende overleggen:

    a)

    een ingevulde eigen verklaring, waarvan het model beschikbaar is op het ECB-bankbiljettenextranet, ondertekend door de wettelijke vertegenwoordiger van de producent, waarmee wordt bevestigd dat de geaccrediteerde producent en zijn controlerende entiteiten hebben voldaan aan de in artikel 4, lid 1, punten a) en b) neergelegde vereisten;

    b)

    een door een onafhankelijke auditor afgegeven en ondertekende schriftelijke verklaring of certificering waarmee de omzetting en de werking van een bedrijfsnalevingsprogramma als bedoeld in artikel 4, leden 2 en 3, voor het volledige kalenderjaar wordt bevestigd.

    Geaccrediteerde producenten dienen uiterlijk eind februari 2024 de eerste eigen verklaring zoals vereist krachtens punt a), en de eerste en de door een onafhankelijke auditor ondertekende schriftelijke verklaring of certificering zoals vereist krachtens punt b) in, die in beide gevallen het volledige kalenderjaar 2023 beslaan.”

    ;

    c)

    in lid 1 wordt punt 9 vervangen door:

    “9.   onmiddellijk de ECB schriftelijk informeren over een van de volgende gebeurtenissen:

    a)

    de geaccrediteerde producent of zijn controlerende entiteiten voldoen niet aan de in artikel 4, lid 1, punt b), opgenomen voorwaarden;

    b)

    de geaccrediteerde producent of zijn controlerende entiteiten beschikken over bewijs dat zij onderworpen zijn aan administratief of strafrechtelijk onderzoek naar de in artikel 4, lid 1, punt a), opgenomen gedragingen of naar de niet-naleving van de in artikel 4, lid 1, punt b), opgenomen vereisten;

    c)

    de geaccrediteerde producent of een van zijn controlerende entiteiten is bij onherroepelijk vonnis veroordeeld voor een van de in artikel 4, lid 1, punt a), opgenomen activiteiten;”.

    Artikel 2

    Slotbepalingen

    1.   Dit besluit treedt in werking op de dag van kennisgeving aan de geadresseerden.

    2.   Dit besluit wordt toegepast met ingang van 16 november 2022.

    Artikel 3

    Geadresseerden

    Dit besluit is gericht tot producenten en geaccrediteerde producenten van beveiligde euro-items en euro-items.

    Gedaan te Frankfurt am Main, 13 oktober 2022.

    Voor de Raad van bestuur van de ECB

    De president van de ECB

    Christine LAGARDE


    (1)  PB L 318 van 27.11.1998, blz. 4.

    (2)  Besluit (EU) 2020/637 van de Europese Centrale Bank van 27 april 2020 betreffende accreditatieprocedures voor producenten van beveiligde euro-items en euro-items (ECB/2020/24) (PB L 149 van 12.5.2020, blz. 12).


    Top