Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62013CJ0463

    Stanley International Betting en Stanleybet Malta

    Zaak C‑463/13

    Stanley International Betting Ltd

    en

    Stanleybet Malta Ltd

    tegen

    Ministero dell’Economia e delle Finanze

    en

    Agenzia delle Dogane e dei Monopoli di Stato

    (verzoek van de Consiglio di Stato om een prejudiciële beslissing)

    „Prejudiciële verwijzing — Artikelen 49 VWEU en 56 VWEU — Vrijheid van vestiging — Vrij verrichten van diensten — Kansspelen — Nationale regeling — Herschikking van het concessiestelsel door de einddata van de concessies op elkaar af te stemmen — Nieuwe aanbesteding — Concessies met een kortere looptijd dan de oude concessies — Beperking — Dwingende redenen van algemeen belang — Evenredigheid”

    Samenvatting – Arrest van het Hof (Derde kamer) van 22 januari 2015

    1. Prejudiciële vragen – Ontvankelijkheid – Noodzaak om het Hof voldoende preciseringen over de feitelijke en juridische context te verstrekken

      (Art. 267 VWEU)

    2. Vrijheid van vestiging – Vrij verrichten van diensten – Beperkingen – Kansspelen – Nationale wettelijke regeling op grond waarvan een nieuwe aanbesteding wordt uitgeschreven voor concessies die een kortere looptijd hebben dan de in het verleden verleende concessies omdat het stelsel wordt herschikt door de einddata van de concessies op elkaar af te stemmen – Rechtvaardiging op grond van het algemeen belang – Evenredigheid – Toelaatbaarheid

      (Art. 49 VWEU en 56 VWEU)

    1.  Zie de tekst van de beslissing.

      (cf. punten 26, 27)

    2.  De artikelen 49 VWEU en 56 VWEU, alsook het beginsel van gelijke behandeling en het doeltreffendheidsbeginsel, moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich niet verzetten tegen een nationale wettelijke regeling op grond waarvan een nieuwe aanbesteding wordt uitgeschreven voor concessies die een kortere looptijd hebben dan de in het verleden verleende concessies, omdat het stelsel opnieuw wordt herschikt door de einddata van de concessies op elkaar af te stemmen.

      Hoewel die wettelijke regeling een belemmering van de door de artikelen 49 VWEU en 56 VWEU gewaarborgde vrijheden vormt, kan deze herschikking van het concessiestelsel er immers toe bijdragen dat de rechtmatige doelstellingen om de speelgelegenheden te beperken of de aan die spelen verbonden criminaliteit te bestrijden, op samenhangende wijze worden nagestreefd, en ook voldoen aan de vereisten inzake evenredigheid.

      Indien zou blijken dat de nationale autoriteiten in de toekomst het aantal verleende concessies wensen te verminderen of strenger wensen toe te zien op de activiteiten op het gebied van kansspelen, zullen zij dergelijke maatregelen gemakkelijker kunnen treffen indien alle concessies dezelfde looptijd hebben en op hetzelfde ogenblik aflopen.

      (cf. punten 46, 53‑55 en dictum)

    Top

    Zaak C‑463/13

    Stanley International Betting Ltd

    en

    Stanleybet Malta Ltd

    tegen

    Ministero dell’Economia e delle Finanze

    en

    Agenzia delle Dogane e dei Monopoli di Stato

    (verzoek van de Consiglio di Stato om een prejudiciële beslissing)

    „Prejudiciële verwijzing — Artikelen 49 VWEU en 56 VWEU — Vrijheid van vestiging — Vrij verrichten van diensten — Kansspelen — Nationale regeling — Herschikking van het concessiestelsel door de einddata van de concessies op elkaar af te stemmen — Nieuwe aanbesteding — Concessies met een kortere looptijd dan de oude concessies — Beperking — Dwingende redenen van algemeen belang — Evenredigheid”

    Samenvatting – Arrest van het Hof (Derde kamer) van 22 januari 2015

    1. Prejudiciële vragen – Ontvankelijkheid – Noodzaak om het Hof voldoende preciseringen over de feitelijke en juridische context te verstrekken

      (Art. 267 VWEU)

    2. Vrijheid van vestiging – Vrij verrichten van diensten – Beperkingen – Kansspelen – Nationale wettelijke regeling op grond waarvan een nieuwe aanbesteding wordt uitgeschreven voor concessies die een kortere looptijd hebben dan de in het verleden verleende concessies omdat het stelsel wordt herschikt door de einddata van de concessies op elkaar af te stemmen – Rechtvaardiging op grond van het algemeen belang – Evenredigheid – Toelaatbaarheid

      (Art. 49 VWEU en 56 VWEU)

    1.  Zie de tekst van de beslissing.

      (cf. punten 26, 27)

    2.  De artikelen 49 VWEU en 56 VWEU, alsook het beginsel van gelijke behandeling en het doeltreffendheidsbeginsel, moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich niet verzetten tegen een nationale wettelijke regeling op grond waarvan een nieuwe aanbesteding wordt uitgeschreven voor concessies die een kortere looptijd hebben dan de in het verleden verleende concessies, omdat het stelsel opnieuw wordt herschikt door de einddata van de concessies op elkaar af te stemmen.

      Hoewel die wettelijke regeling een belemmering van de door de artikelen 49 VWEU en 56 VWEU gewaarborgde vrijheden vormt, kan deze herschikking van het concessiestelsel er immers toe bijdragen dat de rechtmatige doelstellingen om de speelgelegenheden te beperken of de aan die spelen verbonden criminaliteit te bestrijden, op samenhangende wijze worden nagestreefd, en ook voldoen aan de vereisten inzake evenredigheid.

      Indien zou blijken dat de nationale autoriteiten in de toekomst het aantal verleende concessies wensen te verminderen of strenger wensen toe te zien op de activiteiten op het gebied van kansspelen, zullen zij dergelijke maatregelen gemakkelijker kunnen treffen indien alle concessies dezelfde looptijd hebben en op hetzelfde ogenblik aflopen.

      (cf. punten 46, 53‑55 en dictum)

    Top