Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014R0806

Falende banken en beleggingsondernemingen: regels en procedures

Falende banken en beleggingsondernemingen: regels en procedures

 

SAMENVATTING VAN:

Verordening (EU) nr. 806/2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds

WAT IS HET DOEL VAN DE VERORDENING?

  • In Verordening (EU) nr. 806/2014 wordt de structuur vastgelegd van de gemeenschappelijke afwikkelingsraad (GAR). Deze bestaat uit een voorzitter, een vicevoorzitter, vier vaste leden en de autoriteiten van alle deelnemende lidstaten van de Europese Unie (EU). Deze raad opereert op de volgende manieren.
    • bestuursvergaderingen bijgewoond door de voorzitter, vier verder onafhankelijke voltijdse leden en twee door de Europese Commissie en de Europese Centrale Bank (ECB) benoemde vaste waarnemers en, in specifieke gevallen, vertegenwoordigers van nationale afwikkelingsautoriteiten van de deelnemende landen of andere waarnemers.
    • plenaire vergaderingen bijgewoond door de volledige raad, zoals hierboven aangegeven, en vertegenwoordigers van alle nationale afwikkelingsautoriteiten van de deelnemende landen.
  • De verordening bevat eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen via een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en het gebruik van een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds.
  • De verordening is van toepassing op de landen van de eurozone, maar andere lidstaten kunnen ook deelnemen.
  • Wijzigingsverordening (EU) 2019/877 neemt de door de Raad voor financiële stabiliteit vastgestelde internationale normen inzake verliesabsorptie en herkapitalisatie op in de EU-wetgeving.
  • Wijzigingsverordening (EU) 2021/23 sluit centrale tegenpartijen uit van het toepassingsgebied van Verordening (EU) nr. 806/2014 om te voorkomen dat vereisten elkaar overlappen.

KERNPUNTEN

De gemeenschappelijke afwikkelingsraad

  • Wanneer er wordt geoordeeld dat een bank in een crisissituatie verkeert, kan de afwikkelingsraad een afwikkelingsregeling opstellen die wordt doorgegeven aan de Europese Commissie voor formele goedkeuring. Als de Commissie geen bezwaren heeft, wordt de regeling binnen de 24 uur aangenomen. In een aantal specifieke gevallen kan de Commissie de Raad van de Europese Unie vragen om haar wijzigingen aan de regeling goed te keuren.
  • Over een afwikkelingsregeling die minder dan 5 miljard euro uit het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds gebruikt, wordt beslist in bestuursvergaderingen van het afwikkelingsfonds, waaraan enkel de nationale afwikkelingsautoriteit deelneemt van de lidstaat waar de bank in crisis zich bevindt.
  • Wanneer meer dan 5 miljard euro nodig is, worden de beslissingen genomen door de plenaire vergadering.

Het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds

  • Het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds, dat vanaf 2016 door banken wordt gefinancierd, bedraagt in 2024 1 % van de verzekerde deposito’s in alle deelnemende lidstaten (voor een totaal van ongeveer 55 miljard EUR). Samen met Verordening (EU) nr. 806/2014 werd een intergouvernementele overeenkomst aangegaan tussen de deelnemende lidstaten. Deze zorgt voor:
    • de overdracht van de bijdragen van de banken aan de nationale compartimenten van het fonds; en
    • de geleidelijk toenemende mutualisatie* van die bijdragen aan het fonds.

Gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme

  • De GAR en het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds vormen samen het gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme. Dit systeem en het gemeenschappelijk toezichtsmechanisme, dat toezichtbevoegdheden geeft aan de ECB, vormen de fundering van de bankenunie van de EU, die van toepassing is op de landen van de eurozone. Ook andere lidstaten kunnen deelnemen.

Banken waarop de verordening van toepassing is

  • De GAR is verantwoordelijk voor de afwikkeling van alle banken die onder toezicht staan van de ECB. Net zoals bij het gemeenschappelijk toezichtsmechanisme geldt, is de GAR rechtstreeks verantwoordelijk voor de grootste banken die onder direct toezicht van de ECB staan en voor andere grensoverschrijdende banken.
  • De andere banken blijven onder de rechtstreekse verantwoordelijkheid van hun nationale afwikkelingsautoriteiten. Ze blijven echter onder de indirecte verantwoordelijkheid van de GAR, en de GAR kan tussenbeide komen als hun afwikkelingsregeling het gebruik van het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds vereist.

Berekening van de bijdragen van individuele instellingen

Een uitvoeringshandeling, Verordening (EU) 2015/81 bevat regels voor de verplichting van de GAR om de bijdragen voor individuele instellingen te berekenen en de methode voor de berekening daarvan.

De verliesabsorptie- en herkapitalisatiecapaciteit van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen

Door het opnemen van internationale normen inzake verliesabsorptie en herkapitalisatie in de EU-wetgeving voor mondiaal systeemrelevante banken en het wijzigen van de bestaande regels voor andere banken, stelt Wijzigingsverordening (EU) 2019/877 de regels voor banken vast om met verliezen om te gaan door te waarborgen dat ze over voldoende kapitaal en andere passiva beschikken teneinde door de belastingbetaler gefinancierde reddingen tot een minimum te beperken.

VANAF WANNEER IS DE VERORDENING VAN TOEPASSING?

  • Verordening (EU) nr. 806/2014 is sinds 1 januari 2016 van toepassing. Sommige regels, zoals met betrekking tot de aanvang van de activiteiten van de afwikkelingsraad, zijn echter van toepassing sinds 1 januari 2015.
  • Wijzigingsverordening (EU) 2019/877 is sinds 28 december 2020 van toepassing.

ACHTERGROND

Zie voor meer informatie:

KERNBEGRIPPEN

Mutualisatie. Het proces waarmee de kosten voor herstructurering door de deelnemende banken worden gedeeld.

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk afwikkelingsfonds en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010 (PB L 225 van 30.7.2014, blz. 1-90)

Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EU) nr. 806/2014 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/81 van de Raad van 19 december 2014 tot vaststelling van eenvormige voorwaarden voor de toepassing van Verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees Parlement en de Raad wat vooraf te betalen bijdragen aan het gemeenschappelijk afwikkelingsfonds betreft (PB L 15 van 22.1.2015, blz. 1-7)

Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 82/891/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG, 2011/35/EU, 2012/30/EU en 2013/36/EU en de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 648/2012, van het Europees Parlement en de Raad (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 190-348)

Zie de geconsolideerde versie.

Richtlijn 2014/49/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 inzake de depositogarantiestelsels (herschikking) (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 149-178)

Zie de geconsolideerde versie.

Verordening (EU) nr. 1022/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit) waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen krachtens Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad (PB L 287 van 29.10.2013, blz. 5-14)

Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (PB L 287 van 29.10.2013, blz. 63-89)

Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338-436)

Zie de geconsolideerde versie.

Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1-337)

Zie de geconsolideerde versie.

Verordening (EG) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1-59)

Zie de geconsolideerde versie.

Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12-47)

Zie de geconsolideerde versie.

Richtlijn 97/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 3 maart 1997 inzake de beleggerscompensatiestelsels (PB L 84 van 26.3.1997, blz. 22-31)

Laatste bijwerking 28.04.2023

Naar boven