Eisen voor verleners van luchtverkeersbeheersdiensten en luchtvaartnavigatiediensten
SAMENVATTING VAN:
Uitvoeringsverordening (EU) 2017/373 — gemeenschappelijke eisen voor verleners van luchtverkeersbeheers-/luchtvaartnavigatiediensten en andere netwerkfuncties voor luchtverkeersbeheer en het toezicht daarop
WAT IS HET DOEL VAN DE VERORDENING?
Uitvoeringsverordening (EU) 2017/373 bevat gemeenschappelijke regels voor:
- verleners van luchtverkeersbeheersdiensten en luchtvaartnavigatiediensten (ATM/ANS) voor het algemene luchtverkeer;
- nationale autoriteiten die betrokken zijn bij certificering, toezicht en handhaving, en namens hen optredende organen;
- het ontwerp van luchtruimstructuren*.
KERNPUNTEN
Het verlenen van ATM/ANS en het ontwerp van luchtruimstructuren
De lidstaten van de Europese Unie (EU) moeten ervoor zorgen dat ATM/ANS en het ontwerp van luchtruimstructuren aan deze verordening voldoen, om zo het algemene luchtverkeer te bevorderen en daarbij rekening te houden met veiligheidsoverwegingen, verkeersvereisten en gevolgen voor het milieu.
Gedetailleerde regels zijn te vinden in de bijlagen bij de verordening.
Wanneer de lidstaten ter aanvulling van deze verordening aanvullende regels aannemen over aangelegenheden die ingevolge deze verordening aan hen zijn overgelaten, moeten de lidstaten:
- zich houden aan de normen en aanbevelingen van het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart van 7 december 1944;
- dit uiterlijk twee maanden na vaststelling van de aanvullende regels bij het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart melden;
- dergelijke regels bekendmaken via hun nationale luchtvaartinlichtingenpublicaties, en
- indien zij besluiten de verlening van bepaalde specifieke luchtverkeersdiensten in een concurrerende omgeving te organiseren, waarborgen zij dat de verleners van die diensten zich niet schuldig maken aan mededingingsverstorende gedragingen of misbruik van een dominante marktpositie.
Met betrekking tot het ontwerp van luchtruimstructuren moeten de lidstaten er ook voor zorgen dat:
- entiteiten die verantwoordelijk zijn voor het voortbrengen van luchtvaartgegevens en -informatie die gebruikt worden als bron voor luchtvaartinformatieproducten en -diensten, voldoen aan de eisen in bijlage III;
- dergelijke gegevens en informatie worden voortgebracht, verwerkt en verzonden door passend opgeleid, bekwaam en gemachtigd personeel;
- de activiteiten en diensten van verleners van ATM/ANS en de uitwisseling van relevante gegevens en informatie worden gecoördineerd;
- de personen of organisaties die verantwoordelijk zijn voor het ontwerp van luchtruimstructuren de eisen van bijlage XI toepassen;
- de vluchtprocedures voor de luchtvaartterreinen en het luchtruim onder hun verantwoordelijkheid worden onderhouden en regelmatig worden beoordeeld;
- het gebruik van een terrestrische zender die op hun grondgebied werkt, geen schadelijke interferentie met andere controlesystemen tot gevolg heeft.
De lidstaten moeten ook:
- bepalen of het noodzakelijk is luchtverkeersdiensten te verlenen, waarbij rekening wordt gehouden met de types luchtverkeer en de dichtheid van het luchtverkeer, de weersomstandigheden en andere in bijlage IV gedefinieerde factoren;
- zorgen voor de coördinatie tussen militaire eenheden en verleners van luchtverkeersdiensten;
- vluchtuitvoeringen coördineren die potentieel gevaarlijk zijn voor de burgerluchtvaart boven hun grondgebied;
- zorgen dat de noodfrequentie voor de luchtvaart (121,5 MHz) alleen wordt gebruikt voor echte noodsituaties als gespecificeerd in bijlage IV;
- nationale autoriteiten aanwijzen voor certificering, toezicht en handhaving, met de in de verordening uiteengezette gedetailleerde bevoegdheden;
- ervoor zorgen dat de regels voor de toewijzing van Mode Select (Mode S)-codes* zoals uiteengezet in de verordening, worden nageleefd door alle Mode S-ondervragingssystemen* en Mode S-exploitanten*;
- ervoor zorgen dat een transponder voor secundaire surveillanceradar aan boord van luchtvaartuigen die over een lidstaat vliegen, niet buitensporig worden ondervraagd door surveillance-radarstations op de grond die een antwoord verlangen of, indien zij geen antwoord verlangen, voldoende sterk zijn om de ontvangstdrempel van de transponder van de secundaire surveillanceradar te overschrijden;
- op enkele uitzonderingen na, ervoor zorgen dat alle frequentietoewijzingen voor mondelinge communicatie worden geconverteerd naar 8,33 kHz-kanaalafstand.
Bijlagen
In de bijlagen staan gedetailleerde eisen voor verleners van ATM/ANS en hun bevoegde autoriteiten, zoals hieronder aangegeven.
- Bijlage I: Definities van de termen die gebruikt zijn in bijlagen II tot en met XIII.
- Bijlage II: Voorschriften voor bevoegde autoriteiten — toezicht op diensten en andere ATM-netwerkfuncties.
- Bijlage III: Gemeenschappelijke eisen voor dienstverleners.
- Bijlage IV: Luchtverkeersdiensten.
- Bijlage V: Meteorologische diensten.
- Bijlage VI: Luchtvaartinformatiediensten.
- Bijlage VII: Gegevensdiensten.
- Bijlage VIII: Communicatie-, navigatie- of surveillancediensten.
- Bijlage IX: De regeling van luchtverkeersstromen.
- Bijlage X: Luchtruimbeheer.
- Bijlage XI: Diensten met betrekking tot het ontwerp van vliegprocedures.
- Bijlage XII: Specifieke eisen voor de netwerkbeheerder.
- Bijlage XIII: Eisen voor dienstverleners met betrekking tot de opleiding van personeel en de beoordeling van bekwaamheden
NB: De oorspronkelijke bijlagen bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/373 zijn herhaaldelijk gewijzigd, voor het laatst bij Uitvoeringsverordening (EU) 2024/403, die in werking is getreden op 1 mei 2024 en van toepassing is vanaf 1 mei 2025.
Uitvoeringsverordening (EU) 2017/373 is een uitvoeringshandeling die strekt tot intrekking van Verordening (EG) nr. 482/2008, Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 1034/2011 en nr. 1035/2011 en (EU) 2016/1377, en van Verordening (EU) nr. 677/2011.
VANAF WANNEER IS DE VERORDENING VAN TOEPASSING?
Uitvoeringsverordening (EU) 2017/373 is van toepassing sinds 2 januari 2020.
ACHTERGROND
- Verordening (EG) nr. 551/2004 (zie de samenvatting) bevat de EU-regels voor het luchtruim.
- Verordening (EG) nr. 550/2004 (zie de samenvatting) heeft betrekking op het gemeenschappelijk Europees luchtruim — EU-regels voor luchtvaartnavigatiediensten
- Bij Verordening (EG) nr. 549/2004 (zie de samenvatting) werd een kader ingevoerd voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim.
- Verordening (EU) 2018/1139 (zie de samenvatting) strekte tot oprichting van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart. Verordening (EG) nr. 216/2008 werd door deze verordening ingetrokken en vervangen.
Zie voor meer informatie:
KERNBEGRIPPEN
Luchtruimstructuren. Een specifiek volume luchtruim (het gedeelte van de atmosfeer dat door landen boven hun grondgebied wordt gecontroleerd) met als doel de veilige en optimale exploitatie van vliegtuigen te waarborgen.
Mode S-codes. Met het oog op de luchtverkeersleiding zijn dit unieke codes die zijn toegewezen aan vliegtuigen voor toezicht en communicatie. Hierdoor kunnen ondervragingen worden gericht op een bepaald luchtvaartuig en de antwoorden daarvan worden geverifieerd.
Mode S-ondervragingssysteem. Een systeem dat bestaat uit een antenne en elektronica ter ondersteuning van de ondervraging van individuele luchtvaartuigen via Modus S.
Mode S-exploitant. Een persoon, organisatie of onderneming die een Modus S-ondervragingssysteem exploiteert of aanbiedt te exploiteren, zoals aanbieders van surveillancediensten, fabrikanten van Mode S-ondervragingssystemen, exploitanten van luchtvaartterreinen en onderzoeksinstellingen.
BELANGRIJKSTE DOCUMENT
Uitvoeringsverordening (EU) 2017/373 van de Commissie van 1 maart 2017 tot vaststelling van de gemeenschappelijke eisen voor verleners van luchtverkeersbeheers-/luchtvaartnavigatiediensten en andere netwerkfuncties voor luchtverkeersbeheer en het toezicht daarop, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 482/2008, Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 1034/2011, (EU) nr. 1035/2011 en (EU) 2016/1377 en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 677/2011 (PB L 62 van 8.3.2017, blz. 1-126)
Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EU) 2017/373 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.
GERELATEERDE DOCUMENTEN
Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2018 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart, en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2111/2005, (EG) nr. 1008/2008, (EU) nr. 996/2010, (EU) nr. 376/2014 en de Richtlijnen 2014/30/EU en 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 552/2004 en (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad (PB L 212 van 22.8.2018, blz. 1-122)
Zie de geconsolideerde versie.
Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot vaststelling van het kader voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijke Europese luchtruim (“de kaderverordening”) (PB L 96 van 31.3.2004, blz. 1-9)
Zie de geconsolideerde versie.
Verordening (EG) nr. 550/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de verlening van luchtvaartnavigatiediensten in het gemeenschappelijk Europees luchtruim (“de luchtvaartnavigatiedienstenverordening”) (PB L 96 van 31.3.2004, blz. 10-19)
Zie de geconsolideerde versie.
Verordening (EG) nr. 551/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de organisatie en het gebruik van het gemeenschappelijk Europees luchtruim (“de luchtruimverordening”) (PB L 96 van 31.3.2004, blz. 20-25)
Zie de geconsolideerde versie.
Laatste bijwerking 23.09.2024