De verordening heeft als doel de energiezekerheid in de Europese Unie (EU) te versterken door mogelijke verstoringen van de levering te helpen voorkomen en hierop te reageren wanneer deze optreden, om op die manier de levering aan huishoudens en andere kwetsbare consumenten te waarborgen.
De verordening maakt deel uit van het energie-uniepakket, dat erop is gericht energie veilig, betaalbaar en duurzaam te maken door middel van nauwere samenwerking tussen EU-lidstaten.

KERNPUNTEN

De gasleveringszekerheid is de gedeelde verantwoordelijkheid van aardgasmaatschappijen, lidstaten en de Europese Commissie. De voornaamste onderdelen van de verordening zijn:

een betere samenwerking en coördinatie tussen regionale groepen lidstaten om gezamenlijk risico’s voor de gaslevering te beoordelen en om gezamenlijke preventieve en noodmaatregelen op te stellen en overeen te komen;
de introductie van het solidariteitsmechanisme waardoor lidstaten elkaar moeten helpen altijd gaslevering te waarborgen aan de meest kwetsbare consumenten — zelfs als de gaslevering met extreme situaties te maken heeft — tegen een billijke compensatie door de bijstand ontvangende lidstaat;
een verbeterde transparantie door gasmaatschappijen te verplichten om hun nationale overheid te informeren over hun omvangrijke langetermijncontracten voor gaslevering die relevant kunnen zijn voor de leveringszekerheid.
Het Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voert een vierjaarlijkse, EU-brede simulatie uit van verstoringen in de gaslevering en infrastructuur.
Lidstaten hebben specifieke verplichtingen naar de Energiegemeenschap, waarbij de Commissie de wettelijke regels coördineert.
In het licht van de escalatie van de Russische militaire agressie tegen Oekraïne en de noodzaak om de gasreserves van de EU veilig te stellen, vereist Wijzigingsverordening (EU) 2022/1032 dat de ondergrondse gasopslag op het grondgebied van de lidstaten wordt gevuld tot ten minste 80 % van de capaciteit vóór de winter van 2022/2023 en tot 90 % vóór de winterperioden in de volgende jaren. De EU streeft er naar in 2022 gezamenlijk 85 % van de totale capaciteit voor ondergrondse gasopslag in de EU te hebben gevuld.

In de wijzigingsverordening wordt rekening gehouden met de verschillen in gasopslagcapaciteit en met nationale situaties.

Op grond van de verordening mogen lidstaten ervoor kiezen de opslagdoelstelling gedeeltelijk te behalen door hun voorraden vloeibaar aardgas of alternatieve brandstoffen mee te tellen.
Voor lidstaten met een zeer grote opslagcapaciteit in verhouding tot hun binnenlands gasverbruik, bedraagt de verplichting tot het vullen van hun ondergrondse opslag niet meer dan 35 % van het gemiddelde jaarlijks gasverbruik in de voorgaande vijf jaar.
Om hun leveringszekerheid te vergroten, moeten lidstaten zonder opslaginstallaties 15 % van het volume van hun jaarlijks binnenlands gasverbruik opslaan in installaties in andere lidstaten zodat ze toegang hebben tot gasreserves die in andere lidstaten zijn opgeslagen. Voor Cyprus, Ierland en Malta wordt een uitzondering gemaakt zolang zij niet rechtstreeks op het gassysteem van andere lidstaten zijn aangesloten.

Intrekking

Met deze verordening wordt Verordening (EU) nr. 994/2010 ingetrokken.

VANAF WANNEER IS DE VERORDENING VAN TOEPASSING?

De verordening is sinds 1 november 2017 van toepassing.

ACHTERGROND

Zie voor meer informatie:

Gasleveringszekerheid (Europese Commissie).

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Verordening (EU) 2017/1938 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2017 betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gasleveringszekerheid en houdende intrekking van Verordening (EU) nr. 994/2010 (PB L 280 van 28.10.2017, blz. 1-56).

Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EU) 2017/1938 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Verordening (EU) 2022/1032 van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 2022 tot wijziging van Verordeningen (EU) 2017/1938 en (EG) nr. 715/2009 wat betreft gasopslag (PB L 173 van 30.6.2022, blz. 17-33).

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio’s en de Europese Investeringsbank — Een kaderstrategie voor een schokbestendige energie-unie met een toekomstgericht beleid inzake klimaatverandering (COM(2015) 80 final van 25.2.2015).

Verordening (EU) nr. 347/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 betreffende richtsnoeren voor de trans-Europese energie-infrastructuur en tot intrekking van Beschikking nr. 1364/2006/EG en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 713/2009, (EG) nr. 714/2009 en (EG) nr. 715/2009 (PB L 115 van 25.4.2013, blz. 39-75).

Zie de geconsolideerde versie.

Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en tot intrekking van Richtlijn 2003/55/EG (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 94-136).

Zie de geconsolideerde versie.

Laatste bijwerking 31.10.2022

Top