Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022R2566

Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/2566 van de Commissie van 13 oktober 2022 tot wijziging en rectificatie van Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/273 wat betreft het vergunningenstelsel voor het aanplanten van wijnstokken

C/2022/7185

PB L 330 van 23.12.2022, p. 134–138 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2022/2566/oj

23.12.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 330/134


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2022/2566 VAN DE COMMISSIE

van 13 oktober 2022

tot wijziging en rectificatie van Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/273 wat betreft het vergunningenstelsel voor het aanplanten van wijnstokken

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 69,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/273 van de Commissie (2) vult Verordening (EU) nr. 1308/2013 aan met voorschriften voor met name het vergunningenstelsel voor het aanplanten van wijnstokken, het wijnbouwkadaster, begeleidende documenten en certificering, het in- en uitslagregister, de verplichte opgaven, meldingen en de bekendmaking van meegedeelde informatie.

(2)

Het vergunningenstelsel voor het aanplanten van wijnstokken waarin Verordening (EU) nr. 1308/2013 voorziet, is gewijzigd bij Verordening (EU) 2021/2117 van het Europees Parlement en de Raad (3) en die wijzigingen moeten worden verwerkt in Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/273.

(3)

De vrijstelling van de verplichting om een vergunning voor het aanplanten van wijnstokken te verkrijgen, is uitgebreid tot het aanplanten of herbeplanten van oppervlakten voor het opzetten van verzamelingen wijnstokrassen voor de instandhouding van genetische hulpbronnen. Die vrijstelling moet worden toegevoegd aan de bepalingen inzake oppervlakten voor experimentele doeleinden of voor de teelt van moederplanten voor entstokken. Om misbruik van die vrijstelling te voorkomen, moeten bepaalde voorwaarden worden gesteld waaraan dergelijke verzamelingen wijnstokrassen moeten voldoen. Bovendien moeten de definities van “wijnbouwer” en “wijnbouwperceel” in artikel 2 van en bijlage IV bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/273 worden geactualiseerd op basis van die vrijstelling. Duidelijkheidshalve moet ook een nieuwe definitie van de term “verzameling wijnstokrassen” aan dat artikel worden toegevoegd.

(4)

Op grond van artikel 63, lid 3, punt b), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 mogen de lidstaten de afgifte van aanplantvergunningen op regionaal niveau beperken voor specifieke gebieden die in aanmerking komen voor de productie van wijnen met een beschermde oorsprongsbenaming of beschermde geografische aanduiding, om een voldoende aangetoond risico van waardevermindering van een bepaalde beschermde oorsprongsbenaming of beschermde geografische aanduiding te vermijden. Die bepaling moet worden verwerkt in de herbeplantingsbeperkingen van artikel 6 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/273.

(5)

De verbintenis van een aanvrager om aan de subsidiabiliteitscriteria van artikel 64, lid 1, punt c), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 4, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/273 te voldoen, en zijn verbintenis dat de aanvraag geen aanzienlijk risico van misbruik van de faam van specifieke beschermde geografische aanduidingen inhoudt, lopen op 31 december 2030 af. Die uiterste datum, die samenvalt met het einde van het vergunningenstelsel voor het aanplanten van wijnstokken, moet worden aangepast vanwege de verlenging van dat stelsel dat bij Verordening (EU) 2021/2117 is doorgevoerd in artikel 61 van Verordening (EU) nr. 1308/2013. Om dezelfde reden moeten de einddata voor bepaalde verbintenissen die verband houden met de subsidiabiliteitscriteria van de bijlagen I en II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/273, ook worden aangepast.

(6)

De in artikel 64, lid 2, punten f) en h), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 genoemde prioriteitscriteria zijn respectievelijk gewijzigd en verduidelijkt en deze wijzigingen moeten eveneens worden verwerkt in de desbetreffende delen van bijlage II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/273.

(7)

Voorts wordt met het begrip “wijnbouwer” als gedefinieerd in artikel 2, lid 1, punt a), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/273, de professionele wijnbouwer bedoeld. In artikel 3, lid 3, van die gedelegeerde verordening verwijst het echter abusievelijk ook naar natuurlijke personen die met de opbrengst van een oppervlakte die niet groter is dan 0,1 ha, wijn produceren die uitsluitend bestemd is voor consumptie door henzelf en hun gezin, terwijl deze oppervlakte is vrijgesteld van het vergunningenstelsel voor het aanplanten van wijnstokken. Deze tegenstrijdigheid moet worden rechtgezet.

(8)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/273 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd en gerectificeerd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen in Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/273

Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/273 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Lid 1 van artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

a)

punt a) wordt vervangen door:

“a)

“wijnbouwer”: een natuurlijke of rechtspersoon dan wel een groepering van natuurlijke of rechtspersonen, ongeacht de rechtspositie van de groepering en haar leden volgens het nationale recht, waarvan het bedrijf zich bevindt op het grondgebied van de Unie, zoals gedefinieerd in artikel 52 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, in samenhang met artikel 355 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en die in het bezit is van een met wijnstokken beplante oppervlakte waarvan de opbrengst wordt gebruikt voor de commerciële productie van wijnbouwproducten of waarvoor een vrijstelling geldt omdat de oppervlakte wordt gebruikt voor experimentele doeleinden, voor het opzetten van verzamelingen wijnstokrassen voor de instandhouding van genetische hulpbronnen, of voor de teelt van moederplanten voor entstokken als bedoeld in artikel 3, lid 2;”;

b)

punt c) wordt vervangen door:

“c)

“wijnbouwperceel”: een perceel landbouwgrond als gedefinieerd in artikel 67, lid 4, punt a), van Verordening (EU) nr. 1306/2013 dat is beplant met wijnstokken en dat ofwel gericht is op de commerciële productie van wijnbouwproducten ofwel valt onder de vrijstelling wegens gebruik voor experimentele doeleinden, voor het opzetten van verzamelingen wijnstokrassen voor de instandhouding van genetische hulpbronnen, of voor de teelt van moederplanten voor entstokken als bedoeld in artikel 3, lid 2;”;

c)

het volgende punt l) wordt toegevoegd:

“l)

“verzameling wijnstokrassen”: een wijnbouwperceel dat is beplant met meerdere wijnstokrassen, waarbij elk ras niet meer dan vijftig wijnstokken telt.”.

2)

Lid 2 van artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de eerste alinea wordt vervangen door:

“De bevoegde autoriteiten worden vooraf in kennis gesteld van het beplanten of herbeplanten van oppervlakten voor experimentele doeleinden, voor het opzetten van verzamelingen wijnstokrassen voor de instandhouding van genetische hulpbronnen, of voor de teelt van moederplanten voor entstokken. Daarbij wordt alle relevante informatie gemeld over deze oppervlakten en over de periode waarin het experiment loopt, de verzameling wijnstokrassen in stand wordt gehouden of de teelt van moederplanten voor entstokken plaatsvindt. Ook de verlenging van die perioden wordt bij de bevoegde autoriteiten gemeld.”;

b)

in de tweede alinea wordt punt a) vervangen door:

“a)

verkrijgt de producent overeenkomstig artikel 64, artikel 66 of artikel 68 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 een vergunning voor de betrokken oppervlakte zodat de op deze oppervlakte verbouwde druiven en de op basis daarvan verkregen wijnbouwproducten in de handel kunnen worden gebracht, of”;

c)

na de derde alinea worden de volgende alinea’s toegevoegd:

“De in lid 1 bedoelde vrijstelling geldt alleen voor oppervlakten voor het opzetten van verzamelingen wijnstokrassen wanneer dergelijke verzamelingen bedoeld zijn voor de instandhouding van de genetische hulpbronnen van wijnstokrassen die kenmerkend zijn voor een bepaald wijnbouwgebied, en wanneer de oppervlakte van elke verzameling niet meer dan twee hectare bedraagt.

De lidstaten kunnen een lijst opstellen van overeenkomstig artikel 81, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 ingedeelde druivenrassen op hun grondgebied die op nationaal of regionaal niveau in aanmerking komen voor het opzetten van een verzameling rassen voor de instandhouding van genetische hulpbronnen. De lidstaten kunnen ook een maximumoppervlakte voor verzamelingen van dergelijke wijnstokrassen vaststellen die lager is dan twee hectare, alsmede een maximumaantal wijnstokken per ras dat lager is dan de in artikel 2, lid 1, punt l), van de onderhavige verordening vastgelegde bovengrens.”.

3)

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de eerste alinea wordt vervangen door:

“De lidstaten kunnen de herbeplanting beperken op grond van artikel 66, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 indien de specifieke te herbeplanten oppervlakte ligt in een gebied waar de afgifte van vergunningen voor nieuwe aanplant overeenkomstig artikel 63, lid 2, punt b), van die verordening is beperkt en op voorwaarde dat het besluit wordt gerechtvaardigd door de noodzaak een voldoende aangetoond risico van een waardevermindering van een bepaalde beschermde oorsprongsbenaming (“BOB”) of beschermde geografische aanduiding (“BGA”) te vermijden.”;

b)

in de tweede alinea wordt de inleidende zin vervangen door:

“Het in de eerste alinea bedoelde risico van waardevermindering is onbestaande indien:”.

4)

Bijlage I wordt als volgt gewijzigd:

a)

in de tweede alinea van deel A wordt de datum “31 december 2030” vervangen door “31 december 2045”;

b)

in de tweede alinea van deel B wordt de datum “31 december 2030” vervangen door “31 december 2045”.

5)

Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:

a)

deel B wordt als volgt gewijzigd:

i)

in de eerste alinea van punt 1 wordt de datum “31 december 2030” vervangen door “31 december 2045”;

ii)

in de eerste alinea van punt 2 wordt de datum “31 december 2030” vervangen door “31 december 2045”;

iii)

in de tweede alinea van punt 4 wordt de datum “31 december 2030” vervangen door “31 december 2045”;

iv)

het volgende punt 5 wordt ingevoegd:

“5.

De aanvrager verbindt zich ertoe de nieuw aan te planten oppervlakte(n) gedurende ten minste zeven tot tien jaar in stand te houden met ten minste één van de rassen die zijn vermeld in de daartoe door de lidstaat opgestelde nationale lijst van wijnstokrassen die in aanmerking komen voor de instandhouding van de genetische hulpbronnen. Die periode loopt uiterlijk op 31 december 2045 af.”;

b)

in de tweede alinea van deel D wordt de datum “31 december 2030” vervangen door “31 december 2045”;

c)

deel F wordt vervangen door:

“F.

In artikel 64, lid 2, punt f), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoeld criterium

Het in artikel 64, lid 2, punt f), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde criterium wordt geacht te zijn nageleefd indien het beter presteren op het gebied van kostenefficiëntie of concurrentievermogen of aanwezigheid op de markten wordt geconstateerd op basis van een van de volgende elementen:

1)

de kosten per eenheid product van het bedrijf in de wijnbouwsector zijn in een bepaald jaar lager dan het gemiddelde van de voorgaande vijf jaar;

2)

het bedrijf heeft in een bepaald jaar gediversifieerde distributiekanalen en/of kent in een bepaald jaar een grote vraag naar zijn producten, afgezet tegen het gemiddelde van de voorgaande vijf jaar.

De lidstaten kunnen de elementen van de punten 1) en 2) verder uitwerken.”;

d)

deel H wordt vervangen door:

“H.

In artikel 64, lid 2, punt h), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoeld criterium

Het in artikel 64, lid 2, punt h), van Verordening (EU) nr. 1308/2013 bedoelde criterium wordt geacht te zijn nageleefd indien de oppervlakte van de wijnbouwpercelen van het bedrijf van de aanvrager op het moment van de aanvraag voldoet aan de drempels die de lidstaten op basis van objectieve criteria op nationaal of regionaal niveau bepalen. Deze drempels worden vastgesteld op:

1)

ten minste 0,1 hectare aan wijnbouwpercelen voor kleine bedrijven;

2)

ten hoogste 50 hectare aan wijnbouwpercelen voor middelgrote bedrijven.

Met wijnstokken beplante oppervlakten waarvoor de vrijstellingen van artikel 62, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 gelden, worden niet meegeteld bij de berekening van de oppervlakte van de wijnbouwpercelen.”;

e)

in de tweede alinea van deel I, punt II, wordt de datum “31 december 2030” vervangen door “31 december 2045”.

6)

In punt 1 van deel 1.2 van bijlage IV wordt het volgende punt c) toegevoegd:

“c)

oppervlakten die worden beplant of herbeplant voor het opzetten van verzamelingen wijnstokrassen voor de instandhouding van genetische hulpbronnen.”.

Artikel 2

Rectificatie van Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/273

Lid 3 van artikel 3 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/273 wordt vervangen door:

“3.   Voor het beplanten of herbeplanten van oppervlakten waarvan de wijn of wijnbouwproducten uitsluitend bedoeld zijn voor consumptie door een natuurlijke persoon of een groep natuurlijke personen, inclusief hun gezinnen, die geen wijnbouwers in de zin van artikel 2, lid 1, punt a), zijn, gelden de volgende voorwaarden:

a)

de oppervlakte is niet groter dan 0,1 ha;

b)

de betrokken natuurlijke persoon of groep natuurlijke personen produceert geen wijn of andere wijnbouwproducten voor handelsdoeleinden.

Voor de toepassing van dit lid mogen de lidstaten bepaalde organisaties die geen handelsactiviteiten verrichten, als equivalent aan natuurlijke personen, inclusief hun gezinnen, beschouwen.

De lidstaten kunnen bepalen dat de in de eerste alinea bedoelde aanplant moet worden gemeld.”.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 13 oktober 2022.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)   PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/273 van de Commissie van 11 december 2017 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het vergunningenstelsel voor het aanplanten van wijnstokken, het wijnbouwkadaster, begeleidende documenten en certificering, het in- en uitslagregister, de verplichte opgaven, meldingen en de bekendmaking van meegedeelde informatie, tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de toepasselijke controles en sancties, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 555/2008, (EG) nr. 606/2009 en (EG) nr. 607/2009 van de Commissie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 436/2009 van de Commissie en Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/560 van de Commissie (PB L 58 van 28.2.2018, blz. 1).

(3)  Verordening (EU) 2021/2117 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1308/2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten, (EU) nr. 1151/2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen, (EU) nr. 251/2014 inzake de definitie, de aanduiding, de aanbiedingsvorm, de etikettering en de bescherming van geografische aanduidingen van gearomatiseerde wijnbouwproducten en (EU) nr. 228/2013 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie (PB L 435 van 6.12.2021, blz. 262).


Top