This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32012R0223
Commission Regulation (EU) No 223/2012 of 14 March 2012 amending Regulation (EC) No 2003/2003 of the European Parliament and of the Council relating to fertilisers for the purposes of adapting Annexes I and IV thereto to technical progress Text with EEA relevance
Verordening (EU) nr. 223/2012 van de Commissie van 14 maart 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2003/2003 van het Europees Parlement en de Raad inzake meststoffen, met het oog op de aanpassing van de bijlagen I en IV aan de technische vooruitgang Voor de EER relevante tekst
Verordening (EU) nr. 223/2012 van de Commissie van 14 maart 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2003/2003 van het Europees Parlement en de Raad inzake meststoffen, met het oog op de aanpassing van de bijlagen I en IV aan de technische vooruitgang Voor de EER relevante tekst
PB L 75 van 15.3.2012, p. 12–23
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(HR)
No longer in force, Date of end of validity: 15/07/2022; stilzwijgende opheffing door 32019R1009
15.3.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 75/12 |
VERORDENING (EU) Nr. 223/2012 VAN DE COMMISSIE
van 14 maart 2012
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2003/2003 van het Europees Parlement en de Raad inzake meststoffen, met het oog op de aanpassing van de bijlagen I en IV aan de technische vooruitgang
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 2003/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 inzake meststoffen (1), en met name artikel 31, leden 1 en 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Ingevolge artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2003/2003 mag een meststof die tot een in bijlage I bij die verordening vermeld type meststoffen behoort en aan de in die verordening vastgestelde voorwaarden voldoet, als „EG-meststof” worden aangeduid. |
(2) |
Tot de in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 2003/2003 vermelde typen meststoffen behoren enkele typen die uitsluitend in de vorm van een fijn poeder mogen worden verkocht, terwijl andere typen ook in de vorm van een suspensie mogen worden verkocht. Voor landbouwers is het gezondheidsrisico van meststoffen in de vorm van suspensies kleiner wanneer die worden toegepast in omstandigheden waarbij bij het gebruik van fijn poeder stof zou worden geïnhaleerd. Om de blootstelling van landbouwers aan stof te verminderen, moet de mogelijkheid suspensies te gebruiken worden uitgebreid tot typen meststoffen met de micronutriënt mangaan, terwijl het aantal bestanddelen die in bestaande boor- en kopersuspensies voor bemesting zijn toegestaan, ook moet worden uitgebreid. |
(3) |
Verordening (EG) nr. 2003/2003 voorziet in het gebruik van complexvormers als bestanddeel van meststoffen met micronutriënten. Geen van die meststoffen is evenwel als EG-meststof aangeduid omdat bijlage I bij die verordening geen lijst met toegelaten complexvormers bevat en omdat er geen typeaanduidingen voor meststoffen met complexvormers zijn. Omdat er nu geschikte complexvormers (zouten van lignosulfonzuur, hierna „LS” genoemd) op de markt zijn, moeten deze worden toegevoegd aan de lijst van toegelaten complexvormers en moeten hiervoor typeaanduidingen worden gecreëerd. De bestaande typeaanduidingen voor meststofoplossingen moeten ook worden aangepast om het gebruik van complexvormers mogelijk te maken, maar deze oplossingen mogen elk niet meer dan één complexvormer bevatten teneinde officiële controles te vergemakkelijken. |
(4) |
In verband met de nieuwe regels voor oplossingen en suspensies van micronutriënten moeten die typen meststoffen een nieuw etiket krijgen. Meststoffen met een etiket dat aan de oude regels voldoet, zullen evenwel nog enige tijd in voorraad blijven. De fabrikanten moeten daarom voldoende tijd krijgen om de nieuwe etiketten op te stellen en alle bestaande voorraden nog te verkopen. |
(5) |
Verordening (EG) nr. 2003/2003 bevat regels voor de etikettering van meststoffen met meer dan een micronutriënt, maar bijlage I van die verordening geeft niet de desbetreffende typeaanduiding. Bij Verordening (EU) nr. 137/2011 werd onder punt E.2 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 2003/2003 tabel E.2.4 opgenomen met de desbetreffende typeaanduidingen en duidelijker regels voor meststoffen met meer dan een micronutriënt. Tabel E.2.4 vereist evenwel enige etiketteringsgegevens, die in bepaalde gevallen niet in overeenstemming zijn met het vereiste uit hoofde van artikel 6, lid 6, en artikel 23, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2003/2003. Tabel E.2.4 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. De marktdeelnemers moeten een overgangsperiode krijgen om zich aan de nieuwe regels aan te passen en hun voorraden meststoffen met meer dan een micronutriënt nog te verkopen. |
(6) |
N,N'-di(2-hydroxybenzyl)ethyleendiamine-N,N'-diazijnzuur, hierna „HBED” genoemd, is een organische chelaatvormer voor micronutriënten. Met HBED gecheleerd ijzer wordt gebruikt bij ijzertekorten en ter bestrijding van ijzerchlorose bij een groot aantal fruitsoorten. Eliminatie van ijzerchlorose en zijn symptomen zorgt ervoor dat het gebladerte groen is, er sprake is van een goede groei en het fruit zich goed ontwikkelt. Met HBED gecheleerd ijzer is in Polen toegelaten zonder dat dit schade voor het milieu heeft veroorzaakt. HBED moet daarom worden toegevoegd aan de lijst van toegelaten organische chelaatvormers voor micronutriënten in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 2003/2003. Er moet evenwel worden voorzien in een overgangsperiode, zodat HBED pas na de publicatie van de desbetreffende EN-norm wordt toegelaten. |
(7) |
Dicyaandiamide/1,2,4-triazool, hierna „DCD/TZ” genoemd, en 1,2,4-triazool/3-methylpyrazool, hierna „TZ/MP” genoemd, zijn nitrificatieremmers die worden gebruikt in combinatie met meststoffen die stikstof als nutriënt bevatten in de vorm van ureum en/of ammoniumzouten. Zij zorgen ervoor dat de stikstof langer beschikbaar is voor de gewassen, en zij verminderen het lekken van nitraten en de emissie van distikstofoxide in de atmosfeer. |
(8) |
N-(2-nitrofenyl)fosforzuurtriamide, hierna „2-NPT” genoemd, is een ureaseremmer voor ureumhoudende stikstofmeststoffen, die ervoor moet zorgen dat de stikstof langer voor de planten beschikbaar is en de ammoniakemissies in de atmosfeer afnemen. |
(9) |
DCD/TZ, TZ/MP en 2-NPT worden al jaren in Duitsland gebruikt en DCD/TZ en TZ/MP ook in Tsjechië; daar is aangetoond dat zij efficiënt zijn en geen gevaar voor het milieu vormen. DCD/TZ, TZ/MP en 2-NPT moeten daarom worden toegevoegd aan de lijst van toegelaten nitrificatie- en ureaseremmers in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 2003/2003 zodat er door de landbouwers in de Unie op ruimere schaal gebruik van kan worden gemaakt. |
(10) |
Verordening (EG) nr. 2003/2003 schrijft de controle van EG-meststoffen voor overeenkomstig de in bijlage IV bij die verordening beschreven bemonsterings- en analysemethoden. Sommige van die methoden worden evenwel internationaal niet erkend en moeten worden vervangen door de onlangs door het Europees Comité voor normalisatie ontwikkelde EN-normen. |
(11) |
EN-normen worden gewoonlijk door middel van een interlaboratoriumvergelijking gevalideerd om de reproduceerbaarheid en de herhaalbaarheid van de analysemethoden te kwantificeren. Derhalve moet een onderscheid worden gemaakt tussen gevalideerde EN-normen en niet-gevalideerde methoden teneinde de EN-normen te bepalen waarvan de statistische betrouwbaarheid is aangetoond. |
(12) |
Om de wetgeving te vereenvoudigen en een latere herziening te vergemakkelijken, moet de volledige tekst van de analysemethoden in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 2003/2003 worden vervangen door verwijzingen naar de EN-normen die het Europees Comité voor normalisatie heeft gepubliceerd. |
(13) |
Verordening (EG) nr. 2003/2003 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(14) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 32 van Verordening (EG) nr. 2003/2003 ingestelde comité, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijzigingen
1. Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 2003/2003 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening.
2. Bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 2003/2003 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.
Artikel 2
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Punt 1, onder a), b) i), c) i), c) ii), d) i), e) i), f) i), en punt 2 van bijlage I zijn van toepassing met ingang van 4 april 2013.
Punt 3, nummer 11, van bijlage I is van toepassing met ingang van 4 juli 2012.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 14 maart 2012.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 304 van 21.11.2003, blz. 1.
BIJLAGE I
Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 2003/2003 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Punt E.1 wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
In punt E.2 komt tabel E.2.4 als volgt te luiden:
|
3) |
Punt E.3.1 komt als volgt te luiden: „E.3.1. Chelaatvormers (1) De volgende zuren en de natrium-, kalium- en ammoniumzouten daarvan:
|
4) |
Punt E.3.2 komt als volgt te luiden: „E.3.2. Complexvormers (3) De volgende complexvormers zijn alleen toegelaten in producten voor fertigatie en/of toediening op het blad; Zn-, Fe-, Cu- en Mn-lignosulfonaat kunnen evenwel direct op de bodem worden toegepast. De volgende zuren en de natrium-, kalium- en ammoniumzouten daarvan:
|
5) |
Aan punt F.1 worden de volgende rubrieken toegevoegd:
|
6) |
Aan punt F.2 wordt de volgende rubriek toegevoegd:
|
(1) De chelaatvormers moeten worden geïdentificeerd en gekwantificeerd volgens de Europese normen die op de vermelde chelaatvormers betrekking hebben.”.
(2) Uitsluitend ter informatie.
(3) De complexvormers moeten worden geïdentificeerd volgens de Europese normen die op de vermelde complexvormers betrekking hebben.”.
(4) Uitsluitend ter informatie.
BIJLAGE II
Bijlage IV, deel B, van Verordening (EG) nr. 2003/2003 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
De methoden 3.1.1 tot en met 3.1.4 komen als volgt te luiden: „Methode 3.1.1 Extractie van fosfor oplosbaar in minerale zuren EN 15956: Meststoffen — Extractie van fosfor oplosbaar in minerale zuren Deze analysemethode is aan een ringtest onderworpen. Methode 3.1.2 Extractie van fosfor oplosbaar in 2 % mierenzuur EN 15919: Meststoffen — Extractie van fosfor oplosbaar in 2 % mierenzuur Deze analysemethode is niet aan een ringtest onderworpen. Methode 3.1.3 Extractie van fosfor oplosbaar in 2 % citroenzuur EN 15920: Meststoffen — Extractie van fosfor oplosbaar in 2 % citroenzuur Deze analysemethode is niet aan een ringtest onderworpen. Methode 3.1.4 Extractie van oplosbaar fosfor, oplosbaar in neutraal ammoniumcitraat EN 15957: Meststoffen — Extractie van fosfor oplosbaar in neutraal ammoniumcitraat Deze analysemethode is aan een ringtest onderworpen.”. |
2) |
De methoden 3.1.5.1 tot en met 3.1.5.3 komen als volgt te luiden: „Methode 3.1.5.1 Extractie van oplosbaar fosfor volgens Petermann bij 65 °C EN 15921: Meststoffen — Extractie van oplosbaar fosfor volgens Petermann bij 65 °C Deze analysemethode is niet aan een ringtest onderworpen. Methoden 3.1.5.2 Extractie van oplosbaar fosfor volgens Petermann bij omgevingstemperatuur EN 15922: Meststoffen — Extractie van oplosbaar fosfor volgens Petermann bij omgevingstemperatuur Deze analysemethode is niet aan een ringtest onderworpen. Methoden 3.1.5.3 Extractie van fosfor, oplosbaar in Joulie's alkalisch ammoniumcitraat EN 15923: Meststoffen — Extractie van fosfor, oplosbaar in Joulie's alkalisch ammoniumcitraat Deze analysemethode is niet aan een ringtest onderworpen.”. |
3) |
Methode 3.1.6 komt als volgt te luiden: „Methode 3.1.6 Extractie van in water oplosbaar fosfor EN 15958: Meststoffen — Extractie van in water oplosbaar fosfor Deze analysemethode is aan een ringtest onderworpen.”. |
4) |
Methode 3.2 komt als volgt te luiden: „Methode 3.2 Bepaling van geëxtraheerd fosfor EN 15959: Meststoffen — Bepaling van geëxtraheerd fosfor Deze analysemethode is aan een ringtest onderworpen.”. |
5) |
De methoden 7.1 en 7.2 komen als volgt te luiden: „Methode 7.1 Bepaling van de maalfijnheid (droge procedure) EN 15928: Meststoffen — Bepaling van de fijnheid volgens de droge methode Deze analysemethode is niet aan een ringtest onderworpen. Methode 7.2 Bepaling van de fijnheid van malen van zachte natuurlijke fosfaten EN 15924: Meststoffen — Bepaling van de fijnheid van zachte natuurfosfaten Deze analysemethode is niet aan een ringtest onderworpen.”. |
6) |
De methoden 8.1 tot en met 8.5 worden vervangen door: "Methode 8.1 Extractie van totaal calcium, totaal magnesium, totaal natrium en totaal zwavel in de vorm van sulfaten EN 15960: Meststoffen — Extractie van totaal calcium, totaal magnesium, totaal natrium en totaal zwavel in de vorm van sulfaten Deze analysemethode is niet aan een ringtest onderworpen. Methode 8.2 Extractie van de totale hoeveelheid zwavel aanwezig in verschillende vormen EN 15925: Meststoffen — Extractie van de totale hoeveelheid zwavel aanwezig in verschillende vormen Deze analysemethode is niet aan een ringtest onderworpen. Methode 8.3 Extractie van in water oplosbaar calcium, magnesium, natrium en zwavel in de vorm van sulfaten EN 15961: Meststoffen — Extractie van in water oplosbaar calcium, magnesium, natrium en zwavel in de vorm van sulfaten Deze analysemethode is niet aan een ringtest onderworpen. Methode 8.4 Extractie van in water oplosbare zwavel waarvan zwavel in verschillende vormen aanwezig is EN 15926: Meststoffen — Extractie van in water oplosbare zwavel waarvan zwavel in verschillende vormen aanwezig is Deze analysemethode is niet aan een ringtest onderworpen. Methode 8.5 Extractie van en bepaling van elementair zwavel EN 16032: Meststoffen — Extractie van en bepaling van elementair zwavel Deze analysemethode is niet aan een ringtest onderworpen.”. |
7) |
De volgende methode 8.11 wordt ingevoegd: „Methode 8.11 Bepaling van calcium en formiaat in calciumbladmeststoffen EN 15909: Meststoffen — Bepaling van calcium en formiaat in calciumbladmeststoffen Deze analysemethode is aan een ringtest onderworpen.”. |
8) |
Methode 11.3 komt als volgt te luiden: „Methode 11.3 Bepaling van ijzer gechelateerd door o,o-EDDHA, o,o-EDDHMA en HBED EN 13368-2: Meststoffen — Bepaling van chelaatvormers in meststoffen door chromatografie. Deel 2: Bepaling van ijzer gechelateerd door o,o-EDDHA, o,o-EDDHMA en HBED door ionpaarchromatografie Deze analysemethode is aan een ringtest onderworpen.”. |
9) |
De volgende methoden 11.6, 11.7 en 11.8 worden ingevoegd: „Methode 11.6 Bepaling van IDHA EN 15950: Meststoffen — Bepaling van N-(1,2-dicarboxyethyl)-D,L-asparaginezuur (iminodibarnsteenzuur, IDHA) met hogedrukvloeistofchromatografie (HPLC) Deze analysemethode is aan een ringtest onderworpen. Methode 11.7 Bepaling van lignosulfonaat EN 16109: Meststoffen — Bepaling van het gehalte aan gecomplexeerde micronutriëntionen in meststoffen — Identificatie van lignosulfonaat Deze analysemethode is aan een ringtest onderworpen. Methode 11.8 Bepaling van het gehalte aan gecomplexeerde micronutriënten en de fractie gecomplexeerde micronutriënten EN 15962: Bepaling van het gehalte aan gecomplexeerde micronutriënten en de fractie gecomplexeerde micronutriënten Deze analysemethode is aan een ringtest onderworpen.”. |
10) |
De volgende methoden 12.3, 12.4 en 12.5 worden ingevoegd: „Methode 12.3 Bepaling van 3-methylpyrazool EN 15905: Meststoffen — Bepaling van 3-methylpyrazool (MP) met behulp van hogedrukvloeistofchromatografie (HPLC) Deze analysemethode is aan een ringtest onderworpen. Methode 12.4 Bepaling van TZ EN 16024: Meststoffen — Bepaling van 1H-1,2,4-triazool in ureum en in meststoffen die ureum bevatten met behulp van hogedrukvloeistofchromatografie (HPLC) Deze analysemethode is aan een ringtest onderworpen. Methode 12.5 Bepaling van 2-NPT EN 16075: Meststoffen — Bepaling van N-(2-nitrofenyl)fosforzuurtriamide (2-NPT) in ureum en in meststoffen die ureum bevatten — Methode met behulp van chromatografie voor hoogwaardige vloeistof (HPLC) Deze analysemethode is aan een ringtest onderworpen.”. |