Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31998R1688

    Verordening (EG) nr. 1688/98 van de Raad van 20 juli 1998 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1749/96 van de Commissie ten aanzien van de dekking, geografisch en wat de populatie betreft, van het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen

    PB L 214 van 31.7.1998, p. 23–24 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 23/08/2020; stilzwijgende opheffing door 32020R1148

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1998/1688/oj

    31998R1688

    Verordening (EG) nr. 1688/98 van de Raad van 20 juli 1998 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1749/96 van de Commissie ten aanzien van de dekking, geografisch en wat de populatie betreft, van het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen

    Publicatieblad Nr. L 214 van 31/07/1998 blz. 0023 - 0024


    VERORDENING (EG) Nr. 1688/98 VAN DE RAAD van 20 juli 1998 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1749/96 van de Commissie ten aanzien van de dekking, geografisch en wat de populatie betreft, van het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad van 23 oktober 1995 inzake geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen (1), inzonderheid op artikel 4 en artikel 5, lid 3,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Gezien het advies van de Europese Centrale Bank (2),

    Overwegende dat ingevolge artikel 5, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 2494/95 iedere lidstaat verplicht is een geharmoniseerd indexcijfer van de consumptieprijzen (GICP) vast te stellen, te beginnen met dat voor januari 1997; dat de eis om GICP's vast te stellen niet afdoet aan het recht van de lidstaten om hun nationale, niet geharmoniseerde inflatieindexcijfers bekend te maken die zij eventueel voor nationale beleidsdoeleinden wensen te gebruiken;

    Overwegende dat in Verordening (EG) nr. 1749/96 van de Commissie van 9 september 1996 inzake initiële maatregelen tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 2494/95 van de Raad inzake geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen (3) de initiële dekking van het CICP werd vastgesteld en dat die beperkt was tot goederen en diensten die werden bestreken door alle of de meeste indexcijfers van de consumptieprijzen (ICP's);

    Overwegende dat de dekking van het GICP door Verordening (EG) nr. 1687/98 van de Raad van 20 juli 1998, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1749/96 van de Commissie ten aanzien van de goederen- en dienstendekking van het geharmoniseerde indexcijfer van de consumptieprijzen (4) wordt gedefinieerd als de goederen en diensten die deel uitmaken van de monetaire consumptieve bestedingen van de huishoudens;

    Overwegende dat het GICP ingevolge artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2494/95 gebaseerd moet zijn op de prijzen van goederen en diensten die in het economisch gebied van de lidstaat gekocht kunnen worden voor de rechtstreekse bevrediging van de behoeften van de consumenten; dat voor de GICP-gewichten een geharmoniseerde definitie van hun dekking, geografisch en wat de populatie betreft, nodig is;

    Overwegende dat het voor de vaststelling van het indexcijfer van de consumptieprijzen voor de Europese Monetaire Unie (MUICP) en het Europees indexcijfer van de consumptieprijzen (EICP) nodig is dat er voor de GICP's een geharmoniseerd begrip van de geografische dekking bestaat;

    Overwegende dat het Comité statistisch programma niet binnen de door de voorzitter gestelde termijn advies heeft uitgebracht, dat een voorstel voor de beoogde maatregelen in overeenstemming met artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2494/95 door de Commissie zonder uitstel aan de Raad moet worden voorgelegd,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Verordening (EG) nr. 1749/96 wordt als volgt gewijzigd:

    1. artikel 2, punt a2), wordt vervangen door:

    "a2) Monetaire consumptieve bestedingen van de huishoudens: het gedeelte van de consumptieve bestedingen dat wordt verricht:

    - door huishoudens ongeacht hun nationaliteit of het land waar zij ingezeten zijn; en

    - in monetaire transacties; en

    - in het economisch gebied van de lidstaat; en

    - ten aanzien van goederen en diensten die worden gebruikt voor de rechtstreekse bevrediging van individuele behoeften en wensen; en

    - in een van beide of in beide tijdsperioden die worden vergeleken.

    De monetaire consumptieve bestedingen van de huishoudens worden gespecificeerd in bijlage 1b van deze verordening; hierbij worden de definities gevolgd die zijn neergelegd in het Europese Systeem van Rekeningen (ESR) 1995 van Verordening (EG) nr. 2223/96 (*).

    (*) PB L 310 van 13. 11. 1996, blz. 1.";

    2. aan artikel 3 wordt het volgende lid toegevoegd:

    "3. GICP's die zijn vastgesteld met behulp van gewichten op subindexcijferniveau en de monetaire consumptieve bestedingen van een deelpopulatie van de huishoudens, en niet van alle huishoudens, weerspiegelen, worden geacht vergelijkbaar te zijn indien dit verschil in de praktijk niet meer dan een duizendste van alle door het GICP bestreken uitgaven uitmaakt. Indien ter waarborging van de vergelijkbaarheid, zoals gedefinieerd in dit lid, wijzigingen in de gewichten nodig zijn, worden deze uiterlijk in december 1999 aangebracht.";

    3. in bijlage 1b worden de punten 1 en 2 vervangen door:

    "1. De sector huishoudens bestaat uit huishoudens, waartoe alle personen of groepen personen (zoals gedefinieerd in ESR 2.76.a en 2.76.b) behoren, ongeacht met name de aard van het gebied waar zij wonen, hun positie bij de inkomensverdeling en hun nationaliteit of het land waar zij ingezeten zijn. De sector omvat ook personen in institutionele huishoudens (zoals gedefinieerd in ESR 2.76.b), maar geen bedrijven.

    2. Voor het economisch gebied geldt de definitie van ESR 2.05, behalve dat de binnen de grenzen van het land gelegen extraterritoriale enclaves wel zijn inbegrepen en de in het buitenland gelegen territoriale enclaves niet.".

    Artikel 2

    Rekening houdend met het advies van het bij Besluit 89/382/EEG, Euratom (5), opgerichte Comité, stelt de Commissie binnen twee jaar na de inwerkingtreding van deze verordening een verslag op dat zij aan de Raad voorlegt. Het verslag bevat een evaluatie van de werking van de bepalingen van deze verordening. Naar aanleiding van dit verslag kan de Commissie, indien noodzakelijk, aan de Raad passende voorstellen voor wijziging van deze verordening voorleggen.

    Artikel 3

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 20 juli 1998.

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    W. MOLTERER

    (1) PB L 257 van 27. 10. 1995, blz. 1.

    (2) Advies uitgebracht op 14 juli 1998 (Nog niet verschenen in het Publicatieblad).

    (3) PB L 229 van 10. 9. 1996, blz. 3.

    (4) Zie bladzijde 12 van dit Publicatieblad.

    (5) PB L 181 van 28. 6. 1989, blz. 47.

    Top