Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31993R2901

    VERORDENING (EEG) Nr. 2901/93 VAN DE RAAD van 18 oktober 1993 tot wijziging van de bijlagen I, II, III en IV bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 houdende een communautaire procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong

    PB L 264 van 23.10.1993, p. 1–4 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 07/01/1995; stilzwijgende opheffing door 394R2701

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1993/2901/oj

    31993R2901

    VERORDENING (EEG) Nr. 2901/93 VAN DE RAAD van 18 oktober 1993 tot wijziging van de bijlagen I, II, III en IV bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 houdende een communautaire procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong

    Publicatieblad Nr. L 264 van 23/10/1993 blz. 0001 - 0004
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 53 blz. 0092
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 53 blz. 0092


    VERORDENING (EEG) Nr. 2901/93 VAN DE RAAD van 18 oktober 1993 tot wijziging van de bijlagen I, II, III en IV bij Verordening (EEG) nr. 2377/90 houdende een communautaire procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad van 26 juni 1990 houdende een communautaire procedure tot vaststelling van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong (1), inzonderheid op de artikelen 6, 7 en 8,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Overwegende dat overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2377/90 geleidelijk maximumwaarden moeten worden vastgesteld voor residuen van alle farmacologisch werkzame substanties die in de Gemeenschap worden gebruikt in aan voedselproducerende dieren toegediende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik;

    Overwegende dat, alvorens maximumwaarden voor residuen worden vastgesteld, alle relevante gegevens betreffende de veiligheid van de residuen van de stof in kwestie voor de consument van levensmiddelen van dierlijke oorsprong, alsmede het effect van residuen op de industriële verwerking van de levensmiddelen door het Comité voor geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik moeten zijn onderzocht;

    Overwegende dat bij het vaststellen van maximumwaarden voor residuen van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik in levensmiddelen van dierlijke oorsprong dient te worden bepaald in welke diersoorten residuen mogen worden aangetroffen, welke concentraties daarvan in elk voor consumptie in aanmerking komend weefsel van een behandeld dier toelaatbaar zijn (te onderzoeken weefsel) en welk type residu voor de controle van de residuen van belang is (indicatorresidu);

    Overwegende dat, voor de controle van residuen zoals door de desbetreffende communautaire wetgeving wordt voorgeschreven, meestal maximumwaarden voor residuen in de te onderzoeken weefsels, de lever of de nieren moeten worden vastgesteld; dat lever en nieren evenwel vaak uit voor de internationale handel bestemde geslachte dieren worden verwijderd, en dat bijgevolg ook maximumwaarden voor residuen in spier- of vetweefsel moeten worden vastgesteld;

    Overwegende dat, wat geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik betreft die aan legpluimvee, melkvee of honingbijen worden toegediend, ook maximumwaarden moeten worden vastgesteld voor residuen in eieren, melk en honing;

    Overwegende dat enrofloxacin en closantel aan bijlage I van Verordening (EEG) nr. 2377/90 dienen te worden toegevoegd; dat, in dezelfde bijlage, ten gevolge van nieuwe wetenschappelijke gegevens, de maximumwaarden voor residuen vastgesteld voor ivermectin in runderen dienen te worden veranderd;

    Overwegende dat etiproston tromethamine aan bijlage II van Verordening (EEG) nr. 2377/90 dient te worden toegevoegd;

    Overwegende dat, om het wetenschappelijk onderzoek af te ronden, de geldigheidsduur van de voorlopige maximumwaarden voor residuen, zoals die eerder werden vastgesteld in bijlage III van Verordening (EEG) nr. 2377/90, dient te worden verlengd voor een nitrofuraan, te weten furazolidone;

    Overwegende dat alle stoffen van de nitrofuraangroep, met uitzondering van furazolidone als bovenvermeld, aan bijlage IV van Verordening (EEG) nr. 2377/90 dienen te worden toegevoegd;

    Overwegende dat moet worden voorzien in een termijn van 60 dagen alvorens deze verordening in werking treedt, ten einde de Lid-Staten de gelegenheid te geven om, in het licht van de bepalingen van deze verordening, eventueel de nodige aanpassingen aan te brengen in reeds eerder overeenkomstig Richtlijn 81/851/EEG van de Raad van 28 september 1981 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik (2) verleende vergunningen voor het op de markt brengen van bedoelde geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik;

    Overwegende dat het Comité voor de aanpassing aan de technische vooruitgang van de richtlijnen betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik overeenkomstig de procedure van artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 2377/90 werd geraadpleegd, doch niet in staat was advies uit te brengen; dat volgens die procedure de Commissie bij de Raad een voorstel moet indienen betreffende de te nemen maatregelen,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De bijlagen I, II, III en IV van Verordening (EEG) nr. 2377/90 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de zestigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

    Gedaan te Luxemburg, 18 oktober 1993.

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    A. BOURGEOIS

    (1) PB nr. L 224 van 18. 8. 1990, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 895/93 van de Commissie (PB nr. L 93 van 17. 4. 1993, blz. 10).

    (2) PB nr. L 317 van 6. 11. 1981, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 93/40/EEG (PB nr. L 214 van 28. 8. 1993, blz. 31).

    BIJLAGE

    A. Bijlage I wordt als volgt gewijzigd:

    1. Onder "1.2 Antibiotica" wordt de volgende rubriek toegevoegd:

    "1.2.3. Quinolones

    "" ID="01">1.2.3.1. Enrofloxacin> ID="02">Totaalgehalte van enrofloxacin en ciprofloxacin> ID="03">Runderen Varkens Pluimvee> ID="04">30 mg/kg> ID="05">Spier Lever Nieren" ">

    2. Onder "2.1 Geneesmiddelen tegen endoparasieten" wordt de volgende wijziging aangebracht in de rubriek:

    "2.1.1. Ivermectines

    "" ID="01">2.1.1.1. Ivermectine> ID="02">H2B1a-metaboliet> ID="03">Runderen> ID="04">100 mg/kg 40 mg/kg> ID="05">Lever Vetweefsel"> ID="03">Schapen Varkens Paardachtigen> ID="04">15 mg/kg 20 mg/kg> ID="05">Lever Vetweefsel" ">

    en wordt de volgende rubriek toegevoegd:

    "2.1.2. Salicylaniliden

    "" ID="01">2.1.2.1. Closantel> ID="02">Closantel> ID="03">Runderen> ID="04">1 000 mg/kg 3 000 mg/kg> ID="05">Spier Lever Nieren Vetweefsel"> ID="03">Schapen> ID="04">1 500 mg/kg 5 000 mg/kg 2 000 mg/kg> ID="05">Spier Lever Nieren Vetweefsel" ">

    B. In bijlage II wordt de volgende rubriek toegevoegd:

    "2. Organische stoffen

    "" ID="01">2.1. Etiproston tromethamine> ID="02">Runderen Varkens" ">

    C. In bijlage III wordt onder "1.1.3 Nitrofuranen" de volgende wijziging aangebracht:

    "1.1.3. Nitrofuranen

    "" ID="01">1.1.3.1. Furazolidone> ID="02">Alle residuen met intacte 5-nitro-structuur> ID="03">Alle voedselproducerende soorten> ID="04">5 mg/kg> ID="05">Spier Lever Nieren Vetweefsel> ID="06">De voorlopige maximumwaarde voor residuen verstrijken op 1 juli 1995" ">

    D. Bijlage IV wordt vervangen door:

    BIJLAGE " IV

    Lijst van farmacologisch werkzame substanties waarvoor geen maximumwaarde kan worden vastgesteld

    1. Nitrofuranen, uitgezonderd furazolidone (zie bijlage III).".

    Top