Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023D0234

    Uitvoeringsbesluit (EU) 2023/234 van de Commissie van 1 februari 2023 tot verlening van een door bepaalde lidstaten op grond van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad gevraagde afwijking voor het gebruik van andere middelen dan elektronische gegevensverwerkingstechnieken voor de uitwisseling en de opslag van informatie voor de kennisgeving van aanbrengen in verband met goederen die het douanegebied van de Unie worden binnengebracht (Kennisgeving geschied onder nummer C(2023) 662) (Slechts de teksten in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Kroatische, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal zijn authentiek)

    C/2023/662

    PB L 32 van 3.2.2023, p. 217–219 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2023/234/oj

    3.2.2023   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 32/217


    UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2023/234 VAN DE COMMISSIE

    van 1 februari 2023

    tot verlening van een door bepaalde lidstaten op grond van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad gevraagde afwijking voor het gebruik van andere middelen dan elektronische gegevensverwerkingstechnieken voor de uitwisseling en de opslag van informatie voor de kennisgeving van aanbrengen in verband met goederen die het douanegebied van de Unie worden binnengebracht

    (Kennisgeving geschied onder nummer C(2023) 662)

    (Slechts de teksten in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Kroatische, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal zijn authentiek)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (1), en met name artikel 6, lid 4, in samenhang met artikel 8, lid 2,

    Na raadpleging van het Comité douanewetboek,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Artikel 6, lid 1, van Verordening (EU) nr. 952/2013 vereist dat alle uitwisselingen van informatie tussen douaneautoriteiten onderling en tussen marktdeelnemers en douaneautoriteiten, alsmede de door de douanewetgeving vereiste opslag van die informatie, geschieden met behulp van elektronische gegevensverwerkingstechnieken. Met het oog daarop stelt de Commissie overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EU) nr. 952/2013 gemeenschappelijke gegevensvereisten op.

    (2)

    Artikel 6, lid 4, van Verordening (EU) nr. 952/2013 geeft de Commissie de mogelijkheid in uitzonderlijke gevallen besluiten vast te stellen om een of meer lidstaten toe te staan af te wijken van het gebruik van elektronische gegevensverwerkingstechnieken voor de uitwisseling en de opslag van informatie indien een dergelijke afwijking gerechtvaardigd wordt door de specifieke situatie in de verzoekende lidstaat en wordt toegestaan voor een bepaalde periode.

    (3)

    In Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2151 van de Commissie (2) is het werkprogramma vastgesteld voor de ontwikkeling en de uitrol van de elektronische systemen waarin het douanewetboek van de Unie voorziet (hierna “het werkprogramma” genoemd). Het werkprogramma bevat een lijst van de te ontwikkelen elektronische systemen en de data waarop die systemen operationeel moeten worden. Het programma specificeert onder meer de implementatie en de uitroldata voor de kennisgeving van aanbrengen overeenkomstig artikel 6, lid 1, en de artikelen 16 en 139 van Verordening (EU) nr. 952/2013.

    (4)

    Voorts is in artikel 278, lid 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 952/2013 de uiterste datum bepaald tot wanneer bij wijze van overgangsmaatregel andere middelen dan elektronische gegevensverwerkingstechnieken mogen worden gebruikt om uitvoering te geven aan de bepalingen inzake de kennisgeving van aanbrengen in verband met goederen die het douanegebied van de Unie worden binnengebracht.

    (5)

    Gezien het belang van het systeem voor de kennisgeving van aanbrengen voor het toezicht op goederen die het douanegebied van de Unie worden binnengebracht, hebben sommige lidstaten al elektronische systemen ontwikkeld om dergelijke kennisgevingen te beheren, bijvoorbeeld via havencommunicatiesystemen. Die systemen moeten worden aangepast overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 en de daarmee samenhangende handelingen van de Commissie, met name wat de gemeenschappelijke gegevensvereisten betreft. Overeenkomstig artikel 278, lid 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 952/2013 moeten die aanpassingen op 31 december 2022 voltooid zijn.

    (6)

    Er hebben zich evenwel drie grote en deels onvoorziene gebeurtenissen voorgedaan, die elk een aanzienlijke impact hebben op en aanvullende uitdagingen met zich meebrengen voor de middelen waarover de douaneautoriteiten beschikken: de COVID-19-pandemie heeft geleid tot aanzienlijke vertragingen bij de IT-ontwikkelingen in België, Frankrijk, Griekenland, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Roemenië, Slowakije, Spanje en Tsjechië. Door de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie en de daaruit voortvloeiende toename van het aantal douaneaangiften moesten België, Frankrijk, Nederland en Spanje middelen en prioriteiten herschikken. De financiële gevolgen van de Russische invasie in Oekraïne voor de douaneactiviteiten in de buur- of nabijgelegen landen hebben de situatie nog verergerd waardoor extra middelen nodig waren in Oostenrijk en Polen. Met name moeilijkheden bij overheidsaankopen en -opdrachten en problemen op het gebied van begrotings- en personeelsmiddelen als gevolg van de bovengenoemde gebeurtenissen maakten het de lidstaten moeilijk om de termijnen na te leven, zoals werd aangegeven door Cyprus, Denemarken, Estland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Kroatië, Luxemburg, Malta, Oostenrijk, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië en Zweden.

    (7)

    Deze specifieke gebeurtenissen hebben tot aanzienlijke vertragingen bij de lopende IT-ontwikkelingen geleid en bepaalde lidstaten verhinderd om de uitrol van de IT-middelen voor de verwerking van de kennisgeving van aanbrengen uiterlijk op 31 december 2022 te voltooien. Daarom hebben Oostenrijk op 21 april 2022, Cyprus op 3 mei 2022, Spanje op 6 mei 2022, Slovenië op 23 mei 2022, Griekenland op 3 juni 2022, Frankrijk op 7 juni 2022, Portugal op 7 juni 2022, België op 24 juni 2022, Zweden op 24 juni 2022, Denemarken op 29 juni 2022, Slowakije op 4 juli 2022, Nederland op 4 juli 2022, Estland op 6 juli 2022, Polen op 7 juli 2022, Malta op 13 juli 2022, Kroatië op 19 juli 2022, Hongarije op 22 juli 2022, Luxemburg op 22 juli 2022, Tsjechië op 10 oktober 2022 en Roemenië op 17 oktober 2022 verzocht om voor de uitwisseling en de opslag van informatie andere middelen dan elektronische gegevensverwerkingstechnieken te mogen gebruiken overeenkomstig artikel 6, lid 4, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 952/2013.

    (8)

    Het is daarom passend die lidstaten toe te staan hun bestaande procedures, met inbegrip van de desbetreffende IT-systemen, gedurende een beperkte periode te blijven gebruiken overeenkomstig de door de lidstaten vastgestelde gegevensvereisten als bedoeld in artikel 2, lid 4, tweede alinea, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie (3).

    (9)

    België, Cyprus, Denemarken, Estland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Kroatië, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië en Zweden moeten de Commissie in kennis stellen van de vooruitgang die is geboekt bij de ontwikkeling van het elektronische systeem voor de kennisgeving van aanbrengen als onderdeel van het in artikel 278 bis van Verordening (EU) nr. 952/2013 bedoelde proces van voortgangsrapportage. De communicatie en de uitwisseling van informatie over de nationale planning als bedoeld in artikel 4 van Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2151 moeten worden gewaarborgd.

    (10)

    Om te voorkomen dat de summiere aangifte bij binnenbrengen overeenkomstig artikel 129, lid 2, punt b), van Verordening (EU) nr. 952/2013 binnen tweehonderd dagen na de indiening ervan ongeldig wordt gemaakt, ook indien de goederen waarop die summiere aangifte bij binnenbrengen betrekking heeft, bij de douane zijn aangebracht in een lidstaat die voor de afwijking in aanmerking komt, moet die lidstaat de voor de kennisgeving van aanbrengen vereiste gegevens binnen die termijn in zijn administratie opslaan en aan het in artikel 182 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie (4) bedoelde elektronische systeem (ICS2) doorgeven.

    (11)

    Gezien de gevolgen van de uitzonderlijke gebeurtenissen die hebben geleid tot vertragingen in de lopende IT-ontwikkelingen voor de verwerking van de kennisgeving van aanbrengen in de lidstaten, de huidige stand van die ontwikkelingen in de lidstaten en de noodzaak om verdere aanzienlijke vertragingen te voorkomen, mag de afwijking niet langer gelden dan tot en met 31 december 2023 voor goederen die het douanegebied van de Unie door de lucht binnenkomen, en niet langer dan tot en met 29 februari 2024 voor goederen die het douanegebied van de Unie met een andere vervoerswijze binnenkomen,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1.   De lidstaten mogen voor de uitwisseling en de opslag van informatie andere middelen dan elektronische gegevensverwerkingstechnieken gebruiken voor de krachtens artikel 139 van Verordening (EU) nr. 952/2013 vereiste kennisgeving van aanbrengen, tot en met 31 december 2023 voor goederen die het douanegebied door de lucht worden binnengebracht, en tot en met 29 februari 2024 voor goederen die het douanegebied met een andere vervoerswijze worden binnengebracht, mits het gebruik van andere middelen dan elektronische gegevensverwerkingstechnieken geen gevolgen heeft voor de uitwisseling van informatie tussen de lidstaat en andere lidstaten of voor de uitwisseling en de opslag van informatie in andere lidstaten met het oog op de toepassing van de douanewetgeving.

    2.   Met het oog op de naleving van de in lid 1 bepaalde voorwaarde bewaren de lidstaten de voor de kennisgeving van aanbrengen vereiste gegevens in hun administratie en geven zij deze binnen de in artikel 129, lid 2, punt b), van Verordening (EU) nr. 952/2013 bedoelde termijn van tweehonderd dagen door aan het in artikel 182 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 bedoelde elektronische systeem (ICS2) indien er in dat elektronische systeem een summiere aangifte bij binnenbrengen was ingediend voor de goederen waarop de kennisgeving van aanbrengen betrekking heeft.

    Artikel 2

    Dit besluit is van toepassing van 1 januari 2023 tot en met uiterlijk 31 december 2023 voor goederen die het douanegebied van de Unie door de lucht worden binnengebracht, en tot en met uiterlijk 29 februari 2024 voor goederen die het douanegebied van de Unie met een andere vervoerswijze worden binnengebracht.

    Artikel 3

    Dit besluit is gericht tot het Koninkrijk België, de Tsjechische Republiek, het Koninkrijk Denemarken, de Republiek Estland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Franse Republiek, de Republiek Kroatië, de Republiek Cyprus, het Groothertogdom Luxemburg, Hongarije, de Republiek Malta, het Koninkrijk der Nederlanden, de Republiek Oostenrijk, de Republiek Polen, de Portugese Republiek, Roemenië, de Republiek Slovenië, de Slowaakse Republiek en het Koninkrijk Zweden.

    Gedaan te Brussel, 1 februari 2023.

    Voor de Commissie

    Paolo GENTILONI

    Lid van de Commissie


    (1)   PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1.

    (2)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/2151 van de Commissie van 13 december 2019 tot vaststelling van het werkprogramma voor de ontwikkeling en de uitrol van de elektronische systemen waarin het douanewetboek van de Unie voorziet (PB L 325 van 16.12.2019, blz. 168).

    (3)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie van 28 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 1).

    (4)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558).


    Top