Válassza ki azokat a kísérleti funkciókat, amelyeket ki szeretne próbálni

Ez a dokumentum az EUR-Lex webhelyről származik.

Dokumentum 32022D2544

    Uitvoeringsbesluit (EU, Euratom) 2022/2544 van de Commissie van 19 december 2022 tot vaststelling van de regelingen voor het beheer en de uitvoering van de lenings- en schuldbeheertransacties van de EU in het kader van de gediversifieerde financieringsstrategie en de daarmee verband houdende transacties tot het verstrekken van leningen

    C/2022/9700

    PB L 328 van 22.12.2022., 109—122. o. (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    A dokumentum hatályossági állapota Már nem hatályos, Érvényesség vége: 18/12/2023; opgeheven door 32023D2825

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2022/2544/oj

    22.12.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 328/109


    UITVOERINGSBESLUIT (EU, Euratom) 2022/2544 VAN DE COMMISSIE

    van 19 december 2022

    tot vaststelling van de regelingen voor het beheer en de uitvoering van de lenings- en schuldbeheertransacties van de EU in het kader van de gediversifieerde financieringsstrategie en de daarmee verband houdende transacties tot het verstrekken van leningen

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,

    Gezien Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (1), en met name artikel 220 bis,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Bij Verordening (EU, Euratom) 2022/2434 van het Europees Parlement en de Raad (2) is Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 (hierna “het Financieel Reglement” genoemd) gewijzigd door de vaststelling van de gediversifieerde financieringsstrategie als één financieringsmethode voor de uitvoering van door de Commissie uitgevoerde lenings- en schuldbeheertransacties. Artikel 220 bis van het Financieel Reglement is van toepassing op programma’s voor financiële bijstand waarvoor de basishandelingen op of na 9 november 2022 in werking treden. De gediversifieerde financieringsstrategie is niet van toepassing op bestaande programma’s, in het kader waarvan transacties tot het opnemen en verstrekken van leningen verder moeten worden uitgevoerd volgens de traditionele back-to-backmethode, overeenkomstig artikel 220 van het Financieel Reglement. De back-to-backmethode kan bij wijze van uitzondering ook van toepassing zijn op nieuwe programma’s voor financiële bijstand en is van toepassing op alle Euratom-programma’s.

    (2)

    Overeenkomstig artikel 220 bis van het Financieel Reglement stelt de Commissie de nodige regelingen vast voor de uitvoering van de gediversifieerde financieringsstrategie. Deze regelingen moeten een governancekader, risicobeheerprocedures en een methode voor kostenallocatie omvatten, die ervoor moeten zorgen dat alle door de Unie gemaakte kosten in verband met financiële bijstand door het begunstigde land worden gedragen. Daarom moeten de regelingen worden vastgesteld die van toepassing zijn op door de Commissie in het kader van de gediversifieerde financieringsstrategie uitgevoerde lenings- en schuldbeheertransacties en op de daarmee verband houdende transacties tot het verstrekken van leningen.

    (3)

    De Commissie heeft voor het eerst de gediversifieerde financieringsstrategie toegepast op leningstransacties in het kader van NextGenerationEU (“NGEU”), het tijdelijke instrument van de Unie om het economisch herstel na de COVID-19-crisis te ondersteunen. Dit heeft het mogelijk gemaakt middelen vrij te maken voor niet-terugbetaalbare steun en leningen in het kader van Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement (3) en andere in artikel 2, lid 2, van Verordening (EU) 2020/2094 van de Raad bedoelde programma’s van de Unie (4).

    (4)

    Het governancemodel en de processen die nodig zijn voor de uitvoering van de gediversifieerde financieringsstrategie in het kader van NextGenerationEU zijn vastgesteld in overeenstemming met Uitvoeringsbesluit C(2021) 2502 van de Commissie (5). Deze regelingen omvatten onder meer een governancekader, risicobeheer en complianceprocedures. In Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/1095 van de Commissie (6) is een methode voor kostentoewijzing ontwikkeld. Het is passend om de regelingen voor de uitvoering van de gediversifieerde financieringsstrategie overeenkomstig artikel 220 bis van het Financieel Reglement te baseren op het governancemodel voor NGEU.

    (5)

    Hoewel dit besluit voornamelijk van toepassing moet zijn op transacties die in het kader van de gediversifieerde financieringsstrategie worden uitgevoerd, is het passend een aantal van de daarin vervatte regelingen uit te breiden tot transacties die volgens de back-to-backmethode worden uitgevoerd. Deze aanpak zou voor zover van toepassing zorgen voor consistentie tussen de verschillende programma’s. Ook zou gegarandeerd zijn dat alle transacties aan de hoogste normen voldoen, overeenkomstig het beginsel van goed financieel beheer. Dit moet het geval zijn voor regelingen met betrekking tot risicobeheer en complianceprocedures.

    (6)

    In een jaarlijks besluit tot het opnemen van leningen moeten de elementen van de geplande transacties tot het opnemen van leningen in het kader van de gediversifieerde financieringsstrategie over een periode van één jaar worden uiteengezet. In het besluit moet met name worden bepaald wat de omvang is van de lenings- en schuldbeheertransacties die moeten worden uitgevoerd om de totale blootstelling van de begroting van de Unie en van de begunstigden van leningen te bepalen. Daartoe moet in het besluit een bandbreedte worden vastgesteld voor de maximale uitgiftebedragen van langetermijnfinanciering voor alle doeleinden, een maximaal uitstaand bedrag aan kortetermijnfinanciering, de maximale gemiddelde looptijd van de langetermijnfinanciering van de Unie, een limiet voor het definitieve uitstaande bedrag per uitgifte en, indien van toepassing, het maximumbedrag van de uitgiften van de Commissie die voor eigen rekening kunnen worden aangehouden en kunnen worden gebruikt als aanvullende financieringsbron of ter ondersteuning van de secundaire markt.

    (7)

    Om ervoor te zorgen dat de nodige middelen beschikbaar zijn om aan de verplichtingen in het kader van de desbetreffende programma’s voor financiële bijstand te voldoen wanneer deze opeisbaar worden voor betalingen, moeten lenings- en schuldbeheertransacties in het kader van de gediversifieerde financieringsstrategie worden uitgevoerd op basis van halfjaarlijkse financieringsplannen. De financieringsplannen zouden deze transacties tijdens deze periode afbakenen aan de hand van de betalingen die moeten worden gedaan om de desbetreffende programma’s uit te voeren. De opstelling van het financieringsplan moet daarom zorgen voor een rechtstreeks verband met de betalingsbehoeften om te voldoen aan de uitgavenvastleggingen die in het kader van de desbetreffende basishandelingen zijn aangegaan. Het financieringsplan moet worden opgesteld op basis van de limieten die in het jaarlijkse besluit tot het opnemen van leningen zijn vastgesteld. Het financieringsplan vormt de basis om marktdeelnemers te informeren over de indicatieve financieringsplannen in de komende periode.

    (8)

    Door een indicatief maximumbedrag aan leningen vast te stellen dat in de regel een periode van zes maanden bestrijkt, en door bepaalde andere belangrijke parameters van de geplande transacties vast te stellen, zou het financieringsplan ook zorgen voor een grotere voorspelbaarheid van de uitgiften, met behoud van flexibiliteit en transparantie op de markten. De beoogde investeerders hebben behoefte aan informatie over toekomstige uitgiften en een indicatie van het tijdschema voor de voorbereiding van de investeringsplanning.

    (9)

    Het jaarlijkse besluit tot het opnemen van leningen en het financieringsplan moeten dienen als basis voor de informatieverstrekking door de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad overeenkomstig artikel 220 bis, lid 2, van het Financieel Reglement, alsook voor communicatie met de markten en het publiek. Voorts moet de Commissie overeenkomstig artikel 220 bis, lid 2, van het Financieel Reglement op alomvattende wijze en op regelmatige basis verslag uitbrengen aan het Europees Parlement en de Raad over alle aspecten van haar strategie voor het opnemen van leningen en schuldbeheer.

    (10)

    De vaststelling van nauwkeurige en zinvolle financieringsplannen in het kader van de gediversifieerde financieringsstrategie hangt af van de regelmatige en tijdige mededeling van informatie door de ordonnateurs die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de programma’s voor financiële bijstand binnen de termijnen en de bedragen voor verwachte betalingsgoedkeuringen. Deze informatie moet via het instrument voor financiële prognoses van de Commissie worden meegedeeld aan het directoraat-generaal Begroting, als dienst die verantwoordelijk is voor de vaststelling en uitvoering van de financieringsplannen.

    (11)

    De gediversifieerde financieringsstrategie moet gericht zijn op het verkrijgen van de meest gunstige financiële voorwaarden voor de Unie, door middel van een deugdelijke planning en een vlotte uitvoering van transacties tegen de best mogelijke voorwaarden onder de heersende marktomstandigheden. Gezien de noodzaak om financiering aan te trekken om uitbetalingen aan de respectieve programma’s mogelijk te maken, beschikt de Commissie over een beperkte discretionaire bevoegdheid met betrekking tot de timing van markttransacties. De gediversifieerde financieringsstrategie zou de Commissie voorzien van een breder spectrum van financieringstechnieken, met inbegrip van kortetermijnfinanciering, waardoor zij het marktuitvoeringsrisico kan verminderen wanneer dat nodig is om in ongunstige marktomstandigheden middelen aan te trekken.

    (12)

    Financieringsinstrumenten in het kader van de gediversifieerde financieringsstrategie moeten onder meer een verscheidenheid aan benchmarkobligaties en EU-schuldpapier omvatten. Leningstransacties in het kader van de gediversifieerde financieringsstrategie moeten worden georganiseerd in de vorm van veilingen, gesyndiceerde transacties of onderhandse plaatsingen, naargelang wat het meest geschikt is gezien de omvang en de aard van de transacties.

    (13)

    De gediversifieerde financieringsstrategie moet het mogelijk maken om instrumenten op korte termijn uit te geven en een liquiditeitsbuffer aan te houden, zodat de Commissie incongruenties in de timing tussen leningen en uitbetalingen kan opvangen en kan voldoen aan een uitbetalingsverzoek in geval van ongunstige financieringsvoorwaarden. Kortlopende leningen via EU-schuldpapier moeten worden uitgevoerd door middel van regelmatige veilingen om flexibiliteit en efficiëntie te bieden. Deze veilingen moeten zodanig worden georganiseerd dat een transparante en voorspelbare status van de Unie als uitgevende instelling en een gelijke behandeling van deelnemers worden gewaarborgd.

    (14)

    Schuldbeheertransacties in het kader van de gediversifieerde financieringsstrategie maken een beter beheer van renterisico’s en andere financiële risico’s mogelijk. Het is daarom passend het gebruik van derivaten zoals swaps toe te staan om rente- of andere financiële risico’s in verband met leningen aan de begunstigde landen te beheren, met inachtneming van het beginsel van begrotingsevenwicht, of om gewaarborgde of niet-gewaarborgde geldmarkttransacties aan te gaan met de agentschappen voor het schuldbeheer van de lidstaten, supranationale instellingen, nationale overheidsinstanties, kredietinstellingen en beleggingsondernemingen met een passende kredietwaardigheid of centrale tegenpartijen. In dit verband moet de Commissie ook worden gemachtigd om haar eigen obligaties terug te kopen en/of aan te houden met het oog op het liquiditeitsbeheer en de ondersteuning van de liquiditeit op de markt voor EU-obligaties.

    (15)

    Transacties tot het verstrekken van leningen moeten worden uitgevoerd in overeenstemming met de desbetreffende basishandeling en de desbetreffende leningsovereenkomsten. Het is passend minimumvoorwaarden vast te stellen waaronder leningen worden uitbetaald. Er moet ook voor worden gezorgd dat de begunstigde landen alle kosten in verband met de lening dragen die de Unie heeft gemaakt volgens een door de Commissie in een afzonderlijk besluit vastgestelde methode, aangevuld met gedetailleerde richtsnoeren voor de berekening van die kosten.

    (16)

    Begunstigde landen moeten de mogelijkheid krijgen om de Commissie te verzoeken leningen te verstrekken tegen een vaste afdekking van de rentevoet. Dit zou de Commissie ertoe verplichten financiële instrumenten zoals renteswaps te gebruiken om leningen met vaste rente aan te bieden. De kosten voor het beheer van risico’s met derivaten moeten door het begunstigde land worden gedragen.

    (17)

    Transacties tot het opnemen van leningen in het kader van bestaande programma’s voor financiële bijstand worden uitgevoerd in het kader van het “EU-Euratom-programma voor de schulduitgifte”, dat in 2019 is vastgesteld en in 2021 is bijgewerkt (het “schulduitgifteprogramma”). Dit omvat onder meer een prospectus met alle vereiste informatie aan de markten overeenkomstig de toepasselijke wetgeving, en operationele en contractuele regelingen met tegenpartijen die een belangrijke rol spelen bij het opnemen van leningen. Transacties tot het opnemen van leningen in het kader van de gediversifieerde financieringsstrategie moeten worden uitgevoerd in het kader van het schulduitgifteprogramma, na de invoering van de nodige wijzigingen in de bestaande documentatie.

    (18)

    Met het oog op de uitvoering van lenings- en schuldbeheertransacties in het kader van de gediversifieerde financieringsstrategie moet worden voorzien in passende operationele capaciteit, met inbegrip van capaciteit voor de afwikkeling van transacties, een veilingplatform en de mogelijkheid om een beroep te doen op retrocessietransacties en swaps.

    (19)

    Om lenings- en schuldbeheertransacties in het kader van de gediversifieerde financieringsstrategie en de daarmee verband houdende transacties tot het verstrekken van leningen uit te voeren, moet de Commissie uitsluitend voor deze transacties specifieke rekeningen openen. Voor deze rekeningen moeten dezelfde overwegingen gelden als voor de rekeningen voor NGEU-transacties. Met name om het liquiditeitsrisico dat uit deze transacties voortvloeit, aan te pakken, moet worden voorzien in veilige en speciaal daartoe bestemde liquiditeitsbuffers voor betalingen. Het vereiste om een speciaal daartoe bestemde liquiditeitsbuffer aan te houden vormt een integraal en onmisbaar onderdeel van de risicobeheerbenadering voor een gediversifieerde financieringsstrategie. Om ervoor te zorgen dat deze essentiële kasmiddelen niet onderhevig zijn aan een tegenpartijrisico dat voortvloeit uit het falen van de instelling waarbij deze reserves worden aangehouden, is het absoluut noodzakelijk dat deze liquiditeitsbuffers bij een centrale bank worden aangehouden. Deze kasmiddelen moeten worden aangehouden op een speciale rekening bij de ECB en moeten worden beperkt tot het laagste niveau dat nodig is om te voldoen aan komende betalingen gedurende een korte periode, maar kunnen qua bedrag variëren naargelang van het uitgifte- en uitbetalingsschema. Met de ECB moet een overeenkomst inzake dienstverlening als fiscaal agent worden gesloten die de dekking van de daarmee gepaard gaande kosten mogelijk maakt.

    (20)

    Voorts moet een risicobeheer en compliancekader voor transacties voor het opnemen, schuldbeheer en verstrekken van leningen zorgen voor de bescherming van de financiële belangen van de Unie en garanderen dat alle activiteiten worden uitgevoerd op een wijze die strookt met de hoogste normen van integriteit, betrouwbaarheid en goed financieel en risicobeheer. In dat verband moet de rol van de Chief Risk Officer die eerder bij Besluit C(2021) 2502 van de Commissie is ingesteld, worden uitgebreid tot alle transacties in het kader van de gediversifieerde financieringsstrategie uit hoofde van dit besluit. De Chief Risk Officer moet bij de uitvoering van zijn taken worden ondersteund door het Risk & Compliance-comité.

    (21)

    De Chief Risk Officer moet, in overeenstemming met de beste praktijken en erkende internationale normen, een risico- en compliancebeleid op hoog niveau opstellen dat risico- en compliancerichtsnoeren bevat voor de uitvoering van de transacties in volledige onafhankelijkheid.

    (22)

    De Chief Risk Officer moet er met name voor zorgen dat de transacties in overeenstemming zijn met het risico- en compliancebeleid op hoog niveau en dat de risico’s in verband met deze transacties worden geïdentificeerd, begrepen, beheerd en gerapporteerd aan de Chief Risk Officer. Bij de uitvoering van deze taken moet de Chief Risk Officer worden ondersteund door een Compliance Officer, die rechtstreeks verslag uitbrengt aan de Chief Risk Officer over aangelegenheden in verband met de naleving van de regels, procedures en voorkoming van witwassen en terrorismefinanciering.

    (23)

    Om ervoor te zorgen dat de regelingen die van toepassing zijn op alle transacties die via de gediversifieerde financieringsstrategie worden uitgevoerd, uniform zijn, is het passend Besluit C(2021) 2502 in te trekken.

    (24)

    Om ervoor te zorgen dat de komende transacties tot het opnemen van leningen in het kader van het instrument voor steunverlening aan Oekraïne (7) baat hebben bij de gediversifieerde financieringsstrategie, moet dit besluit met spoed in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    HOOFDSTUK 1

    ONDERWERP EN DEFINITIES

    Artikel 1

    Onderwerp en toepassingsgebied

    1.   Bij dit besluit worden de regelingen vastgesteld voor de uitvoering van de gediversifieerde financieringsstrategie voor lenings- en schuldbeheertransacties binnen het toepassingsgebied van artikel 220 bis van het Financieel Reglement, alsmede voor de daarmee verband houdende transacties tot het verstrekken van leningen.

    2.   Hoofdstuk 4 is ook van toepassing op volgens de back-to-backmethode uitgevoerde transacties tot het opnemen en verstrekken van leningen.

    Artikel 2

    Definities

    Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

    1)

    “transacties tot het opnemen van leningen”: markttransacties, met name schulduitgiften om te lenen, met inbegrip van doorrolleningen;

    2)

    “schuldbeheertransacties”: markttransacties met betrekking tot de schuld die uit de transacties tot het opnemen van leningen voortvloeit om de structuur van de uitstaande schuld te optimaliseren en rente-, liquiditeits- en andere financiële risico’s te beperken en transacties ter ondersteuning van de liquiditeit op de secundaire markten;

    3)

    “transacties tot het verstrekken van leningen”: transacties in verband met de uitvoering van leningen en kredietlijnen voor financiële bijstand uit hoofde van artikel 220 van het Financieel Reglement;

    4)

    “uitbetaling”: de overdracht van opbrengsten uit lenings- en schuldbeheertransacties ter financiering van terugbetaalbare of niet-terugbetaalbare steun aan een begunstigde;

    5)

    “programmaordonnateur”: de ordonnateur die overeenkomstig bijlage I bij de bij Besluit C(2018) 5120 van de Commissie (8) vastgestelde interne regels bevoegd is voor de uitvoering van de begrotingsonderdelen van een programma voor financiële bijstand en een programma dat wordt gefinancierd uit hoofde van artikel 2, lid 2, van Verordening (EU) 2020/2094, voor zover dit programma de in artikel 1, lid 2, van die verordening bedoelde maatregelen ten uitvoer legt;

    6)

    “swap”: swap als gedefinieerd in afdeling 1, punt 10, van bijlage III bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/583 van de Commissie (9);

    7)

    “derivaten”: derivaten in de zin van artikel 2, lid 5, van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad (10);

    8)

    “retrocessietransactie” of “omgekeerde repotransactie”: retrocessietransactie of omgekeerde repotransactie als gedefinieerd in artikel 3, lid 9, van Verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad (11);

    9)

    “kooptransactie met wederverkoop” of “verkooptransactie met wederinkoop”: een kooptransactie met wederverkoop en een verkooptransactie met wederinkoop als gedefinieerd in artikel 3, lid 8, van Verordening (EU) 2015/2365;

    10)

    “gesyndiceerde transactie”: een transactie waarbij financiering door een groep kredietverstrekkers, hierna “syndicaat” genoemd, aan één enkele kredietnemer wordt aangeboden;

    11)

    “veiling”: het uitgifteproces van de schuldbewijzen van de Unie en Euratom op basis van concurrerende biedingen via een veilingplatform;

    12)

    “langetermijnfinanciering”: financiering door middel van transacties tot het opnemen van leningen voor een looptijd van meer dan een jaar, met uitzondering van de bedragen die voor eigen rekening worden aangehouden;

    13)

    “kortetermijnfinanciering”: financiering door middel van transacties tot het opnemen van leningen voor een looptijd van één jaar of korter en het gebruik van niet-gewaarborgde en gewaarborgde geldmarkttransacties met gebruikmaking van voor eigen rekening aangehouden effecten.

    HOOFDSTUK 2

    OPNEMEN VAN LENINGEN, SCHULDBEHEER EN VERSTREKKEN VAN LENINGEN

    AFDELING 1

    Financieringsstrategie

    Artikel 3

    Jaarlijks besluit tot het opnemen van leningen

    1.   De Commissie stelt een kaderbesluit tot het opnemen van leningen vast, waarin de maximumbedragen worden vastgesteld voor de lenings- en schuldbeheertransacties, die betrekking hebben op een periode van één jaar (“jaarlijks besluit tot het opnemen van leningen”).

    2.   Het jaarlijkse besluit tot het opnemen van leningen bevat de volgende financieringsparameters:

    a)

    het maximale jaarlijkse bedrag aan langetermijnfinanciering op basis van de verwachte omvang van de geplande uitbetalingen en van de herfinancieringsbehoeften;

    b)

    het maximale uitstaande bedrag aan kortetermijnfinanciering, onder meer door de uitgifte van EU-schuldpapier, het gebruik van niet-gewaarborgde geldmarkttransacties, op basis van de verwachte behoeften aan liquiditeitsbeheer, tijdelijke financiering en, in voorkomend geval, het gebruik van gewaarborgde geldmarkttransacties met eigen uitgiften die voor eigen rekening worden aangehouden, onder meer ter ondersteuning van de secundaire markt voor EU-obligaties;

    c)

    het maximale definitieve uitstaande bedrag per uitgifte dat het concentratierisico op de vervaldag weergeeft;

    d)

    de maximale gemiddelde looptijd van langetermijnfinanciering;

    e)

    in voorkomend geval, het maximale uitstaande bedrag aan eigen uitgiften die voor eigen rekening van de Commissie kunnen worden aangehouden en kunnen worden gebruikt voor gewaarborgde geldmarkttransacties of ter ondersteuning van de secundaire markt voor EU-obligaties.

    3.   Bij de voorbereiding van het jaarlijkse besluit tot het opnemen van leningen wordt rekening gehouden met de volgende factoren:

    a)

    de vereisten die voortvloeien uit de onderliggende basishandelingen, met name de in artikel 220, lid 1, van het Financieel Reglement bedoelde basishandelingen;

    b)

    de betalingsverplichtingen voor de uitstaande schuld en de aflossing van de hoofdsom, overeenkomstig het jaarlijkse werkprogramma en rekening houdend met de financiële programmering;

    c)

    de verenigbaarheid met de limieten die zijn vastgesteld in Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 en, in voorkomend geval, Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad (12), en met de in de onderliggende basishandeling vastgestelde maximumkrediettermijn of maximale gemiddelde looptijd. Wat NGEU betreft, zijn die limieten vastgesteld in artikel 6 van Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 voor het maximum voor aanvullende eigen middelen van 0,6 procentpunten van de bni’s van de lidstaten en, in het geval van geplande terugbetaling van leningen uit de begroting van de Unie, met het in artikel 5, lid 2, derde alinea, van dat besluit vastgestelde maximum;

    d)

    de looptijden van de leningen die zijn vastgesteld in de leningsovereenkomsten tussen de Commissie en het begunstigde land;

    e)

    andere factoren die relevant zijn voor de bepaling van de lenings- en schuldbeheertransacties.

    4.   Het jaarlijkse besluit tot het opnemen van leningen wordt vastgesteld vóór de aanvang van de periode waarop het betrekking heeft.

    5.   Het jaarlijkse besluit tot het opnemen van leningen kan met name worden gewijzigd in geval van een ernstig risico dat de maximale gemiddelde looptijd niet in acht kan worden genomen wegens onderbesteding van de uitgiften van de bedragen van langetermijnfinanciering of in geval van wijziging van een of meer van de in lid 3 bedoelde factoren.

    6.   De Commissie stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van het jaarlijkse besluit tot het opnemen van leningen.

    Artikel 4

    Financieringsplan

    1.   In het financieringsplan wordt een indicatief streefcijfer vastgesteld voor de middelen die moeten worden aangetrokken door transacties tot het opnemen van leningen en die worden beheerd door middel van schuldbeheertransacties, die in de regel een termijn van zes maanden bestrijken.

    2.   In het financieringsplan worden de geplande transacties tot het opnemen van leningen en, in voorkomend geval, de schuldbeheertransactie vermeld die in het kader van de gediversifieerde financieringsstrategie moeten worden uitgevoerd. Binnen de grenzen die in het jaarlijkse besluit tot het opnemen van leningen zijn vastgesteld en rekening houdend met de in artikel 3, lid 3, bedoelde factoren en de financiële voorwaarden op de primaire en secundaire markt, omvat het financieringsplan onder meer de volgende financieringsparameters:

    a)

    het maximale verwachte bedrag aan kortetermijn- en langetermijnfinanciering voor de periode;

    b)

    de gewogen maximale gemiddelde looptijd van langetermijnfinanciering die wordt opgenomen;

    c)

    een bovengrens voor de verwachte gemiddelde liquiditeit die beschikbaar zal zijn als reserve om aan de betalingsbehoeften voor de geplande periode te voldoen;

    d)

    in voorkomend geval, het maximale uitstaande bedrag aan eigen uitgiften die voor eigen rekening van de Commissie kunnen worden aangehouden en kunnen worden gebruikt voor gewaarborgde geldmarkttransacties of ter ondersteuning van de secundaire markt.

    Bij het opstellen van het financieringsplan wordt terdege rekening gehouden met het advies van de in artikel 18, lid 2, punt a), bedoelde Chief Risk Officer.

    3.   Het financieringsplan wordt vastgesteld vóór de aanvang van de periode waarop het betrekking heeft.

    4.   Het financieringsplan kan worden gewijzigd in geval van een belangrijke wijziging van een of meer van de in artikel 3, lid 3, genoemde factoren.

    5.   Op basis van het goedgekeurde financieringsplan brengt de Commissie het Europees Parlement en de Raad op de hoogte.

    Artikel 5

    Mededeling van de verwachte uitbetalingsbehoeften met het oog op de voorbereiding en uitvoering van het financieringsplan

    1.   Het financieringsplan wordt opgesteld op basis van door de programmaordonnateurs aan het directoraat-generaal Begroting te verstrekken actuele informatie over het tijdschema van de verwachte betalingen in de loop van de betrokken periode van zes maanden. De verstrekte informatie moet zo nauwkeurig en betrouwbaar mogelijk zijn.

    2.   Een maand vóór de vaststelling van het financieringsplan verstrekken de programmaordonnateurs een gedetailleerde prognose van de uitbetalingsbehoeften voor de respectieve programma’s.

    3.   De programmaordonnateurs verstrekken, voor zover mogelijk, regelmatige, nauwkeurige en betrouwbare actualiseringen van de informatie die is verstrekt met betrekking tot de geplande uitbetalingen, met inbegrip van wijzigingen in de termijnen voor de voltooiing van de procedures voor de goedkeuring van betalingen.

    4.   De programmaordonnateurs gebruiken het elektronische systeem voor de mededeling en actualisering van informatie over verwachte uitbetalingsbehoeften voor de toezending van de in artikel 11, lid 2, punt h), bedoelde informatie over betalingsramingen met het oog op de mededeling van de krachtens de leden 1 tot en met 3 van dit artikel vereiste informatie.

    Artikel 6

    Uitvoering van de lenings- en schuldbeheertransacties

    1.   De afzonderlijke transacties tot het opnemen van leningen worden uitgevoerd in overeenstemming met de meest recente toepasselijke actualisering van het financieringsplan voor de betrokken periode.

    Op basis van de uit hoofde van artikel 5, lid 3, verstrekte regelmatige actualiseringen van de informatie over de bedragen en het verwachte tijdschema voor de goedkeuring van uitbetalingen door programmaordonnateurs geeft de directeur-generaal van het directoraat-generaal Begroting regelmatig instructies over de bedragen die via de uitgifte van schuldpapier moeten worden opgehaald.

    2.   De geïnstrueerde bedragen worden opgehaald door de in artikel 7 omschreven gediversifieerde financieringsstrategie toe te passen, met inachtneming van de in artikel 4, lid 2, vastgestelde financieringsparameters van het financieringsplan.

    Bij de lenings- en schuldbeheertransacties wordt het beginsel van goed financieel beheer in acht genomen, dat bestaat uit een passende scheiding van functies en verantwoordelijkheden, informatie- en rapporteringsstromen die gericht zijn op het waarborgen van onafhankelijk toezicht en verantwoordingsplicht, en de wettigheid en regelmatigheid van alle transacties. Deze transacties worden uitgevoerd overeenkomstig de beste marktpraktijken en met inachtneming van de marktconventies.

    Artikel 7

    Gediversifieerde financieringsstrategie

    1.   Bij de uitvoering van de gediversifieerde financieringsstrategie passen de diensten van de Commissie in voorkomend geval de volgende beginselen toe, met volledige inachtneming van het beginsel van goed financieel beheer, om de vereiste financiële middelen te lenen om tijdig te voldoen aan de behoeften van de desbetreffende programma’s voor terugbetaalbare en niet-terugbetaalbare steun, en om de daaruit voortvloeiende schuld zo efficiënt en vlot mogelijk te beheren, waarbij ernaar wordt gestreefd de gunstigste financiële voorwaarden te verkrijgen onder de heersende marktomstandigheden voor de begroting van de Unie en de begunstigde landen, en te streven naar een regelmatige aanwezigheid op de kapitaalmarkt:

    a)

    transacties tot het opnemen van leningen en schuldbeheertransacties kunnen plaatsvinden op de primaire markt, op de secundaire markt en op de geldmarkten;

    b)

    transacties tot het opnemen van leningen worden georganiseerd door middel van een reeks individuele leningen met verschillende looptijden, variërend van kortetermijn- tot langetermijnfinanciering;

    c)

    transacties tot het opnemen van leningen kunnen worden georganiseerd door middel van een mix van gesyndiceerde transacties en veilingen en onderhandse plaatsingen, waarbij in beide gevallen gebruik wordt gemaakt van de diensten van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen die lid zijn van het netwerk van primary dealers dat is opgericht bij Besluit (EU, Euratom) 2021/625 van de Commissie (13);

    d)

    de resulterende schuld kan worden verlengd met het oog op looptijdbeheer;

    e)

    cashflowmismatches en liquiditeitsrisico worden beheerd door middel van maatregelen op het gebied van het kortetermijnliquiditeitsbeheer van op een specifieke rekening aangehouden bedragen met gebruikmaking van gewaarborgde en niet-gewaarborgde geldmarkttransacties.

    2.   Indien dit nodig is om een beter beheer te waarborgen van rente- en andere financiële risico’s die voortvloeien uit de uitvoering van de gediversifieerde financieringsstrategie, kunnen de diensten van de Commissie ook gebruikmaken van schuldbeheertransacties die kunnen bestaan in het gebruik van derivaten zoals swaps om rente- of andere financiële risico’s te beheren, of kunnen inhouden dat zij gewaarborgde of niet-gewaarborgde geldmarkttransacties aangaan met bureaus voor schuldbeheer van lidstaten, supranationale instellingen, nationale overheidsinstanties, kredietinstellingen en beleggingsondernemingen met een passende kredietwaardigheid en centrale tegenpartijen. Daartoe kunnen de diensten van de Commissie hun eigen obligaties terugkopen en aanhouden. Swaps mogen met name alleen worden gebruikt voor het afdekken van renterisico’s die worden gedragen door landen die leningen ontvangen. De kosten voor het beheer van risico’s met derivaten worden door de begunstigde van het risicobeheer gedragen.

    AFDELING 2

    Transacties tot het verstrekken van leningen

    Artikel 8

    Transacties tot het verstrekken van leningen

    De transacties tot het verstrekken van leningen worden uitgevoerd overeenkomstig de specifieke regels die zijn vastgesteld in de desbetreffende basishandeling, alsmede de voorwaarden die zijn vastgelegd in de leningsovereenkomsten tussen de Commissie en het begunstigde land overeenkomstig de desbetreffende basishandeling.

    Artikel 9

    Uitbetalingen en vervroegde beëindiging van de lening

    De uitbetaling van leningstermijnen of tranches geschiedt zo efficiënt en snel mogelijk, afhankelijk van de beschikbaarheid van financiering. De leningsovereenkomsten bevatten een onvoorwaardelijke en onherroepelijke verbintenis van het begunstigde land om alle kosten in verband met de lening, met inbegrip van administratieve kosten, te dragen en de hoofdsom en de rente terug te betalen, en kunnen het gebruik van derivaten, met name swaps, toestaan.

    Leningsovereenkomsten in het kader van Verordening (EU) 2021/241 bevatten een clausule voor de vervroegde beëindiging van de lening die de Commissie het recht geeft te verzoeken om vervroegde terugbetaling van de lening, onder meer overeenkomstig artikel 22, lid 5, en artikel 24, lid 9, van Verordening (EU) 2021/241, en om niet goedgekeurde voorfinanciering terug te vorderen.

    Artikel 10

    Kosten van de lening

    Alle kosten, met inbegrip van de kosten in verband met het beheer van rente- en andere financiële risico’s, die de Unie maakt in verband met het opnemen van middelen voor de leningen, worden gedragen door de begunstigde landen, overeenkomstig artikel 220 van het Financieel Reglement en de desbetreffende basishandelingen, en worden berekend volgens een methode die door de Commissie is vastgesteld in Uitvoeringsbesluit EU 2022/2545 van de Commissie (14), aangevuld met specifieke richtsnoeren, met volledige inachtneming van de beginselen van transparantie en gelijke behandeling.

    Alle door de Unie gemaakte kosten voor derivaten komen ten laste van het begunstigde land.

    De kosten worden op gezette tijden aan het begunstigde land gefactureerd.

    AFDELING 3

    Uitvoering en rapportering

    Artikel 11

    Opbouw van operationele capaciteit

    1.   De uitvoering van de lenings- en schuldbeheertransacties in het kader van de gediversifieerde financieringsstrategie en de daarmee verband houdende transacties tot het verstrekken van leningen omvat de opbouw en het beheer van de operationele capaciteit, waarbij wordt gewaarborgd dat de opgezette systemen een gezond financieel beheer waarborgen en onderworpen zijn aan degelijk risicobeheer en documentatie van processen en besluiten.

    2.   Deze operationele capaciteit omvat met name volgende taken:

    a)

    onderhandelen over, evalueren en ondertekenen van overeenkomsten met openbare of particuliere kredietinstellingen en nationale of internationale centrale effectenbewaarinstellingen die vereist zijn voor het sluiten van de afwikkeling van transacties;

    b)

    herzien, aanpassen, wijzigen, herschrijven en afronden van de documentatie over het opnemen van leningen, met inbegrip van de documentatie in het kader van het schulduitgifteprogramma;

    c)

    vaststellen van regelingen en regels voor de organisatie van veilingen, met inbegrip van overeenkomsten met externe aanbieders van systemen en permanent toezicht op de uitvoering van veilingen;

    d)

    uitvoeren van individuele leningstransacties door middel van gesyndiceerde transacties, veilingen en onderhandse plaatsingen;

    e)

    berekenen van de kosten die zijn gemaakt volgens de door de Commissie in specifieke richtsnoeren vast te stellen methode en die in het kader van transacties tot het verstrekken van leningen ten laste van de begroting van de Unie en van de begunstigde landen moet worden gebracht;

    f)

    vaststellen van regelingen en onderhandelen over, evalueren en ondertekenen van overeenkomsten, met inbegrip van overeenkomsten met tegenpartijen en aanbieders van handelssystemen, die vereist zijn voor het uitvoeren van de volgende transacties en instrumenten:

    i)

    retrocessietransacties of omgekeerde repotransacties, kooptransacties met wederverkoop of verkooptransacties met wederinkoop en andere transacties die aanleiding geven tot passiva;

    ii)

    derivaten, zoals swaps, met als enig doel leningen te beheren en af te dekken.

    g)

    verrichten van transacties op de secundaire markt, niet-gewaarborgde en gewaarborgde geldmarkttransacties, met inbegrip van de in punten f), i) en ii), bedoelde transacties;

    h)

    opzetten en beheren van het in artikel 5, lid 4, bedoelde elektronische systeem voor de mededeling en actualisering van informatie over verwachte betalingsbehoeften.

    Artikel 12

    Rapportering over de uitvoering van transacties voor het opnemen, schuldbeheer en verstrekken van leningen

    De Commissie stelt tweemaal per jaar een verslag op over alle aspecten van haar strategie voor het opnemen van leningen en schuldbeheer, zoals rechtsgrondslag, uitstaande bedragen van obligaties en schuldpapier, looptijdprofiel, uitgekeerde subsidies en leningen, aflossingsschema van de uitbetaalde leningen, financieringskosten en het bedrag dat de Commissie voornemens is in het komende semester uit te geven. Dit verslag wordt aan het Europees Parlement en de Raad voorgelegd.

    HOOFDSTUK 3

    BOEKHOUDING EN REKENPLICHTIGE

    Artikel 13

    Rekening voor het beheer van de opbrengsten

    1.   De opbrengsten met betrekking tot het opnemen, schuldbeheer en verstrekken van leningen worden beheerd via een door de rekenplichtige van de Commissie geopende rekening. De rekenplichtige delegeert het beheer van deze rekening aan de bevoegde diensten van het directoraat-generaal Begroting, die de rekening beheren overeenkomstig de regels, beginselen en procedures van dit besluit.

    2.   De rekening wordt bij de ECB aangehouden op basis van een contract inzake fiscale agentschapsdiensten. De rekening wordt gebruikt voor specifieke liquiditeitsbuffers die worden aangepast aan de bedragen van komende betalingen.

    Artikel 14

    Boekhouding voor het opnemen, schuldbeheer en verstrekken van leningen

    De rekenplichtige is verantwoordelijk voor een passende boekhouding van alle transacties voor het opnemen, schuldbeheer en verstrekken van leningen overeenkomstig de boekhoudregels van de Unie en titel XIII van het Financieel Reglement.

    Artikel 15

    Opstelling van financiële overzichten

    1.   De rekenplichtige is verantwoordelijk voor het opstellen van de jaarlijkse financiële overzichten met betrekking tot de transacties voor het opnemen, schuldbeheer en verstrekken van leningen overeenkomstig de boekhoudregels van de Unie en op basis van de door de programmaordonnateurs verstrekte informatie.

    2.   Deze financiële overzichten maken deel uit van de geconsolideerde jaarrekening van de begroting van de Unie.

    HOOFDSTUK 4

    RISICOBEHEER EN COMPLIANCE

    Artikel 16

    Rol van de Chief Risk Officer voor het opnemen, schuldbeheer en verstrekken van leningen

    1.   Er wordt een Chief Risk Officer aangesteld voor het opnemen, schuldbeheer en verstrekken van leningen, wiens bevoegdheden en taken in dit besluit zijn vastgelegd.

    2.   De rol van de Chief Risk Officer bestaat erin ervoor te zorgen dat de systemen en processen die worden gebruikt voor de uitvoering van transacties voor het opnemen, schuldbeheer en verstrekken van leningen zodanig worden ontworpen en uitgevoerd dat de bescherming van de financiële belangen van de Unie en een goed financieel beheer van transacties voor het opnemen, schuldbeheer en verstrekken van leningen zo veel mogelijk worden gewaarborgd.

    3.   De rol van Chief Risk Officer wordt onafhankelijk van de functies en taken in verband met de planning, toepassing, uitvoering en verantwoording van transacties uitgeoefend. De Chief Risk Officer heeft autonomie bij de uitvoering van de in dit hoofdstuk beschreven taken en verantwoordelijkheden en krijgt de nodige middelen ter beschikking gesteld.

    4.   De Chief Risk Officer brengt rechtstreeks verslag uit aan het lid van het college dat verantwoordelijk is voor de begroting met betrekking tot de in dit hoofdstuk vastgestelde verantwoordelijkheden.

    5.   Een met de taak van Compliance Officer belast personeelslid rapporteert rechtstreeks aan de Chief Risk Officer over de in artikel 17, lid 4, genoemde aangelegenheden.

    Artikel 17

    Vaststelling van een risico- en compliancebeleid op hoog niveau

    1.   De Chief Risk Officer stelt een risico- en compliancebeleid op hoog niveau op, waarin de voornaamste risico’s voor de financiële belangen van de Unie die voortvloeien uit de uitvoering van transacties voor het opnemen, schuldbeheer en verstrekken van leningen, in kaart worden gebracht. In dit verband houdt de Chief Risk Officer rekening met de beginselen voor risico-erkenning en -beoordeling, volgens welke een doeltreffend internecontrolesysteem de voornaamste risico’s identificeert en voortdurend beoordeelt.

    2.   Het risico- en compliancebeleid op hoog niveau stelt de strategische risicodoelstellingen vast en biedt het overkoepelende kader voor de richtsnoeren voor risicobeheer die van toepassing zijn op transacties voor het opnemen, schuldbeheer en verstrekken van leningen.

    3.   In het risico- en compliancebeleid op hoog niveau worden alle bijbehorende risico’s in kaart gebracht, waaronder liquiditeits-, markt-, financierings-, krediet-, tegenpartij- en operationele risico’s die voortvloeien uit de uitvoering van de transacties voor het opnemen, schuldbeheer en verstrekken van leningen. In het risico- en compliancebeleid op hoog niveau worden voor elk risico de risicobereidheid op hoog niveau vastgesteld, de algemene methoden om de risicoblootstelling te meten, de monitoring- en rapporteringsvereisten, alsmede het escalatiemechanisme dat moet worden toegepast in geval van inbreuken of niet-naleving. Hierbij wordt de deugdelijkheid van de procedures geverifieerd die nodig zijn om de betrouwbaarheid, integriteit en transparantie van die transacties te waarborgen en worden alle financiële of operationele risico’s op passende wijze beperkt.

    4.   Het risico- en compliancebeleid op hoog niveau omvat de volgende regels en procedures:

    a)

    regels en procedures die moeten worden nageleefd door personen die verantwoordelijk zijn voor de operationele toepassing en uitvoering van de gediversifieerde financieringsstrategie, en

    b)

    regels en procedures ter voorkoming van het witwassen van geld, de financiering van terrorisme, de uitvoering van transacties voor het opnemen, schuldbeheer en verstrekken van leningen door entiteiten die opgericht of gevestigd zijn in rechtsgebieden die in het kader van het desbetreffende beleid inzake niet-coöperatieve rechtsgebieden op de lijst zijn geplaatst of die overeenkomstig artikel 9, lid 2, van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad (15), als landen met een hoog risico zijn aangemerkt, of die daadwerkelijk niet voldoen aan de op Unie- of internationaal niveau overeengekomen belastingnormen inzake transparantie en uitwisseling van informatie, inbreuken op sanctieregelingen en andere relevante financiële onregelmatigheden.

    5.   Het risico- en compliancebeleid op hoog niveau wordt ten minste jaarlijks geëvalueerd en indien nodig herzien.

    6.   Het risico- en compliancebeleid op hoog niveau wordt door de Chief Risk Officer ter goedkeuring voorgelegd aan het lid van het college dat verantwoordelijk is voor de begroting.

    Artikel 18

    Rol van de Chief Risk Officer

    1.   De Chief Risk Officer ziet erop toe dat het risico- en compliancebeleid op hoog niveau op alomvattende en consistente wijze wordt uitgevoerd.

    2.   De Chief Risk Officer wordt met name belast met de volgende taken:

    a)

    een advies uitbrengen over het ontwerpfinancieringsplan;

    b)

    de interne regels en richtsnoeren van de directeur-generaal van het directoraat-generaal Begroting voor de uitvoering van dit besluit beoordelen met het oog op de samenhang met het risico- en compliancebeleid op hoog niveau, dat hij kan verzoeken te wijzigen;

    c)

    zorgen voor en toezien op de voortdurende compliance met behulp van robuuste processen voor het identificeren, kwantificeren en monitoren van risico’s;

    d)

    mogelijke inbreuken op het risico- en compliancebeleid op hoog niveau of op andere risicogerelateerde richtsnoeren, beleidslijnen en limieten in kaart brengen en mogelijke stappen aanbevelen die moeten worden genomen in geval van inbreuken of niet-naleving.

    Artikel 19

    Rapportering door de Chief Risk Officer

    1.   De Chief Risk Officer brengt regelmatig verslag uit over materiële risico’s en over de compliance van de overeenkomstig artikel 17, lid 4, vastgestelde regels en procedures aan het lid van het college dat verantwoordelijk is voor de begroting, aan het Risk & Compliance-comité, aan de directeur-generaal van het directoraat-generaal Begroting en aan de rekenplichtige. De Chief Risk Officer verstrekt ook op gezette tijden informatie over risico’s en beperkingen aan personen die verantwoordelijk zijn voor de operationele uitvoering van de gediversifieerde financieringsstrategie.

    De directeur-generaal van het directoraat-generaal Begroting neemt onverwijld de nodige maatregelen om deze bevindingen aan te pakken en verstrekt de Chief Risk Officer uitleg over de genomen maatregelen.

    Wanneer hij verslag uitbrengt aan het lid van het college dat verantwoordelijk is voor de begroting, kan de Chief Risk Officer dat lid in voorkomend geval ook in kennis stellen van de in de tweede alinea bedoelde bevindingen en van de beraadslagingen van het Risk & Compliance-comité.

    2.   De Chief Risk Officer brengt eenmaal per jaar verslag uit aan de Commissie over de uitvoering van het risico- en compliancebeleid op hoog niveau.

    Artikel 20

    Rol van het Risk & Compliance-comité

    1.   Er wordt een Risk & Compliance-comité opgericht om de Chief Risk Officer te ondersteunen bij de uitvoering van zijn taken.

    2.   Het Risk & Compliance-comité:

    a)

    wordt geraadpleegd door de Chief Risk Officer over het risico- en compliancebeleid op hoog niveau;

    b)

    ondersteunt de Chief Risk Officer bij de in artikel 18, lid 2, punten a), b) en c), bedoelde taken;

    c)

    is betrokken bij de evaluatie, monitoring en goedkeuring van praktijken met betrekking tot de uitvoering van het risico- en compliancebeleid op hoog niveau en met betrekking tot het risicobeheer van de transacties voor het opnemen, schuldbeheer en verstrekken van leningen;

    d)

    ondersteunt de Chief Risk Officer bij het beoordelen van nieuwe risicoblootstellingen in verband met de transacties voor het opnemen, schuldbeheer en verstrekken van leningen, en wordt door de Chief Risk Officer geïnformeerd over de overschrijding van limieten die zijn vastgesteld om risico’s te beperken of de niet-naleving te beperken van het risico- en compliancebeleid op hoog niveau en andere risicogerelateerde richtsnoeren, beleidslijnen en limieten.

    Artikel 21

    Leden en organisatie van het Risk & Compliance-comité

    1.   De leden van het Risk & Compliance-comité zijn de Chief Risk Officer, de rekenplichtige van de Commissie, de Compliance Officer, twee personeelsleden van directoraten-generaal waarvan de taken kennis van risicobeheer en toezicht op de financiële markten inhouden, en twee personeelsleden van het directoraat-generaal Begroting, aangewezen door de directeur-generaal van het directoraat-generaal Begroting.

    2.   De Chief Risk Officer nodigt twee externe deskundigen uit voor de vergaderingen van het Risk & Compliance-comité. De externe deskundigen geven adviezen en nemen deel aan beraadslagingen zonder stemrecht over aangelegenheden die aan het comité worden voorgelegd.

    3.   Het Risk & Compliance-comité neemt, waar mogelijk, standpunten aan op basis van consensus of, wanneer geen consensus wordt bereikt, op basis van een gewone meerderheid van zijn leden. Bij staking van stemmen is de stem van de Chief Risk Officer doorslaggevend.

    4.   Het Risk & Compliance-comité stelt zijn reglement van orde vast.

    HOOFDSTUK 5

    OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

    Artikel 22

    Intrekking

    Besluit C(2021) 2502 wordt ingetrokken.

    Verwijzingen naar het ingetrokken besluit gelden als verwijzingen naar dit besluit.

    Artikel 23

    Inwerkingtreding

    Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, 19 december 2022.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Ursula VON DER LEYEN


    (1)  PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1.

    (2)  Verordening (EU, Euratom) 2022/2434 van het Europees Parlement en de Raad van 6 december 2022 tot wijziging van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 met betrekking tot de vaststelling van een gediversifieerde financieringsstrategie als algemene leenmethode (PB L 319 van 13.12.2022, blz. 1).

    (3)  Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (PB L 57 van 18.2.2021, blz. 17).

    (4)  Verordening (EU) 2020/2094 van de Raad van 14 december 2020 tot vaststelling van een herstelinstrument van de Europese Unie ter ondersteuning van het herstel na de COVID-19-crisis (PB L 433I van 22.12.2020, blz. 23).

    (5)  Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 14 april 2021 tot vaststelling van de noodzakelijke regelingen voor het beheer van de transacties tot het opnemen van leningen op grond van Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad en van de leningstransacties die verband houden met overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) 2021/241 verstrekte leningen.

    (6)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/1095 van de Commissie van 2 juli 2021 tot vaststelling van de methode voor de toewijzing van de kosten in verband met de lenings- en schuldbeheertransacties in het kader van NextGenerationEU (PB L 236 van 5.7.2021, blz. 75).

    (7)  Verordening (EU) 2022/2463 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2022 tot vaststelling van een instrument voor de toekenning van steun aan Oekraïne voor 2023 (macrofinanciële bijstand +) (PB L 322 van 16.12.2022, blz. 1).

    (8)  Besluit C(2018) 5120 final van de Commissie van 3 augustus 2018 inzake de interne regels betreffende de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie (afdeling Europese Commissie) ter attentie van de diensten van de Commissie.

    (9)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/583 van de Commissie van 14 juli 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten in financiële instrumenten wat betreft technische reguleringsnormen inzake transparantievereisten voor handelsplatforms en beleggingsondernemingen ten aanzien van obligaties, gestructureerde financiële producten, emissierechten en derivaten (PB L 87 van 31.3.2017, blz. 229).

    (10)  Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1).

    (11)  Verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende de transparantie van effectenfinancieringstransacties en van hergebruik en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 1).

    (12)  Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027 (PB L 433 I van 22.12.2020, blz. 11).

    (13)  Besluit (EU, Euratom) 2021/625 van de Commissie van 14 april 2021 inzake de oprichting van het netwerk van primary dealers en de vaststelling van criteria om in aanmerking te komen voor opdrachten als lead manager of co-lead manager voor gesyndiceerde transacties ten behoeve van de leningsactiviteiten van de Commissie namens de Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB L 131 van 16.4.2021, blz. 170).

    (14)  Uitvoeringsbesluit (EU, Euratom) 2022/2545 van de Commissie van 19 december 2022 tot vaststelling van het kader voor de toewijzing van de kosten in verband met de lenings- en schuldbeheertransacties in het kader van de gediversifieerde financieringsstrategie (zie bladzijde 123 van dit Publicatieblad).

    (15)  Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 73).


    Az oldal tetejére