Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022R2388

    Verordening (EU) 2022/2388 van de Commissie van 7 december 2022 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1881/2006 wat de maximumgehalten aan perfluoralkylstoffen in bepaalde levensmiddelen betreft (Voor de EER relevante tekst)

    C/2022/8801

    PB L 316 van 8.12.2022, p. 38–41 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 24/05/2023; stilzwijgende opheffing door 32023R0915

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2022/2388/oj

    8.12.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 316/38


    VERORDENING (EU) 2022/2388 VAN DE COMMISSIE

    van 7 december 2022

    tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1881/2006 wat de maximumgehalten aan perfluoralkylstoffen in bepaalde levensmiddelen betreft

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EEG) nr. 315/93 van de Raad van 8 februari 1993 tot vaststelling van communautaire procedures inzake verontreinigingen in levensmiddelen (1), en met name artikel 2, lid 3,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Bij Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie (2) zijn maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen vastgesteld.

    (2)

    Perfluoroctaansulfonzuur (PFOS), perfluoroctaanzuur (PFOA), perfluornonaanzuur (PFNA) en perfluorhexaansulfonzuur (PFHxS) zijn perfluoralkylstoffen (PFAS’s) die in tal van commerciële en industriële toepassingen werden of worden gebruikt. Doordat deze stoffen op grote schaal worden gebruikt en in het milieu persisteren is er wijdverbreide milieuverontreiniging ontstaan. De verontreiniging van levensmiddelen met deze stoffen is voornamelijk het gevolg van bioaccumulatie in aquatische en terrestrische voedselketens en voeding is de belangrijkste bron van blootstelling aan PFAS’s. Het gebruik van materialen die met levensmiddelen in contact komen en PFAS’s bevatten, is waarschijnlijk echter ook een bron van blootstelling van de mens.

    (3)

    Op 9 juli 2020 heeft de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) een advies uitgebracht over het risico voor de menselijke gezondheid dat verband houdt met de aanwezigheid van perfluoralkylstoffen in levensmiddelen (3). De EFSA concludeerde dat PFOS, PFOA, PFNA en PFHxS schadelijke effecten kunnen hebben op de ontwikkeling en op het serumcholesterol, de lever, het immuunsysteem en het geboortegewicht. Zij beschouwde de effecten op het immuunsysteem als het meest kritisch en stelde een toelaatbare wekelijkse inname (TWI) vast van 4,4 ng/kg lichaamsgewicht per week voor de som van PFOS, PFOA, PFNA en PFHxS, die ook bescherming biedt tegen de andere effecten van deze stoffen. De EFSA concludeerde dat de blootstelling van delen van de Europese bevolking aan deze stoffen de TWI overschrijdt, wat zorgwekkend is.

    (4)

    Om een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid te waarborgen, moeten daarom voor die stoffen maximumgehalten in levensmiddelen worden vastgesteld.

    (5)

    Er moet worden voorzien in een redelijke termijn om exploitanten van levensmiddelenbedrijven in staat te stellen zich aan de maximumgehalten van deze verordening aan te passen.

    (6)

    Aangezien sommige onder deze verordening vallende levensmiddelen een lange houdbaarheidstermijn hebben, moet worden toegestaan dat levensmiddelen die vóór de datum van toepassing van deze verordening rechtmatig in de handel zijn gebracht, in de handel blijven.

    (7)

    Verordening (EG) nr. 1881/2006 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (8)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De bijlage bij Verordening (EG) nr. 1881/2006 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

    Artikel 2

    In de bijlage genoemde levensmiddelen die vóór 1 januari 2023 rechtmatig in de handel zijn gebracht, mogen in de handel blijven tot en met de datum van minimale houdbaarheid of de uiterste consumptiedatum van die levensmiddelen.

    Artikel 3

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2023.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 7 december 2022.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Ursula VON DER LEYEN


    (1)  PB L 37 van 13.2.1993, blz. 1.

    (2)  Verordening (EG) nr. 1881/2006 van de Commissie van 19 december 2006 tot vaststelling van de maximumgehalten aan bepaalde verontreinigingen in levensmiddelen (PB L 364 van 20.12.2006, blz. 5).

    (3)  EFSA-panel voor contaminanten in de voedselketen (Contam); Scientific opinion on the risk to human health related to the presence of perfluoroalkyl substances in food. EFSA Journal 2020;18(9):6223, https://efsa.onlinelibrary.wiley.com/doi/full/10.2903/j.efsa.2020,6223


    BIJLAGE

    In de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1881/2006 wordt de volgende afdeling toegevoegd:

    Afdeling 10: Perfluoralkylstoffen

    Levensmiddelen (1)

    Maximumgehalte (μg/kg vers gewicht)

    PFOS  (*)

    PFOA  (*)

    PFNA  (*)

    PFHxS  (*)

    Som van PFOS, PFOA, PFNA en PFHxS  (*)  (**)

    10.1

    Eieren

    1,0

    0,30

    0,70

    0,30

    1,7

    10.2

    Visserijproducten (26) en tweekleppige weekdieren (26)

     

     

     

     

     

    10.2.1

    Visvlees (24) (25)

     

     

     

     

     

    10.2.1.1

    Spiervlees van vis, met uitzondering van spiervlees als vermeld onder 10.2.1.2 en 10.2.1.3.

    Vlees van vis als vermeld in 10.2.1.2 en 10.2.1.3, indien het bestemd is voor de productie van levensmiddelen voor zuigelingen en peuters.

    2,0

    0,20

    0,50

    0,20

    2,0

    10.2.1.2

    Vlees van de volgende vissoorten, indien het niet bestemd is voor de productie van levensmiddelen voor zuigelingen en peuters:

    Oostzeeharing (Clupea harengus membras)

    Bonito (Sarda en Orcynopsis spp.)

    Kwabaal (Lota lota)

    Sprot (Sprattus sprattus)

    Bot (Platichthys flesus en Glyptocephalus cynoglossus)

    Grootkopharder (Mugil cephalus)

    Horsmakreel (Trachurus trachurus)

    Snoek (Esox spp.)

    Schol (Pleuronectes en Lepidopsetta spp.)

    Sardine (Sardina spp.)

    Zeebaars (Dicentrarchus spp.)

    Meerval (Silurus en Pangasiusspp.)

    Zeelamprei of zeeprik of grote negenoog (Petromyzon marinus)

    Zeelt (Tinca tinca)

    Kleine marene (Coregonus albula en Coregonus vandesius)

    Zilverlichtvis (Phosichthys argenteus)

    Wilde zalm en wilde forel (wilde Salmo en Oncorhynchus spp.)

    Zeewolf (Anarhichas spp.)

    7,0

    1,0

    2,5

    0,20

    8,0

    10.2.1.3

    Vlees van de volgende vissoorten, indien het niet bestemd is voor de productie van levensmiddelen voor zuigelingen en peuters:

    Ansjovis (Engraulis spp.)

    Barbeel (Barbus barbus)

    Brasem (Abramis spp.)

    Zalmforel (Salvelinus spp.)

    Paling of aal (Anguilla spp.)

    Snoekbaars (Sander spp.)

    Baars (Perca fluviatilis)

    Blankvoorn (Rutilus rutilus)

    Spiering (Osmerus spp.)

    Houting (Coregonus spp.)

    35

    8,0

    8,0

    1,5

    45

    10.2.2

    Schaaldieren (26) (47) en tweekleppige weekdieren (26).

    Het maximumgehalte voor schaaldieren geldt voor vlees van aanhangsels en buik (44). In geval van krabben en krabachtige schaaldieren (Brachyura en Anomura) geldt het maximumgehalte voor vlees van aanhangsels.

    3,0

    0,70

    1,0

    1,5

    5,0

    10.3

    Vlees en eetbaar slachtafval (6)

     

     

     

     

     

    10.3.1

    Vlees van runderen, varkens en pluimvee

    0,30

    0,80

    0,20

    0,20

    1,3

    10.3.2

    Vlees van schapen

    1,0

    0,20

    0,20

    0,20

    1,6

    10.3.3

    Slachtafval van runderen, schapen, varkens en pluimvee

    6,0

    0,70

    0,40

    0,50

    8,0

    10.3.4

    Vlees van wild, met uitzondering van vlees van beren

    5,0

    3,5

    1,5

    0,60

    9,0

    10.3.5

    Slachtafval van wild, met uitzondering van slachtafval van beren

    50

    25

    45

    3,0

    50


    (*)  Het maximumgehalte is van toepassing op de som van lineaire en vertakte stereo-isomeren, ongeacht of zij chromatografisch gescheiden zijn.

    (**)  Voor de som van PFOS, PFOA, PFNA en PFHxS worden de ondergrensconcentraties berekend in de veronderstelling dat alle waarden onder de bepaalbaarheidsgrens nul zijn.”.


    Top