This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32013R1116
Commission Implementing Regulation (EU) No 1116/2013 of 6 November 2013 amending Regulation (EU) No 185/2010 as regards clarification, harmonisation and simplification of certain specific aviation security measures Text with EEA relevance
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1116/2013 van de Commissie van 6 november 2013 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 185/2010 voor wat de verduidelijking, harmonisering en vereenvoudiging van bepaalde specifieke luchtvaartbeveiligingsmaatregelen betreft Voor de EER relevante tekst
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1116/2013 van de Commissie van 6 november 2013 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 185/2010 voor wat de verduidelijking, harmonisering en vereenvoudiging van bepaalde specifieke luchtvaartbeveiligingsmaatregelen betreft Voor de EER relevante tekst
PB L 299 van 9.11.2013, p. 1–17
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 14/11/2015; stilzwijgende opheffing door 32015R1998
9.11.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 299/1 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1116/2013 VAN DE COMMISSIE
van 6 november 2013
tot wijziging van Verordening (EU) nr. 185/2010 voor wat de verduidelijking, harmonisering en vereenvoudiging van bepaalde specifieke luchtvaartbeveiligingsmaatregelen betreft
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 300/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2008 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2320/2002 (1), en met name artikel 4, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Uit de ervaring met de tenuitvoerlegging van Verordening (EU) nr. 185/2010 van de Commissie van 4 maart 2010 houdende vaststelling van gedetailleerde maatregelen voor de toepassing van de gemeenschappelijke basisnormen op het gebied van de beveiliging van de luchtvaart (2) is gebleken dat er behoefte is aan kleine wijzigingen van de uitvoeringsvoorwaarden van bepaalde gemeenschappelijke basisnormen. |
(2) |
Bepaalde specifieke maatregelen inzake luchtvaartbeveiliging moeten worden verduidelijkt, geharmoniseerd of vereenvoudigd, teneinde de juridische duidelijkheid te verbeteren, de gemeenschappelijke interpretatie van de wetgeving te standaardiseren en te zorgen voor een zo goed mogelijke tenuitvoerlegging van de gemeenschappelijke basisnormen inzake luchtvaartbeveiliging. |
(3) |
De wijzigingen hebben betrekking op de tenuitvoerlegging van een beperkt aantal maatregelen inzake toegangscontrole, beveiliging van luchtvaartuigen, screening van handbagage en ruimbagage, beveiligingsonderzoeken van vracht, post, vlucht- en luchthavenbenodigdheden, opleiding van personen en beveiligingsapparatuur. |
(4) |
Verordening (EU) nr. 185/2010 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(5) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de beveiliging van de burgerluchtvaart, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlage bij Verordening (EU) nr. 185/2010 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 6 november 2013.
Voor de Commissie
De voorzitter
José Manuel BARROSO
(1) PB L 97 van 9.4.2008, blz. 72.
(2) PB L 55 van 5.3.2010, blz. 1.
BIJLAGE
De bijlage bij Verordening (EU) nr. 185/2010 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Hoofdstuk 1 wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
Hoofdstuk 3 wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
Aanhangsel 3-B wordt vervangen door: „AANHANGSEL 3-B BEVEILIGING VAN LUCHTVAARTUIGEN DERDE LANDEN EN OVERZEESE LANDEN EN TERRITORIA DIE BIJZONDERE BETREKKINGEN MET DE UNIE ONDERHOUDEN OVEREENKOMSTIG HET VERDRAG BETREFFENDE DE WERKING VAN DE EUROPESE UNIE, WAAROP DE TITEL VERVOER VAN DAT VERDRAG NIET VAN TOEPASSING IS EN WAARVAN DE BEVEILIGINGSNORMEN ALS GELIJKWAARDIG AAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE BASISNORMEN WORDEN ERKEND Met betrekking tot de beveiliging van luchtvaartuigen wordt erkend dat de volgende derde landen en overzeese landen en territoria die bijzondere betrekkingen met de Unie onderhouden overeenkomstig het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en waarop de titel vervoer van dat Verdrag niet van toepassing is, beveiligingsnormen toepassen die gelijkwaardig zijn aan de gemeenschappelijke basisnormen: Verenigde Staten van Amerika De Commissie moet de bevoegde autoriteiten van de lidstaten onverwijld in kennis stellen wanneer zij over informatie beschikt dat de door het derde land gehanteerde normen voor de beveiliging die een belangrijk effect hebben op het algehele niveau van de luchtvaartbeveiliging in de EU, niet langer gelijkwaardig zijn aan de gemeenschappelijke basisnormen van de Unie. De Commissie moet de bevoegde autoriteiten van de lidstaten onverwijld in kennis stellen wanneer zij over informatie beschikt inzake maatregelen, met inbegrip van compenserende maatregelen, waaruit blijkt dat de gelijkwaardigheid van de betrokken, door het derde land toegepaste beveiligingsnormen is hersteld.”. |
4) |
In hoofdstuk 4 wordt punt 4.1.2.11 vervangen door:
|
5) |
Aanhangsel 4-B wordt vervangen door: „AANHANGSEL 4-B PASSAGIERS EN HANDBAGAGE DERDE LANDEN EN OVERZEESE LANDEN EN TERRITORIA DIE BIJZONDERE BETREKKINGEN MET DE UNIE ONDERHOUDEN OVEREENKOMSTIG HET VERDRAG BETREFFENDE DE WERKING VAN DE EUROPESE UNIE, WAAROP DE TITEL VERVOER VAN DAT VERDRAG NIET VAN TOEPASSING IS EN WAARVAN DE BEVEILIGINGSNORMEN ALS GELIJKWAARDIG AAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE BASISNORMEN WORDEN ERKEND Met betrekking tot passagiers en handbagage wordt erkend dat de volgende derde landen en overzeese landen en territoria die bijzondere betrekkingen met de Unie onderhouden overeenkomstig het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en waarop de titel vervoer van dat Verdrag niet van toepassing is, beveiligingsnormen toepassen die gelijkwaardig zijn aan de gemeenschappelijke basisnormen. Verenigde Staten van Amerika De Commissie moet de bevoegde autoriteiten van de lidstaten onverwijld in kennis stellen wanneer zij over informatie beschikt dat de door het derde land gehanteerde normen voor de beveiliging die een belangrijk effect hebben op het algehele niveau van de luchtvaartbeveiliging in de EU, niet langer gelijkwaardig zijn aan de gemeenschappelijke basisnormen van de Unie. De Commissie moet de bevoegde autoriteiten van de lidstaten onverwijld in kennis stellen wanneer zij over informatie beschikt inzake maatregelen, met inbegrip van compenserende maatregelen, waaruit blijkt dat de gelijkwaardigheid van de betrokken, door het derde land toegepaste beveiligingsnormen is hersteld.”. |
6) |
Aan hoofdstuk 5 wordt het volgende punt 5.1.7 toegevoegd:
|
7) |
Aanhangsel 5-A wordt vervangen door: „AANHANGSEL 5-A RUIMBAGAGE DERDE LANDEN EN OVERZEESE LANDEN EN TERRITORIA DIE BIJZONDERE BETREKKINGEN MET DE UNIE ONDERHOUDEN OVEREENKOMSTIG HET VERDRAG BETREFFENDE DE WERKING VAN DE EUROPESE UNIE, WAAROP DE TITEL VERVOER VAN DAT VERDRAG NIET VAN TOEPASSING IS EN WAARVAN DE BEVEILIGINGSNORMEN ALS GELIJKWAARDIG AAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE BASISNORMEN WORDEN ERKEND Met betrekking tot ruimbagage wordt erkend dat de volgende derde landen en overzeese landen en territoria die bijzondere betrekkingen met de Unie onderhouden overeenkomstig het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en waarop de titel vervoer van dat Verdrag niet van toepassing is, beveiligingsnormen toepassen die gelijkwaardig zijn aan de gemeenschappelijke basisnormen: Verenigde Staten van Amerika De Commissie moet de bevoegde autoriteiten van de lidstaten onverwijld in kennis stellen wanneer zij over informatie beschikt dat de door het derde land gehanteerde normen voor de beveiliging die een belangrijk effect hebben op het algehele niveau van de luchtvaartbeveiliging in de EU, niet langer gelijkwaardig zijn aan de gemeenschappelijke basisnormen van de Unie. De Commissie moet de bevoegde autoriteiten van de lidstaten onverwijld in kennis stellen wanneer zij over informatie beschikt inzake maatregelen, met inbegrip van compenserende maatregelen, waaruit blijkt dat de gelijkwaardigheid van de betrokken, door het derde land toegepaste beveiligingsnormen is hersteld.”. |
8) |
Hoofdstuk 6 wordt als volgt gewijzigd:
|
9) |
Aanhangsel 6-B wordt vervangen door: „AANHANGSEL 6-B RICHTSNOEREN VOOR BEKENDE AFZENDERS Aan de hand van deze richtsnoeren kunt u uw bestaande beveiligingsregelingen toetsen aan de eisen voor bekende afzenders die zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 300/2008 van het Europees Parlement en de Raad inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart, en de uitvoeringsbesluiten daarvan. Hierdoor kunt u zich ervan vergewissen of u aan de eisen voldoet alvorens een officieel validatiebezoek ter plaatse te organiseren. Het is belangrijk dat de validateur tijdens het validatiebezoek met de juiste mensen kan praten (bv. de persoon die verantwoordelijk is voor de beveiliging en de persoon die verantwoordelijk is voor de werving van personeel). Er wordt een EU-controlelijst gebruikt om de beoordeling van de validateur te registreren. De controlelijst is niet openbaar en mag alleen door de validateur worden gebruikt. De informatie op de ingevulde controlelijst wordt als vertrouwelijk behandeld. De EU-controlelijst bevat twee types vragen: 1. vragen die, wanneer ze negatief worden beantwoord, automatisch tot gevolg hebben dat u niet als bekende afzender kan worden aanvaard, en 2. vragen die worden gebruikt om een algemeen beeld van uw beveiligingsvoorzieningen te schetsen, zodat de validateur een algemene conclusie kan opstellen. Vragen die automatisch tot gevolg hebben dat u niet als bekende afzender kan worden aanvaard, hebben betrekking op de hierna vetgedrukt vermelde eisen. Indien u niet aan dergelijke vetgedrukte eisen voldoet, wordt u in kennis gesteld van de redenen daarvoor en krijgt u advies over aanpassingen die u kan aanbrengen om wel aan de eisen te voldoen. Inleiding De vracht moet afkomstig zijn van de te inspecteren vestiging van uw bedrijf. Dit betekent dat de productie van de goederen en de „pick and pack”-activiteiten, waarbij de goederen niet identificeerbaar zijn als luchtvracht tot ze worden geselecteerd om een bestelling uit te voeren, ter plaatse moeten gebeuren. (Zie ook opmerking.) U moet vaststellen op welk punt een vracht-/postzending identificeerbaar wordt als luchtvracht/luchtpost en aantonen dat u de nodige maatregelen heeft genomen om ze te beschermen tegen manipulatie door onbevoegden. Hiertoe moet u ook bijzonderheden over de productie, verpakking, opslag en/of verzending verstrekken. Organisatie en verantwoordelijkheden U moet bijzonderheden verstrekken over uw organisatie (naam, btw-nummer of nummer van de kamer van koophandel of handelsregisternummer, indien van toepassing), het adres van de vestiging die moet worden gevalideerd en het hoofdadres van de organisatie (indien verschillend van de te valideren vestiging). Vermeld ook de datum van het vorige valideringsbezoek en de laatste unieke alfanumerieke identificatiecode (indien van toepassing), alsook de aard van de bedrijfsactiviteiten, het aantal werknemers in de vestiging, de naam en functie van de persoon die verantwoordelijk is voor de beveiliging van luchtvracht/luchtpost en de contactgegevens. Procedure voor indienstname van personeel U wordt gevraagd bijzonderheden te verstrekken over uw procedure voor de indienstname van alle personeelsleden (permanent personeel, tijdelijk personeel, uitzendkrachten, chauffeurs) die toegang hebben tot identificeerbare luchtvracht/luchtpost. De procedure voor indienstname moet bestaan uit een aan de indienstname voorafgaande controle of een achtergrondonderzoek overeenkomstig punt 11.1 van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 185/2010. Het valideringsbezoek ter plaatse omvat een gesprek met de persoon die verantwoordelijk is voor de indienstname van personeel. Hij/zij moet bewijzen voorleggen (bv. blanco formulieren) om de procedures van het bedrijf te staven. Deze procedure voor indienstname is van toepassing op personeel dat in dienst is genomen na 29 april 2010. Procedure voor het verstrekken van beveiligingsopleiding aan het personeel U moet aantonen dat alle personeelsleden (permanent personeel, tijdelijk personeel, uitzendkrachten, chauffeurs) die toegang hebben tot luchtvracht/luchtpost een passende beveiligingsbewustmakingsopleiding hebben genoten. Deze opleiding moet worden verstrekt overeenkomstig punt 11.2.7 van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 185/2010. Van alle individuele opleidingen moet een dossier worden bijgehouden. Bovendien moet u aantonen dat alle relevante personeelsleden die beveiligingscontroles uitvoeren een opleiding of periodieke opleiding hebben genoten overeenkomstig hoofdstuk 11 van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 185/2010. Fysieke beveiliging U moet aantonen dat uw vestigingsplaats beveiligd is (bv. met omheiningen of afsluitingen) en dat u over relevante procedures voor toegangscontrole beschikt. Voor zover van toepassing moet u bijzonderheden verstrekken over eventuele alarm- en/of CCTV-systemen. Het is van essentieel belang dat de toegang tot de zone waar de luchtvracht/luchtpost wordt verwerkt of opgeslagen, wordt gecontroleerd. Alle deuren, ramen en andere toegangspunten tot luchtvracht/luchtpost moeten beveiligd zijn of aan toegangscontrole onderworpen zijn. Productie (voor zover van toepassing) U moet aantonen dat de toegang tot het productiegedeelte gecontroleerd wordt en dat het productieproces onder toezicht staat. Als het product tijdens de productie kan worden geïdentificeerd als luchtvracht/luchtpost, moet u aantonen dat maatregelen zijn genomen om de luchtvracht/luchtpost in dit stadium te beschermen tegen manipulatie door onbevoegden. Verpakking (voor zover van toepassing) U moet aantonen dat de toegang tot het verpakkingsgedeelte gecontroleerd wordt en dat het verpakkingsproces onder toezicht staat. Als het product tijdens de verpakking kan worden geïdentificeerd als luchtvracht/luchtpost, moet u aantonen dat maatregelen zijn genomen om de luchtvracht/luchtpost in dit stadium te beschermen tegen manipulatie door onbevoegden. U moet bijzonderheden verstrekken over uw verpakkingsproces en aantonen dat alle afgewerkte vracht wordt gecontroleerd alvorens te worden verpakt. U moet de afgewerkte buitenste verpakking beschrijven en aantonen dat deze stevig is. U moet ook aantonen hoe de afgewerkte buitenste verpakking manipulatieaantonend is gemaakt, bijvoorbeeld door gebruik te maken van genummerde zegels, veiligheidsplakband, speciale stempels of kartonnen dozen die met plakband zijn vastgemaakt. U moet ook aantonen dat u deze manipulatieaantonende middelen onder veilige omstandigheden bewaart wanneer ze niet worden gebruikt, en dat u de verdeling ervan controleert. Opslag (voor zover van toepassing) U moet aantonen dat de toegang tot het opslaggedeelte wordt gecontroleerd. Als het product tijdens de opslag kan worden geïdentificeerd als luchtvracht/luchtpost, moet u aantonen dat maatregelen zijn genomen om de luchtvracht/luchtpost in dit stadium te beschermen tegen manipulatie door onbevoegden. Ten slotte moet u aantonen dat de afgewerkte en verpakte luchtvracht/luchtpost wordt gecontroleerd alvorens te worden verzonden. Verzending (voor zover van toepassing) U moet aantonen dat de toegang tot het verzendingsgedeelte wordt gecontroleerd. Als het product tijdens de verzending kan worden geïdentificeerd als luchtvracht/luchtpost, moet u aantonen dat maatregelen zijn genomen om de luchtvracht/luchtpost in dit stadium te beschermen tegen manipulatie door onbevoegden. Vervoer U moet bijzonderheden verstrekken over de wijze waarop de vracht/post naar de erkend agent wordt vervoerd. Indien u gebruikmaakt van eigen vervoer, moet u aantonen dat uw chauffeurs een opleiding van het vereiste niveau hebben genoten. Indien uw bedrijf een beroep doet op een subcontractant, moet u garanderen dat a) de luchtvracht/luchtpost door u verzegeld of verpakt is, teneinde te garanderen dat eventuele manipulatie door onbevoegden duidelijk zichtbaar is, en b) de in aanhangsel 6-E van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 185/2010 opgenomen vervoerdersverklaring door de vervoerder is ondertekend. Als u verantwoordelijk bent voor het vervoer van luchtvracht/luchtpost moet u aantonen dat de vervoersmiddelen beveiligbaar zijn, ofwel door het gebruik van zegels, indien mogelijk, of op een andere wijze. Wanneer gebruik wordt gemaakt van genummerde zegels moet u aantonen dat de toegang tot de zegels wordt gecontroleerd en dat de nummers worden geregistreerd; wanneer andere methoden worden gebruikt, moet u aantonen hoe de vracht/post manipulatieaantonend is gemaakt en/of veilig wordt bewaard. Bovendien moet u aantonen dat u maatregelen heeft genomen om de identiteit te controleren van de bestuurders van de voertuigen die uw luchtvracht/luchtpost ophalen. U moet ook aantonen dat u ervoor zorgt dat de vracht/post beveiligd is als hij uw gebouwen verlaat. U moet aantonen dat luchtvracht/luchtpost tijdens het vervoer beschermd wordt tegen manipulatie door onbevoegden. Als een erkend agent het vervoer voor het ophalen van de luchtvracht/luchtpost in uw vestiging heeft geregeld, hoeft u geen bewijsstukken over te leggen met betrekking tot de opleiding van de chauffeurs, noch een kopie van de expediteursverklaring. Verantwoordelijkheden van de afzender U moet verklaren dat u aanvaardt dat de inspecteurs van de bevoegde autoriteit onaangekondigde inspecties mogen uitvoeren om toezicht te houden op deze normen. U moet ook verklaren dat u [naam van de bevoegde autoriteit] onverwijld, en uiterlijk binnen tien werkdagen, relevante bijzonderheden zal verstrekken als:
Ten slotte moet u verklaren dat u de beveiligingsnormen in stand zal houden tot het volgende valideringsbezoek ter plaatse en/of de volgende inspectie. Vervolgens moet u de volledige verantwoordelijkheid voor de verklaring aanvaarden en het valideringsdocument ondertekenen. OPMERKINGEN Explosieve en brandgevaarlijke apparaten Geassembleerde explosieve en brandgevaarlijke apparaten mogen worden vervoerd in zendingen luchtvracht wanneer alle veiligheidsregels volledig zijn gevolgd. Zendingen uit andere bronnen Een bekende afzender mag zendingen die hij niet voor eigen rekening vervoert, doorgeven aan een erkend agent, voor zover:
Dergelijke zendingen moeten allemaal aan een beveiligingsonderzoek worden onderworpen alvorens ze in een luchtvaartuig worden geladen.”. |
10) |
Aanhangsel 6-C wordt vervangen door: „AANHANGSEL 6-C VALIDERINGSCONTROLELIJST VOOR BEKENDE AFZENDERS Aanwijzingen voor het invullen: Hou bij het invullen van dit formulier rekening met het volgende:
DEEL 1 Organisatie en verantwoordelijkheden
DEEL 2 Identificeerbare luchtvracht/luchtpost („Gerichtheid”) Doel: Vaststellen op welk punt (of welke plaats) vracht/post identificeerbaar wordt als luchtvracht/luchtpost. Onder „gerichtheid” wordt verstaan: het kunnen beoordelen wanneer/waar de vracht/post identificeerbaar is als luchtvracht/luchtpost.
NB: Gedetailleerde informatie over de bescherming van identificeerbare luchtvracht/luchtpost tegen manipulatie door onbevoegden moet worden verstrekt in de punten 5 tot en met 8. DEEL 3 Aanwerving en opleiding van personeel Doel: Garanderen dat alle personeelsleden (permanent personeel, tijdelijk personeel, uitzendkrachten, chauffeurs) die toegang hebben tot identificeerbare luchtvracht/luchtpost, een passende aan de indienstname voorafgaande controle en/of achtergrondcontrole hebben ondergaan en zijn opgeleid overeenkomstig punt 11.2.7 van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 185/2010. Bovendien moet u aantonen dat alle relevante personeelsleden die beveiligingscontroles van leveringen uitvoeren, zijn opgeleid overeenkomstig hoofdstuk 11 van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 185/2010. Of vragen 3.1 en 3.2 al dan niet vetgedrukt zijn (hetgeen betekent dat NEEN antwoorden een negatieve beoordeling tot gevolg heeft), hangt af van de toepasselijke nationale regels van het land waarin de vestigingsplaats zich bevindt. Een van deze twee vragen moet echter vetgedrukt zijn, waarbij ook moet worden toegestaan dat een aan de indienstname voorafgaande controle niet vereist is wanneer een achtergrondcontrole is uitgevoerd. De persoon die verantwoordelijk is voor de tenuitvoerlegging van de beveiligingscontroles moet altijd een achtergrondonderzoek hebben ondergaan.
DEEL 4 Fysieke beveiliging Doel: Vaststellen of het niveau van (fysieke) beveiliging op de plaats of in de gebouwen voldoende is om identificeerbare luchtvracht/luchtpost te beschermen tegen manipulatie door onbevoegden.
DEEL 5 Productie Doel: Identificeerbare luchtvracht/luchtpost beschermen tegen manipulatie door onbevoegden. Beantwoord deze vragen als het product als luchtvracht/luchtpost kan worden geïdentificeerd tijdens het productieproces.
DEEL 6 Verpakking Doel: Identificeerbare luchtvracht/luchtpost beschermen tegen manipulatie door onbevoegden. Beantwoord deze vragen als het product als luchtvracht/luchtpost kan worden geïdentificeerd tijdens het verpakkingsproces.
DEEL 7 Opslag Doel: Identificeerbare luchtvracht/luchtpost beschermen tegen manipulatie door onbevoegden. Beantwoord deze vragen als het product als luchtvracht/luchtpost kan worden geïdentificeerd tijdens de opslag.
DEEL 8 Verzending Doel: Identificeerbare luchtvracht/luchtpost beschermen tegen manipulatie door onbevoegden. Beantwoord deze vragen als het product als luchtvracht/luchtpost kan worden geïdentificeerd tijdens het verzendingsproces.
DEEL 8A Zendingen uit andere bronnen Doel: Procedures voor de verwerking van onbeveiligde zendingen vaststellen. Beantwoord deze vragen alleen als van andere bedrijven zendingen voor vervoer door de lucht worden aanvaard.
DEEL 9 Vervoer Doel: Identificeerbare luchtvracht/luchtpost beschermen tegen manipulatie door onbevoegden.
Verbintenisverklaring Ik verklaar dat:
|
11) |
Aanhangsel 6-C3 wordt als volgt gewijzigd:
|
12) |
Punt 6-Fiii van aanhangsel 6-F wordt vervangen door: „6-Fiii VALIDERINGSACTIVITEITEN VAN DERDE LANDEN EN OVERZEESE LANDEN EN TERRITORIA DIE BIJZONDERE BETREKKINGEN MET DE UNIE ONDERHOUDEN OVEREENKOMSTIG HET VERDRAG BETREFFENDE DE WERKING VAN DE EUROPESE UNIE, WAAROP DE TITEL VERVOER VAN DAT VERDRAG NIET VAN TOEPASSING IS EN DIE ALS GELIJKWAARDIG AAN DE EU-LUCHTVAARTBEVEILIGINGSVALIDERING WORDEN ERKEND”. |
13) |
Aanhangsel 8-B, eerste streepje, onder b), wordt vervangen door:
|
14) |
Hoofdstuk 9 wordt als volgt gewijzigd:
|
15) |
Aanhangsel 9-A, eerste streepje, onder b), wordt vervangen door:
|
16) |
Hoofdstuk 11 wordt als volgt gewijzigd:
|
17) |
Hoofdstuk 12 wordt als volgt gewijzigd:
|