This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32009D0415
2009/415/EC: Council Decision of 27 April 2009 on the existence of an excessive deficit in Greece
2009/415/EG: Beschikking van de Raad van 27 april 2009 betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in Griekenland
2009/415/EG: Beschikking van de Raad van 27 april 2009 betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in Griekenland
PB L 135 van 30.5.2009, p. 21–22
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 26/09/2017; opgeheven door 32017D1789
30.5.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 135/21 |
BESCHIKKING VAN DE RAAD
van 27 april 2009
betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in Griekenland
(2009/415/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 104, lid 6,
Gezien de aanbeveling van de Commissie,
Gezien de opmerkingen van Griekenland,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 104 van het Verdrag dienen de lidstaten buitensporige overheidstekorten te vermijden. |
(2) |
Het stabiliteits- en groeipact is gebaseerd op de doelstelling van deugdelijke openbare financiën als middel om de voorwaarden voor prijsstabiliteit en voor een tot werkgelegenheidsschepping leidende sterke duurzame groei te verbeteren. |
(3) |
De buitensporigtekortprocedure (BTP) van artikel 104, die wordt omschreven in Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (1) (die deel uitmaakt van het stabiliteits- en groeipact) voorziet in een besluit betreffende het bestaan van een buitensporig tekort. Het aan het Verdrag gehechte protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten bevat nadere bepalingen betreffende de toepassing van de BTP. Verordening (EG) nr. 3605/93 van de Raad (2) bevat gedetailleerde regels en definities voor de toepassing van de bepalingen van genoemd protocol. |
(4) |
De hervorming in 2005 van het stabiliteits- en groeipact was bedoeld om de doeltreffendheid en de economische onderbouwing van het pact te versterken en tevens de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn te waarborgen. Deze hervorming moest ervoor zorgen dat bij alle stappen in de BTP met name de economische en budgettaire achtergrond ten volle in aanmerking werd genomen. Op deze wijze verschaft het stabiliteits- en groeipact een kader dat, met inachtneming van de economische situatie, het overheidsstreven naar een spoedige terugkeer naar solide begrotingssituaties ondersteunt. |
(5) |
Krachtens artikel 104, lid 5, van het Verdrag moet de Commissie advies uitbrengen aan de Raad indien zij van oordeel is dat er in een lidstaat een buitensporig tekort bestaat of kan ontstaan. Rekening houdend met haar verslag op grond van artikel 104, lid 3, en gezien het advies van het Economisch en Financieel Comité overeenkomstig artikel 104, lid 4, is de Commissie tot de conclusie gekomen dat er in Griekenland een buitensporig tekort bestaat. De Commissie heeft derhalve op 24 maart 2009 een dergelijk advies over Griekenland aan de Raad uitgebracht (3). |
(6) |
In artikel 104, lid 6, van het Verdrag wordt bepaald dat de Raad rekening moet houden met de opmerkingen die de betrokken lidstaat eventueel wenst te maken, alvorens, na een algehele evaluatie te hebben gemaakt, te besluiten of er al dan niet een buitensporig tekort bestaat. In het geval van Griekenland leidt deze algehele evaluatie tot de volgende conclusies. |
(7) |
In 2007 is het overheidstekort in Griekenland uitgekomen op 3,5 % van het bbp, waarmee de referentiewaarde van 3 % van het bbp werd overschreden. In de tussentijdse prognoses van januari 2009 van de diensten van de Commissie wordt het overheidstekort, ongerekend eenmalige maatregelen, voor 2008 geraamd op 3,6 % van het bbp (3,4 % als de eenmalige maatregelen worden meegerekend). Deze raming berust op een reële bbp-groei van 2,9 % in 2008. Daarbij is rekening gehouden met de meest recente informatie over de uitvoering van de begrotingswet 2008. Voor 2009 rekenen de diensten van de Commissie in hun tussentijdse prognoses van januari 2009 op basis van een reële bbp-groeiraming van 0,2 % en op basis van een voorzichtige beoordeling van de begrotingswet 2009 die het parlement op 21 december heeft aangenomen, op een overheidstekort, ongerekend eenmalige maatregelen, van 4,4 % van het bbp (3,7 % als eenmalige ontvangsten worden meegeteld). Op basis van de gebruikelijke aanname dat het beleid ongewijzigd blijft, en ervan uitgaande dat de eenmalige maatregelen geen vervolg krijgen, zal het tekort in 2010 uitkomen op 4,2 % van het bbp. Er is bijgevolg niet voldaan aan het tekortcriterium van het Verdrag. |
(8) |
De bruto overheidsschuld bedroeg in 2007 94,8 % van het bbp en in 2008 94,6 % van het bbp en is daarmee ruim boven de in het Verdrag vastgelegde referentiewaarde van 60 % van het bbp gebleven. Volgens de tussentijdse prognoses van januari 2009 van de diensten van de Commissie zal de overheidsschuldquote verder stijgen tot 96,25 % in 2009 en 98,5 % van het bbp in 2010. Bij de huidige tekorten en ramingen van de middellangetermijngroei zal de schuldquote niet convergeren naar een niveau dat onder de 60 % van het bbp ligt. Er kan niet worden gesteld dat de schuldquote in voldoende mate afneemt en de referentiewaarde in een bevredigend tempo benadert in de zin van het Verdrag en het stabiliteits- en groeipact. |
(9) |
Overeenkomstig artikel 2, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1467/97 kunnen „relevante factoren” alleen in aanmerking worden genomen bij de stappen die leiden naar het besluit van de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 6, over het al dan niet bestaan van een buitensporig tekort indien volledig is voldaan aan de tweeledige voorwaarde, namelijk dat het tekort dicht bij de referentiewaarde blijft en dat de overschrijding van de referentiewaarde van tijdelijke aard is. In het geval van Griekenland is niet aan deze tweeledige voorwaarde voldaan. Derhalve wordt in de stappen die tot deze beschikking leiden, geen rekening gehouden met relevante factoren, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:
Artikel 1
Uit een algehele evaluatie volgt dat er in Griekenland een buitensporig tekort bestaat.
Artikel 2
Deze beschikking is gericht tot de Helleense Republiek.
Gedaan te Luxemburg, 27 april 2009.
Voor de Raad
De voorzitter
A. VONDRA
(1) PB L 209 van 2.8.1997, blz. 6.
(2) PB L 332 van 31.12.1993, blz. 7.
(3) Alle BTP-documenten voor Griekenland zijn te vinden op de volgende website:
http://ec.europa.eu/economy_finance/netstartsearch/pdfsearch/pdf.cfm?mode=_m2