EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32009R0316

Verordening (EG) nr. 316/2009 van de Commissie van 17 april 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1973/2004 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad met betrekking tot de bij de titels IV en IV bis van die verordening ingestelde steunregelingen en het gebruik van braakgelegde grond voor de productie van grondstoffen

PB L 100 van 18.4.2009, p. 3–5 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2009

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2009/316/oj

18.4.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 100/3


VERORDENING (EG) Nr. 316/2009 VAN DE COMMISSIE

van 17 april 2009

tot wijziging van Verordening (EG) Nr. 1973/2004 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) Nr. 1782/2003 van de Raad met betrekking tot de bij de titels IV en IV bis van die verordening ingestelde steunregelingen en het gebruik van braakgelegde grond voor de productie van grondstoffen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 247/2006, (EG) nr. 378/2007 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1782/2003 (1), en met name op artikel 142, onder c) en e),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 73/2009 is Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad (2) ingetrokken met het oog op de geleidelijke integratie van nieuwe sectoren in de bedrijfstoeslagregeling en op de uitbreiding van de ontkoppeling. Als gevolg daarvan hebben bepaalde steunregelingen opgehouden te bestaan en zijn derhalve ook de daarop betrekking hebbende, bij Verordening (EG) nr. 1973/2004 van de Commissie (3) vastgestelde uitvoeringsbepalingen overbodig geworden.

(2)

In Europees Frankrijk en in Italië zijn onlangs nieuwe technieken voor de rijstteelt ingevoerd waarbij de rijst op een later tijdstip moet worden ingezaaid. Bijgevolg moet, met betrekking tot Italië en Frankrijk, de uiterste datum voor het inzaaien om nog in aanmerking te kunnen komen voor de gewasspecifieke betaling voor rijst, worden verschoven.

(3)

Op grond van artikel 71 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 konden de lidstaten besluiten de bedrijfstoeslagregeling toe te passen na een overgangsregeling die op 31 december 2006 afliep. Bijgevolg zijn bepaalde in hoofdstuk 12 van die verordening vastgestelde rundvleesbetalingen, die door de lidstaten uitsluitend tijdens deze overgangsperiode mochten worden toegepast, niet langer van toepassing. De in Verordening (EG) nr. 1973/2004 vastgestelde bepalingen met betrekking tot deze betalingen moeten derhalve worden geschrapt.

(4)

Met ingang van 2009 is Verordening (EG) nr. 796/2004 van de Commissie (4), waarbij uitvoeringsbepalingen inzake de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem zijn vastgesteld, in die zin gewijzigd dat zij direct van toepassing is op de regeling inzake een enkele areaalbetaling. In Verordening (EG) nr. 1973/2004 moeten de bepalingen inzake de toepassing van Verordening (EG) nr. 796/2004 op de regeling inzake een enkele areaalbetaling derhalve worden geschrapt.

(5)

Medefinanciering van de aanvullende nationale rechtstreekse betalingen is in 2009 nog enkel relevant voor Bulgarije en Roemenië. De regels inzake controle en sancties in geval van medefinanciering moeten derhalve worden bijgewerkt.

(6)

De braakleggingsregeling geldt nog enkel in de vorm van vrijwillige braaklegging die in artikel 107 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 was vastgesteld voor landbouwers in lidstaten die een areaalbetaling toepassen overeenkomstig artikel 66 van die verordening. Ter vereenvoudiging van de administratie met betrekking tot de in hoofdstuk 16 van Verordening (EG) nr. 1973/2004 vastgestelde regeling „niet voor voeding of vervoedering bestemde producten op braakgelegde grond” is het aangewezen landbouwgrond die wordt gebruikt voor de teelt van producten die in aanmerking komen voor de areaalbetaling voor akkerbouwgewassen, van deze regeling uit te sluiten.

(7)

In artikel 103 van Verordening (EG) nr. 1973/2004 is bepaald dat de gemiddelde melkopbrengst voor de bepaling, op grond van artikel 111, lid 2, van Verordening (EG) nr. 73/2009, van het aantal subsidiabele zoogkoeien wordt berekend op basis van de in bijlage XVI bij Verordening (EG) nr. 1973/2004 vermelde gemiddelde melkopbrengsten. In de bijlage is de gemiddelde melkopbrengst voor Spanje vastgesteld op 4 650 kg. Spanje heeft om een aanpassing van de gemiddelde melkopbrengst verzocht. In het licht van de ontwikkeling van de melksector in Spanje, die een voortdurende stijging van de opbrengst van het melkveebestand heeft gekend in verband met een herstructurering die gevolgen heeft gehad voor zowel het aantal als de omvang van de bedrijven, moet die bijlage worden bijgewerkt.

(8)

Beschikking C(2004) 1439 van de Commissie van 29 april 2004 is gewijzigd in die zin dat het landbouwareaal waarvoor de regeling inzake een enkele areaalbetaling van toepassing is in Slowakije, met ingang van 2009 wordt vastgesteld op 1 880 000 ha. Deze laatste oppervlakte dient te worden vermeld in bijlage XXI bij Verordening (EG) nr. 1973/2004.

(9)

Verordening (EG) nr. 1973/2004 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor rechtstreekse betalingen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1973/2004 wordt als volgt gewijzigd:

1.

In artikel 1 wordt punt h) geschrapt.

2.

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 1, eerste en tweede alinea, worden de verwijzingen naar artikel 1, onder h), geschrapt;

b)

in lid 2, eerste alinea, wordt de verwijzing naar artikel 1, onder h), geschrapt.

3.

In artikel 4 wordt de verwijzing naar artikel 98 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 geschrapt.

4.

Artikel 12 wordt vervangen door:

„Artikel 12

Uiterste data voor de inzaai

Om voor de gewasspecifieke betaling voor rijst in aanmerking te komen, moet de aangegeven oppervlakte zijn ingezaaid uiterlijk op:

a)

30 juni voorafgaande aan de betrokken oogst wat Spanje, Frankrijk, Italië en Portugal betreft;

b)

31 mei voorafgaande aan de betrokken oogst wat de overige in artikel 80, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 genoemde producerende lidstaten betreft.”.

5.

Hoofdstuk 9 „Specifieke regionale steun voor akkerbouwgewassen” wordt geschrapt.

6.

In hoofdstuk 13 worden afdeling 2 „Seizoencorrectiepremie” (de artikelen 96, 97 en 98), artikel 117, onderafdeling 2 „Regeling inzake het extensiveringsbedrag” van afdeling 4 (de artikelen 118 en 119), afdeling 6 „Extra betalingen” (artikel 125) en artikel 133 geschrapt.

7.

Artikel 126 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt als volgt gewijzigd:

i)

de derde alinea wordt geschrapt;

ii)

de vierde alinea wordt vervangen door:

„Het voorschot mag pas worden betaald vanaf 16 oktober van het kalenderjaar waarvoor de premie wordt aangevraagd.”;

b)

lid 2 wordt vervangen door:

„2.   Bij de eindafrekening van de premie wordt een bedrag uitgekeerd dat gelijk is aan het verschil tussen het betaalde voorschot en het bedrag van de premie waarop de producent recht heeft.”.

8.

Artikel 127, lid 1, eerste alinea, wordt vervangen door:

„Het ontstaansfeit op basis waarvan wordt bepaald aan welk jaar de dieren worden toegerekend waarvoor de regelingen inzake de speciale premie en de zoogkoeienpremie worden toegepast, en van welk aantal GVE’s moet worden uitgegaan voor de berekening van de veebezetting, wordt geacht plaats te vinden op de datum van indiening van de aanvraag.”.

9.

Artikel 130 wordt vervangen door:

„Artikel 130

Bepaling van de individuele referentiehoeveelheid melk

Tot het einde van het zevende tijdvak zoals vastgesteld in artikel 66 van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (5) kan een lidstaat in afwijking van artikel 102, lid 1, onder a), van de onderhavige verordening besluiten dat voor melkproducenten die in overeenstemming met artikel 65, onder i) en k), van Verordening (EG) nr. 1234/2007 of op grond van ter uitvoering van de artikelen 73, 74 en 75 van die verordening vastgestelde nationale bepalingen individuele referentiehoeveelheden met ingang van 31 maart, respectievelijk 1 april geheel of gedeeltelijk vrijgeven dan wel overnemen, 1 april de datum is die bepalend is voor de beschikbare individuele referentiehoeveelheid melk die de melkproducent maximaal mag hebben om voor de zoogkoeienpremie in aanmerking te komen, en voor het maximumaantal zoogkoeien.

10.

Artikel 131, lid 6, wordt geschrapt.

11.

In hoofdstuk 14 worden de artikelen 136, 137 en 138 geschrapt.

12.

Artikel 140, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   Voor 2009 is Verordening (EG) nr. 796/2004 van toepassing voor de aanvullende nationale rechtstreekse betalingen die, in het geval van Bulgarije en Roemenië, overeenkomstig afdeling I, punt E, van bijlage VIII bij de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië worden medegefinancierd.”.

13.

Artikel 143, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   De grond die wordt braakgelegd in het kader van artikel 107 van Verordening (EG) nr. 1782/2003, mag overeenkomstig artikel 107, lid 3, eerste streepje, van die verordening worden gebruikt om onder de in dit hoofdstuk vastgestelde voorwaarden grondstoffen te produceren voor de vervaardiging, in de Gemeenschap, van niet in hoofdzaak voor voeding of vervoedering bestemde producten.”.

14.

Artikel 145, lid 1, eerste alinea, wordt vervangen door:

„Elke landbouwgrondstof, met uitzondering van de in bijlage IX bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 opgenomen akkerbouwgewassen, mag overeenkomstig artikel 107, lid 3, eerste streepje, van die verordening worden geteeld op braakgelegde grond.”.

15.

In artikel 146, lid 1, onder a), wordt de aanhef vervangen door:

„bepaalde landbouwgrondstoffen, met uitzondering van de in bijlage IX bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 opgenomen akkerbouwgewassen en op voorwaarde dat aan de voorgeschreven controlemaatregelen wordt voldaan, te gebruiken:”.

16.

Artikel 147, lid 5, wordt geschrapt.

17.

Artikel 149 wordt geschrapt.

18.

Artikel 158, lid 4, wordt vervangen door:

„4.   De zekerheid wordt voor elke grondstof verhoudingsgewijs vrijgegeven voor zover de bevoegde autoriteit waaronder de inzamelaar of de eerste verwerker ressorteert, het bewijs heeft ontvangen dat de betrokken hoeveelheid grondstof met inachtneming van de in artikel 147, lid 2, onder f), bedoelde bestemmingen is verwerkt, waarbij zo nodig rekening wordt gehouden met elke overeenkomstig artikel 152 aangebrachte wijziging.”.

19.

Artikel 159, lid 1, wordt vervangen door:

„1.   De verplichting om de hoeveelheden grondstof hoofdzakelijk te verwerken tot de in het contract vermelde eindproducten en de verplichting om de grondstoffen te verwerken vóór 31 juli van het tweede jaar na het jaar waarin zij zijn geoogst, vormen primaire eisen in de zin van artikel 20 van Verordening (EEG) nr. 2220/85.”.

20.

In bijlage XVI wordt het cijfer voor Spanje vervangen door „6 500”.

21.

In bijlage XVIII worden punt 2 „Seizoencorrectiepremie”, punt 4 „Extensiveringsbedrag” en punt 5 „Niet-veebezettingsafhankelijke premie” geschrapt.

22.

In bijlage XXI wordt het onder het landbouwareaal in het kader van de regeling inzake één enkele areaalbetaling genoemde cijfer voor Slowakije vervangen door „1 880”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing voor de steunaanvragen betreffende de jaren die ingaan op of na 1 januari 2009.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 17 april 2009.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 30 van 31.1.2009, blz. 16.

(2)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1.

(3)  PB L 345 van 20.11.2004, blz. 1.

(4)  PB L 141 van 30.4.2004, blz. 18.

(5)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.”.


Top