Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32008D0174

    2008/174/EG: Beschikking van de Commissie van 21 december 2005 betreffende de steunmaatregel die Italië (Autonome Provincie Trento) heeft vastgesteld voor de vervoerssector (Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 5315) (Voor de EER relevante tekst)

    PB L 57 van 1.3.2008, p. 18–20 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2008/174/oj

    1.3.2008   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 57/18


    BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

    van 21 december 2005

    betreffende de steunmaatregel die Italië (Autonome Provincie Trento) heeft vastgesteld voor de vervoerssector

    (Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 5315)

    (Slechts de tekst in de Italiaanse taal is authentiek)

    (Voor de EER relevante tekst)

    (2008/174/EG)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 88, lid 2, eerste alinea,

    Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name op artikel 62, lid 1, onder a),

    Na de belanghebbenden te hebben aangemaand overeenkomstig deze bepalingen hun opmerkingen te maken (1),

    Overwegende hetgeen volgt:

    1.   PROCEDURE

    (1)

    Bij schrijven van 27 november 2001, geregistreerd bij het Secretariaat-generaal op 3 december 2001, hebben de Italiaanse autoriteiten overeenkomstig artikel 88, lid 3, van het EG-Verdrag de Commissie in kennis gesteld van de bijzondere bepalingen voor de vervoerssector welke bij Wet nr. 6 van de Autonome Provincie Trento van 13 december 1999 (hierna Provinciale Wet nr. 6/99), zijn goedgekeurd. Deze kennisgeving is onder nummer N 833/01 bij het Secretariaat-generaal van de Europese Commissie ingeschreven.

    (2)

    Aangezien de kennisgeving onvolledig was, heeft de Commissie bij brief D(02) 1665 van 1 februari 2002 om aanvullende gegevens verzocht. Een antwoord hierop is geregistreerd op 5 april 2002. Op 11 maart 2002 vond een vergadering plaats van vertegenwoordigers van de Commissie en van de Autonome Provincie Trento. Op 12 april 2002 zond de Commissie de Italiaanse autoriteiten een brief toe waarin zij om verdere informatie verzocht. Het antwoord op dit verzoek kwam bij schrijven van 17 mei 2002 en werd op 28 mei 2002 ingeschreven als SG A/5459. Op 30 mei 2002 werd er een tweede vergadering van vertegenwoordigers van de Commissie en van de Autonome Provincie Trento gehouden.

    (3)

    Op 24 juli 2002 heeft de Commissie een positief besluit genomen (2) ten aanzien van de meeste maatregelen vervat in Provinciale Wet nr. 6/99 „Speciale voorzieningen voor de vervoerssector” (3) met het doel de verlegging van de goederenstromen van het wegvervoer naar andere vervoerswijzen aan te moedigen. Met betrekking tot een van de maatregelen die van de regeling deel uitmaken — de investeringssteun voor spoorwagons en nieuw of gerenoveerd rollend materieel, geregistreerd als maatregel C 52/02 — werd evenwel de onderzoekprocedure ingeleid.

    (4)

    Het besluit van de Commissie van 24 juli 2002 om de procedure in te leiden is bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie  (4). De Commissie heeft de betrokkenen gevraagd hun opmerkingen ter zake kenbaar te maken.

    (5)

    Italië heeft zijn opmerkingen bij schrijven van 4 september 2002 aan de Commissie doen toekomen. Van de andere belanghebbende partijen heeft de Commissie geen commentaar ontvangen.

    (6)

    Een nieuwe steunregeling ter bevordering van gecombineerd vervoer in de Autonome Provincie Trento is door de Italiaanse autoriteiten op 7 februari 2003 aangemeld onder de titel „Steunverlening ten behoeve van gecombineerd vervoer”. Deze steunregeling is ingeschreven als nr. N 64/03 en goedgekeurd bij besluit van de Commissie van 1 oktober 2003 (5).

    (7)

    Verdere toelichtingen zijn door de Autonome Provincie Trento toegezonden op 8 april 2005 en door de Italiaanse Permanente Vertegenwoordiging bij de Europese Unie in een brief die op 13 juni 2005 is geregistreerd.

    2.   UITVOERIGE BESCHRIJVING VAN DE STEUNMAATREGEL

    2.1.   Soort steun

    (8)

    De steunmaatregel met betrekking waartoe de onderzoekprocedure werd ingeleid, betrof investeringssteun voor spoorwagons en nieuw en gerenoveerd rollend materieel, terwijl geen bezwaren werden ingebracht tegen de overige maatregelen van de algemene regeling ter aanmoediging van de verschuiving van goederenstromen van het wegvervoer naar alternatieve vervoerswijzen.

    (9)

    Doel van de algemene regeling is de milieueffecten van het wegvervoer terug te dringen door subsidiëring van de aanschaf van vervoermiddelen met technische voorzieningen ter beperking van milieuverontreiniging die beter presteren dan de geldende milieunormen. De regeling voorziet in steun voor kleine en middelgrote ondernemingen, alsook consortia die zich bezighouden met vervoer over de weg in opdracht van derden, die activiteiten op het gebied van gecombineerd vervoer verrichten of die spoorvervoer of ander vervoer over land verzorgen dat op enigerlei wijze verband houdt met gecombineerd spoorvervoer of het vervoer van goederen of passagiers.

    (10)

    De onderzochte maatregel voorzag in steunverlening ten behoeve van kleine en middelgrote ondernemingen in de Autonome Provincie Trento tot een maximum van 25 % van de aankoopkosten voor spoorwagons en nieuw of gerenoveerd rollend materieel (artikel 3, lid 2, onder e), van Provinciale Wet nr. 6/99.

    2.2.   Redenen voor de inleiding van de procedure

    (11)

    Het besluit van de Commissie om de in artikel 88, lid 2, van het Verdrag vastgestelde procedure in te leiden en de Italiaanse autoriteiten om nadere toelichting te vragen was het resultaat van een eerste onderzoek van de aangemelde regeling.

    (12)

    In het bijzonder klonk er bezorgdheid over de verenigbaarheid van de maatregel met artikel 4, lid 2 en lid 5, van Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen (6), op grond waarvan de investeringssteun voor spoorwegwagons ten behoeve van KMO’s in het geval van kleine ondernemingen maximaal 15 % en in het geval van middelgrote ondernemingen maximaal 7,5 % mag belopen.

    (13)

    De Commissie betwijfelde of de opgegeven steunintensiteit van 25 % verenigbaar zou kunnen worden bevonden met de bij artikel 4, lid 2, van Verordening nr. 70/2001 vastgestelde maximale steunintensiteit. Non-conformiteit met de in deze verordening vastgestelde maxima was de enige aanleiding om de onderzoekprocedure aan te vangen.

    (14)

    Van de andere belanghebbende partijen heeft de Commissie geen commentaar ontvangen.

    3.   OPMERKINGEN VAN ITALIË

    (15)

    Bij schrijven van 4 september 2004 hebben de Italiaanse autoriteiten via hun Permanente Vertegenwoordiging kennis gegeven van hun voornemen aan kleine ondernemingen en middelgrote ondernemingen steun te verlenen tot maximaal respectievelijk 15 % en 7,5 % van de kosten van aankoop van spoorwegwagons en nieuw of gerenoveerd rollend materieel.

    (16)

    Deze steun moet dan worden gecumuleerd met de financiering van 25 % van de kosten in verband met leasing, afschrijving of huur van speciale uiterst laagvloerige spoorwagons bestemd voor begeleide intermodale vervoersdiensten gedurende ten hoogste drie jaar.

    (17)

    De gesubsidieerde ondernemingen blijven dan wel verantwoordelijk voor het gedeelte van de kosten dat niet door de overheidssteun wordt gedekt. De Provincie Trento zal de begunstigden vragen erop toe te zien dat de door hen berekende tarieven openbaar en niet-discriminerend, d.w.z. voor alle gebruikers en alle baanvakken hetzelfde, zijn.

    (18)

    De bevoegde autoriteiten stelden dat het, gezien het gebrek aan intermodale structuur, de bedoeling van de Provincie Trento was alle bedrijfsinitiatieven te financieren waarmee de voor gecombineerd vervoer benodigde uiterst laagvloerige spoorwagons beschikbaar konden worden gemaakt, en dit op basis van „Wie eerst komt, eerst maalt” en totdat de desbetreffende begrotingstoewijzing was uitgeput. Wel behield Trento zich het recht voor, mocht de begrotingstoewijzing onvoldoende blijken, openbare uitnodigingen tot het indienen van subsidieaanvragen te publiceren, waarbij prioriteit zou worden gegeven aan activiteiten met de hoogste dagelijkse frequentie aan weg/spoor-overslag op wagons die van in de Provincie gelegen overslagpunten vertrokken.

    (19)

    Opgemerkt zij dat deze laatste maatregel niet in de oorspronkelijke kennisgeving werd vermeld. Op 8 april 2005 heeft de Autonome Provincie Trento echter bevestigd dat die maatregel nooit ten uitvoer was gelegd en dat dit niet langer de bedoeling was.

    4.   BEOORDELING VAN DE MAATREGEL

    4.1.   Betreft het een steunmaatregel in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag

    (20)

    Krachtens artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag zijn steunmaatregelen van de staten, behoudens de afwijkingen waarin dit Verdrag voorziet, die de mededinging vervalsen of dreigen te vervalsen onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt, voorzover deze steun het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloedt.

    (21)

    Uit hoofde van de voorgestelde maatregel zouden de geselecteerde begunstigden (kleine en middelgrote ondernemingen die in de Autonome Provincie Trento actief zijn) overheidssubsidies ontvangen ter dekking van kosten in verband met investeringen in spoorwegwagons en rollend materieel, terwijl andere op dit terrein actieve ondernemingen — nationale bedrijven of bedrijven uit andere lidstaten — dergelijke subsidies niet ontvangen. Aldus wordt de concurrentiepositie van de begunstigden ten opzichte van andere ondernemers versterkt.

    (22)

    Gezien het bovenstaande concludeert de Commissie dat de aangemelde steunmaatregel beantwoordt aan de criteria van artikel 87, lid 1, en bijgevolg in beginsel verboden is.

    4.2.   Beoordeling van de verenigbaarheid van de steunmaatregel

    (23)

    Na het opstarten van de onderzoekprocedure gingen de Italiaanse autoriteiten ermee akkoord de geplande steunintensiteit van 25 % voor de aankoop van spoorwegwagons en nieuw of gerenoveerd rollend materieel voor kleine ondernemingen tot 15 % en voor middelgrote ondernemingen tot 7,5 % terug te brengen. De steunmaatregel heeft enkel betrekking op steunverlening aan kleine en middelgrote ondernemingen.

    (24)

    De steunmaatregel kan echter als conform worden beschouwd met artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 70/2001.

    (25)

    Op grond van het bovenstaande verklaart de Commissie derhalve dat deze steunmaatregel ook verenigbaar is met het Verdrag.

    5.   CONCLUSIE

    De Commissie

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De steunmaatregel die door Italië (Autonome Provincie Trento) is vastgesteld voor de vervoerssector is verenigbaar met de gemeenschappelijke markt.

    De steunmaatregel mag bijgevolg ten uitvoer worden gelegd.

    Artikel 2

    Deze beschikking is gericht tot de Italiaanse Republiek.

    Gedaan te Brussel, 21 december 2005.

    Voor de Commissie

    Jacques BARROT

    Vice-voorzitter


    (1)  PB C 242 van 8.10.2002, blz. 8.

    (2)  Zie voetnoot 1.

    (3)  Steunmaatregel N 833/2001 — Italië (Autonome Provincie Trento) Provinciale Wet nr. 6/99 „Speciale voorzieningen voor de vervoerssector”.

    (4)  Zie voetnoot 1.

    (5)  PB C 284 van 27.11.2003, blz. 2.

    (6)  PB L 10 van 13.1.2001, blz. 33.


    Top