This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32005D0743
2005/743/EC: Commission Decision of 19 October 2005 allowing Member States to extend provisional authorisations granted for the new active substances boscalid, indoxacarb, spinosad and Spodoptera exigua nuclear polyhedrosis virus (notified under document number C(2005) 4002) (Text with EEA relevance)
2005/743/EG: Beschikking van de Commissie van 19 oktober 2005 waarbij aan de lidstaten toestemming wordt verleend om de geldigheidsduur van voorlopige toelatingen voor de nieuwe werkzame stoffen boscalid, indoxacarb, spinosad en Spodoptera exigua nuclear polyhedrosis virus te verlengen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 4002) (Voor de EER relevante tekst)
2005/743/EG: Beschikking van de Commissie van 19 oktober 2005 waarbij aan de lidstaten toestemming wordt verleend om de geldigheidsduur van voorlopige toelatingen voor de nieuwe werkzame stoffen boscalid, indoxacarb, spinosad en Spodoptera exigua nuclear polyhedrosis virus te verlengen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 4002) (Voor de EER relevante tekst)
PB L 279 van 22.10.2005, p. 73–74
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(BG, RO)
PB L 349M van 12.12.2006, p. 483–484
(MT)
In force
22.10.2005 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 279/73 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 19 oktober 2005
waarbij aan de lidstaten toestemming wordt verleend om de geldigheidsduur van voorlopige toelatingen voor de nieuwe werkzame stoffen boscalid, indoxacarb, spinosad en Spodoptera exigua nuclear polyhedrosis virus te verlengen
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2005) 4002)
(Voor de EER relevante tekst)
(2005/743/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (1), en met name op artikel 8, lid 1, vierde alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG heeft Duitsland in april 2001 van BASF AG een aanvraag ontvangen voor de opname van de werkzame stof boscalid (vroegere naam: nicobifen) in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Bij Beschikking 2002/268/EG van de Commissie (2) is bevestigd dat het dossier volledig is en geacht wordt in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij de richtlijn. |
(2) |
In oktober 1997 heeft Nederland van DuPont de Nemours een aanvraag ontvangen betreffende indoxacarb (vroegere naam: DPX-KN128). Bij Beschikking 98/398/EG van de Commissie (3) is bevestigd dat het dossier volledig is en geacht wordt in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij de richtlijn. |
(3) |
In juli 1999 heeft Nederland van Dow Agrosciences een aanvraag ontvangen betreffende spinosad. Bij Beschikking 2000/210/EG van de Commissie (4) is bevestigd dat het dossier volledig is en geacht wordt in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij de richtlijn. |
(4) |
In juli 1996 heeft Nederland van Biosys een aanvraag ontvangen betreffende Spodoptera exigua nuclear polyhedrosis virus. Bij Beschikking 97/865/EG van de Commissie (5) is bevestigd dat het dossier volledig is en geacht wordt in beginsel te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij de richtlijn. |
(5) |
De bevestiging dat de dossiers volledig zijn, was nodig om deze grondig te kunnen onderzoeken en om de lidstaten de mogelijkheid te geven gewasbeschermingsmiddelen die de desbetreffende werkzame stoffen bevatten, voorlopig toe te laten voor een periode van ten hoogste drie jaar, met inachtneming van de voorwaarden van artikel 8, lid 1, van Richtlijn 91/414/EEG en met name de voorwaarde dat de werkzame stof en het gewasbeschermingsmiddel worden onderworpen aan een gedetailleerde evaluatie aan de hand van de voorschriften van de richtlijn. |
(6) |
De gevolgen van deze werkzame stoffen voor de volksgezondheid en het milieu zijn overeenkomstig artikel 6, leden 2 en 4, van Richtlijn 91/414/EEG geëvalueerd voor de door de respectievelijke aanvragers voorgestelde gebruiksdoeleinden. De als rapporteur optredende lidstaten hebben het ontwerp-evaluatieverslag over elk van deze stoffen bij de Commissie ingediend, namelijk op 22 november 2002 voor boscalid, op 7 februari 2000 voor indoxacarb, op 5 maart 2001 voor spinosad en op 19 november 1999 voor Spodoptera exigua nuclear polyhedrosis virus. |
(7) |
Na indiening van de ontwerp-evaluatieverslagen door de als rapporteur optredende lidstaten moest de aanvragers om aanvullende informatie worden gevraagd en moesten de als rapporteur optredende lidstaten deze informatie bestuderen en hun evaluatie indienen. Daardoor is het onderzoek van de dossiers nog aan de gang en kan de evaluatie niet binnen de bij Richtlijn 91/414/EEG vastgestelde termijn worden afgerond. |
(8) |
Aangezien de evaluatie tot nu toe geen aanleiding geeft tot onmiddellijke bezorgdheid, moet aan de lidstaten toestemming worden gegeven om de voorlopige toelatingen die zijn verleend voor gewasbeschermingsmiddelen die de desbetreffende werkzame stoffen bevatten, overeenkomstig artikel 8 van Richtlijn 91/414/EEG voor een periode van 24 maanden te verlengen, zodat het onderzoek van de dossiers kan worden voortgezet. Verwacht wordt dat voor elk van de desbetreffende stoffen 24 maanden zullen volstaan om de evaluatie en de besluitvorming met betrekking tot de eventuele opname in bijlage I af te ronden. |
(9) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
De lidstaten mogen de geldigheidsduur van de voorlopige toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die boscalid, indoxacarb, spinosad of Spodoptera exigua nuclear polyhedrosis virus bevatten, verlengen met ten hoogste 24 maanden te rekenen vanaf de datum van vaststelling van deze beschikking.
Artikel 2
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 19 oktober 2005.
Voor de Commissie
Markos KYPRIANOU
Lid van de Commissie
(1) PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2005/34/EG van de Commissie (PB L 125 van 18.5.2005, blz. 5).
(2) PB L 92 van 9.4.2002, blz. 34.
(3) PB L 176 van 20.6.1998, blz. 34.
(4) PB L 64 van 11.3.2000, blz. 24.
(5) PB L 351 van 23.12.1997, blz. 67.