Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32005D0350

    2005/350/EG: Beschikking van de Commissie van 7 mei 2004 inzake de door Spanje verleende steun aan de bedrijven die olie uit afvallen van olijven produceren Steunmaatregel C 21/02 (ex NN 14/02) (Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 1635)

    PB L 110 van 30.4.2005, p. 48–55 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2005/350/oj

    30.4.2005   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 110/48


    BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

    van 7 mei 2004

    inzake de door Spanje verleende steun aan de bedrijven die olie uit afvallen van olijven produceren Steunmaatregel C 21/02 (ex NN 14/02)

    (Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 1635)

    (Slechts de tekst in de Spaanse taal is authentiek)

    (2005/350/EG)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 88, lid 2, eerste alinea,

    Na de belanghebbenden overeenkomstig het genoemde artikel te hebben aangemaand hun opmerkingen te maken (1), en gezien deze opmerkingen,

    Overwegende hetgeen volgt:

    I.   PROCEDURE

    (1)

    Bij brief van 14 december 2001 heeft de Commissie de Spaanse autoriteiten gevraagd informatie te verstrekken over de steunmaatregel ten gunste van de bedrijven die olie uit afvallen van olijven produceren.

    (2)

    Bij brief van 4 januari 2002 hebben de Spaanse autoriteiten de Commissie in kennis gesteld van de steunmaatregel ten gunste van de bedrijven die olie uit afvallen van olijven produceren, zoals beschreven in het besluit tot inleiding van de procedure van artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag.

    (3)

    Aangezien de steunregeling reeds was vastgesteld, werd ze opgenomen in het register van de niet-aangemelde steunmaatregelen (steunmaatregel nr. NN 14/02).

    (4)

    De Commissie heeft Spanje bij schrijven van 12 maart 2002 in kennis gesteld van haar besluit tot inleiding van de procedure van artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag met betrekking tot deze steunregeling.

    (5)

    Het besluit van de Commissie tot inleiding van de procedure is in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen  (2) bekendgemaakt. De Commissie heeft belanghebbenden uitgenodigd hun opmerkingen over de betrokken steunmaatregel te maken.

    (6)

    Bij brief van 15 april 2002 stuurde Spanje een reeks opmerkingen. Bij brief van 2 april 2004 stuurde Spanje aanvullende inlichtingen.

    (7)

    De Commissie heeft hieromtrent geen opmerkingen ontvangen van de belanghebbenden.

    II.   GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE STEUN

    (8)

    Benaming, stelsel: steunmaatregel ten behoeve van de bedrijven die olie uit afvallen van olijven produceren.

    (9)

    Budget: het budget wordt begroot op maximaal 1 202 024,21 EUR.

    (10)

    Duur: een jaar.

    (11)

    Begunstigden: de bedrijven die olie uit afvallen van olijven extraheren, raffineren en bottelen.

    (12)

    Doelstelling van de maatregelen: het financieren van de aanpassing van de productieprocessen van de bedrijven aan de in het besluit van het Ministerio de la Presidencia van 25 juli 2001 bedoelde nieuwe voorschriften houdende beperking van de aanwezigheid van bepaalde polycyclische aromatische koolwaterstoffen in olie uit afvallen van olijven (3), en het verzekeren van de normale werking van de oliefabrieken tijdens de campagne 2001/2002.

    (13)

    Mogelijke nadelige gevolgen van de maatregelen: vervalsing van de concurrentie door het bevoordelen van bepaalde producties van olie uit afvallen van olijven, en schending van de bepalingen van de betrokken gemeenschappelijke ordening van de markt.

    (14)

    Intensiteit van de steun, voor subsidie in aanmerking komende kosten, cumulatie: leningen met rentesubsidie en subsidie voor de garanties op deze leningen. Het bedrag van de leningen varieert naar gelang van de begunstigden.

    (15)

    Hieronder worden de redenen uiteengezet die hebben geleid tot de inleiding van de procedure.

    (16)

    Het besluit van het Ministerio de Agricultura, Pesca y Alimentación (Spaanse ministerie van Landbouw) van 14 november 2001, betreffende een steunmaatregel voor de bedrijven die olie uit afvallen van olijven extraheren, raffineren en bottelen (4) voorziet in leningen voor een totaal bedrag van maximaal 5 000 miljoen peseta (30 050 000 EUR), met een rentesubsidie van het Ministerio de Agricultura, Pesca y Alimentación (hierna het „M.A.P.A.” genoemd), dat eveneens een subsidie kan vaststellen voor de garanties op die leningen.

    (17)

    De leningen moeten dienen om de aanpassing van de productieprocessen van de bedrijven aan de in het besluit van het Ministerio de la Presidencia van 25 juli 2001 bedoelde nieuwe voorschriften te financieren, en om de normale werking te verzekeren van de oliefabrieken tijdens de campagne 2001/2002.

    (18)

    Het maximale eenheidsbedrag per begunstigde van de leningen zal het bedrag zijn dat is vermeld in de erkenning van de rechten door het M.A.P.A., via het Agencia para el Aceite de Oliva (Spaans Agentschap voor de Olijfolie). Te dien einde dient rekening te worden gehouden met het bewezen volume van de olievoorraden in alle stadia van het verwerkingsproces in elk bedrijf op 3 juli 2001, het volume olie dat aan de bottelindustrie werd afgeleverd om te worden verhandeld vanaf die datum tot de inwerkingtreding van het besluit van het M.A.P.A. van 14 november 2001, en de maximumprijs van 125 peseta (0,761266 EUR) per kilo in voorraad.

    (19)

    De begunstigden van de steun moeten uiterlijk op de eerste vervaldag van de rente hun productieproces hebben aangepast aan de nieuwe voorschriften of moeten er althans mee hebben aangevangen, en het volume van de productie voor de campagne 2001/2002 moet vergelijkbaar zijn met dat van de drie voorgaande seizoenen.

    (20)

    Het maximumbedrag van de leningen voor de verschillende sectoren bedraagt:

    voor de bedrijven die olie uit afvallen van olijven extraheren: 22 537 953,91 EUR;

    voor de bedrijven die olie uit afvallen van olijven raffineren: 4 507 590,78 EUR;

    voor de bedrijven die olie uit afvallen van olijven bottelen: 3 005 060,52 EUR.

    (21)

    Het Instituto de Crédito Oficial (ICO) biedt, met medewerking van de financiële instellingen, leningen aan onder de volgende voorwaarden:

    de leningen hebben een looptijd van één jaar;

    de rentevoet is gelijk aan de basisrentevoet van het ICO op één jaar, die van kracht is op het moment dat de leningen worden toegekend;

    de winstmarge van de financiële instellingen bedraagt 0,75 procentpunt;

    het risico van deze leningen wordt gedragen door de financiële instellingen;

    de subsidie van het M.A.P.A. bedraagt drie procentpunten; de begunstigden moeten een minimumpercentage van 1,5 % betalen.

    (22)

    Het M.A.P.A. kan ook subsidies vaststellen voor de garanties die, in voorkomend geval, worden toegekend door de Sociedad Estatal de Caución Agraria, wanneer dat nodig blijkt voor het verkrijgen van de leningen. De subsidie voor de garantie moet dienen ter betaling van de beheerskosten en bedraagt maximaal 1 % van het openstaande saldo van de gegarandeerde lening.

    (23)

    Bij de inleiding van de procedure hield de Commissie rekening met de beschouwingen die hieronder worden uiteengezet.

    (24)

    De subsidie voor de rente op de leningen is steun die door de staat wordt toegekend aan de bedrijven die olie uit afvallen van olijven extraheren, raffineren en bottelen. Bovendien ontvangen bepaalde bedrijven andere steun die door de staat wordt toegekend en die bestaat uit de gedeeltelijke financiering van de kosten voor het beheer van de garanties voor deze gesubsidieerde leningen.

    (25)

    Verwacht wordt dat de leningen gedeeltelijk worden gebruikt ter financiering van de aanpassing van de productieprocessen van de bedrijven aan de in het besluit van het Ministerio de la Presidencia van 25 juli 2001 bedoelde nieuwe normen en voorschriften. Het bedrag van de gesubsidieerde leningen en het bedrag van de steun zijn echter niet gekoppeld aan de kosten voor de aanpassing van de productieprocessen. Het maximale eenheidsbedrag per begunstigde van de leningen zal immers het bedrag zijn dat is vermeld in de erkenning van de rechten door het M.A.P.A., via het Agencia para el Aceite de Oliva, welk bedrag gebaseerd is op het bewezen volume van de olievoorraden in alle stadia van het verwerkingsproces voor elk bedrijf op 3 juli 2001, en op het volume olie dat aan de bottelindustrie werd afgeleverd om te worden verhandeld. De Commissie beschikte in deze fase niet over informatie volgens welke het zou gaan om investeringen die voor subsidie in aanmerking komen op grond van de communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouwsector (5).

    (26)

    Aan de hand van de beschikbare informatie was de Commissie dus van mening dat de steunmaatregelen in de vorm van een rentesubsidie voor de leningen en in de vorm van de gedeeltelijke subsidiëring van de kosten van de garanties, konden worden beschouwd als staatssteun ter verbetering van de financiële situatie van de producenten, die op geen enkele wijze bijdroeg tot de ontwikkeling van de sector (punt 3.5 van de communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouwsector). In dit stadium kon de steun die mogelijk zou worden verleend, dus worden aangemerkt als steun voor de bedrijfsvoering, die onverenigbaar is met de gemeenschappelijke markt. Dergelijke steun heeft geen duurzaam effect op de ontwikkeling van de sector, en het rechtstreekse effect ervan verdwijnt met de maatregel zelf (zie het arrest van het Gerecht van eerste aanleg van 8 juni 1995 in zaak T-459/93, Siemens SA tegen de Europese Commissie (6). Dergelijke steunmaatregelen hebben als rechtstreeks gevolg dat de productie- en afzetmogelijkheden waarover de betrokken marktdeelnemers voor deze producten beschikken, gunstiger zijn dan die voor andere marktdeelnemers (zowel in eigen land als in de andere lidstaten) die geen dergelijke steun ontvangen.

    (27)

    Bovendien hebben deze steunmaatregelen voor de bedrijven die olie uit afvallen van olijven extraheren, raffineren en bottelen, betrekking op een product, olijfolie, waarvoor een gemeenschappelijke ordening van de markt geldt overeenkomstig Verordening nr. 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten (7), waardoor de mogelijkheden voor de lidstaten om in te grijpen in de werking van die marktordening beperkt zijn omdat deze onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap valt. Volgens de vaste rechtspraak van het Hof van Justitie (zie, onder andere, het arrest van 26 juni 1979 in zaak 177/78 (8) – Pigs and Bacon Commission tegen McCarren and Company Limited) moeten de gemeenschappelijke marktordeningen worden beschouwd als een volledig en afgerond geheel dat de lidstaten geen ruimte laat om maatregelen te nemen die nadelig of daarmee in strijd zijn. Daarom leek het er in dit stadium op dat de steunmaatregelen moesten worden beschouwd als strijdig met de gemeenschappelijke marktordeningen en, bijgevolg, met de communautaire regelgeving.

    (28)

    Op grond daarvan was de Commissie, in het stadium van inleiding van de procedure, van mening dat de onderzochte steunmaatregelen leken te moeten worden aangemerkt als steun voor de bedrijfsvoering, die onverenigbaar is met de gemeenschappelijke markt, en dat het er niet naar uitzag dat zij in aanmerking konden komen voor een van de in artikel 87, lid 3, van het Verdrag bedoelde uitzonderingen, zodat zij met betrekking tot deze steunmaatregelen besliste de in artikel 88, lid 2, van het Verdrag bedoelde procedure in te leiden.

    III.   OPMERKINGEN VAN SPANJE

    (29)

    Bij brief van 15 april 2002 voerde Spanje aan hetgeen volgt.

    (30)

    Op 3 juli 2001 besliste de Spaanse regering, via het Ministerio de Sanidad y Consumo (Spaans ministerie van Volksgezondheid), over te gaan tot de blokkade van alle partijen olie uit afvallen van olijven die op dat moment op de Spaanse markt aanwezig waren in de verschillende schakels van de agro-voedingsmiddelenketen.

    (31)

    De beslissing tot blokkade en verbod tot detailverkoop van de olijfolie werd louter en alleen genomen om de belangen van de consument te verdedigen. De verschillende kwaliteitscontroles die in de dagen die daaraan voorafgingen waren uitgevoerd door de verschillende groepen die tot taak hebben toe te zien op de naleving van de voorschriften inzake volksgezondheid, hadden immers aan het licht gebracht dat — althans een deel van — de olie uit afvallen van olijven die op de markt aanwezig was, bepaalde verbindingen van de groep van polycyclische aromatische koolwaterstoffen bevatte, in concentraties die mogelijk een risico inhielden voor de consument.

    (32)

    Dit bracht de Spaanse regering ertoe, via het Ministerio de la Presidencia, over te gaan tot de bekendmaking van het besluit van 25 juli 2001 houdende beperking van bepaalde polycyclische aromatische koolwaterstoffen in de genoemde olie, en eveneens te voorzien in de genormaliseerde werkmethode die moet worden gevolgd tijdens het productieproces om olie uit afvallen van olijven te winnen.

    (33)

    Men schatte het volume voorraden olie uit afvallen van olijven die door de maatregel werden getroffen op 30 000 t, verdeeld over de 56 bedrijven die in Spanje olie extraheren, 12 000 t die opgeslagen was in de 7 raffinaderijen, en nog eens 8 000 t die aanwezig was in de 150 bottelbedrijven die in Spanje bestaan.

    (34)

    Het M.A.P.A. erkende het enorme probleem dat de blokkade van 50 000 t voor de sector zou betekenen midden in de productiecampagne van olijfolie, want aangezien de oogst voor dat jaar op meer dan een miljoen t werd geraamd, zou de productie van olie uit afvallen van olijven meer dan 80 000 t opleveren. Met andere woorden, begin 2002 zou er meer dan 130 000 t olie uit afvallen van olijven kunnen zijn, met geringe vooruitzichten van aanvaarding op de markt.

    (35)

    De bedrijven die in Spanje olie uit afvallen van olijven extraheren, zorgen eveneens voor het ophalen bij de oliefabrieken van de bijproducten die ontstaan tijdens de fabricage van olie, de afvallen van olijven en het van olijven afkomstige afvalslib (alpurejos), en gelet op de crisis was het niet zeker dat de bedrijven die de olie extraheren de afvallen van olijven en de alpurejos van de oliefabrieken naar hun eigen inrichtingen zouden gaan vervoeren om olie uit afvallen van olijven te winnen. Dat zou hebben geleid tot een milieuramp van onoverzienbare proporties, aangezien de oliefabrieken niet in staat waren om de bijproducten voor onbeperkte tijd op te slaan of over te gaan tot de behandeling ervan om de schadelijke stoffen te verwijderen.

    (36)

    Door bij de oliefabrieken de bijproducten op te halen die tijdens het productieproces van olijfolie ontstaan, bieden de bedrijven die olie uit afvallen van olijven extraheren een totaaloplossing voor de milieuproblemen. De keten extraheren – raffineren – bottelen – distribueren van olie uit afvallen van olijven is ook van cruciaal belang voor de economische activiteit van de sector (10 % van de agrarische eindproductie van Spanje).

    (37)

    Inactiviteit in de olijfoliebranche, met de verlamming van de sector tot gevolg, zou de financiering van de nieuwe campagne in de weg staan, aangezien de betalingsverplichtingen die voortvloeien uit de financiering van de vorige campagne gedeeltelijk niet zouden worden nagekomen, wat ertoe zou leiden dat de financiële instellingen niet bereid zouden worden gevonden om de nieuwe campagne te financieren.

    (38)

    Het was de bedoeling van de regering ertoe bij te dragen dat de betrokkenen die over onvoldoende inkomsten beschikten uit hun normale verkoop als gevolg van de afkondiging van de noodtoestand voor de volksgezondheid, in staat zouden zijn de betalingen voor de vorige campagne te doen en hun capaciteit tot het aangaan van schuld bij de kredietinstellingen zouden kunnen herstellen voordat de nieuwe campagne zou aanvangen. Ook beoogde zij de productieprocessen te stimuleren die totale garanties bieden op het punt van de volksgezondheid, en het vertrouwen van de consument terug te krijgen.

    (39)

    Het betrof een uitzonderlijke situatie als gevolg van de tijdelijke schorsing van de markt door de Spaanse overheid ter wille van de voedselveiligheid, ofschoon noch de communautaire noch de Spaanse wetgeving een maximumgehalte heeft bepaald voor de aangetroffen stoffen. Het gaat dus om een verzachtende maatregel van geringe betekenis in het licht van een uitzonderlijk feit, namelijk de schorsing van een markt, dat zeer ernstige gevolgen zou kunnen hebben voor de volledige Spaanse olijfoliesector.

    (40)

    Deze steun gaat gepaard met bepaalde verplichtingen voor de begunstigden. Een eerste vereiste is dat zij begonnen moeten zijn met de aanpassing van hun productieprocessen ter naleving van de nieuwe bepalingen van de Spaanse wetgeving inzake de beperkingen op de aanwezigheid van bepaalde polycyclische aromatische koolwaterstoffen in olie uit afvallen van olijven, die voorheen noch in de communautaire noch in de Spaanse normen waren vastgesteld. Een andere tegenprestatie is de verplichting van de begunstigden om voor de campagne 2001/2002 een productie te bereiken die vergelijkbaar is met die van de drie vorige seizoenen. Op deze wijze wordt een garantie geboden voor de ontwikkeling van de sector afvallen van olijven, evenals voor het ophalen van verontreinigende afvalstoffen.

    (41)

    Deze steunmaatregelen hebben niet alleen tot doel de financiële toestand van de producent te verbeteren, maar ook bij te dragen tot de ontwikkeling van de sector. De steunmaatregelen zijn verenigbaar met de gemeenschappelijke markt, omdat zij aanmoedigingspremies zijn die een tegenprestatie eisen van de begunstigden. Het is bovendien niet juist te stellen dat zij uitsluitend zijn gebaseerd op de prijs, de hoeveelheid, de productie-eenheden of de eenheden van de productiemiddelen. Behalve een kwantitatieve referentie om de hoogte van de leningen te bepalen, wordt ook een reeks na te leven verplichtingen als basis genomen.

    (42)

    De mededeling van de Commissie inzake steunmaatregelen van de staten in de vorm van kortlopend krediet met rentesubsidie in de landbouwsector („beheerskredieten”) (9) erkent dat de landbouw in de Gemeenschap in een ongunstige positie verkeert in vergelijking met andere sectoren, zowel vanuit het oogpunt van de noodzaak om kortlopende leningen te verkrijgen, als vanuit het oogpunt van zijn capaciteit om deze te financieren. Deze leningen mogen niet worden aangewend om selectief steun te verlenen aan bepaalde sectoren of economische marktdeelnemers uit de landbouwsector om redenen die niet uitsluitend verband houden met dergelijke problemen. Toch kunnen, naar gelang van het oordeel van de betrokken lidstaat, bij de toekenning van staatssteun voor dergelijke leningen andere activiteiten of economische marktdeelnemers die minder problemen ondervinden om kortlopende leningen te verkrijgen, worden uitgesloten.

    (43)

    Bij wijze van conclusie stelt Spanje:

    dat het een buitengewone gebeurtenis betreft, waarop het bepaalde in artikel 87, lid 2, onder b), van het Verdrag inzake verenigbaarheid met de gemeenschappelijke markt van toepassing zou kunnen zijn;

    dat de steun bedoeld is om de gevolgen op te vangen van de schorsing van de markt ten gevolge van de afkondiging van de noodtoestand met het oog op de volksgezondheid; hij is er niet op gericht om de begunstigden in een voordelige positie te plaatsen, doch om een productieve activiteit te behouden die strikt noodzakelijk is voor de stabiliteit van het milieu binnen de productieketen van de olijfolie;

    dat de toekenning van de steun een soort aanmoedigingspremie is waarvoor tegenprestaties van de begunstigden zijn vereist, wat bijdraagt tot de ontwikkeling van de sector, waardoor hierop eveneens het bepaalde in artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag van toepassing is;

    dat de afwezigheid van steunmaatregelen op korte termijn niet alleen de normale gang van zaken bij de productie van olijfolie zou beletten, maar ook de olijfolieketen zou stilleggen, waardoor het handelsverkeer ernstig zou worden verstoord en er bovendien onoverkomelijke schade aan het milieu zou worden berokkend, wat indruist tegen het gemeenschappelijk belang;

    dat de betrokken sector, gelet op deze uitzonderlijke situatie van marktverlies als gevolg van het wantrouwen van de consument, ook het vertrouwen verloor van de banksector in zijn capaciteit tot het aangaan van schuld voor de financiering van de campagnes, en behoefte had aan steun van de overheid om de noodzakelijke financiering te verkrijgen.

    (44)

    Bij brief van 2 april 2004 stuurde Spanje aanvullende inlichtingen. Volgens deze inlichtingen hebben de schorsing van de markt als gevolg van de afkondiging van de noodtoestand met het oog op de volksgezondheid en het uitvaardigen door de overheid van nieuwe voorschriften ertoe geleid dat de olie uit afvallen van olijven uit de handel moest worden genomen. De sector stuurde deze naar de bottelbedrijven om haar opnieuw te laten raffineren, en zo de polycyclische aromatische koolwaterstoffen te laten verwijderen, waarna de olie opnieuw werd gebotteld en van etiketten werd voorzien om te worden verhandeld.

    (45)

    De voorraden olie uit afvallen van olijven die door de overheidsmaatregel werden getroffen, werden geschat op 50 000 t. Aangezien het maximumbudget wordt geschat op 1 202 024,21 EUR, zou de steun per ton 24 EUR bedragen. Aangezien de kostprijs van een ton olie uit afvallen van olijven 600 EUR bedraagt, komt het bedrag van de steun overeen met 4 % van de kostprijs van de olie.

    (46)

    De kostprijs voor de sector om de olie uit de markt te nemen, uit de verpakking te halen en opnieuw te verwerken en te verpakken voor verhandeling lag zeer hoog en heeft de bedrijven van de sector aanzienlijke schade berokkend. Deze kosten liggen veel hoger dan het bedrag van de verleende steun.

    IV.   BEOORDELING VAN DE STEUN

    (47)

    De rentesubsidie voor de leningen kan worden beschouwd als staatssteun aan de bedrijven die olie uit afvallen van olijven extraheren, raffineren en bottelen. Bovendien zullen enkele van deze bedrijven van de staat steun ontvangen in de vorm van subsidiëring van een deel van de kosten voor het beheer van de garanties voor deze gesubsidieerde leningen. De Commissie is bijgevolg van mening dat deze maatregelen dienen te worden beschouwd als selectieve staatssteun.

    (48)

    De artikelen 87 en 88 van het Verdrag zijn van toepassing op alle landbouwproducten uit bijlage I waarvoor een gemeenschappelijke ordening van de markt geldt. De bedrijven die olie uit afvallen van olijven extraheren, raffineren en bottelen, werken met een product, olijfolie, waarvoor een gemeenschappelijke ordening van de markt geldt. De artikelen 87 en 88 zijn bijgevolg op deze steunmaatregelen van toepassing.

    (49)

    Volgens artikel 87, lid 1, zijn steunmaatregelen van de staten of in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die de mededinging door begunstiging van bepaalde ondernemingen of bepaalde producties vervalsen of dreigen te vervalsen, onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt, voorzover deze steun het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloedt.

    (50)

    In dit geval geeft de steun de begunstigden een voordeel dat leidt tot een vermindering van hun normale begrotingsuitgaven. De steun wordt verleend door de staat of met staatsmiddelen. Het is specifieke of selectieve steun in die zin dat bepaalde bedrijven of producten erdoor begunstigd worden, concreet de bedrijven die olie uit afvallen van olijven extraheren, raffineren en bottelen.

    (51)

    Om binnen het toepassingsgebied van artikel 87, lid 1, te vallen, dient de steun bovendien gevolgen te hebben voor de mededinging en de handel tussen de lidstaten. Dit criterium houdt in dat de begunstigde van een maatregel een economische activiteit uitoefent. Volgens de vaste rechtspraak inzake deze bepaling, wordt geoordeeld dat het handelsverkeer gevolgen ondervindt wanneer het begunstigde bedrijf een economische activiteit uitoefent waarbij het handelsverkeer tussen de lidstaten een rol speelt. Alleen al vanwege het feit dat dankzij de steun de concurrentiepositie van het bedrijf wordt versterkt ten opzichte van andere bedrijven waarmee het in de intracommunautaire handel concurreert, is het oordeel gerechtvaardigd dat het handelsverkeer er gevolgen van ondervindt.

    (52)

    In dit geval oefenen de begunstigden een economische activiteit uit, namelijk het extraheren, raffineren en bottelen van olie uit afvallen van olijven, waarbij het handelsverkeer tussen de lidstaten een rol speelt. Spanje verzond in 2000 olie uit afvallen van olijven naar de Gemeenschap voor een waarde van 7 160 250 EUR, en ontving dergelijke olie voor 2 941 310 EUR (10).

    (53)

    In feite opereren de begunstigde bedrijven in een sector die in hoge mate blootstaat aan concurrentie. Hierbij dient te worden opgemerkt dat binnen de sector olijfolie een felle concurrentie heerst tussen de producenten van de lidstaten onderling, en dat hun producten deel uitmaken van het intracommunautaire verkeer. De Spaanse producenten nemen voluit deel aan deze concurrentie en leveren grote hoeveelheden dergelijke landbouwproducten aan de andere lidstaten.

    (54)

    Deze steun kan derhalve gevolgen hebben voor het handelsverkeer van olijfolie tussen de lidstaten, hetgeen het geval is wanneer de steun een in een bepaalde lidstaat actieve producent bevoordeelt ten nadele van de producenten in andere lidstaten. Deze maatregelen hebben directe en onmiddellijke gevolgen voor de productiekosten van olie uit afvallen van olijven in Spanje. Derhalve leveren ze een economisch voordeel op ten opzichte van de bedrijven in andere lidstaten die geen toegang tot vergelijkbare steun hebben. Zij leiden dus, of dreigen te leiden tot oneerlijke concurrentie.

    (55)

    Gezien het bovenstaande dient deze steun te worden beschouwd als staatssteun die voldoet aan de criteria van artikel 87, lid 1. Op het principe van onverenigbaarheid dat in artikel 87, lid 1, is neergelegd, zijn echter uitzonderingen mogelijk.

    (56)

    Artikel 87, lid 2, onder b), bepaalt dat steunmaatregelen tot herstel van de schade veroorzaakt door natuurrampen of andere buitengewone gebeurtenissen, verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt. Spanje heeft deze steun gerechtvaardigd door aan te voeren dat die bestemd was om de schade te vergoeden die door een buitengewone gebeurtenis is ontstaan.

    (57)

    Spanje is van mening dat het hier een buitengewone gebeurtenis betreft die voortvloeit uit de schorsing van de markt door de Spaanse overheid ter wille van de voedselveiligheid, waarop het bepaalde in artikel 87, lid 2, onder b), betreffende verenigbaarheid met de gemeenschappelijke markt van toepassing zou kunnen zijn.

    (58)

    Wat de uitzonderingen betreft op het algemene principe van de onverenigbaarheid van staatssteun met de gemeenschappelijke markt, zoals neergelegd in artikel 87, lid 1, van het Verdrag, is de Commissie van oordeel dat het begrip „buitengewone gebeurtenis” in artikel 87, lid 2, onder b), strikt geïnterpreteerd moet worden. Tot de buitengewone gebeurtenissen die de Commissie tot dusver als zodanig heeft erkend, behoren oorlog, binnenlandse ordeverstoringen en stakingen alsmede, op bepaalde voorwaarden en afhankelijk van de omvang ervan, ernstige nucleaire of industriële ongevallen en grote branden die tot wijdverspreide verliezen leiden. Omdat het moeilijk is dergelijke gebeurtenissen te voorzien, beoordeelt de Commissie of deze steun verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt door dat per geval te analyseren, rekening houdend met haar vroegere praktijk terzake (punt 11.2.1 van de communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouwsector).

    (59)

    In dit geval is de reden voor toekenning van de steun, volgens Spanje, de schorsing van de markt voor olie uit afvallen van olijven die door de Spaanse overheid werd uitgevaardigd ter wille van de voedselveiligheid, nadat de bevoegde autoriteiten hadden ingegrepen. Spanje heeft echter niet bewezen dat de schorsing van de markt een buitengewone gebeurtenis is in de zin van artikel 87, lid 2, onder b), van het Verdrag.

    (60)

    Derhalve valt deze steunmaatregel niet onder de uitzondering waarin artikel 87, lid 2, onder b), voorziet, en kan hij niet worden beschouwd als een steunmaatregel tot herstel van schade veroorzaakt door een buitengewone gebeurtenis.

    (61)

    De uitzonderingen in artikel 87, lid 3, zijn slechts mogelijk wanneer de Commissie vaststelt dat de steun noodzakelijk is voor het realiseren van een van de daar genoemde doelstellingen. Toepassing van deze uitzonderingen voor steun die niet aan deze voorwaarde voldoet, zou neerkomen op het toestaan van een inbreuk op het handelsverkeer tussen lidstaten en van concurrentievervalsing zonder rechtvaardiging in het licht van het communautaire belang. Dat zou derhalve onterechte voordelen opleveren voor ondernemers in bepaalde lidstaten.

    (62)

    De Commissie is van oordeel dat deze steun niet bedoeld is als regionale steun voor nieuwe investeringen, voor het creëren van werkgelegenheid of voor het horizontaal opheffen van achterstanden op het gebied van de infrastructuur ten behoeve van alle producenten in de regio, maar als steun voor de landbouwsector. Derhalve betreft het steun die bij uitstek gericht is op een sector en die beoordeeld dient te worden overeenkomstig het bepaalde in artikel 87, lid 3, onder c).

    (63)

    Artikel 87, lid 3, onder c), bepaalt dat als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt kunnen worden beschouwd steunmaatregelen om de ontwikkeling van bepaalde vormen van economische bedrijvigheid of van bepaalde regionale economieën te vergemakkelijken, mits de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt daardoor niet zodanig worden veranderd dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad.

    (64)

    De aanpassing van de productieprocessen van de bedrijven aan de in het besluit van het Ministerio de la Presidencia van 25 juli 2001 vastgestelde nieuwe normen en voorschriften, is een voorwaarde om deze steun te kunnen ontvangen. Nochtans is noch het bedrag van de gesubsidieerde leningen, noch het bedrag van de steun gekoppeld aan de kosten voor de aanpassing van de productieprocessen. Het maximale eenheidsbedrag per begunstigde van de leningen zal immers het bedrag zijn dat is vermeld in de erkenning van de rechten door het M.A.P.A., via het Agencia para el Aceite de Oliva, welk bedrag gebaseerd is op het bewezen volume van de olievoorraden in alle stadia van het verwerkingsproces voor elk bedrijf op 3 juli 2001, en op het volume olie dat aan de bottelindustrie werd afgeleverd om te worden verhandeld. De Spaanse autoriteiten hebben geen informatie verstrekt waaruit blijkt dat het zou gaan om investeringen die voor subsidie in aanmerking komen op grond van de communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouwsector. Zelfs als het om investeringssteun zou gaan, heeft Spanje bovendien evenmin enige informatie verstrekt die ons in de gelegenheid stelt om te controleren of deze investeringssteun voldoet aan de voorwaarden van deze richtsnoeren.

    (65)

    Spanje verwijst in zijn opmerkingen naar de mededeling van de Commissie in verband met steunmaatregelen van de staten in de vorm van kortlopende leningen met rentesubsidie in de landbouwsector („beheerskredieten”), maar heeft evenmin enige informatie verstrekt die ons in de gelegenheid stelt te controleren of deze steunmaatregelen voldoen aan de in die mededeling vastgestelde voorwaarden.

    (66)

    Dergelijke steun moet meer bepaald worden verleend aan alle economische marktdeelnemers uit de landbouwsector, zonder enig onderscheid. Als bepaalde activiteiten of marktdeelnemers worden uitgesloten, moet de lidstaat aantonen dat alle gevallen van uitsluiting terdege gerechtvaardigd zijn. Spanje heeft geen enkele informatie terzake verstrekt. De steun moet worden beperkt tot het bedrag dat strikt noodzakelijk is om de achterstand, die door de lidstaat dient te worden gekwantificeerd, te compenseren. Spanje heeft geen enkele informatie terzake verstrekt. De steun vervult dus niet de voorwaarden die in de voornoemde mededeling zijn vermeld.

    (67)

    Bij brief van 2 april 2004 legde Spanje uit dat de schorsing van de markt ten gevolge van de afkondiging van de noodtoestand met het oog op de volksgezondheid waartoe de Spaanse overheid op 3 juli 2001 had besloten, verband hield met de voedselveiligheid. Dit verplichtte de producenten ertoe de olie uit afvallen van olijven uit de markt te nemen en naar de bottelbedrijven te sturen om haar opnieuw te laten raffineren en zo de polycyclische aromatische koolwaterstoffen eruit te laten verwijderen, waarna de olie opnieuw werd gebotteld en van etiketten werd voorzien om te worden verhandeld.

    (68)

    De kostprijs voor de bedrijven uit de sector om de olie uit de markt te nemen, uit de verpakking te halen, te raffineren en opnieuw te bottelen en van etiketten te voorzien voor verhandeling lag veel hoger dan het bedrag van de toegekende steun.

    (69)

    De afkondiging van de noodtoestand met het oog op de volksgezondheid gebeurde nadat de analyses die bij verschillende controles werden verricht, aan het licht brachten dat het gehalte aan polycyclische aromatische koolwaterstoffen, waaronder benzopyreen, dat volgens de Wereldgezondheidsorganisatie een kankerverwekkende stof is, in de olie uit afvallen van olijven bijzonder hoog was. Bij gebrek aan een specifieke wetgeving terzake, keurde het Ministerio de la Presidencia een ministerieel besluit goed houdende beperking van bepaalde polycyclische aromatische koolwaterstoffen in olie uit afvallen van olijven.

    (70)

    Als algemene regel is de Commissie van mening dat de betrokken bedrijven verantwoordelijk zijn voor de naleving van de eisen die in de communautaire of de nationale wetgeving worden gesteld om de kwaliteit en de veiligheid van de olie te garanderen. Het verlies ten gevolge van de noodzaak de olie uit afvallen van olijven opnieuw te raffineren om deze dan weer op de markt te brengen, omdat de olie niet voldoet aan de van kracht zijnde wettelijke eisen, dient te worden beschouwd als onderdeel van het bedrijfsrisico dat de bedrijven in de betrokken sector moeten dragen. De Commissie zou bijgevolg normaliter niet kunnen oordelen dat het betalen van steun ter compensatie van dit verlies in het gemeenschappelijk belang is.

    (71)

    In dit geval echter heeft de Commissie rekening gehouden met het feit dat tot juli 2001 noch in de communautaire wetgeving, noch in de nationale wetgeving, een beperking bestond voor bepaalde polycyclische aromatische koolwaterstoffen in olie uit afvallen van olijven. In deze omstandigheden werden de controles op de aanwezigheid van polycyclische aromatische koolwaterstoffen niet routinematig uitgevoerd als onderdeel van de normale controles die door de betrokken sector werden verricht. Het feit dat de verliezen die voortvloeiden uit het uit de markt nemen, uit de verpakking halen, raffineren en opnieuw bottelen en van etiketten voorzien van de olie voor verhandeling, de grote meerderheid van de bedrijven uit de sector hebben getroffen, wijst erop dat in dit geval het geleden verlies buiten de normale marge van het bedrijfsrisico valt.

    (72)

    Hier kan een analogie worden gemaakt met punt 11.4 van de communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouwsector. Overeenkomstig dat punt, kan volgens de Commissie steun worden verleend tot 100 % van de werkelijke kosten ter bestrijding van dier- en plantenziekten, indien deze deel uitmaakt van een passend communautair, nationaal of regionaal programma ter voorkoming, beheersing of uitroeiing van de ziekten. Daarom moeten er communautaire of nationale regels bestaan, neergelegd in wettelijke, bestuursrechtelijke of administratieve bepalingen, op grond waarvan de bevoegde nationale autoriteiten de betrokken ziekte moeten aanpakken. Bijgevolg kunnen steunmaatregelen alleen worden genomen met betrekking tot ziekten die het voorwerp van bezorgdheid bij de overheid zijn, en niet met betrekking tot maatregelen waarvoor de landbouwers redelijkerwijs zelf de verantwoordelijkheid moeten nemen. De steunmaatregelen moeten preventief zijn, op compensatie zijn gericht of een combinatie daarvan vormen. In dit geval bestonden op het moment dat het probleem zich voordeed geen nationale of communautaire regels terzake, doch de snelheid waarmee in juli 2001 normen werden goedgekeurd die maximumhoeveelheden vaststellen voor bepaalde polycyclische aromatische koolwaterstoffen in olie uit afvallen van olijven, was het duidelijke bewijs van de bezorgdheid die bij de bevolking leefde in verband met dit probleem.

    (73)

    In dit verband keurde de Commissie op basis van artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag een steunmaatregel goed voor het vernietigen van met dioxine besmet veevoeder (steunmaatregel nr. NN 105/1998). Deze steunmaatregel beperkte zich tot de kosten voor het transport en de vernietiging van besmette korrels van citruspulp en veevoeder op zodanige wijze dat rekening werd gehouden met het milieu en de volksgezondheid. Tot dan toe was in de communautaire wetgeving geen bovengrens bepaald voor de aanwezigheid van dioxine in grondstoffen die werden gebruikt bij de bereiding van veevoeder.

    (74)

    Gelet op wat voorafgaat, is de Commissie van mening dat deze steun de ontwikkeling bevordert van de economische activiteiten in de sector olie uit afvallen van olijven. Bovendien is de Commissie van mening dat, op voorwaarde dat de kostprijs voor de bedrijven uit de sector van het uit de markt nemen van de olie uit afvallen van olijven en het verzenden ervan naar de bottelbedrijven met het doel de olie opnieuw te raffineren en zo de polycyclische aromatische koolwaterstoffen eruit te verwijderen en vervolgens de olie opnieuw te bottelen en van etiketten te voorzien voor verhandeling hoger is dan het bedrag van de verleende steun, de toekenning van deze steun de voorwaarden voor het handelsverkeer niet zal verstoren op een wijze die indruist tegen het gemeenschappelijk belang.

    V.   CONCLUSIES

    (75)

    De Commissie komt tot de conclusie dat Spanje de steun in kwestie op onwettige wijze heeft toegekend en hierbij een inbreuk heeft begaan op het bepaalde in artikel 88, lid 3, van het Verdrag. De toekenning ervan was onwettig, aangezien deze tot stand is gekomen voordat de Commissie een uitspraak had gedaan over de verenigbaarheid ervan met de gemeenschappelijke markt. Desalniettemin is deze steun verenigbaar met de gemeenschappelijke markt en komt hij in aanmerking voor de uitzondering in artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag als maatregel ter ontwikkeling van de sector.

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

    Artikel 1

    De staatssteun die Spanje ten gunste van de bedrijven die olie uit afvallen van olijven extraheren, raffineren en bottelen, heeft toegekend in de vorm van rentesubsidies op leningen en bijdragen in de kosten voor het beheer van de garanties, zulks overeenkomstig het besluit van het Ministerio de Agricultura, Pesca y Alimentación van 14 november 2001 betreffende een steunmaatregel voor de bedrijven die olie uit afvallen van olijven extraheren, raffineren en bottelen, is verenigbaar met de gemeenschappelijke markt.

    Artikel 2

    Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk Spanje.

    Gedaan te Brussel, 7 mei 2004.

    Voor de Commissie

    Franz FISCHLER

    Lid van de Commissie


    (1)  PB C 93 van 18.4.2002, blz. 2.

    (2)  Zie nota nr. 1.

    (3)  Spaans staatsblad B.O.E. nr. 178 van 26.7.2001, blz. 27397.

    (4)  B.O.E. nr. 278 van 20.11.2001, blz. 42443.

    (5)  PB C 28 van 1.2.2000, blz. 2.

    (6)  Jurispr. 1995, blz. II-1675.

    (7)  PB 172 van 30.9.1966, blz. 3025/1966. Verordening laatstelijk gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.

    (8)  Jurispr. 1979, blz. 2161.

    (9)  PB C 44 van 16.2.1996, blz. 2.

    (10)  Bron: Eurostat.


    Top