Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32005R0388

    Verordening (EG) nr. 388/2005 van de Commissie van 8 maart 2005 tot vaststelling van de kenmerken van de speciale module 2006 over de overgang van werk naar pensionering ingevolge Verordening (EG) nr. 577/98 van de Raad en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 246/2003

    PB L 62 van 9.3.2005, p. 7–11 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2016

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2005/388/oj

    9.3.2005   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 62/7


    VERORDENING (EG) Nr. 388/2005 VAN DE COMMISSIE

    van 8 maart 2005

    tot vaststelling van de kenmerken van de speciale module 2006 over de overgang van werk naar pensionering ingevolge Verordening (EG) nr. 577/98 van de Raad en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 246/2003

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 577/98 van de Raad van 9 maart 1998 betreffende de organisatie van een steekproefenquête naar de arbeidskrachten in de Gemeenschap (1), en met name op artikel 4, lid 2,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Verordening (EG) nr. 246/2003 van de Commissie van 10 februari 2003 tot vaststelling van het programma van speciale modules voor de jaren 2004-2006 bij de steekproefenquête naar de arbeidskrachten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 577/98 van de Raad (2) omvat een speciale module over de overgang van werk naar pensionering.

    (2)

    Er is behoefte aan een alomvattende en vergelijkbare gegevensverzameling over de overgang van werk naar pensionering om de vooruitgang te volgen die wordt geboekt bij de verwezenlijking van de gemeenschappelijke doelstellingen van de werkgelegenheidsstrategie van de Gemeenschap en van de open coördinatiemethode op het gebied van pensioenen, die de Europese Raad van Laken in december 2001 heeft ingevoerd. Beide processen geven de bevordering van actief ouder worden en de verlenging van het beroepsleven aan als actieprioriteiten, met name via richtsnoer 5 van de werkgelegenheidsrichtsnoeren 2003 „Vergroting van het arbeidsaanbod en bevordering van actief ouder worden”, zoals vastgesteld door de Raad op 22 juli 2003 (3), en via doelstelling 5 van het pensioenproces zoals uiteengezet in het gezamenlijk verslag van de Raad en de Commissie inzake doelstellingen en werkmethoden op pensioengebied, dat door de Raad van Laken van 14 en 15 december 2001 is goedgekeurd, en in het gezamenlijk verslag van de Raad en de Commissie over toereikende en duurzame pensioenen, dat door de Raad van Brussel van 20 en 21 maart 2003 is goedgekeurd.

    (3)

    Overeenkomstig Besluit nr. 1145/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 10 juni 2002 inzake communautaire stimuleringsmaatregelen op het gebied van de werkgelegenheid (4) moeten in de periode van 1 januari 2002 tot en met 31 december 2006 communautaire activiteiten terzake van analyse, onderzoek en samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van de werkgelegenheid en de arbeidsmarkt worden uitgevoerd en is het een van de doelstellingen van deze activiteiten om de Europese werkgelegenheidsstrategie toekomstgericht verder te ontwikkelen, te volgen en te evalueren.

    (4)

    Het is ook nodig om de specificatie van de in punt 3 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 246/2003 beschreven steekproef te actualiseren teneinde de analysemogelijkheden van de steekproef voor de speciale module te maximaliseren.

    (5)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité statistisch programma,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De gedetailleerde lijst van informatie die in 2006 in het kader van de speciale module over de overgang van werk naar pensionering moet worden verzameld, is in de bijlage opgenomen.

    Artikel 2

    In punt 3 van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 246/2003 wordt het punt „Steekproef” vervangen door:

    „Steekproef: De leeftijdsdoelgroep voor de steekproef voor deze module bestaat uit personen van 50 tot en met 69 jaar. De complete reeks variabelen van de arbeidskrachtenenquête wordt verzameld voor de substeekproef die voor de speciale module wordt gebruikt. Wanneer de steekproefeenheid het individu is, zijn geen gegevens over de overige leden van het huishouden vereist.”.

    Artikel 3

    Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 8 maart 2005.

    Voor de Commissie

    Joaquín ALMUNIA

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 77 van 14.3.1998, blz. 3. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2257/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 336 van 23.12.2003, blz. 6).

    (2)  PB L 34 van 11.2.2003, blz. 3.

    (3)  PB L 197 van 5.8.2003, blz. 13.

    (4)  PB L 170 van 29.6.2002, blz. 1. Besluit gewijzigd bij Besluit nr. 786/2004/EG (PB L 138 van 30.4.2004, blz. 7).


    BIJLAGE

    ARBEIDSKRACHTENENQUÊTE

    Kenmerken van de speciale module 2006 over de overgang van werk naar pensionering

    1.

    Betrokken lidstaten en regio's: Alle.

    2.

    De variabelen zullen als volgt worden gecodeerd:

    De nummering van de variabelen van de arbeidskrachtenenquête in de kolom „Filter” (C11/14, C24 en C67/70) verwijst naar Verordening (EG) nr. 1575/2000 van de Commissie (PB L 181 van 20.7.2000, blz. 16).


    Kolom

    Code

    Omschrijving

    Filter

    240

     

    De betrokkene verminderde zijn/haar aantal werkuren als stap naar volledige pensionering

    Iedereen van 50 tot en met 69 jaar en ((C24 = 3, 5 en (C67/70 – C11/14) > 49) of (C24 = 1, 2))

    1

    Ja, in het kader van een regeling voor geleidelijke pensionering/deeltijdpensioen

    2

    Ja, maar niet in het kader van een regeling voor geleidelijke pensionering/deeltijdpensioen

    3

    Neen, maar is van plan om dit binnen de volgende vijf jaar te doen

    4

    Neen, en is van plan om dit niet binnen de volgende vijf jaar te doen/heeft dit niet gedaan

    5

    Neen, en plannen voor de volgende vijf jaar zijn niet bekend of relevant

    9

    Niet van toepassing (niet in filter inbegrepen)

    Blanco

    Geen antwoord

    241/242

     

    Geplande leeftijd voor het stopzetten van alle betaald werk of werk met winstoogmerk

    Iedereen van 50 tot en met 69 jaar en ((C24 = 3, 5 en (C67/70 – C11/14) > 49) of (C24 = 1, 2))

    50-93

    Twee cijfers

    94

    Geen precieze leeftijd gepland, maar het zal wel vóór 60 jaar zijn

    95

    precieze leeftijd gepland, maar het zal tussen 60 en 64 jaar zijn

    96

    Geen precieze leeftijd gepland, maar het zal met 65 jaar of later zijn, of is van plan zo lang mogelijk te werken

    97

    Geen precieze leeftijd gepland en weet helemaal niet wanneer het zal zijn

    98

    Heeft reeds alle betaald werk of werk met winstoogmerk stopgezet

    99

    Niet van toepassing (niet in filter inbegrepen)

    Blanco

    Geen antwoord

    243

     

    Voornaamste arbeidssituatie meteen na het beëindigen van de laatste baan of zelfstandige activiteit

    Iedereen van 50 tot en met 69 jaar en C24 = 3, 5 en (C67/70 – C11/14) > 49

    1

    Werkloos

    2

    Gepensioneerd of vervroegd uitgetreden

    3

    Langdurig ziek of arbeidsongeschikt

    4

    Andere

    9

    Niet van toepassing (niet in filter inbegrepen)

    Blanco

    Geen antwoord

    244

     

    Hoofdreden voor pensionering of vervroegde uittreding

    C243 = 2

    1

    Baan kwijt

    2

    Had de verplichte pensioenleeftijd bereikt

    3

    Eigen gezondheid of arbeidsongeschiktheid

    4

    Zorgverplichtingen

    5

    Met het werk verband houdende problemen

    6

    Gunstige financiële regelingen om te stoppen met werken

    7

    Andere voorkeur om te stoppen met werken dan de vorige codes

    8

    Andere

    9

    Niet van toepassing (niet in filter inbegrepen)

    Blanco

    Geen antwoord

    245

     

    Flexibelere werktijdregelingen zouden ertoe hebben bijgedragen dat de betrokkene langer aan het werk was gebleven/zouden ertoe bijdragen dat de betrokkene langer aan het werk blijft

    Iedereen van 50 tot en met 69 jaar en ((C24 = 3, 5 en (C67/70 – C11/14) > 49) of (C24 = 1, 2))

    1

    Ja

    2

    Neen

    9

    Niet van toepassing (niet in filter inbegrepen)

    Blanco

    Geen antwoord

    246

     

    Meer mogelijkheden om vaardigheden bij te schaven zouden ertoe hebben bijgedragen dat de betrokkene langer aan het werk was gebleven/zouden ertoe bijdragen dat de betrokkene langer aan het werk blijft

    Iedereen van 50 tot en met 69 jaar en ((C24 = 3, 5 en (C67/70 – C11/14) > 49) of (C24 = 1, 2))

    1

    Ja

    2

    Neen

    9

    Niet van toepassing (niet in filter inbegrepen)

    Blanco

    Geen antwoord

    247

     

    Betere gezondheid en/of veiligheid op het werk zouden ertoe hebben bijgedragen dat de betrokkene langer aan het werk was gebleven/zouden ertoe bijdragen dat de betrokkene langer aan het werk blijft

    Iedereen van 50 tot en met 69 jaar en ((C24 = 3, 5 en (C67/70 – C11/14) > 49) of (C24 = 1, 2))

    1

    Ja

    2

    Neen

    9

    Niet van toepassing (niet in filter inbegrepen)

    Blanco

    Geen antwoord

    248/249

     

    Leeftijd waarop de betrokkene een individueel ouderdomspensioen begon te ontvangen

    Iedereen van 50 tot en met 69 jaar en ((C24 = 3, 5 en (C67/70 – C11/14) > 49) of (C24 = 1, 2))

     

    Twee cijfers

    97

    Ontvangt geen individueel ouderdomspensioen, ook al heeft hij er recht op

    98

    Heeft geen/nog geen recht op een individueel ouderdomspensioen

    99

    Niet van toepassing (niet in filter inbegrepen)

    Blanco

    Geen antwoord

    250

     

    De betrokkene ontvangt een ander individueel pensioen of een andere individuele uitkering dan ouderdomspensioen en werkloosheidsuitkering, zoals een invaliditeitspensioen, een ziekte-uitkering of een uitkering in het kader van een regeling voor vervroegde uittreding

    Iedereen van 50 tot en met 69 jaar en C24 = 3, 5 en (C67/70 – C11/14) > 49

    1

    Ja, een invaliditeitspensioen of een ziekte-uitkering

    2

    Ja, een uitkering in het kader van een regeling voor vervroegde uittreding

    3

    Ja, een andere, niet elders genoemde individuele uitkering

    4

    Ja, een combinatie van de codes 1, 2 of 3

    5

    Neen

    9

    Niet van toepassing (niet in filter inbegrepen)

    Blanco

    Geen antwoord

    251

     

    Belangrijkste stimulans om aan het werk te blijven

    Iedereen van 50 tot en met 69 jaar en C24 = 1, 2 en C248/249 < 98

    1

    Verhoging van de ouderdomspensioenrechten

    2

    Verwerving van een voldoende hoog inkomen voor het huishouden

    3

    Geen financiële stimulans

    9

    Niet van toepassing (niet in filter inbegrepen)

    Blanco

    Geen antwoord

    252/253

     

    Aantal jaren betaald werk of werk met winstoogmerk verricht (tijdens het beroepsleven)

    Iedereen van 50 tot en met 69 jaar en ((C24 = 3, 5 en (C67/70 – C11/14) > 49) of (C24 = 1, 2))

     

    Twee cijfers

    99

    Niet van toepassing (niet in filter inbegrepen)

    Blanco

    Geen antwoord

    254/259

     

    Wegingscoëfficiënt voor de module 2006 van de arbeidskrachtenenquête (facultatief)

    Iedereen van 50 tot en met 69 jaar en ((C24 = 3, 5 en (C67/70 – C11/14) > 49) of (C24 = 1, 2))

    0000-9999

    De kolommen 254 tot en met 257 bevatten gehele getallen

    00-99

    De kolommen 258 en 259 bevatten decimalen


    Top