EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32004D0278
2004/278/EC: Commission Decision of 10 February 2004 on the Community position on the amendment of the Appendices to Annex 4 to the Agreement between the European Community and the Swiss Confederation on trade in agricultural products
2004/278/EG: Besluit van de Commissie van 10 februari 2004 betreffende het standpunt van de Gemeenschap over de wijzigingen in de aanhangsels van bijlage 4 bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten
2004/278/EG: Besluit van de Commissie van 10 februari 2004 betreffende het standpunt van de Gemeenschap over de wijzigingen in de aanhangsels van bijlage 4 bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten
PB L 87 van 25.3.2004, p. 31–49
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)
In force
2004/278/EG: Besluit van de Commissie van 10 februari 2004 betreffende het standpunt van de Gemeenschap over de wijzigingen in de aanhangsels van bijlage 4 bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten
Publicatieblad Nr. L 087 van 25/03/2004 blz. 0031 - 0049
Besluit van de Commissie van 10 februari 2004 betreffende het standpunt van de Gemeenschap over de wijzigingen in de aanhangsels van bijlage 4 bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten (2004/278/EG) DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, Gelet op Besluit 2002/309/EG, Euratom van de Raad en, wat betreft de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking, van de Commissie van 4 april 2002 betreffende de sluiting van zeven overeenkomsten met de Zwitserse Bondsstaat(1), en met name op artikel 5, lid 2, tweede alinea, Overwegende hetgeen volgt: (1) De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten (hierna "de landbouwovereenkomst" genoemd) is op 1 juni 2002 in werking getreden. (2) Bij artikel 6 van de landbouwovereenkomst is een Gemengd Landbouwcomité opgericht dat is belast met het beheer van de overeenkomst en het toezicht op de goede werking ervan. (3) Overeenkomstig artikel 11 van de landbouwovereenkomst kan het Gemengd Landbouwcomité wijzigingen in de bijlagen 1 en 2 en de aanhangsels van de overige bijlagen bij de overeenkomst vaststellen. (4) De Gemeenschap moet vaststellen welk standpunt de Commissie in het Gemengd Landbouwcomité moet innemen over de wijzigingen in de aanhangsels. (5) De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Plantenziektekundig Comité, BESLUIT: Artikel 1 Het standpunt dat de Commissie namens de Gemeenschap moet innemen in het bij artikel 6 van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten opgerichte Gemengd Landbouwcomité is gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerp-besluit van het Gemengd Landbouwcomité. Artikel 2 Het besluit van het Gemengd Landbouwcomité wordt na goedkeuring bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. Gedaan te Brussel, 10 februari 2004. Voor de Commissie David Byrne Lid van de Commissie (1) PB L 114 van 30.4.2002, blz. 1. BIJLAGE BESLUIT Nr. 1/2004 VAN HET BIJ DE OVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP EN DE ZWITSERSE BONDSSTAAT INZAKE DE HANDEL IN LANDBOUWPRODUCTEN OPGERICHTE GEMENGD LANDBOUWCOMITÉ van 17 februari 2004 betreffende de wijzigingen in de aanhangsels van bijlage 4 (2004/.../EG) HET GEMENGD LANDBOUWCOMITÉ, Gelet op de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten, en met name op artikel 11, Overwegende hetgeen volgt: (1) Deze overeenkomst is op 1 juni 2002 in werking getreden. (2) Bijlage 4 heeft tot doel de handel tussen de partijen in planten, plantaardige producten en andere materialen waarvoor fytosanitaire maatregelen gelden, te vergemakkelijken. Voornoemde bijlage 4 moet worden aangevuld met een aantal aanhangsels als beschreven in de Gemeenschappelijke verklaring over de tenuitvoerlegging van bijlage 4 bij de overeenkomst (met uitzondering van aanhangsel 5, dat is goedgekeurd bij de sluiting van de overeenkomst). (3) De als bijlage bij dit besluit gevoegde tekst deelt de door de aanhangsels behandelde onderwerpen als volgt op. (4) Aanhangsel 1, onder A, bij dit besluit vermeldt de planten, plantaardige producten en andere materialen van oorsprong uit het grondgebied van de partijen waarvoor de partijen soortgelijke wetgeving hebben die gelijkwaardige resultaten oplevert en die tussen hen mogen worden verhandeld met een plantenpaspoort. (5) Aanhangsel 1, onder B, bij dit besluit vermeldt de planten, plantaardige producten en andere materialen van oorsprong uit andere gebieden dan het grondgebied van de partijen waarvoor de fytosanitaire invoervoorschriften van de partijen gelijkwaardige resultaten opleveren en die tussen de partijen mogen worden verhandeld met een plantenpaspoort indien zij onder A van aanhangsel 1 vermeld zijn, of die vrij mogen worden verhandeld indien zij daar niet vermeld zijn. (6) Aanhangsel 1, onder C, van dit besluit vermeldt de planten, plantaardige producten en andere materialen van oorsprong uit het grondgebied de partijen waarvoor de partijen geen soortgelijke wetgeving hebben en waarvan zij het plantenpaspoort niet erkennen. (7) Planten, plantaardige producten en andere materialen die niet uitdrukkelijk in aanhangsel 1 worden vermeld en waarvoor op het grondgebied van de partijen geen fytosanitaire maatregelen gelden, mogen tussen de partijen worden verhandeld zonder controles in verband met fytosanitaire maatregelen (controles van documenten, identiteitscontroles, fytosanitaire controles). (8) Aanhangsel 2 vermeldt de wetgeving van de partijen die gelijkwaardige resultaten oplevert. (9) Aanhangsel 3 vermeldt de overheidsinstanties die bevoegd zijn voor het opstellen van de plantenpaspoorten. (10) Aanhangsel 4 vermeldt de in bijlage 4, artikel 4, bedoelde gebieden en de daarop betrekking hebbende bijzondere voorschriften die de partijen moeten naleven. (11) De verwijzingen naar de wetgeving in aanhangsel 5 moeten worden aangepast aan de wijzigingen in de wetgeving sinds het einde van de onderhandelingen, BESLUIT: Artikel 1 De aanhangsels van bijlage 4 bij de overeenkomst worden vervangen door de bij dit besluit gevoegde tekst. Artikel 2 Dit besluit treedt in werking op 1 april 2004. Ondertekend te Brussel, 17 februari 2004. Voor het Gemengd Landbouwcomité De hoofden van de delegaties Voor de Europese Gemeenschap Michael Scannell Voor de Zwitserse Bondsstaat Christian Häberli Voor het Secretariaat van het Gemengd Landbouwcomité Hans-Christian Beaumond AANHANGSEL 1 PLANTEN, PLANTAARDIGE PRODUCTEN EN ANDERE MATERIALEN A. Planten, plantaardige producten en andere materialen van oorsprong uit het grondgebied van de partijen waarvoor de partijen soortgeijke wetgeving hebben die gelijkwaardige resultaten oplevert, en waarvan zij het plantenpaspoort erkennen 1. Planten en plantaardige producten 1.1. Planten bestemd voor opplant, met uitzondering van zaden Beta vulgaris L. Humulus lupulus L. Prunus L., met uitzondering van Prunus laurocerasus L. en Prunus lusitanica L. 1.2. Planten, met uitzondering van vruchten en zaden, die levende pollen voor bestuiving bevatten Chaenomeles Lindl. Crataegus L. Cydonia Mill. Eriobotrya Lindl. Malus Mill. Mespilus L. Pyracantha Roem. Pyrus L. Sorbus L., met uitzondering van Sorbus intermedia (Ehrh.) Pers. 1.3. Planten van stolonen- of knollenvormende soorten, bestemd voor opplant Solanum L. en hybriden daarvan 1.4. Planten, met uitzondering van vruchten Vitis L. 1.5. Planten, met uitzondering van vruchten en zaden Rhododendron spp., met uitzondering van Rhododendron simsii Planch. Viburnum spp. 1.6. Hout dat geheel of gedeeltelijk zijn natuurlijke ronde oppervlak heeft behouden, met of zonder schors, of in de vorm van plakjes, spanen, kleine stukjes, zaagsel, resten en afval a) dat geheel of gedeeltelijk is verkregen uit de volgende soorten: Castanea Mill, met uitzondering van hout dat ontschorst is, Platanus L., ook wanneer het hout zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden, en b) beantwoordt aan een van de volgende omschrijvingen: >RUIMTE VOOR DE TABEL> 1.7. Aparte schors Castanea Mill. 2. Planten, plantaardige producten en ander materiaal geproduceerd door producenten die hun productie verkopen aan personen die zich beroepshalve bezighouden met de productie van planten, met uitzondering van planten, plantaardige producten en ander materiaal die klaar zijn voor verkoop aan de eindgebruiker en waarvan de productie gegarandeerd duidelijk gescheiden is van die van andere producten 2.1. Planten bestemd voor opplant, met uitzondering van zaden Abies Mill. Apium graveolens L. Argyranthemum spp. Aster spp. Brassica spp. Castanea Mill. Cucumis spp. Dendranthema (DC) Des Moul. Dianthus L. en hybriden daarvan Exacum spp. Fragaria L. Gerbera Cass. Gypsophila L. Impatiens L.: alle rassen hybriden uit Nieuw-Guinea Lactuca spp. Larix Mill. Leucanthemum L. Lupinus L. Pelargonium L'Hérit. ex Ait. Picea A. Dietr. Pinus L. Platanus L. Populus L. Prunus laurocerasus L. en Prunus lusitanica L. Pseudotsuga Carr. Quercus L. Rubus L. Spinacia L. Tanacetum L. Tsuga Carr. Verbena L. Andere planten van grasachtigen, met uitzondering van planten van de familie Gramineae, bollen, sorben, wortelstokken en knollen. 2.2. Planten bestemd voor opplant, met uitzondering van zaden Solanaceae, andere dan die bedoeld in punt 1.3. 2.3. Planten, beworteld of met aanhangend of bijgevoegd groeimedium Araceae Marantaceae Musaceae Persea spp. Strelitziaceae. 2.4. Zaden en bollen, bestemd voor opplant Allium ascalonicum L. Allium cepa L. Allium schoenoprasum L. 2.5. Planten, bestemd voor opplant Allium porrum L. 2.6. Bollen en knollen, bestemd voor opplant Camassia Lindl. Chionodoxa Boiss. Crocus flavus Weston cv. Golden Yellow Galanthus L. Galtonia candicans (Baker) Decne Gladiolus Tourn. ex L.: minicultivars en hybriden daarvan, zoals G. callianthus Marais, G. colvillei Sweet, G. nanus hort., G. ramosus hort. en G. tubergenii hort. Hyacinthus L. Iris L. Ismene Herbert (= Hymenocallis Salisb.) Muscari Mill. Narcissus L. Ornithogalum L. Puschkinia Adams Scilla L. Tigridia Juss. Tulipa L. B. Planten, plantaardige producten en andere materialen van oorsprong uit andere gebieden dan het grondgebied van de partijen waarvoor de fytosanitaire invoervoorschriften van de partijen gelijkwaardige resultaten opleveren en die tussen de partijen mogen worden verhandeld met een plantenpaspoort indien zij onder de letter A van dit aanhangsel vermeld zijn of die vrij mogen worden verhandeld indien zij daar niet vermeld zijn 1. Onverminderd de planten vermeld onder de letter C van dit aanhangsel, alle planten bestemd voor opplant, met uitzondering van zaden 2. Zaden 2.1. Zaden van oorsprong uit Argentinië, Australië, Bolivia, Chili, Nieuw-Zeeland en Uruguay Cruciferae Gramineae, met uitzondering van Oryza spp. Trifolium spp. 2.2. Zaden, ongeacht hun oorsprong, voorzover deze niet het grondgebied van de partijen is Allium ascalonicum L. Allium cepa L. Allium porrum L. Allium schoenoprasum L. Capsicum spp. Helianthus annuus L. Lycopersicon lycopersicum (L.) Karst. ex Farw. Medicago sativa L. Phaseolus L. Prunus L. Rubus L. Zea mays L. 2.3. Zaden van oorsprong uit Afghanistan, Zuid-Afrika, India, Irak, Mexico, Nepal, Pakistan en de Verenigde Staten van Amerika Triticum Secale X Triticosecale. 3. Delen van planten, met uitzondering van vruchten en zaden Acer saccharum Marsh., van oorsprong uit Noord-Amerikaanse landen Apium graveolens L. (bladgroenten) Aster spp., van oorsprong uit niet-Europese landen (snijbloemen) Castanea Mill. naaldbomen (Coniferales) Dendranthema (DC) Des Moul. Dianthus L. Eryngium L., van oorsprong uit niet-Europese landen (snijbloemen) Gypsophila L. Hypericum L., van oorsprong uit niet-Europese landen (snijbloemen) Lisianthus L., van oorsprong uit niet-Europese landen (snijbloemen) Ocimum L. (bladgroenten) Orchidaceae (snijbloemen) Pelargonium L'Hérit. ex Ait. Populus L. Prunus L., van oorsprong uit niet-Europese landen Rhododendron spp., met uitzondering van Rhododendron simsii Planch. Rosa L., van oorsprong uit niet-Europese landen (snijbloemen) Quercus L. Solidago L. Trachelium L., van oorsprong uit niet-Europese landen (snijbloemen) Viburnum spp. 4. Fruit Annona L., van oorsprong uit niet-Europese landen Cydonia L., van oorsprong uit niet-Europese landen Diospyros L., van oorsprong uit niet-Europese landen Malus Mill., van oorsprong uit niet-Europese landen Mangifera L., van oorsprong uit niet-Europese landen Momordica L. Passiflora L., van oorsprong uit niet-Europese landen Prunus L., van oorsprong uit niet-Europese landen Psidium L., van oorsprong uit niet-Europese landen Pyrus L., van oorsprong uit niet-Europese landen Ribes L., van oorsprong uit niet-Europese landen Solanum melongena L. Syzygium Gaertn., van oorsprong uit niet-Europese landen Vaccinium L., van oorsprong uit niet-Europese landen. 5. Knollen, andere dan bestemd voor opplant Solanum tuberosum L. 6. Hout dat geheel of gedeeltelijk zijn natuurlijke ronde oppervlak heeft behouden, met of zonder schors, of in de vorm van plakjes, spanen, kleine stukjes, zaagsel, resten en afval a) dat geheel of gedeeltelijk is verkregen uit de volgende soorten: - Castanea Mill. - Castanea Mill., Quercus L., ook wanneer het hout zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden, van oorsprong uit Noord-Amerikaanse landen - naaldbomen (Coniferales), andere dan Pinus L., van oorsprong uit niet-Europese landen, ook wanneer het hout zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden - Platanus L., Pinus L., ook wanneer het hout zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden - Populus L., van oorsprong uit landen van het Amerikaanse continent - Acer saccharum Marsh., ook wanneer het hout zijn natuurlijke ronde oppervlak niet heeft behouden, van oorsprong uit Noord-Amerikaanse landen en b) beantwoordt aan een van de volgende omschrijvingen: >RUIMTE VOOR DE TABEL> Laadborden en laadkisten (GN-code ex 4415 20 ) die voldoen aan de norm voor "UIC-laadborden" en dienovereenkomstig zijn gemerkt, zijn eveneens vrijgesteld. 7. Grond en groeimedium a) Grond en groeimedium als zodanig, geheel of gedeeltelijk bestaande uit grond of vaste organische stoffen zoals plantendelen, humus met turf of schors, doch niet uitsluitend bestaande uit turf. b) Aan planten aanhangende of daarbij gevoegde grond en groeimedium, geheel of gedeeltelijk bestaande uit onder a) genoemd materiaal, of geheel of gedeeltelijk bestaande uit turf of vaste anorganische stof bestemd om de levenskracht van de planten te handhaven, van oorsprong uit: - Turkije - Belarus, Estland, Georgië, Letland, Litouwen, Moldavië, Rusland en Oekraïne - niet-Europese landen, met uitzondering van Algerije, Egypte, Israël, Libië, Marokko en Tunesië. 8. Bast, zonder andere delen, van: - naaldbomen (Coniferales). 9. Zaden van oorsprong uit Afghanistan, Zuid-Afrika, India, Irak, Mexico, Nepal, Pakistan en de Verenigde Staten van Amerika, van de soorten: Triticum Secale X Triticosecale. C. Planten, plantaardige producten en andere materialen van oorsprong uit het grondgebied van de partijen waarvoor de partijen geen soortgelijke wetgeving hebben en waarvan zij het plantenpaspoort niet erkennen 1. Planten en plantaardige producten van oorsprong uit Zwitserland die alleen met een fytosanitair certificaat in lidstaten van de Gemeenschap mogen worden ingevoerd 1.1. Planten bestemd voor opplant, met uitzondering van zaden Clausena Burm. f. Murraya Koenig ex L. Palmae, met uitzondering van Phoenix spp. van oorsprong uit Algerije en Marokko. 1.2. Delen van planten, met uitzondering van vruchten en zaden Phoenix spp. 1.3. Zaden Oryza spp. 1.4. Fruit Citrus L. en hybriden daarvan Fortunella Swingle en hybriden daarvan Poncirus Raf. en hybriden daarvan. 2. Planten en plantaardige producten van oorsprong uit lidstaten van de Gemeenschap die alleen met een fytosanitair certificaat in Zwitserland mogen worden ingevoerd 3. Planten en plantaardige producten van oorsprong uit Zwitserland waarvan de invoer in lidstaten van de Gemeenschap verboden is 3.1. Planten, met uitzondering van vruchten en zaden Citrus L. en hybriden daarvan Fortunella Swingle en hybriden daarvan Phoenix spp. van oorsprong uit Algerije en Marokko Poncirus Raf. en hybriden daarvan. 4. Planten en plantaardige producten van oorsprong uit lidstaten van de Gemeenschap waarvan de invoer in Zwitserland verboden is 4.1. Planten Cotoneaster Ehrh. Stranvaesia Lindl. AANHANGSEL 2 WETGEVING Bepalingen van de Europese Gemeenschap - Richtlijn 69/464/EEG van de Raad van 8 december 1969 betreffende de bestrijding van de wratziekte; - Richtlijn 69/465/EEG van de Raad van 8 december 1969 betreffende de bestrijding van het aardappelcystenaaltje; - Richtlijn 69/466/EEG van de Raad van 8 december 1969 betreffende de bestrijding van de San José-schildluis; - Richtlijn 74/647/EEG van de Raad van 9 december 1974 betreffende de bestrijding van de anjerbladroller; - Beschikking 91/261/EEG van de Commissie van 2 mei 1991 waarbij Australië vrij van Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al. wordt verklaard; - Richtlijn 92/70/EEG van de Commissie van 30 juli 1992 tot vaststelling van nadere bepalingen inzake de in het kader van de erkenning van beschermde gebieden in de Gemeenschap te verrichten onderzoeken; - Richtlijn 92/90/EEG van de Commissie van 3 november 1992 tot vaststelling van de verplichtingen van producenten en importeurs van planten, plantaardige producten en andere materialen, en van nadere bepalingen inzake registratie; - Richtlijn 92/105/EEG van de Commissie van 3 december 1992 tot een zekere mate van standaardisering van plantenpaspoorten voor het verkeer van bepaalde planten, plantaardige producten en andere materialen in de Gemeenschap, en tot vaststelling van nadere regels voor de afgifte van deze paspoorten en van de voorwaarden en nadere regels voor de vervanging ervan; - Beschikking 93/359/EEG van de Commissie van 28 mei 1993 tot machtiging van de lidstaten afwijkingen van sommige bepalingen van Richtlijn 77/93/EEG van de Raad toe te staan voor hout van Thuja L. van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika; - Beschikking 93/360/EEG van de Commissie van 28 mei 1993 tot machtiging van de lidstaten afwijkingen van sommige bepalingen van Richtlijn 77/93/EEG van de Raad toe te staan voor hout van Thuja L. van oorsprong uit Canada; - Beschikking 93/365/EEG van de Commissie van 2 juni 1993 tot machtiging van de lidstaten afwijkingen van sommige bepalingen van Richtlijn 77/93/EEG van de Raad toe te staan voor naaldhout dat een warmtebehandeling heeft ondergaan, van oorsprong uit Canada, en tot vaststelling van nadere bepalingen inzake het merken van dergelijk hout; - Beschikking 93/422/EEG van de Commissie van 22 juni 1993 tot machtiging van de lidstaten afwijkingen van sommige bepalingen van Richtlijn 77/93/EEG van de Raad toe te staan voor kunstmatig gedroogd naaldhout, van oorsprong uit Canada, en tot vaststelling van nadere bepalingen inzake het merken van dergelijk hout; - Beschikking 93/423/EEG van de Commissie van 22 juni 1993 tot machtiging van de lidstaten afwijkingen van sommige bepalingen van Richtlijn 77/93/EEG van de Raad toe te staan voor kunstmatig gedroogd naaldhout, van oorsprong uit de Verenigde Staten van Amerika, en tot vaststelling van nadere bepalingen inzake het merken van dergelijk hout; - Richtlijn 93/50/EEG van de Commissie van 24 juni 1993 tot nadere omschrijving van bepaalde niet in bijlage V, deel A, bij Richtlijn 77/93/EEG van de Raad vermelde planten waarvan de producenten, of de in het productiegebied van die planten gelegen opslagplaatsen of verzendingscentra, in een officieel register moeten worden opgenomen; - Richtlijn 93/51/EEG van de Commissie van 24 juni 1993 tot vaststelling van voorschriften voor het verkeer van bepaalde planten, plantaardige producten of andere materialen via een beschermd gebied en voor het verkeer, binnen een beschermd gebied, van dergelijke planten, plantaardige producten of andere materialen van oorsprong uit dat gebied; - Richtlijn 93/85/EEG van de Raad van 4 oktober 1993 betreffende de bestrijding van aardappelringrot; - Richtlijn 94/3/EG van de Commissie van 21 januari 1994 tot vaststelling van een procedure voor melding van de onderschepping van uit derde landen herkomstige en uit fytosanitair oogpunt onmiddellijk gevaar opleverende zendingen of schadelijke organismen; - Richtlijn 95/44/EG van de Commissie van 26 juli 1995 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder bepaalde in de bijlagen I tot en met V bij Richtlijn 77/93/EEG van de Raad vermelde schadelijke organismen, planten, plantaardige producten en andere materialen voor proefnemingen of wettenschappelijke doeleinden en voor selectiewerkzaamheden in de Gemeenschap of in bepaalde beschermde gebieden daarvan mogen worden binnengebracht of van een andere plaats overgebracht, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 97/46/EG van de Commissie; - Beschikking 97/5/EG van de Commissie van 12 december 1996 waarbij Hongarije vrij van Clavibacter michiganensis (Smith) Davis et al. ssp. sepedonicus (Spieckerman en Kotthoff) Davis et al. wordt verklaard; - Richtlijn 98/22/EG van de Commissie van 15 april 1998 tot vaststelling van de minimumeisen voor de uitvoering in de Gemeenschap van fytosanitaire controles van planten, plantaardige producten of andere materialen uit derde landen, in niet op de plaats van bestemming gevestigde controleposten; - Richtlijn 98/57/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de bestrijding van Ralstonia solanacearum (Smith) Yabuuchi et al.; - Beschikking 98/83/EG van de Commissie van 8 januari 1998 waarbij sommige derde landen en sommige gebieden van derde landen worden erkend als zijnde vrij van Xanthomonas campestris (alle voor Citrus pathogene stammen), Cercospora angolensis Carv. et Mendes en Guignardia citricarpa Kiely (alle voor Citrus pathogene stammen), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2003/129/EG; - Beschikking 98/109/EG van de Commissie van 2 februari 1998 tot machtiging van de lidstaten om ten aanzien van Thailand tijdelijk spoedmaatregelen te nemen tegen de verspreiding van Thrips palmi Karny; - Beschikking 1999/355/EG van de Commissie van 26 mei 1999 betreffende noodmaatregelen ten aanzien van China (met uitzondering van Hongkong) tegen de verspreiding van Anoplophora glabripennis (Motschulsky), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 1999/516/EG; - Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/116/EG van de Commissie; - Beschikking 2001/218/EG van de Commissie van 12 maart 2001 tot tijdelijke verplichting van de lidstaten om ten aanzien van andere gebieden in Portugal dan die waarvan bekend is dat Bursaphelenchus xylophilus (Steiner et Buhrer) Nickle et al. (het dennenaaltje) er niet voorkomt, aanvullende maatregelen te nemen teneinde de verspreiding ervan tegen te gaan, laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2003/127/EG; - Beschikking 2001/219/EG van de Commissie van 12 maart 2001 inzake tijdelijke noodmaatregelen ten aanzien van verpakkingshout dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit onbewerkt naaldhout van oorsprong uit Canada, China, Japan of de Verenigde Staten van Amerika; - Beschikking 2001/575/EG van de Commissie van 13 juli 2001 waarbij Slowakije en Slovenië vrij van Clavibacter michiganensis (Smith) Davis et al. ssp. sepedonicus (Spieckerman et Kotthoff) Davis et al. worden verklaard; - Beschikking 2002/360/EG van de Commissie van 13 mei 2002 tot vaststelling van de wijzigingen die moeten worden aangebracht in de maatregelen die Oostenrijk heeft vastgesteld om zichzelf te beschermen tegen het binnenbrengen van Anoplophora glabripennis (Motschulsky); - Beschikking 2002/674/EG van de Commissie van 22 augustus 2002 waarbij Slowakije als vrij van Erwinia amylovora (Burr.) Winsl. et al. wordt erkend; - Beschikking 2002/757/EG van de Commissie van 19 september 2002 houdende voorlopige fytosanitaire noodmaatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van Phytophthora ramorum Werres, De Cock & Man in 't Veld sp. nov. te voorkomen; - Beschikking 2003/64/EG van de Commissie van 28 januari 2003 betreffende voorlopige maatregelen met betrekking tot voor opplant bestemde tomatenplanten om het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van het pepinomozaïekvirus te voorkomen; - Beschikking 2003/450/EG van de Commissie van 18 juni 2003 houdende erkenning dat de in Tsjechië vastgestelde bepalingen inzake de bestrijding van Clavibacter michiganensis (Smith) Davis et al. ssp. sepedonicus (Spieckerman en Kotthoff) Davis et al. gelijkwaardig zijn met de communautaire bepalingen. Bepalingen van Zwitserland - "Ordonnance du 28 février 2001 sur la protection des végétaux" (RO 2001 1191), laatstelijk gewijzigd op 26 november 2003 (RO 2003 4925); - "Ordonnance du DFE du 15 avril 2002 sur les végétaux interdits" (RO 2002 1098); - "Ordonnance de l'OFAG du... 2003 sur les mesures phytosanitaires à caractère temporaire" (RO 2003...). AANHANGSEL 3 VOOR HET OPSTELLEN VAN DE PLANTENPASPOORTEN BEVOEGDE OVERHEIDSINSTANTIES Europese Gemeenschap BELGIË Agence fédérale pour la sécurité de la chaîne alimentaire Administration du contrôle de la production végétale primaire WTC III, 24e étage Boulevard Simon Bolivar 30 B-1000 BRUXELLES Téléphone (32-2) 208 50 48 Télécopieur (32-2) 208 51 70 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Bestuur Controle Primaire Productie Plantaardige sector WTC III, 24e verdieping Simon Bolivarlaan, 30 B-1000 Brussel Tel. (32-2) 208 50 48 Fax (32-2) 208 51 70 DENEMARKEN Ministeriet for Fødevarer, Landbrug og Fiskeri Plantedirektoratet Skovbrynet 20 DK-2800 Lyngby Tel. (45) 45 26 36 00 Fax (45) 45 26 36 13 DUITSLAND >RUIMTE VOOR DE TABEL> GRIEKENLAND Ministry of Agriculture Directorate of Plant Produce Protection Division of Phytosanitary Control 3-5, Ippokratous Str. EL-10164 Athens Tel. (30-210) 361 53 94 Fax (30-210) 361 71 03 SPANJE Ministerio de Agricultura, Pesca y Alimentación Dirección General de Agricultura Subdirección General de Sanidad Vegetal C/Alfonso XII 62 E-28014 Madrid Tel.: (34) 913 47 82 54 Fax: (34) 913 47 82 63 >RUIMTE VOOR DE TABEL> FRANKRIJK Ministère de l'agriculture, de l'alimentation, de la pêche et des affaires rurales Direction générale de l'alimentation Sous-direction de la Qualité et de la Protection des végétaux 251, Rue de Vaugirard F-75732 Paris Cedex 15 Téléphone (33-1) 495 581 53 Télécopieur (33-1) 495 559 49 IERLAND Department of Agriculture and Food Horticulture and Plant Health Division Maynooth Business Campus Maynooth Co. Kildare Ireland Tel. (353-1) 505 33 54 Fax (353-1) 505 35 64 ITALIË Ministero delle Politiche agricole e forestali (MiPAF) Servizio Fitosanitario Via XX Settembre 20 I-00187 Roma Tel. (39-06) 46 65 60 98 Fax (39-06) 481 46 28 LUXEMBURG Ministère de l'agriculture ASTA 16, route d'Esch - BP 1904 L-1019 Luxembourg Téléphone (352) 45 71 72-218 Télécopieur (352) 45 71 72-340 NEDERLAND Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Plantenziektekundige Dienst Geertjesweg 15 - Postbus 9102 6700 HC Wageningen Nederland Tel. (31-317) 49 69 11 Fax (31-317) 42 17 01 OOSTENRIJK >RUIMTE VOOR DE TABEL> PORTUGAL Direcção-Geral de Protecção das Culturas Quinta do Marquês P-2780-155 Oeiras Tel.: (351-21) 446 40 50 Fax: (351-21) 442 06 16 FINLAND Plant Production Inspection Centre (KTTK) Plant Protection Department PO Box 42 FIN-00501 Helsinki Puh. (358-9) 5765 111 Faksi (358-9) 5765 2734 ZWEDEN Swedish Board of Agriculture Plant Protection Service S-5182 Jönköping Tel. (46-36) 15 50 00 Fax (46-36) 12 25 22 VERENIGD KONINKRIJK Department for Environment, Food and Rural Affairs Plant Health Division Foss House, King's Pool 1-2 Peasholme Green York YO I 7PX United Kingdom Tel. (44-190) 445 51 61 Fax (44-190) 445 51 63 Scottish Executive Environment and Rural Affairs Dept. (SEERAD) Pentland House 47 Robb's Loan Edinburgh EH14 1TW United Kingdom National Assembly for Wales Animal and Plant Health Division Welsh Assembly Government Crown Buildings Cathays Park Cardiff CF10 3NQ United Kingdom Department of Agriculture and Rural Developments (DARD) Dundonald House Upper Newtonards Road Belfast BT4 3SB United Kingdom Department of Agriculture and Fisheries PO Box 327 Howard Davis Farm Trinity Jersey JE4 8UF United Kingdom Chief Executive Officer Committee for Horticulture Raymond Falla House, PO Box 459 Longue Rue (Burnt Lane) St. Martin's Guernsey GY1 6AF United Kingdom Ministry of Agriculture Knockaloe Peel Isle of Man IM5 3AJ United Kingdom Forestry Commission 231 Corstorphine Road Edinburgh EH12 7AT United Kingdom ZWITSERLAND Office fédéral de l'agriculture Service phytosanitaire fédéral CH-3003 Berne Téléphone (41-31) 322 25 50 Télécopieur (41-31) 322 26 34 AANHANGSEL 4 IN ARTIKEL 4 BEDOELDE GEBIEDEN EN DAAROP BETREKKING HEBBENDE BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN De in artikel 4 bedoelde gebieden en de daarop betrekking hebbende bijzondere voorschriften zijn vastgesteld bij de volgende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de partijen. Bepalingen van de Europese Gemeenschap Richtlijn 2001/32/EG van de Commissie van 8 mei 2001 tot erkenning van beschermde gebieden in de Gemeenschap waar bijzondere plantenziekterisico's bestaan, en tot intrekking van Richtlijn 92/76/EEG, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/46/EG. Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen, laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/116/EG van de Commissie. Bepalingen van Zwitserland "Ordonnance du 28 février 2001 sur la protection des végétaux, Annexe 4, partie B" (RO 2001 1191), laatstelijk gewijzigd op 26 november 2003 (RO 2003 4925). AANHANGSEL 5 UITWISSELING VAN GEGEVENS De in artikel 9, lid 1, bedoelde gegevens omvatten: - de meldingen van onderschepping van uit derde landen of uit een deel van het grondgebied van de partijen herkomstige en uit fytosanitair oogpunt onmiddellijk gevaar opleverende zendingen of schadelijk organismen, zoals geregeld bij Richtlijn 94/3/EG; - de bij artikel 16 van Richtlijn 2000/29/EG bedoelde kennisgevingen.